kolen hulpgeld van Stad moeten krijgenDe
heeren Ran son en Titeca zijn van eene andere
meening. De heer Glorie beweert, dat de 1000
fr., die in de begrooting staan, zouden moeten
toekomeni aan de maatschappij Hand in
Hand Op voorstel van den heer Ranson
wordt die subsidie tusschen de twee maatschap
pijen in gevolge hun getal noodlijdenden ver
deeld.
9. Na bespreking wordt eene subsidie van
2000 fr. toegekend aan het Geiten verbond.
DE HEER VANEYGEN beweert, dat wel 8
tot 10.000 personen aan dit feest zullen deelne
men.
DE HEER RANSON zegt, dat meer dan 10
muzieken reeds ingeschreven zijn.
10. Aanvraag van den Invaliedenbond tot
het oprichten van een Kerstboom!...
DE HEER RANSON vraagt of er niet een
ander brief van wegens den invaliedenbond 's
ingekomen, den Raad uitnoodigende op het
huldebetoon van Allerheiligen aan de gesneu
velden van stad. Spreker zegt, dat het Schepen
college het recht niet had dit van kant te wijzen
en in naam van den Raad beslissingen te nemen
zonder den raad in te lichten over het besluit
door Schepenen of Burgemeester genomen,
huldebetoon van AllerheiligenSpreker zegt,
dat het Schepencollege het recht niet had dit
van kant te wijzen.
DE HEER VOORZITTER zegt, dat hij die
aanvraag ohtving en dat het Schepencollege be
sliste voor te stellen een officieel huldefeest in te
richten en dit wel op den Zondag na de verja
ring van Wapenstilstand en dat hij voorstelde
dit bij hoogdringendheid vóór den raad te bren
gen.
DE HEER RABAU zegt, dat hij bestatigt,
dat de Katholieken met de Fronters wederom
eens 't akkoord zijn. Wij zitten hier met twee
schepenen, waarvan er een gezegd geweêst is,
dat de Raad hem uitnoodigde er van door te
trekken en een anderen die God tot getuige
riep, dat hij of zijn collega er uit zouden trek
ken Niettegenstaande dat zitten ze daar nog
alle twee. Wij hebben nu zelfs geen schepen
van Financien en Onderwijs meerdeze heeft
zijn ontslag gegeven, maar blijft SchepeneDe
Katholieken zien alle recht over het hoofd, voor
het oogenblik, dat ze, 't zij met de eene partij,
't zij met de andere een akkoord kunnen slui
ten Wij doen aan dat spel niet meer mede,
zegt de spreker.
Verders zegt dat het de plicht was van het Sche
pencollege de Raadsleden, aan wie de uitnoodi-
gingen gestuurd waren, te verwittigen, juist
zooals gedaan wordt, wanneer een uitnoodiging
komt voor eene processie. Spreker beweert, dat
de beslissing van het Schepencollege geen voor
stel wasmaar wederom een vast besluit geno
men zbnder den raad te kennen
Twee dagorden werden voor de zitting van
heden uitgezonden en dat punt stond op geen
van beiden. Het is slechts wanneer men ver
nam, dat dit besluit, buiten de w'ete van den
Raad genomen, opspraak verwekte, dat gij -.r
au mede voor den dag komt. Welnu, wij ver- j
zetten ons tegen die bespreking; het is dus wel j
verstaan, dat het feest welke gij Zondag en acht
dagen met de Vossen viert, geene officieele be- j
tooging is, maar alleen eene verbroedering van J
Katholieken met Vossen, die maar een soort
van dooden vereeren Ik zie M. Vandemoortel
reeds optrekken achter het frontersmuziek
DE HEER BURGEMEESTER zegt Het is
de; schuld van de Invalieden, die niet geant
woord hebben
DE HEER RABAU. Wat was daarop te
antwoorden? Gij zondt hun een uittreksel eéner j
genomen beslissing van het Schepencollege
DE HEER VOORZITTER geeft dan kennis,
dat de1 subsidie voor het Kerstfeest aan den In
valiedenbondniet kan toegekend worden, daar
de bond niet erkend is.
DE HEER RABAU geeft lezing van den brief
door dezen bond ontvangen en uTaarvan het
dubbel op het Stadhuis is, waarbij het stadsbe
stuur dezen 'bond als wettig erkend heeftDit
is geteekend De Burgemeester, A. Baertde
Secretaris, H. Hillebrandt.
Is het omdat, daar geen De Keyzer onderaan
staat, dat dit stuk niet geldig zou zijn! Het
wordt hier oprecht belachelijk
Dn HEER TITECA. Wij' hebben hier
geen zaken met wat de anderen gedaan hebben
DE HEER RABAU. Gij zijt een. fameuze
bestuurder, gijIn die: voorwaarden zou alle
openbare bestuur onmogelijk worden. Spreker
zegt, dat wij meer eerbied dienen te gevoelen
voor dien Kring dan voor alle anderen en zelfs
wel eene uitzondering, zouden moeten maken
ten voordeele der Invalieden. Hij stelt voor de
subsidie toe te kennen.
DE HEER VOORZITTER stelt voor te
wachten tot den Bond zich door den nieuw,en
gemeenteraad heeft doen erkennenDit wordt
aangenomen met 6 stemmen tegen 5.
12. Hier vraagt de HEER SAMYN dit
punt met het volgende punt te vereenigen en
stelt voor wat de kroostrijke gezinnen betreft,
eene vermindering van de gemeentelijke opcen
tiemen, toe te kennen. Dit zou de inkomsten
rond de 3000 fr. verminderen.
DE HEER RABAU zegt;, dat de huisgezin
nen, die het meest kinderen hebben, meeren-
deels werklieden zijn, die geen opcentiemen be
talen en stelt voor ten voordeele van alle lasten-
betalers 5 vermindering te stemmen.
DE HEER SAMYN beweert, dat tal van per
sonen, die geen werklieden zijn en groote ge
zinnen hebben, opcentiemen betalen; hij zal
nader inlichtingen nemen om juiste cijfers te
kunnen bepalen.
DE HEER RABAU. Wel, wij kunnen ons
misschien 't akkoord stellen om alle twee die
'|g voorstellen aan te neuten 5 vermindering
Ir voor iedereen en dan eene grootere verminde-
b ring voor de kroostrijke gezinnen.
DE HEER SAMYN. Dit zal wel 7 of 8000
fr. verschil makenlaat ons de zaak uitstellen
14. Een tabel van jaardoodingen en intrest
der Electriek maatschappij wordt voorgelegd
De heer Rabau stelt voor hierover eerst nadere
inlichtingen te nemen. Na eene korte 'bespre
king tusschen de heeren Samyn, Glorie en Tite
ca wordt aldus beslist.
16. De Stadsbegrocting voor 1928 wordt
neergelegd.
Punt 1 van de bijgevoegde dagorde wordt
aangevat. Goedkeuring beperkte aanbesteding
van de gedeeltelijke verlichting van het stad
huis.
DE HEER RABAU leest artikel 68 van de
gemeentewet waarin onder ander gezegd w7ordt,
dat geen raadslid aan eene bespreking of stem
ming mag deelnemen, waarbij hij zelf, of zijn
bloed- of aanverwanten tot in den vierden graad
inbegrepen, een persoonlijk en rechtstreeksch
belang hebben
De heer Samyn bevindt zich hier heel zeker
in dat gevaili, zegt de heer Rabau; want het is
een zijner naaste bloedverwanten, die de werken
niet zal, maar die ze reeds heeft uitgevoerd'
DE HEER SAMYN vraagt of men niet best j
eerst zou vragen aan den heer Gouverneur of hij
mag tegenwoordig zijn.
DE HEER GLORIE komt hiertegen op!
Eene hevige woordenwisseling ontstaat dan
tusschen de heeren Rabau, Samyn en Titeca,
waarin er kwestie is van het parkvan vroegere 1
gedane werken, enz.
DE HEER TITECA verwijt den heer Rabau
alles met een politiek dbel te beschouwen. De
ze verdedigt zich heftig en zegt altijd alleen het
algemeen welzijn van stad beoogd te hebben
dat onder de rekeningen door hem onderteekend
de drie vierden voortkomen van katholieke ne
ringdoeners Dat het de kathdlieken zijn, die
nu de politiek voeren en hier openlijk verklaar
den de liberalen te willen aan den kant schui
ven
DE HEER SAMYN tot M. Rabau. Waar
is de tijd, dat gij met mij toenadering verlang-
det
DE HEER RABAU. Gij moest u schamen
zulke beweringen, die gij wel weet niet waar te
zijn, voor te brengen.
Eindelijk op voorstel van Mijnheer Glorie,
wordt in tegenwoordigheid van dien heer Samyn
overgegaan tot het stemmen der volgende be
sluiten
1. Het stadhuis zal met electriek verlicht
worden
2. Eene beperkte aanbesteding zal plaats heb
ben
3. Goedkeuring van het lastenkohier
4. Bemachtiging het schepencollege te gelas
ten met het uitvoeren der werken.
Al de liberale raadsleden verzetten zich hier-
cegen en verklaren aan die stemming geen deel
te nemen.
Telkens doet de heer Rabau in het verslag
opnemen, dat de heer Samyn aan de stemming
deel neemt en het dank is aan die stem, dat het
voorstel aanvaard wordt, dit wanneer iedereen
weet, dat een zijner naastbestaanden die werken
sedert lang heeft uitgevoerdIk heb niets 1 e-
gen dien persoon, zegt de spreker, maar de w7et
is daar!
DE HEER GLORIE. Er is een misslag
begaan geweest door het Schepencollege, maar
zulks is toch van geen groot belang.
DE HEER RABALT. Het zijn jesuitenstre
ken, die hier gespeeld worden.
Al de voornoemde punten worden gestemd
met 6 stemmen.
Punt 2 van de 2e dagorde. De Raad keurt met
10 stemmen en een onthouding het uitvoeren
van het schilderwerk van stadhuis en scholen
goed.
DE HEER BURGEMEESTER. De heer
Rabau is dus tegen dat schilderwerk.
DE HEER RABAU. Gij hebt het recht
niet besluitselen te trekken over eene uitge
brachte stemmingIk heb daarbij niet tegen
gestemd en mij onthouden om protest aan te
teekenen tegenover de houding der katholieken
in zaken van het algemeen bestuur van de stad'.
Punt 4 van de 2e dagorde. Een dag verlof zal
desnoods aan de kinderen de'r meisjesschool ver
leend worden op den dag der tentoonstelling
vau den Hoen derbon d
DE HEER NEVEJAN vraagt ter dier ge-
tegenheid of men zich niet zal schamen de men-
1 i schen langs*dien modderpoel te leiden, die men
'4 vóór de scholen aantreft! Het is een echte
schande
DE HEER BURGEMEESTER. Er is
nogtans een voetpad om naar de school te gaan
De overige punten worden in geheime stem
ming besproken.
De zitting wordt om 20 1/2 u. geheven.
De heer Samvn komt ons eene terechtwijzing-
te sturen, betreffende het vorig verslag, waarm
hij zegt, dat ons verslag niet van kwaden trouw
getuigt, maar dat er in den Karoussel geen
repraak was van Madamedat hij van Jufvrouw
pSchaut niet sprak, betreffende de prijsuitdee-
I ling, maar w'el aangaande andere bezwaren,
'f waarvan zij afgezien heeft.. Dat hij van Mijn
heer Vandemoortel niet' zegde, zooals in het
verslag, maar welIk ben ten minste zoo
rechtzinnig als gij en eindelijk dat die motie met
hem betrek hebbende niet ontvankelijk was
N.D.R. Hij wist zulks dan niet op den dag
zelf Hij heeft dat nadien vernomen, zooals zij
ne medeleden van de meerderheid