Nijverheidsblad voor Popermgbe en omstreken. ZONDAG 9 OOGST 1931. m WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ELFDE JAAR. NUMMER 32. m abonnementen men abonneert op alle belgische postkantooren Uitgevers-Eigenaars Gebroeders DUPONT, Yperstraat, 2, POPERINGHE. Honderd jaar geleden De E ei 's t e V erg («Ier in g der Belgische Kamers. Een in nood verkeerende Sloep ter hulp. DE MOED VAN KONING BORIS. De zes opvarenden gered. TAAL BOVEN GODSDIENST De aanvoerders der katholieke par tij hebben trouwens te laat gehandeld. Bericht aan de Jongelingen, geboren in 1913 en 1914. AARDSCHOKKEN IN ITALIË. DE VOLKSTELLING EUROPA OP HET PUNT INEEN TE STORTEN LEEST EN VERSPREIDT DE GAZET VAN POPERINGHE iiiiiiUiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! OVERDREVEN MACHIENWEZEN. DE KWESTIE DER VOORNAMEN. 1 Jaar, in stad 1 2 fr. per post 16 fr. Gongo 25 fr. Frankrijk 25 fr. s> Amerika 30 fr. to» GAZET VAN P0PERIN6HE De Postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Plakbrieven maal gratis bij ons gedrukt worden één- in ons blad overgenomen. Postoheckrekening Nr 48459. Telefoon 180 Ieder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen den Donderdag noen. Kleine berichten tegen dén Vrijdag noen. De naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. Bij elk schrijven naar inlichtingen, wordt men beleefd verzocht ean postzegel voor ant woord te voegen. Het blad staat ter beschikking van alwie het goed meent met het algemeen nut en belang. AANKONDIGINGEN Per regel 0.75 fr. minimum 3.00 fr. Rouwberichten 0.80 fr. de regel, met mini mum van 3.00 fr. - Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dik wijls te herhalen rekla- men, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. Verleden week deelden we mede, dat de kwestors van onze Kamers zich bezig houden met de inrichting van een of andere herdenkingsplechtigheid, ter gelegenheid van de 1 00° verjaring van de eerste zitting van het Belgisch par lement, zitting, tijdens dewelke onze eerste Koning Leopold I, plechtig door België's vertegenwoordigers werd ont vangen en aanhoord. We zegden dan, dat de eerste zitting van het nieuwgekozen parlement den 8 September 1831 plaats had. We hebben de nieuwsgierigheid ge had, om ons, door het doorsnuffelen van bladen van dien tijd, ietwat in de glorieuze atmosfeer van dien tijd te verplaatsen en we kunnen haar niet beter vergelijken, dan met de zenuw achtig geestdriftige atmosfeer, die over de nieuwe generaties ging op het einde van 1918, wanneer de Wapenstilstand een einde had gezet aan een vier-jaren- langen strijd. Koning Leopold was sedert 2 1 Juli de gelukkige Vorst van het Belgisch volk geworden. Onmiddellijk had hij het Besluit geteekend, waardoor de Belgische kiezers geroepen werden tot het verkiezen van 102 volksvertegen woordigers en 5 1 senators. Zooals men ziet, bestonden de beide Kamers toen uit nog minder leden, dan de heden- daagsche Kamer van Volksvertegen woordigers alleen. In den loop der maand Augustus waren deze nieuwe vertegenwoordigers van het volk, die de plaats zouden in nemen van de tot dan toe nog steeds vergaderde leden van het Nationaal Congres definitief verkozen. Aangezien vóór de Kamers, het Na tionaal Congres reeds regelmatig ver gaderingen had gehouden, om de Bel gische Grondwet op te maken,de meest dringende wetten te stemmen en een Koning te verkiezen, moesten voor de nieuwe afzonderlijke zittingen der nieu we Kamers geen nieuw lokalen worden gebouwd. Het Paleis der Natie, Wetstraat, stond daar klaar, om de vertegenwoor digers der Natie te ontvangen. Er werd dan ook besloten, dat de eerste voltallige zitting van beide Ka mers, die door den Koning zou bijge woond worden, zou plaats hebben in de zaal van de Kamer van Volksver tegenwoordigers, waar geen speciale versiersels waren aangebracht. De zaal had haar gewoon uitzicht, op dit na, dat het bureel en de spreek- tribuun waren verwijderd, om he' plaatsen toe te laten van den Konink lijken Troon, die reeds dienst had ge daan. bij de plechtige aanstelling den 21 Juli. De voltallige zitting werd om één uur geopend door den ouderdomsde ken, den heer Serruys, die zich deed helpen door de twee jongste leden van de vergadering, de heeren Liedts en Ch. Vilain XIV, die dienst deden als secretarissen. Daags tevoren 's avonds hadden de klokken der Brusselsche torens, het heuglijk nieuws aangekondigd, van de eerste bijeenroeping van het Belgisch parlement. Een en twintig kanonschoten ver wittigden, klokslag één uur, de bevol king, dat de Koning deze gebeurtenis met zijn tegenwoordigheid zou opluis- teren. De Koning verliet het Koninklijk Paleis te paard, om zich langs de Pa- leizenplaats en de Koninklijke straat naar het Parlementsgebouw te bege ven. Hij was voorafgegaan van een piket gidsen, van een peloton burgerwachten te paard, van twee zijner ordonnan- cieofficieren, en gevolgd van den op pergeneraal van de burgerwacht, en van de generaals te Brussel aanwezig, nl. van den bevelhebber der provincie, Van de hoogere officieren van den staf, van de vleugeladjudanten en van de ordonnancie-officieren dds Konings. De stoet werd besloten door een pelo ton burgerwachten te paard, en een piket jagers te paard. Langsheen den korTen Wegwijzer, die gevolgd moest worden, verdrong een dicht opeengepakte menigte, die in bedwang gehouden werd door 'n ska- dron jager3, voor het Paleis opgestelc en een ander, dat in de Wetstraat hac post gevat. Overal werd de Koning luidruchtig toegejuicht. Ondertusschen had de heer Serruys gevraagd, dat, door trekking, een com missie van senators en volksvertegen woordigers zou worden aangesteld, die gelast zou worden den Koning tot aan den straatweg tegemoet te gaan. Deze commissie bestond uit 6 sena tors en een dubbel aantal volksverte gen woordigers. Onmiddellijk verliet deze commissie de zaal, terwijl een publiek van invités, waaronder talrijke dames in elegante kleedij, de publieke tribuun kwam in nemen. Ook in de diplomatische tri buun was veel volk. Op de eerste ran gen bevond zich de gezant van Frank rijk, generaal Belliard in legeruniform, terwijl zijn collega's allen de schitte rendste ambtelijke uniformen hadden aangetrokken. Beneden aan den ingang van het ge bouw verwelkomd, werd de Koning naar de Kamer van Volksvertegen woordigers gebracht, naar den troon toe, van waar hij op de meest vriende lijke wijze allen begroette, om dan, onmiddellijk nadat de kreten Leve de Koning gestild waren, het woord te nemen. We zullen niet breedvoerig stilstaan bij deze eerste Koninklijke Rede. Men kan gemakkelijk raden, wat Koning Leopold I, op dat oogenblik te zeggen had. In groote trekken, schetste hij de moeilijkheden, die men had ontmoet bij de vorming van den Staat, de over wonnen hinderpalen, en de welwillende medewerking die het Land vanwege enkele vreemde mogendheden had ont moet. De Koning vatte in korte woor den de hoop samen, die het Land stel de in aller samenwerking. Op deze rede volgde geen regee- ringsverklaring, al waren de leden der regeering wel in de zaal aanwezig. Zij zaten inderdaad rechtover den Koning. Liet waren nl. de heeren de Meulenaer en de Theux, hoofd der regeering colonel de Brouckère, minister van Oorlog, die weldra door Félix de Mé- rode en later nog door generaal Evain, zou vervangen worden Coghen, mi nister van Financies en Raikem, mini ster van Rechtswezen, die lang het Na tionaal Congres had voorgezeten. Nevens den Koning hadden enkel plaats genomen, rechts van hem graaf d'Aerschot, grootmaarschalk van het dof, en baron d'Hoogvorst, hoofdbe velhebber van de Burgerwacht en links de generaals de Chasteleer, en de La- gatellerie. Onmiddellijk nadat de Koning zijn rede had uitgesproken, verliet hij de zaal, opnieuw tot aan den uitgang ver gezeld door de afvaardiging van het Parlement, en ditmaal langs de Her togelijke straat, ging het naar het Pa leis weder. Om goed aan te duiden, dat van dit oogenblik af, beide Kamers waren in gesteld en te werken hadden, verlieten de senators dan plechtig de zaal hun ner kollega's om zich naar de zaal van den Senaat te begeven, waar zij on middellijk hun werkzaamheden begon nen, met het aanstellen der commissies die zich s'anderdaags zouden uit te spreken hebben, over de geldigheids verklaring van de verkiezing der leden der Hooge Vergadering. En gedurende honderd jaren hebben de vertegenwoordigers en gekozenen van het volk, onder alle omstandighe den en wisselvalligheden der politiek hun werk voortgezet, met enkel een schorsing van vier jaren tijdens den gruwelijken oorlog, die ons was aan gedaan door twee der vijf mogendhe den, op wier steun Koning Leopold I zich in 1831 tijdens zijne rede, had meenen te mogen verheugen. M. - D. N. G. Illllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Een bootje bemand met zes toeristen op de Zwarte Zee naar Varna varend, werd door een hevig tempeest verrast. Zich wijd van de kust bevindende, wa ren de toeristen bedreigd te verdrinken. Koning Boris, die zich in den hof van het paleis bevond, bemerkte de in nood verkeerende toeristen. Snel bracht hij zijn motorbootje in orde en te mid den van de ontketende golven gelukte hij erin de toeristen te naderen en aan land te brengen. Na in zijn paleis teruggekeerd te zijn, begaf koning Boris zich nadien per auto naar de plaats waar hij de schipbreukelingen bracht om verder nieuws over hen te vernemen. De Vlaamsche Hoogeschool. De noodkreet van Mgr Coppieters, bisschop van Gent, over de gevaren der neutrale Vlaamsche Universi teit, komt de dagbladen van pas in dezen pruimentijd. Aldus is dit eene variante voor de jaarlijks opduikende zeeslang. De jongelui verkiezen de Vlaamsche maar neutrale Universiteit van Gent boven de Fransche, maar katholieke Alma Mater van Leuven. Indien zij nog dóór en dóór katholiek waren, als hun vaders, die als katholieken Gent vluchtten om Leuven te verkiezen, zou den zij doen als zij, al moest Leuven gansch Fransch zijn. Maar neen. Zij maken den godsdienst ondergeschikt aan de taal. En wanneer bisschoppen als Mgr Coppieters hen vermanen en waarschuwen, antwoorden zij Zoo de ouden zongen, zoo piepen de jon gen. Voorgedaan is nageleerd Was Mgr Coppieters met zijne omgeving en zijne geestelijkheid niet voor de Vervlaamsching van de Gentsche Uni versiteit En terwijl Mgr Coppieters een nood kreet slaakt, proklameert professor Daels het gebod voor de katholieke Vlaamsche studenten niet naar Leuven te gaan maar zich te Gent te laten inschrijven. Er wordt zelfs gedrukt op het neutraal wezen van deze laatste Universiteit. Aangenomen dat Daels uit taktiek Gent aanprijst om Leuven te zien ver- vlaamschen, kan men verzekeren dat de geest van opstand onder de katho lieke Vlaamsche studenten jeugd zal verdwijnen Opstand tegen de wen- schen en raadgevingen van den bis schop verwekt immer anticiericalisme. Liet vlaamsche land kan nog anticleri- caal worden zooals het protestantsch was einde van de XVIe eeuw, Ziedaar net groot gevaar dat Mgr Coppieters meent te ontdekken, ten ware hij de dupe was van dokter pro fessor Daels ofwel met hem t'akkoord zou zijn als flamingant, om door nood kreten het gemeenschappelijk doel te bereiken de vervlaamsching van Leu ven. Wat moet men er van denken Van ontdubbeling kan er moeilijk spraak zijn, daar Daels en zijne vrien den de ontdubbeling te Gent met klem afgewezen hebben. Hoe zal dit eindigen Wij zijn al leen toeschouwer. Men spreekt altijd van het katholiek Vlaanderen, waar men flamengantisme met godsdienst vermengt en verwant Alles voor Vlaanderen Vlaanderen voor Christus. Maar wat beteekent nog een katholicisme dat net als het pro testantisme zijn eigen weg wil gaan en den brui geeft aan het gezag, de leering en de wenken der bisschoppen Wat is de Kerk zonder discipline Het voorbeeld van Elzas doet na denken. De nationalisten leven er in opstand tegen hun bisschop, Mgr. Ruch hoewel hij goedgekeurd en gesteund wordt door den Paus. Niettemin bewe ren de nationalisten den godsdienst in pacht te houden. Niet alleen doen de Vlaamsche nati onalisten hier hetzelfde, maar zij zijn het ééns met vele katholieke flamin ganten, die min of meer bedekt hun meening deelen over het gezag van de bisschoppen in de taalkwestie en het staatsverband Belgie. Er is zelfs een theoloog geweest die den brief van ver oordeeling van het frontisme door de bisschoppen als dusdanig beantwoord heeft. Er zijn ook paters die de natio nalisten goedkeuren. Heeft men niet gehoord dat op 1 1 Juli te Aalst de E.H. Deken de Vlaamsche nationalis ten met hun vlag zonder driekleurigen strik in zijne kerk ontving. Dit alles bewijst dat de tusschen- komst van de bisschoppen tegen de nationalisten enkel verbaal is. De sanc tie bleef uit. Er was gezegd dat Pius XI het Vlaamsch nationalisme zou ver- ocrdeelen.Geen spraak van.Dit pause lijk stilzwijgen wordt door de fronters tegen de bisschoppen uitgebuit. Wie draagt de verantwoordelijkheid van dezen voor de Belgische Kerk ge vaarlijken toestand Die politiekers en geestelijken welke na den oorlog gerekend hebben dat de Vlaamschge- zinde demagogie de katholieke partij kon redden. Illusie en misrekening. Daardoor heeft men noch de libe rale noch de socialistische partij ver zwakt. Integendeel. Die dwaze poli tiek van opbod heeft alleen de fronters versterkt. Van 1884 tot 1914 voerden zij onaf gebroken het bewind. Geen katholieke regeering was mogelijk zonder de Vlaamsche katholieke kiezers, vooral onder 't meervoudig stemrecht der Vlaamsche boeren. Liet socialisme lag in de wieg. Het flamingantisme was toen meer liberaal dan clericaal. Toen gaf het liberale Willemsfonds dat nu liberalen en socialisten in zijn schoot telt, den toon aan in het Vlaam sche land. De toestand is dezelfde niet meer. Uit redenen van opportuniteit wil men rechts het verzuim van dertig jaar her stellen, des te meer daar een andere geest de jeugd bezielt en doet denken aan de opzweeping van de jeugd van 890. De katholieke Vlaamsche jeugd van heden is echter bandeloos. Des noods maakt zij opstand tegen de bis schoppen. Liet is alsof zij ook door bolsjewisme is aangetast. Daarover zou men lang kunnen glosseeren. In elk geval is de toestand voor de katholieken die in Vlaamsch Belgie die hun jeugd voelen ontglippen, niet rooskleurig. Er bestaat een klove tusschen de ouderen en de jongeren d,ie vooral misnoegd zijn om allerlei redenen. Maar wie heeft dien wind gezaaid En wie oogst nu storm L. - D. N. G. li!tl!li|llllli!IIS!lllillllllllil!llllllllllllllllll!!l!lllll!!!llllllSlllll!llllllllll!l VOOR DEZEN VAN DE KLAS 1932 Ernstige waarschuwing van Mussolini. Bericht aan de uitgestelden der Klasse 1932. De militianen der klas 1932, die één jaar uitstel bekomen hebben en die verlangen dienst te nemen met de klas 932, moeten voor den 1 5 September aanstaande aan dezen uitstel verzaken. Na dezen datum zullen zij onherroepe lijk vérbonden blijven aan de lichting 933. De jongelingen geboren in 1913 en 1914 kunnen nog dienst nemen met de klas 1932, mits daartoe eene schrifte lijke aanvraag te doen vóór 1 5 Sep tember 1931, aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken te Brussel. Het verzoekschrift moet bij aange- teekenden brief verzonden worden, en moet vermelden de plaats en datum van geboorte van den verzoeker, de gemeente waarin hij voor de militie gesteld werd, zijn juist adres en de redens waarop hij zich beroept, om zijne vraag te verrechtvaardigen. =ülllll!ll!lllllll!ll!!ll!!llll!llllllll!!lillll!lllll[||||||||||||||l!llll!illlll!!!lll in de streek van Poggio Otricolo werden hevige aardschokken gevoeld. Verschillende huizen zijn ingestort, en talrijke personen gekwetst. Te Calvi Umbria werden vier huizen gansch vernield. De inwoners der ge teisterde streek vluchtten weg. Illllllll!l!!l!ll!llilll!l!l!lll!l!lllllll!lllllll!llllllll!llllllllllllllllil!llllilim In het weekblad Les Annales zegt Mussolini, dat het jaar 1932 ten goede of ten kwade zal beslissen over de toekomst van Europa. Wij staan voor een verschrikkelijk dilemma, of vernieuwing van onze beschaving, of vernietiging daarvan. Tot nu toe zijn alle pogingen tot herstel van de soli dariteit mislukt. Wij staan nu voor het absolute niets. Europa staat op het punt ineen te storten. Slechts een vredestijdperk van 10 jaar kan het nog redden. Dit kan alleen de ontwapeningsconferentie van 1932 bereiken. Van deze conferentie hangt niet alleen het lot van Europa doch van c!e geheele mensc.hheid af. Indien deze conferentie mislukt, is zij de proloog van de ineenstorting. De Amerikaansche gezant te Londen generaal Dawes, wijdt zijnerzijds in de Daily Express een artikel aan den economischen toestand der wereld. Hij komt tot de gevolgtrekking, dat de' huidige crisis een reactie is op een tijd van overspeculatie en overdreven uit breiding van zaken, welke periode in 192 7 en in 1929 een hoogtepunt be reikte. Vroegere ervaringen hebben ge toond, dat de periode van dalende conjonctuur ongeveer gelijk is aan die van stijgende conjonctuur, zoodat het keerpunt voor den terugkeer tot nor male verhoudingen in het jaar 1931 moet vallen. Een teeken daarvoor ziet Dawes reeds in verschillende takken van het bedrijfsleven. De inkomsten van een aantal groote Amerikaansche maatschappijen zijn in het tweede kwartaal van 1931 grooter geweest, dan men oorspronkelijk verwachtte. HJIIII!!lllll!ll!ll!llll!ll!i;illllllilllllll!l!lllllllllllllllll!llllillllllllll!l!llll Het Staatsblad kondigt heden de officieele statistiek af van den bevol kingsgetallen in de verschillende ge meenten van het Land. Het geldt hier de optellingen, die elk jaar gedaan worden volgens de be volkingsregisters. Verleden jaar werd uitzonderlijk een tienjaarlijksche telling gedaan, doch het officieel resultaat ervan is nog niet gekend. De nu opgegeven getallen zijn dus enkel bij benadering opgemaakt. Belgie telde den 31 December 1930 een bevolking van 8.129.824 inwoners wat een vermeerdering beteekent van 69.635. Dit aantal wordt volgens provincies verdeeld als volgt Antwerpen 1.187.630 Brabant 1.694.899 West Vlaanderen 897.051 Oost Vlaanderen 11 53.866 Henegou w 1.2 74.082 Luik" 971.878 Limburg 374.332 Luxemburg 222.007 Namen 354.079 Ziehier dan nog de bevolking van de hoofdplaatsen van de provincies Antwerpen 294.902 Brussel 207.838 Gent 169-322 Luik 166.820 Brugge 51.191 Namen 30.465 Mons 27.816 Hasselt 23.319 Arlon I 1.658 Te Munchen is een boek van Spring ier verschenen waarin de schrijver wijst op het groot gevaar dat het menschdom bedreigt door overdreven mekanisee- ring. Moet men hem gelooven, dan zal in dit en honderd jaar het aanschijn der aarde veranderd zijn. De wouden zullen verdwenen zijn men zal ze benuttigd hebben voor tech nische benoodigheden, vooral om zich papier aan te schaffen. Maar van-dan af zal het klimaat zich gewijzigd heb ben, ook het kenteeken der menschen- rassen. Sommjige deier zullen verdwenen zijn, bijv. de Roodhuiden en de Austra lische inboorlingen ook zekere die- rensoorten zullen niet meer bestaan. De mekaniseering van het leven heeft reeds de grens bereikt waar het uitzinnige bestaat. De autos zijn zoo zeer vermenigvul digd dat men in de steden sneller voor uitgaat te voet dan met een auto. In het domein der voortbrengst is de mensch achteruit voor wat zijne ontwikkeling betreil:, op die der tech niek. Llij is niet meer in staat het reus achtige mekanisme te leiden, vertegen woordigd door de huidige nijverheid de wereld door. Liet menschdom heeft uitstekende mannen noodig, uitvinders, ingenieurs inrichters. Welnu noch cle groote oor log, noch de naoorlog hebben ons zul ke mannen geschonken, integendeel, een processus van gelijkmaking is aan gang onder het menschdom. Indien het zoo in de toekomst is, zal de techniek onvermijdelijk achter uitgaan, ofwel de tegenstrijdigheid hierboven aangeduid zal uitkomen op eene universeele ramp. Men weet niet welk pacifisme er ten opzichte der natuur bij den mensch begint geboren te worden. De menschen zijn den belangrijken strijd tegen de stof moede en de uit slagen in dien strijd bekomen, hebben hen teleurgesteld. Van daar de blinde voorliefde voor het sport. De mensch poogt zich van de slaaf- sche onderwerping aan de machien te onttrekken hij tracht zich zoo van de steden te ontmaken die hem gevangen houden. Als tegenreactie tegen het ijskoude rationalisme der laatste jaren, voorzegt Springier de kortelinge ontluiking der bovennatuurkunde, omdat de mensch instinctmatig de ramp zoekt te vermij den die hem toegrijnst. De tijd zal bewijzen wat er daar van waar is. Met de verplichting voor de ge meentebesturen, om in hun officieele acten de taal der streek te gebruiken, rees ook de kwestie op, van de voor namen, die algemeen vertaald werden, volgens de taal van den act. Ingevolge een ;ministerieelen omzend brief zullen voortaan deze namen niet meer mogen geschreven worden in de taal van den act, doch wel in den vorm die in den geboorteact van den be trokken persoon werd gebruikt. Dit wil zeggen dat een Belgisch bur ger zijn voornamen niet meer zal zien veranderen volgens de fantasie van een vertegenwoordiger van den burgerlij ken stand, doch dat deze even onver anderlijk zullen zijn als de familienaam iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiüiiiii DE TOESTAND VAN LLOYD GEORGE BETERT. De algemeene gezondheidstoestand van den heer Lloyd George, is steeds bevredigend. Volgens het laatste bul letin blijft de vastgestelde beterschap aanhouden. =8l!l!llllllllllll!llll!lli!!ll!llllillllillllllillllllll!ll!l!!llll!ltlllllll]l!l!lllll MET LEDIGE HANDEN. Onze ministers, die naar Londen ge weest zijn, hebben de bazuinen van de victorie niet laten schallen. Men ver zekert dat zij niets bekomen hebben, en rnen voegt erbij dat zij er als kinde ren behandeld werden. De tijd van de conferenties van Spa en Genève is voorbij. Hoover houdt ons in de klem en het is te vreezen dat Belgie zal af dokken tot den laatsten frank zooals het de oude kleeren en den corned beef nog steeds moet betalen. Business zegt de Yankee. Wat de marken betreft, is evenmin gang in. Wat kan Belgie hopen als Duitschland zelf om hulp roept en wil doen gelooven dat het verdrinkt. Wil de regeering de openbare mee ning niet tegen zich hebben, het beste voor haar zal zijn niet te konkelfoezen maar het land te zeggen hoe de zaken ineen zitten. Men glimlacht onwillekeurig als men zich de taal van zekere bladen herin nert die voor de conferencie van Parijs ernstig als Herkulijn schreven dat Bel gie zou beloond worden omdat het zich niet met Frankrijk had verstaan. Het is er naar. Frankrijk stelt de wet en ons land wordt in den hoek gezet. Hoe zal dit eindigen. lllllllHIlllllllllllilllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll HET PARLEMENTAIR WERK. Het Parlement is met verlof. Bij de werkherneming zal het de 1 00" verja ring vieren van zijn in werking treden. Het was misschien het oogenblik, om een statistiek op te maken van de werkzaamheid der beide hooge verga deringen en van haar leden. Voor dit jaar alvast, kunnen we zeg gen, dat de Kamer van Volksvertegen woordigers, tijdens den verloopen zit tijd, 129 zittingen hield, en gedurende 435 uren zetelde, wat overeenstemt met een gemiddelde lengte der zittin gen van 3 uur 22 minuut. Berekend op de 365 dagen van het jaar, hebben de parlementsleden ge middeld, indien zij altijd aanwezig wa ren, één uur per dag gezeteld. Betaald a rato van 42.000 frank per jaar, is het baantje werkelijk niet te versmaden. ^Illllllilllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Het WEGENVRAAGSTUK in Belgie. In het begin van 1928 legde de regeering een ontwerp neer, dat een volledige verbetering voorzag van het Belgisch wegennet en de stichting, met dit doel, van een fonds van 600 mil- lioen frank, dat zou mogen uitgeput worden in den loop der jaren 1 928-33. Naar men verneemt, zijn de kosten veel hooger geweest, dan men toen voorzien had, en zou het fonds van nuaf bijna uitgeput zijn. Er zouden in derdaad niet minder dan 5 72 millioen frank zijn uitgegeven en er zou nau welijks een derde van het werk uit gevoerd zijn. Vanaf toekomend jaar, zou het be heer zinnens zijn de voorziene credie- ten te overschrijden en een nieuwe toe lage van 150 millioen frank te vragen. Voor d'e verwezenlijking van het heele programma in 1928 voorzien, zullen er niet minder dan 1 200 millioen noodig zijn, 't zij het dubbel van de eerst gevraagde som.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1931 | | pagina 1