Schreeuwende Voorrechten FRATELLI Aliotti FRATELLI Aliotti Fransche en Amerikaansche Voorspellingen. WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 3 SEPTEMBER 1933. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN. GEBROEDERS DUPONT HET EDELMOEDIGE AMERIKA. DE TWEEFRANKSTUKKEN INGETROKKEN DE SPAARKAS HEEREN BAKKERS VRAAGT UWEN LEVERANCIER SULTANA ROZIJNEN VAN VLAAMSCHE NAZIS DRINK KRONEN PILSNER DE INDEXGETALLEN. 13" JAAR. NUMMER 36. VAK PEEMGHE ABONNEMENTEN I Jaar, per post16 fr. Congo25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars Yperstraat, 2, POPERINGHE. Postcheck 48459 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen den Donderdag noen. Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. Naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. AANKONDIGINGEN Per regel1.00 fr. (minimum 3.00 fr. Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen re- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. ■USi Waarom moeten de coöperatieven geen taksen betalen op de winsten die zij opstrijken vraagt het gezond ver stand. De samenwerkende maatschappijen van verbruik, waarvan het princiep niet kan beknibbeld worden, hebben se dert eenigen tijd fel geevolueerd de nederige vereenigingen van het begin, enkel aan samenwerkers voorbehouden zijn meestal groote handelsonderne mingen geworden, die gemak van aan koop schier aan iedereen verschaften. De taksen zouden dezelfde moeten zijn voor alle handelaars dat is maar redelijk. Daarin dienen begrepen de coöperatieven die dienst doen van handel en dus hoegenaamd het recht niet hebben ontslagen te worden van de taksen, zooals het nu is. Zij betalen dus geen bedrijfsbelastingen. Maar zij genieten nog andere voor deden, waardoor zij aan den hande laar een oneerlijke concurrentie doen en dat gebeurt dan nog in overtreding van art. I 12 der grondwet dat zegt inzake belastingen mogen er geene voorrechten bestaan Welke zijn nu al die voorrechten 1. Registratie. Een recht moet betaald worden op het onderschreven kapitaal bij het stichten der samenwer kende maatschappijen.Er valt nochtans op te merken dat het beginkapitaal over 't algemeen nederig is, en daar er geen verplichting bestaat een akt te onderwerpen aan de formaliteit 't enregistrement, naarmate 't kapitaal verhoogt door het aanvaarden van nieuwe leden, is het niet overdreven te zeggen dat de meeste samenwerkende maatschappijen kunnen gesticht wor den en buitenmatig aangroeien met slechts een klein enregistratierecht te betalen. Voor het geval van belasiing op de kapitaalverhoogingen, nemen wij bijv. de Société Générale de Bruxelles gesticht met I 70.000 frank kapitaal, waarop zij 1.20 t.h. rechten betaalde, en vanaf 1927 trapsgewijze aangroei de tot 13 miljoen, zonder iets voor die vermeerdering betaald te hebben 2. Zegelrecht. De naamtitels of boekjes van zulke maatschappijen zijn enkel aan 30 centiemen zegelrecht on derworpen, terwijl de titels eener naamlooze maatschappij 1.20 per vijf honderd frank moeten betalen. 3. Kosten voor notaris en publicatie Men heeft geen notaris noodig voor het tot stand brengen eener samenwer kende maatschappij. Het bilan en de veranderingen in het leidende perso neel moeten in de Moniteur niet verschijnen. 4. Overdrachttaks. De coöpera tieven zijn van de overdrachttaks ont slagen bij de verzending van de eet waren tusschen samenwerkende maat schappijen, alhoewel er mutatie plaats grijpt. 5. Tollen en accijnzen. De om zendbrief van 30 Juni laatst heeft be paald dat de coöperatieven zelfs wan neer zij verrichtingen in het groot doen welke ook de omvang van deze weze, en ze hunne evenredigheid in het ge- heele hunner verrichtingen ten opzichte van het wetsontwerp van den 30 De cember 1932, zuivere kleinverkoopers en te dezen titel hunne stocks aan de rechten niet onderworpen zijn. 6. Belastingen op het inkomen. Alhoewel deze stof complexe is vvant de coöperatieven stellen veel va riëteiten voor volgens de natuur en de modaliteiten hunner bedrijvigheid moet men eenige onderscheidingen maken. Wat er ook van zij, hier nog kan men verschillige voordeelen der coöperatief aanwijzen. Inderdaad in verscheidene voort brengende coöperatieven worden de beheerders belast als de werkende le den eener maatschappij van personen. Deze beheerders worden in meestal de samenwerkende maatschappijen (coö peratieven van aankoop en verkoop) beschouwd als eenvoudige bezoldigden en daar de coöperatieve geen maat schappij bij akties is, wordt de be roepstaks dezer beheerders, hoe groot hunne vergoedingen ook wezen, niet verdubbeld zooals dit het geval is voor de naamlooze maatschappijen. 7. Inkomsten toegekend aan de sa menwerkers volgens de kapitalen, die zij er in staken. Deze inkomsten worden minder belast dan de dividen den van naamlooze akties. Inderdaat terwijl deze laatste inkomsten eene mo bilaire taks ondergaan van 24.2 t.h worden de inkomsten der kapitalen gestort, door de samenwerkers, slechts door eene mobilaire taks van 10 t.h. getroffen die de toepassing der pro vinciale en gemeentelijke opcentiemen kan ondergaan. 8. Bestuur der rechtstreeksche be lastingen. De coöperatieven wor den ontslagen van de mobilaire taksen op het uitgedeeld te veel ontvan gen. Die schikking zet de deur open aan veel misbruiken. En nochtans is een uitgedeelde winst feitelijk een di vidend. ledereen kan zich in de samenwer kende maatschappijen gerieven, wat de mededinging nog oneerlijk maakt. De zaak zooals deze onder cijfer 4 aangegeven is, is niet heel en al nauw keurig. De coöperatieven betalen de overdrachttaks zooals iedereen, wan neer zij de koopwaren of nijverheids- produkten in het groot koopen bij de fabrikanten. Maar wanneer er spraak is van aankoopscooperatieven, het is te zeggen van groepeeringen, gevormd met het doel in het algemeen te koo pen, wordt de taks van 2.5 op 0.5 t.h. gebracht wat toch eene vermindering is van de vier vijfden der taks. Er bestaat nog een ander voorrecht. Sedert 1930 betalen de samenwer kende maatschappijen voor het sparen die de kapitalen verschaffen aan de verbruikscooperatieven, slechts 5 t.h. op de ontleende sommen, in plaats van 1 5 t.h. Tengevolge van de laatste ver hooging der rechten, bedraagt die be lasting 5.5 t.h. maar voor de andere is het 16.5 t.h. geworden. De handelaars eischen de afschaffing van al die voorrechten. Er is zelfs een dat onmiddellijk zou moeten verdwij nen omdat het, het noodlottigst is, aan den kleinhandel en het princiep der gelijkheid voor de belasting schendt. Moest men ons dwingen taksen op onze winsten te betalen, zeggen de sa menwerkend maatschappijen, dan zou den wij onze prijzen verlagen en de handelaars nog dieper treffen Dat is eene bedreiging en niets meer, want ware dit mogelijk, dan zouden wij reeds lang voor een voldongen feit staan. Men kan ze zelf verwijten dat zij zich verzetten tegen het verminde ren van het duur leven. De handelaars worden zwaar ge troffen door de mededinging der coö peratieven dank zij hunne voorrechten. Wanneer deze maatschappijen aan de gemeenschappelijke handelsregels onderworpen zijn en dezelfde belastin gen betalen als de handelaars, dan is er bun niets te verwijten. Volgens zekere berekeningen zou het getal klanten der. coöperatieven 1.120.000 bereiken en hun zakencijfer 900 miljoen frank bedragen. Deel door het cijfer der 36.000 Bel gische kleinverkoopers van koloniale en etelijke waren die het meest getrof fen worden, dan zult gij zien dat hun gemis aan verkoop ter oorzake der coöperatieven voor ieder 20.000 frank per jaar bedraagt. Ook de schatkist verliest daar veel bij. Voor wat de winst betreft, voor gesteld als zijnde een te veel ont vangen is deze van de socialistische coöperatieven 43.000.000 frank. De winsten der andere worden op 10 miljoen geschat, 't zij meer dan vijftig miljoen die aan de taks ont snappen. De handelaar heeft het recht te zeg gen ten minste geen voorrechten, geen onrechtvaardigheid, geen misbrui ken meer, die mij en mijne klas ten onder brengen. Wij willen den onder gang der samenwerkende maatschap pijen niet, waarvan het princiep goed is, maar wij dulden niet dat ze ten opzichte van den fiskus een bevoor rechten stand hebben, die hun toelaat zegevierend concurrentie te doen, zon der eenig voordeel voor het algeheele der verbruikers wij willen niet dat het geld der samenwerkers grootelijks die nen moet om er politiek mede te ma ken ten voordeele van eenige partij leiders. G. v. B. LEEST EN VERSPREIDT DE GAZET VAN POPERINGHE Dat was het betooverend land. In onze streek waren, vóór den oorlog, aller oogen gericht naar dit goudland en die er naartoe kon reizen, was aan zien als op weg naar de fortuin. Ook kwamen vele brieven toe van Pier of Jan die er geld verdienden als slijk, die daar leefden als prinsen in dat land van belofte. Het was er voor eenigen zeer goed en voor anderen zeer slecht. Men hoorde er veel van spreken en boffen met tientallen die er geld ver gaarden, maar men verzweeg de namen van de duizenden die er niet lukten. Onze diplomaten, onze zakenman nen, onze financiers, nijveraars en han delaars waren betooverd door Ameri- kaansche werkformulen of stelsels. Amerika was de hemel op aarde. De kleinste werkman bezat er zijn Ford, zijn badkamer, zijn phono en de week-ends ging hij doorbrengen aan de zee of in de bergstreken. De dollar was hemelsche munte en glin sterde als diamant boven de wereld. De Amerikaansche cinema, de Ame- rikaansche Jazz, de Amerikaansche skeeskrabbers.de Amerikaansche vlieg tuigen, de Amerikaansche schepen... al wat naar Amerika rook was god delijk. Er waren wel die 1 4 geboden van Wilson, die histories van gangsters, van ontvoeringen, van allerlei moor den, maar dat waren maar lichte scha duwen in die heldere lucht. Op een schoonen morgen kwam Amerika het geld opeischen van het spek, de boonen, enz., die het ons binst den oorlog toezond... het was uit baldadigheid, meende men. Wij jegonnen met te betalen en toen nog waren er nog vele bewonderaars van die wondermenschen uit dat wonder- and. Wanneer er internationale verwik- celingen in Europa opdaagden, was iet een Amerikaan die gevraagd werd om ze te beslechten. Zekere Dawes, een generaal, regelde eens de zaken met een kluitje vijgen en iedereen stond in bewondering. Als die rege- ing niet meer strook met de werke- ijkheid, was het Young die kwam. Niettegenstaande dat zijn voorstel niet meer waard was, dorst het niemand zeggen en Young werd tot in den hoo- gen hemel gedragen. Er was geen beternis bij, zoodanig dat er in Amerika ook gisting kwam met haren nasleep van alle slach van opstanden en opstootjes van protes- teerenden aard, en de paniek teisterde het rijkste, het voorspoedigste, het lest georganiseerde land ter wereld deel het gebouw kraakte en Hoover die men bij zijne kiezing met bloemen en wierook overlommerd had, vaar digde een algemeen moratorium uit. Belgen, Franschen, Engelschen, enz., ge zult dit jaar ons niets beta- en, maar Duitschland zal u ook geer. cent storten Maar Duitschland is ons meer schuldig dan wij u moeten betalen Genoeg zei korporaal Hoover ge moogt zwijgen en uwe matten op rollen. En nog altijd, in Europa, waren de groote koppen in bewondering voor doover, Amerika en de Amerikanen. Na Hoover kwam Roosevelt. Een teeken van zijn klein vingertje was genoeg om de vertegenwoordigers van al de Europeesche landen naar het Wit Huis van New-York te lokken. Men zou er, langs al de kanten, de economische en de finantieele vraag stukken onderzoeken. Maar terwijl al die groote koppen op weg waren, ver namen zij, midden de Atlantische zee, dat Roosevelt hun een sluwe toer speel de met den goudstandaard en den dol lar te laten begaan, 't En lette niet als die mannen daar toekwamen dat er muziek gespeeld, goed gegeten en ge dronken werd, en daarbij de interna tionale belangrijkheid met de nood zakelijkheid van goede verstandhou ding tusschen de volkeren toegejuicht werd. Ze kwamen van New-York terug, trokken een schoon hemd aan en ver trokken naar Londen, waar zij de nieu we Amerikaansche formule zouden ontvangen vanwege de Amerikaansche afgevaardigden, 't Was de oprechte Uncle Sam, want zonder Uncle Sam kon Europa geen weg. Als alles gereed was om den grooten slag te slaan werd er aan Roosevelt gevraagd of het nu definitief was en of men mocht teekenen. Maar Roose velt was weg en na lang zoeken were hij ontdekt op een eenzaam eiland, waar hij aan 't uitrusten was. Hij nam in allerhaast kennis van de vraag zijner afgezanten en zijn antwoord was NO. En daarmee was het te Londen ook afgeloopen. En nu zitten Amerika en de Ame rikanen te koekeloeren op hunne ber gen papieren dollars. Ze trekken ten strijde tegen de landen, zooals Belgie die den goudstandaard willen behou den en met inflatie hun volk niet willen bestelen. Maar nu heeft men er genoeg van De groote koppen zijn eindelijk ont nuchterd en zenden Uncle Sam naar de weerlicht. Hadden ze het gedaan in 1919, wij hadden misschien al die Amerikaan sche miseriën niet moeten beleven. OPGEPAST In het vooruitzicht van het slaan van zilveren muntstukken, zullen de munt- penningbons van twee frank definitief buiten omloop dienen gebracht. Bij Koninklijk Besluit zullen de muntpen- ningbons van twee frank met ingang- van 1 October 1933 geen wettelijken koers meer hebben. Het gewoon verslag over de verrich tingen der Spaarkas in 1932 is ver schenen. Over het bedrag der beleggingen valt er al niet veel te zeggen. Wijzen wij er nochtans op dat ze de tien mil- iard benaderen, wat tienmaal het voor- oorlogsche cijfer voorstelt. In de goud- franks is er dus voor de helft verhoo ging. Voor 't jaar 1 932 is er echter maar een vooruitgang meer van 600 milioen wanneer het overschot in 1 930 de twee milliard overschreed, en dat 1931 er nog een had van anderhalf milliard. De invloed, dien men in deze cijfers vindt, is sedert het begin van 't jaar nog verscherpt zooals vroegere stati stieke bewijzen.Sedert de maand Maart overtreffen de afhalingen regelmatig de stortingen. De maand Mei wijst op een achteruitgang van 50 millioen. Als dit voortduurt, dan gaan we voor een inzakken staan van het globaal bedrag der beleggingen, ondanks het overbren gen op het boekje van de intresten, op het einde van het jaar. Dit afhalen kan niet volledig uit gelegd worden door de economische krisis. Het is waarschijnlijk dat andere factoren tusschen gekomen zijn. Wel licht hebben de inschrijvingen op de laatste leeningen van het Gemeente krediet verscheidene sommen den weg der Spaarkas afgsneden, die er anders zouden naartoe gegaan zijn. Het getal spaarboekjes groeit aan. In den loop van een jaar verhoogde het met 126.000, wat bewijst dat men en niet zonder reden vertrou wen in die schoone inrichting stelt. Twee Belgen op drie leggen geld neer alhoewel veel boekjes dood zijn en sedert lang geen verrichting meer geven. Dat is een groote verhouding. Wat doet de spaarkas met het geld dat hun toevertrouwd wordt. Zij plaatsen het natuurlijk uit. Om trent 15 t.h. worden voorloopig ge plaatst, zoodat eene gemakkelijke be weging mogelijk is, in geval van af halingen door 't publiek, deze uitzet tingen bestaan uit handelseffecten en leeningen op titels. De definitieve plaatsingen worden voornamelijk ge daan door Staatswaarden of waarbor gen van de Staat. Er worden ook som men verleend aan de werkmanswo ningen ten bedrage van een miljard en aan den landbouw ten bedrage van 305 millioen. Wat het landbouwkrediet betreft men kan wijzen op het klein procent der voorschotten, die toegstaan wor den tegen 4, 25 t.h. tot hoogstens 20 duizend frank. Zij worden verleend door tusschenkomst der Landbouw- bank die eene commissie vraagt op dit percent. In 1932 verleende de Spaarkas 4000 zulke leeningen. Er bestaan zoo een twintigtal Landbouw- banken vooral in 't Walenland waar de Boerenbond niet tusschenkomt. UW BROOD ZAL ER DOOR VERBETEREN VERKRIJGBAAR IN ALLE KWALITEITEN. LET VOORAL OP DEN NAAM VERGIST U NIET Camille Blanchard schrijft in Le Petit Parisien een reeks artikelen over Belgie. Hij heeft gesprekken gehad met allerlei Belgen, ook met den dinaso Van Severen. In zijn kantoor hingen de portretten van Mussolini, Baudelaire en Paul de Valery. De Fransche journalist bemerk te er een kaart van Europa waarvan een hoek door het blauw potlood was afgeteekend. Wat is dit vroeg hij. Groot-Nederland dat mijn partij wil tot stand brengen, antwoordde de man. Ik naderde. De trek van het pot lood volgde de beruchte taalgrens doorheen Belgie en eindigde niet voor Vlaastricht. Gansc.h Holland was er in begrepen. Langs de andere zijde ïoud u vast ging die trek recht in Frankrijk, in de richting van Saint Omer en alsof hij bang was van die stoutmoedigheid, ging hij niet verder en keerde naar Oostende terug. O O 1 zegde van Severen, wij verbergen niet dat het moeilijk zal zijn dit programma te verwezenlijken. Wat wij willen herstellen zijn de oude Ne derlanden. Onze partij heeft den naam van Dietsch Nationaal Solidarist of Dinaso aangenomen. Ja, ik begrijp, naso, nazi, het is letzelfde. Van Severen beweerde dat zijn par tij bestaat uit zeshonderd soldaten, 3000 aanhangers en 5000 leden en syndicaten. De meeste grondbeginselen van Vtussolini vindt men in de ontwerpen van den heer Van Severen. Zijn groote gedachte is de Vlaamsche gilden van de XIV" eeuw te herstellen. Van Severen verklaarde dat hij voor de verdeeling van Belgie is, dat zijn vaderland niet is de man is noch tans geboren te Wacken. 1 enslotte zegde van Severen Ik jen geen vijand van Frankrijk. Zooals velen van mijn landgenooten, dank ik dit land bijna alles wat ik ken L'Action Frangaise doet opmer- cen Dit alles dient bewaakt te wor den. En het blad van Ch. Maurras en L. Daudet voegt er bij Het re gionalisme dat een uitmuntende leer is, mag het verraad niet dekken. iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini FABRIEKSMERKEN. De bezitters van fabrieksmerken zul- en met genoegen vernemen op welke manier door de Administratie de tekst der twee laatste reglementen, de wet op de fabrieksmerken wijzigende, wordt uitgelegd. De verplichting tot de 1 0-jarige ver nieuwing is opgegeven. Het gevolg hiervan is dat de fa- jrieksmerken, welke 10 jaar geleden worden gedeponeerd, niet meer behoe ven te worden vernieuwd. Deze nier- cen zijn opnieuw van kracht voor een onbeperkten duur, zooals dit vroeger iet geval was. De firmas welke fabrieksmerken be zitten, vóór 22 Juli 1923 gedeponeerd, en welke zouden hebben nagelaten deze te hernieuwen, kunnen op zekere manier verhelpen aan de gevolgen van het niet hernieuwen van hun merk door zoo vlug mogelijk een nieuw depot te bewerkstelligen. Hierdoor zou den tus- schentijd van niet-bescherming tot het minimum worden terug gebracht. Een photokopie der nieuwe wet en van het Koninklijk Besluit kunnen gra tis verkregen worden bij J. Gevers, Aalmoezenierstraat, Antwerpen, die zich geheel ter beschikking stelt voor al de belanghebbenden voor het geven van inlichtingen betreffende de betrek kelijke teksten. IS ER GEVAAR VOOR OORLOG Eene voorspelling van Maarschalk Lyautey. Tijdens de inhuldiging van een vaan del te Nancy, heeft maarschalk Lyau tey een rede uitgesproken die scherp gericht was tegen het nieuwe Duitsch land. Hij verklaarde o.a., dat de be woners van Oost-Frankrijk het beste wisten welke offers een oorlog eischt, want juist daar waren de heele geschie denis door, de dorpen verbrand en grijsaards, vrouwen en kinderen in grooten getalle vermoord. Men zou met blindheid moeten geslagen zijn wan neer men niet zag, dat alle activiteit in Duitschland gericht was op de voor bereiding van een vergeldingsoorlog. De maarschalk verklaarde, dat hij gedurende zijn 30-jarige werkzaam heid altijd had gehandeld naar het be ginsel, dat men zijn macht moet too- nen, ten einde haar niet te moeten ge bruiken. Een Duitsch Antwoord op Lyautey's Uitlatingen. Op de uitlatingen van maarschalk Lyautey te Nancy, reageerde een Ber- lijnsch blad met een artikel dat als volgt besluit De opvoeding van een oorlogs zuchtige jeugd bestaat niet in Duitsch land. Wij willen haar enkel de waar heid voor den geest houden, die het best toegelicht wordt door de geweld- politiek van Frankrijk. Bovendien is het moeilijk over gansch de wereld een jeugd te vinden, die men meer den haat van het pacifisme inpompt dan de Fransche. Amerikaansch Oordeel over den Toestand in Europa. De oorlog in Europa dreigt en is niet te vermijden aldus is het oor deel van Henry Morgenthau, het hooJd der Amerikaansche delegatie op de in ternationale tarwe-conferentie te Lon den, die thans in de Vereenigde-Staten is teruggekeerd. De vrees voor een oorlog zoo zegt hij, hing boven de hoofden der delegaties van alle landen op de eco nomische wereldconferentie, en de toe stand is gelijk aan dien van 1913. Er is geen oprecht verlangen naar blij- venden vrede in Europa. Zij die op het oogenblik aan 't bewind zijn.wenschen thans den vrede, doch slechts zoo, dat zij zich kunnen voorbereiden op den komenden oorlog Morgenthau zeide ten slotte, dat de groote massa's in Europa geen oorlog wenschen. Het ministerie van Nijverheid en Arbeid geeft de index-getallen opge maakt op 1 5 Augustus op als volgt Oogst Juli Het Rijk 698 695 Brussel en agglomeratie 730 728 Antwerpen en agglomer. 735 728 Gent en agglomeratie 672 671 Luik en agglomeratie 686 683 Provincie Brabant 700 698 Prov. Antwerpen 716 710 Prov. West-Vlaanderen 706 701 Prov. Oost-Vlaanderen 686 683 Prov. Henegouwen 712 711 Prov. Luik 679 678 Prov. Limburg 700 700 Prov. Luxemburg 683 681 Prov. Namen 698 699 De stabilisatie-index voor het Rijk- bedraagt 89.1 tegen 89 voor de ver leden maand.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1933 | | pagina 1