TROONBEKLIMMING van LEOPOLD III.
Zijne Majesteit LEOPOLD III,
IEENIGE FOTOS VAN ONZE VORSTENKINDEREN
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN
ZONDAG 4 MAART 1934.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN.
GEBROEDERS DUPONT
uitgesproken door
14' JAAR. NUMMER 9.
AZET VAK POPERINGHE
ABONNEMENTEN
I Jaar, per post16 fr.
Congo25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hen bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
Postcheck 484S9 Telefoon 180
Ieder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen den Donderdag noen.
Kleine berichten tegen den Vrijdag noen.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
AANKONDIGINGEN
Per regel1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen «•«-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
ONZE NIEUWE VORSTEN.
TROONREDE
KOIS'lfN'O DER BELQEN,
op Vrijdag 23 Februari 1934.
Mevrouwen, Mijne Heeren,
Ik ben me den ernst en den omvang
bewust van de verantwoordelijkheden
die mij worden opgelegd terwijl ik,
treurend om den tragischen dood van
een diep-beminden Vader, tegenover
U de plechtige verbintenis aanga, die,
ingevolge de Grondwet, tusschen den
Vorst en de Natie een verdrag van
wederzijdsch vertrouwen bezegelt.
Ik ken de zware plichten aan dezen
eed verbonden. Om hen,zoo 't moet, te
vervullen, hoef ik mij slechts naar het
voorbeeld van mijn drie groote voor
gangers ie gedragen.
De traditie die zij duurzaam hebben
gevestigd, eischt dat het Belgisch Vor
stenhuis zichzelf ten dienste van de Na
tie stelt. Mijn vaste wil is zulks nooit
te vergeten.
Sinds hare stichting, werd de Mo
narchie bezield door haar offervaardige
toewijding aan 's Lands gemeenschap
pelijke belangen. Het was de dagelijk-
sche zorg van mijn Vader en de eer
van zijn leven. Alle Belgen zien de
weldaden in, die voortvloeien uit een
dergelijke samenwerking van de Natie
en haar Vorst. Zulks belicht dan ook
de spontane en aandoenlijke blijken
van verknochtheid, die ons door de
eensgezinde bevolking werden gegeven.
Ik betuig hier aan de Natie mijn die
pe erkentelijkheid voor de algemeene
en ongeëvenaarde hulde, die zij aan
den betreurden Koning, mijn Vader,
heeft gebracht, en in deze gevoelens
deelt ook mijn teergeliefde Moeder,
wier eindelooze droefheid een kostba
ren troost vindt in de weeklacht van
gansch een volk.
Uit het buitenland bereikten ons tal-
looze rouwbewijzen. Namens mijn
Land, dank ik uit ganscher harte al wie
aan ons heeft gedacht, en in de eerste
plaats de Vorsten en Staatshoofden,die
door hunne persoonlijke aanwezigheid
of door met hoog gezag bekleede verte
genwoordigers hunne deelneming heb
ben betuigd in onzen nationalen rouw.
In het bijzonder trof ons bij de Ko
ninklijke uitvaart de afvaardiging van
de dappere leger- en zeemachten uit
Frankrijk en Groot-Brittannië.Deze op
komst heeft de herinnering aan een
edele wapenbroederschap weer opge
wekt, in onvergetelijke dagen van roem
en smart gesticht.
Zoo rees tegelijk de onverdelgbare
beeltenis van den heldhaftigen bevel
hebber onzer eigene heldhaftige solda
ten, aan wien wij hebben te danken dat
wij onszelven gebleven zijn. De ge
storven Koning had zijne wapenbroe
ders vaderlijk lief. Ik zelf heb onder
hen geleefd. Zij zullen aan mij dezelf
de hartelijke genegenheid ervaren. De
ze gevoelens bezielen mij insgelijks te
genover het huidig leger, waarvan ik
in alle tijden de trouwe en vastberaden
aanvoerder wil zijn.
De instellingen, die uit de Grondwet
voortvloeien en wier deugdelijkheid ge
durende honderd jaar bleek, zijn breed
en lenig genoeg om zich in ordelijke en
wettelijke tucht bij de veranderlijke
noodzakelijkheden van den tijd aan te
passen.
De Koning was van deze zekerheid
diep doordrongen en ikzelf, naar zijn
voorbeeld, heb er mij innig van over
tuigd.
Om de vestiging van den maatschap-
pelijken vrede was Hij in hooge mate
bezorgd. Alles moet worden aange
wend om hem te verwezenlijken in de
bevrediging van alle belangen en de
verzoening van alle harten.
Bijzonder zwaar is in den krisistijd
de taak van de Regeering geworden.
Wij beleven, in internationaal opzicht,
de rampen van een ekonomischen oor
log. Dienaangaande heeft de overleden
Vorst bij meer dan een gelegenheid het
dreigend gevaar verraden en uiting ge
geven aan zijn angst. Met alle macht
zal ik mijn steun aan alle pogingen
verleenen, die Landbouw en Arbeid,
Handel en Nijverheid doelmatig mogen
dienen, en ons uit den hachelijken toe
stand redden, die zoo zwaar den mid
denstand en de werklieden treft.
Ik heb mij sinds enkele jaren in
hoofdzaak toegelegd op de studie van
de koloniale vraagstukken. Naar het
vernuftig inzidht van den genialen
Vorst, aan wien wij Kongo verschul
digd zijn, moeten de na te streven
oplossingen nauw verbonden blijven
aan de grootheid van het Vaderland.
In die richting zal ik mijne aandacht
gaande houden.
De geestelijke en zedelijke krachten
bevorderen de ontwikkeling van een
Volk.
Steeds moedigde de Koning den
ijver aan, die scheppingskracht en zelf
verloocheningsgeest tot werking bren
gen kon. De heerlijke geestdrift, die
tot de stichting van het Nationaal Fonds
voor Wetenschappelijk Onderzoek aan
leiding gaf, is aan een van zijn schoon
ste initiatieven te danken.
Mijn levendigst verlangen is op dat
spoor de lichtvolle wenken van mijn
Vader te volgen.
Het behoud van de nationale onaf
hankelijkheid en van de onschendbaar
heid van het grondgebied is onafscheid
baar van het behoud onzer nationale
éénheid. Een onverdeelbaar en zelf
standig België is de historische faktor,
die het Europeesch evenwicht bepaalt
De eendracht en saamhoorigheid, die
op dezen dag zoo sterk tot uiting ko
men, laten mij toe met vast vertrou
wen de toekomst te gemoet te gaan.
Ons Land zal niet ophouden mede
te werken aan de inrichting van den
vrede, die, door de toenadering van
alle volkeren, in eer en recht zal wor
den gehandhaafd en bestendigd. En
alle offers zullen aanvaard worden ter
verdediging van onze vrijheden en van
ons grondgebied.
Mevrouwen, Mijne Heeren,
Aan België ben ik tot in de ziel ver
kleefd. De Koningin denkt en voelt als
ik. En onze kinderen leiden wij op in
dezelfde onwankelbare belijdenis.
Moge de goddelijke Voorzienigheid
ons hierin helpen. Mijn vurigste wensch
is mede te werken aan den voorspoed,
de grootheid en het geluk van het Va
derland.
ONZE NIEUWE KONING.
ZIJNE JEUGD.
Koning Leopold 111 werd op 3 November
1901 te Brussel geboren. Hij ontving de na-
t men van Leopold-Philip-Karel-Albert. De
eeretitel van hertog van Braband werd hem
,g toegekend.
Met groote vreugde werd deze heugelijke
I tijding in het land vernomen, temeer daar
I de eerst geboren zoon ven den erfprins
Albert, den naam <in Wangen had van zijn
groot-oom, den toenmaligen Vorst Leopold II.
Reeds vroeg begon een leven van studie
voor den jongen prins.
Men beweert dat Koning Leopold van
jongsaf een zeer rustig en innemend karak
ter, in strijd met de guitige speelzucht van
zijn zuster en met de kwajongensachtige uit
gelatenheid van zijn broeder prins Karei.
Ontroerend heeten de anecdoten, die er
op wijzen hoe hij zijn moeder, onze bedroef
de en beproefde Koningin-Moeder Elisabeth
liefhad.
KROONPRINS.
Koning Leopold II stierf in 1909. Van dit
oogenblik af moest de opvoeding van prins
Leopold een andere richting krijgen, daar
ook bij eens den troon bestijgen zou. De op
voeding werd van dit oogenblik af strenger
omlijnd. Rustig en kalm ging zijn jongens
leven verder, tot wanneer de oorlog kwam
en hij in April 1915, toen hij 13 /i jaar
oud was, als eenvoudig soldaat werd opge
nomen in het leger, namelijk bij het 12'
linieregiment.
IN HET LEGER.
Onze kroonprins werd in 1915 ingelijfd bji
bet 12* linieregiment en op 5 April, om 10
uur 's morgens, had de plechtige aanwerving
plaats, na eene ontroerende toespraak van
den Koning, waarin hij hulde bracht aan het
regiment. De bevelhebber, kolonel Van Rol-
leghem, verklaarde ln elke omstandigheid
zullen de Koning en het Land op het 12*
linie kunnen rekenen. Het regiment van prins
Leopold, hertog van Brabant, zal nooit wij
ken.
Maar de Koning wendde zich ook nog
persoonlijk tot den kolonel en zei hem dat
zijn zóón, Leopold, de oefeningen moest mee
maken met den troep, om te weten wat het
is, blaren op de handen te hebben.
Zes maand later werd hij naar bet kollege
van Eton gezonden, de beroemde Engelsche
school, waar hij met al de krachtige Engel
sche eigenschappen kennis maakte. In de
laatste drie oorlogsjaren kwam de prins zijn
verlof doorbrengen in De Panne, waar hij
verder vertrouwd geraakte met het militair
leven.
NA DEN OORLOG.
Onmiddellijk na den wapenstilstand, werd
de studie voortgezet. Men weet hoe Herman
Teirlinck het Nederlandsch onderwees aan
den prins. Hij volgde de lessen van de krijgs
school en op 26 December 1922 werd hij
Onderluitenant benoemd en ingelijfd bij de
Grenadiers.
Intusschen reisde de prins met de vorsten
in Amerika in 1919 en het volgende jaar in
Brazilië. In 1923 vertrok hij naar Soedan en
Egypte en in 1924 naar Kongo, een reis wel
ke niet minder dan acht maanden heeft ge
duurd.
HUWELIJK MET PRINSES ASTR1D.
Wanneer kroonprinsen den huwbaren leef
tijd hebben bereikt, begint het gissen en
spekuleeren wie zal de bruid zijn, en eens
de Vorstin
Ook de hertog van Braband is aan deze
belangstelling niet ontsnapt. De fantasiën der
menigte gingen in ltaliaansche richting, en
zoo werd "s Prinsen verloving, in September
1926 den volke kond gedaan door zijn ver
heugde ouders, een verrassing.
Een Scandinavische prinses Astrid, nicht
van den koning van Zweden, werd 's Prinsen
vrouw. Op een vacantiereis in het Noorden
hadden Leopold en Astrid elkaar leeren ken
nen, daarna hadden zij elkaar nog eenige
malen gezien, onder andere te Luxemburg
en op het kasteel te Ciergnon.
In volledige vrijheid hébben beiden het
besluit genomen hun levens te vereenigen
zoo deelde de Koning op den 21 September
1926 het besluit der verloofden mede aan
de pers, en Koningin Elisabeth onderbrak
Het is een huwelijk uit liefde
In November 1926 werd het gesloten, eerst
op 4 November te Stockholm het burgerlijk
huwelijk, een week later te Brussel in Ste
Gudule het kerkelijk huwelijk. Het geschied
de alles in een sfeer van groote hartelijkheid.
Men weet welk echtelijk geluk Koning
Leopold en Koningin Astrid verbindt, een
geluk dat door de geboorte van prinses Jo
sephine-Charlotte en van prins Boudewijn,
den nieuwen Kroonprins, is bezegeld. Men
weet ook hoe op dit oogenblik, nog een
nieuwe geboorte wordt verwacht tegen het
aanbreken van de Lente.
EENIGE STUDIEREIZEN.
In 1928 bezocht de koning Nederlandsch
Indië en zijn verblijf aldaar, in gezelschap
van koningin Astrid, deed hem de oprechte
genegenheid verwerven van allen die met
hem in aanraking kwamen. De volgende reis
was naar Indochina.
Verleden jaar deed onze nieuwe Koning
nog een reis in Congo. Het is naar aanlei
ding van deze reis dat hij in den Senaat
eene rede uitsprak voor een edelmoedige
politiek in Congo.
LEVE DE KONING
Met dit alles hebben we eens te meer reden
om fier te zijn over onzen nieuwen koning
En al is zijn troonsbeklimming dan nog aan
de meest tragische gebeurtenis verbonden,
al treurt gansch het land nog over den jam
merlijken dood van Koning Albert, toch
stijgt uit duizende ontroerde harten, het
schoonste gevoelen op, wanneer duizende
monden hun geestdriftuiten in een dreunen
den vreugdekreet LEVE DE KONING I
ONZE NIEUWE KONINGIN.
Al wat wij met zooveel geluk van onzen
nieuwen Koning kunnen zeggen, kunnen wij
ook volmondig herhalen voor haar die thans
onze nieuwe Koningin geworden is, voor de
lieve, bevallige, maar boven alles hartelijke
en schoone Koningin Astrid.
Ook zij is geboren aan een haard waar
goede verstandhouding heerschtte, waar ou
ders en kinderen elkander lief hadden, elkan
der hielpen en steunden.
De nieuwe Koningin van Belgie is nauw
verbonden aan de Koninklijke Families van
Scandinavië. Haar vader, prins Karei van
Zweden, is de derde zoon van wijlen Koning
Oskar II en haar moeder, prinses Ingeborg
van Denemarken, is een zuster van den Deen-
schen Koning Christiaan X en van Haakon I
van Noorwegen.
Koningin Astrid is zeer eenvoudig, ja, voor
een Prinses zelfs ongewoon eenvoudig op
gevoed. Al is haar een breede algemeene
ontwikkeling gegeven, van een speciale voor
bereiding voor de taak van Koningin is geen
sprake geweest prinses Ingeborg heeft haar
drie dochters voorbereid voor het praktische
leven en gezorgd dat ze zoo noodig op eigen
beenen zouden kunnen staan.
Koningin Astrid en haar zusters, waarvan
de jongste eens koningin van Noorwegen zal
zijn, hebben geleerd zelf een huishouding
te voeren.
Toen het Zweedsche Prinsenpaar in den
Zomer van 1925 met zijn vier kinderen in
Spa vertoefde, ontmoette koningin Elisabeth
prinses Astrid voor het eerst en de persoon
lijkheid van het sportieve en elegante meisje
trok haar aan.
ln Maart van het volgende jaar reisde ze
daarom met haar oudsten zoon incognito
naar Stockholm en daar ontmoetten Leopold
en Astrid elkaar, een kennismaking die dan
voortgezet werd tijdens het verblijf van de
Zweedsche Prinsessen op de Zomer-residen-
tie van de Belgische Koninklijke Familie.
Het is dan ook niet te verwonderen dat
de Belgische bevolking, tijdens de Troonbe
klimming van Leopold III, bij de vreugde
kreten voegde LEVE DE KONINGIN
DE PARLEMENTSLEDEN BIJ
ONZE VORSTEN.
Vrijdag namiddag hebben HH. MM. de Ko
ning en de Koningin in het Paleis van Brussel
de heeren Senatoren en Kamerleden ont
vangen.
Het waren eerst de heeren van 't SENAAT
die ontvangen werden. De heer voorzitter
Digneffe, in het Fransch, en de heer onder
voorzitter Vinck, in het Vlaamsch, gaven
lezing van het adres van den Senaat.
De Koning antwoordde in de beide lands
talen met een hartelijken dank, in zijn naam,
in dezen der Koningin en in dezen van zijne
Moeder. Ik heb in den Senaat gezeteld,
zegde hij, en ik heb bij eigen ondervinding
geleerd hoe zeer de Senaat zijn grondwette
lijke plichten vervult. Ik ben dan ook over
tuigd dat ik op den Senaat zal mogen re
kenen, om in de toekomst, in nauwe samen
werking, 'a lands hoogste belangen te dienen.
Vervolgens was het de beurt aan de Ka
merleden. Voorzitter Poncelet in 't Fransch,
en Ondervoorzitter Mundeleer in 't Vlaamsch
gaven lezing van het adres.
De Koning antwoordde in de beide lands
talen met een hartelijken dank om het adres,
bijzonder om de gevoelens van trouw aan de
gedachtenis van Koning Albert, trouw welke
kan worden vertolkt door «Trouw aan het
Land». Trouw ook aan onze edele tradities.
De Kamer wenscht niet beter dan 't land te
redden uit de nare omstandigheden in de
welke wij verkeeren. Wees overtuigd dat het
Land voor deze taak op zijn Koning mag
tellen. Ik ben u ook zeer dankbaar om de
genegenheid, welke gij betoont jegens de
Koningin en onze kinderen. Wij blijven ge
hecht aan de tradities van onze oudera, de
tradities van familiaal leven, familiale groot
heid, traditie van reine rechtvaardigheid
traditie van den dienst voor Land en Volk
De Senatoren en de Kamerleden waren
diep onder den indruk van deze zoo gemoe
delijke als gezagvolle ontvangst,
ONTSLAG DER REGEERING.
Het is een traditie dat bij de troonbe
klimming van een nieuwen Koning de te-
geering den Vorst haar ontslag aanbiedt.
Dit gebeurde dan ook Zaterdag laatst.
Dit is slechts eene formaliteit, daar de
Koning de in functie zijnde regeering ver
zoekt aan het bewind te blijven.
PLECHTIG TE DEUM IN
STE GUDULA TE BRUSSEL.
Zaterdag hebben Hunne Majesteiten de
Koning en de Koningin zich naar Ste Gudula
begeven om het plechtig «Te Deum hij te
wonen. Gansch de bevolking van Brussel, en
nog duizenden lieden uit den lande zijn dezen
dag in de hoofdstad samengestroomd.
Van in den morgen werden de straten,
langs dewelke de koninklijke stoet zich van
het Paleis van Brussel naar Ste Gudulakerk
ging begeven, door eene ontzaglijke menigte
overrompeld. Het was met de grootste moei
te dat policie en gendarmen de massa kon
verdringen achter de barreelen, voor dewelke
de troepen van het garnizoen post kwamen
vatten.
Voor dezen dag nog wapperden de open-
geplooide vlaggen blijde open. Er was een
bescheiden vreugde in het hart van het volk,
vreugde om de troonbeklimming onzer jeug
dige Vorsten, vreugde welke haar oorsprong
vindt in de liefde en de genegenheid, welke
het Belgische Volk zijne Vorsten toedraagt.
Bescheiden vreugde, wants steeds blijft het
hart gegriefd om de zoo pas voorbije droeve
gebeurtenissen.
Maar door de droefheid heen boort een
straal van vreugde van geluk, omdat de Natie
weer een uitverkoren Vorstenpaar aan haar
hoofd krijgt.
Om I I uur werd de koninklijke stoet,,
samengesteld uit gesloten hofkoetsen, vooraf
gereden en gesloten door eere-schadrons gid
sen en lansiers, aan de kerk verwelkomd
door Z. Em. den Kardinaal Van Roey.
DE KONING EN DE KONINGIN WEER
OP HET BALKON GEROEPEN.
Wanneer het Te Deum afgeloopen was,
verschenen spoedig de Koning en de Konin
gin aan den uitgang der kerk. De heer Max
burgemeester, leidde persoonlijk den orde
dienst. De koetsen werden voor de kerk ge
voerd, terwijl uit de menigte reeds een on
bedaarlijke toejuiching opsteeg.
Snel reed de stoet dan naar het Paleis.
Overal weerklonken de herhaalde kreten
van Leve de Koning I Leve de Koningin 1
Op de Paleisenplaats drong de massa al
dichter en dichter samen en nauwelijks was
de stoet in het Paleis verdwenen of de po
liehagen werden doorgebroken en de me
nigte stormde het plein op. De gendarmen
wilden tusschenkomen, maar burgemeester
Max verzette zich en alleen met de hulp van
de politie deed hij een doorgang voorbehou-'
den voor de rijtuigen van de diplomaten en
hoogwaardigheidsbekleeders, die naar het
Paleis kwamen.
Het publiek eischte dan zijn Koning en
zijn Koningin op. De vensters bleven echter
gesloten het Koningspaar verscheen niet.
De massa was echter niet tot bedaren te
brengen en als een opperste bede om ver
hoord te worden, zong de menigte dan ge
zamenlijk met ontbloote hoofden een Bra*
ban^onne die opsteeg als een oneindig
grootsche hulde.
Daarvoor bleven de Koning en de Koningin
niet langer onbewogen. Het venster werd ge
opend, de draperij met de koninklijke naam
letters aangebracht, en daar verscheen het
jonge Koningspaar.
De troepen boden het geweer. De me
nigte wuifde met hoeden en zakdoeken. De
Koningin wuifde met de hand terug, terwijl
de Koning herhaaldelijk boog.
Wanneer het Koningspaar terug binnen
ging hief de menigte het Naar Wjd en Zijd»
aan en bleef nog lang op de plaats ver-
toeven. .1,'^ia