Opening en Sluiting der Jacbt. Oe Warboel in Europa Droevige Herinnering I Een gansche volk zrenrt over de dood harer Koningin. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERiNGHE EN OMSTREKEN GEBROEDERS DUPONT IDEEN EN DOCUMENTEN. EEN STRENGE WINTER 16 JAAR. NUMMER 34. WEEKBLAD i 25 CENTIEMEN. ZONDAG 23 OOGST 1936. GAZET TAN F0PER1NGHE ABONNEMENTEN I Jaar, per post16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers 0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars Ypershaat, 2, POPERINGHE. Postcheck 484.594- Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. AANKONDIGINGEN Per regel 1.00 fr. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen re- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. ROND EEN BENOEMING. EERST BESTENDIGING DER VERHOUDINGEN, DAN VREDE Eenmaal dit punt vastgelegd moetent de groote mogendheden, en ook de kleine in het oude werelddeel dan weer eens goed haar betrekkingen on der malkaar herzien, om opnieuw te komen tot een bestendiging van den toestand in Europa, het eerste punt, dat noodzakelijk is, wil men kunnen spreken over vrede. W. De gebeurtenissen van Spanje, van waar de tegenstrijdige berichten, zoo ze niet zulk een tragischen achter grond hadden, nog nauwelijks het schouderophalen waard zouden zijn, hebben een feit bijna onopgemerkt doen voorbijgaan, dat nochtans niet van belang ontbloot is. Wij bedoelen de benoeming van von Ribbentrop tot gezant van het derde Rijk e Londen. We mogen zeggen, dat die benoe ming niet zoo heel onverwachts geko men is, vermits men reeds onmiddel lijk den naam van von Ribbentrop vooruitgezet heeft, toen de heer von Hoesch thans vier maanden geleden overleed. Wat wel onverwachts genoemd mag worden, is het feit, dat Hitier thans plotseling die benoeming bekend maakt nu er nog steeds geen antwoord ge geven is op de bijna door iedereen vergeten vragenlijst van Engeland, be halve dan juist in het Britsche Rijk, waar de openbare meening zich begint lastig te maken in dit onhoffelijke uit stel van de gevergde verduidelijkingen. Nu is het juist von Ribbentrop, die destijds naar Londen gekomen is met de memorandums van Hitier, na de machtsgreep van de herbezetting van het Rijngebied, na de schending dus van het Locarnopact, memorandums, waarin het vredesplan van den Fuhrer omvat is. Mag men thans de hoop koesteren nu Duitschland en Italië aanvaard hebben de vergadering der vijf mogendheden bij te wonen, dit lang verbeide antwoord van Berlijn te zien komen en zal er uit dat antwoord iets voortspruiten, dat den van onweer zwangeren heme! van Europa opklaren zal Het zou tijd worden. Want al te licht vergeten de menschen door al hun aandacht gebonden te laten aan een gebeurtenis, hoe geweldig die dan ook zij, zooals deze van Spanje, dat het er op dit oogenblik verre van roos kleurig uitziet in Europa en dat wij op een punt gekomen zijn, waarop alles wat na den wereldoorlog van 1914-18 tot stand gekomen was van verdragen en overeenkomsten, grondig moet na gezien worden, ja, dat men het geheele steltsel van colities een verjongings kuur zal moeten doen ondergaan, wil men onze oude wereld redden van een ramp, waarop al te lichtzinnige geesten schijnen te willen aansturen, als was dat de eenige oplossing, om uit den nood te geraken. Men mag niet vergeten, dat men na den grooten oorlog een stelsel had op gericht, waarover men denken mag wat men wil, maar dat in ieder geval een geheel vormde, met plichten en rechten De volgende jaren deden allerlei punten blijken als al te kunstmatig en er kwamen gapingen in het geheel... Inplaats van dan echter te zoeken naar een nieuwe gezamenlijke oplossing, heeft men lapmiddelen gebruikt, ac- coorden boven accoorden. Dan kwa men toegevingen, zooals de vervroegde ontruiming van 't Rijngebied machts grepen, zooals het herinvoeren van den militairen dienst in Duitschland mis toestanden zooals het aanvaarden van een Ethiopië tot een beschaafde natie en het niet in acht nemen van de klach ten van Italië, wiens koloniaal gebied leed onder de barbaarschheid der aan palende landen, En het zou dit laatste feit zijn, dat den genadeslag zou geven aan de naar men meende vastgelegde even wichtstoestanden in Europa. Duitschland had toch reeds van vroe ger, de gewoonte aangenomen om de kat uit den boom te kijken, en telkens, wanneer het oordeelde, dat de tijd ge komen was, een gebaar te stellen, dat het opnieuw tot een gevaar maken zou in Europa, miste het die gelegenheid niet. Op het herinvoeren van den dienst plicht was het accoord van Stresa ge volgd. Dit werd echter jammerlijk ver broken door het Ethiopische avontuur. En toen Duitschland zag, hoe Engeland tegenover Italië stond, hoe Frankrijk de sympathie van Rome verloor door het moeten toepassen der sancties vol gens de Volkenbondsverplichtingen, en die van Londen door het niet rpet groeten ijver dienen van de Brioche; rijksbelangen, die samenliepen met de idealen van Genève, vatte het de eerste de beste gelegenheid aan, in dit ge val het Fransch-Russische pact, om het Locarno-verdrag, waarin het met de drie andere landen en Belgie be trokken was, als vervallen te verklaren en den Rijn te bezetten. Daardoor was dan ook de veiligheid van West- en Midden-Europa verbro ken. Oostenrijk, dat zich onmiddellijk het meest bedreigd oordeelde, voerde op zijn beurt den algemeenen militai ren en arbeidsplicht in... Niemand kon zich eigenlijk verwon deren over dien maatregel, die wezen lijk min of meer het evenwicht in Cen- traal-Europa herstelde ten opzichte van Duitschland. Maar... Nu was weer de Kleine Entente, Tsjecho-Slowakije, Roemenie en Joe- go-Slavie omvattende, niet gerust meer, daar zij vreesde, dat Hongarije het voorbeeld volgen zou van Oosten rijk, en dat beide landen, die vroeger reeds eens vereenigd waren, naar el kaar getrokken zouden worden, om dan gezamenlijk het monarchistisch herstel door te voeren. Tsjecho-Slowakije vreest even erg Duitschland, als de vereeniging der twee voornoemde landen, en weet dus niet goed hoe kiezen, maar Joego-Sia- vie wil volstrekt van die vereeniging niet weten, en op initiatief van Bel grado werd dan ook door de Kleine Entente protest aangeteekend te Wee- nen. De eendracht in de Kleine En tente werd er niet door verbeterd. Als men nu nog nagaat, dat twee der landen van dit verbond, namelijk Roemenie en Joego-Slavie, deel uitma ken van den Balkanbond, die verder nog Griekenland en Turkije omvat, ziet men dadelijk welke verwikkelingen dit alles medebrengt. Het laatste land heeft bovendien de herbezetting der zeeëngten weten door te drijven, en steunde zijn uiteenzet ting op het volgende argument toen wij in 1923 te Lausanne de overeen komst der zeeëngten onderteekenden, bood de algemeene toestand van Eu ropa, onder militaire en politiek opzicht een gansch ander uitzicht aan dan he den. Europa ging toen naar ontwape ning en zijn politieke organisatie zou voortaan heelemaal alleen steunen op internationale verbintenissen... Men kan begrijpen dat Turkije den toestand veranderd heeft geoordeeld En dan hebben wij in heel dat over zicht van den warboel in Europa nog niet gesproken over 't Soviet-Rusland, over Polen, over het Memelgebied. En buiten al die conflicten, waarin de belangen van de betrokken landen tegen malkaar indruischen, is er dan nog de volksfrontepidemie, die ziekte die in verschillende landen reeds de macht aan de uiterstlinkschen heeft be zorgd. Alsof de verwarring nog niet erg ge noeg was, ziet men t'allenkante de af gezanten van Moscou gebruik maken van die onrustige toestanden, om de menschen op te ruien tegen malkaar, of om gelijk in Spanje zoo geweldig te keer te gaan tot de, reactie volgt en het alles ontaardt in een bloedigen en vernielenden burgerporlog. En waar staat ons land in dit alles Wij moeten niet in bijzonderheden tre den, om te kunnen doen aannemen, dat een klein gebied als het onze niets ver mag, wanneer het niet steunen kan op internationale accoorden. En daarom ook is het te hopen, dat zijn, dat een soortgelijk princiep van niet-inmenging, thans door Frankrijk voor Spanje voorgesteld, zulk een uit breiding nemen zou, dat een politiek stelsel, ingevoerd in een of ander land, geen beletsel vormen zou voor de an dere mogendheden, om accoorden met de eerste te sluiten, waarbij dan tevens het verbod zou moeten komen, dat af gevaardigden van vreemde naties zich niet mengen mogen met de binnenland- sche aangelegenheden der landen, waar ze gastvrijheid genieten En daarom oo kis het te hopen, dat thans von Ribbentrop te Londen het antwoord brengen zal op de vragen lijst van Groot-Brittanie en voorname lijk dan op de vraag, die te Berlijn kwalijk genomen werd, namelijk of Duitschland zich fhans in staat acht in ternationale accoorden af te sluiten waaronder dan natuurlijk verstaan wordt en te houden. Enkele dagen na de treurige gebeurtenis te Kussnacht, (29 Augustus 1935) schreven wij Onze nieuwe Koningin had alle harten veroverd. Haar ongemeene bevalligheid, haar elegant optreden, haar onnabootsbare en gulle groet, haar gemoedelijkheid, haar onuitputtelijke vrijgevigheid, dit alles maakte van haar de meest geliefde der Koninginnen. Gansch de bevolking van België verafgoodt Haar, die met zooveel takt, zooveel aanminnigheid de kroon van ons geliefd land hielp dragen na den tragischen dood van den meest geliefden aller Vorsten Sedert dan gebeurde de begrafenis van deze Vorstin. Gansch de bevol king volgde in gedachte deze uitvaart en was met innige deelneming bij den Koning die zich sleepte als een gebroken man achter 't lijk zijner aangebe den gemalin. Nog dagelijks wordt ingetogen en met wijding in al de woningen van Vlaanderen den naam genoemd van deze goede en schoone Koningin. Men durft haast haar portret niet aan te raken uit vrees de zoete herinnering, die als een talisman over de gezinne.i waakt, te schaden, of de betoovering der ideale liefde, die haar aanschijn verwekt, te breken. 365 dagen zullen welhaast verstreken zijn sedert de vreeselijke ramp en even zuiver en duidelijk verschijnt Hare Beeltenis voor ieders geheugen omlijst met de kroon der bovenmenschelijke deugden. Een ieder draagt, bij het bijzonder leed dat onafscheidbaar is van elk bestaan, 't zware leed dat ons Koninklijk gezin teistert. Een ieders gedachte gaat bij deze herinnering in aanbidding naar Haar, de goede vorstin, de trouwe echtgenoole, de ideale moeder, wiens geest ons allen bezielen blijft. Een ieders gedachte gaat naar den Vorst, die gedurende een jaar de pijnen der scheiding heeft geleden en ,1 Arts leven in den aanvang der man nelijke jaren voor altijd grondig schijn1: gehavend. Koning Albrecht, de Ridder-Koning, troont nog in ieders hart en vervult ons allen met eerbiedigen trots. Langs heen Hem wordt ons vorstenhuis ons dubbel duurbaar. Langs heen Koningin Astrid, die moederlijke liefde, de oneindige goed heid, belichaamde snoert een ketting van duurzaam filiaal gevoel gansch de Belgische natie aan den troon, zinnebeeld van edelheid, grootheid naast getrouwheid en burgerdeugd. In deze dagen van algemeene ontroering en herinnering gaat onze ge louterde liefde in memoriam Astrid tot gansch de Koninklijke familie, de prinsjes in kluis. Wij vinden in deze belijdenis als een lichte ontlasting aan de droefheid die alle Belgen vereenigd in een duurzaam aandenken vol plechtige gela tenheid. Art. I. De opening der onder scheiden wijzen van jagen op de ver schillende soorten van wild is op de navolgende datums bepaald voor ge- Iieel het land, behalve in de velden waarop zich graangewassen of andere korrel- of zaaddragende planten be vinden, rijp of rijpend te veld staande of afgemaaid, maar liggend op den grond. a) Op 29 Augustus, te 8 uur 's mor gens, voor den patrijs, den kwakkel, den kwartelkoning en de houtsnip. Het konijn mag in open veld ge schoten worden vanaf 29 Augustus, te 8 uur 's morgens b) Op 5 September voor den haas, het schotsche sneeuwhoen en de kor- hanen (met uitsluiting van de korhen- nen), alsook voor de jacht met den drijfhond. Nochtans, in de provincies Antwerpen en Limburg, is het schieten van de korhanen slechts toegelaten vanaf 3 Oktober c) Op 3 Oktober voor de fezanten (hanen en hennen), de herten, de hin den, de reebokken en het hazelhoen, alsook voor de groote jacht d) Op 1 November voor de reegei ten. Nochtans blijft het schieten der reegeiten verboden in de provincies Antwerpen en Limburg. Art. 2. Het schieten van spither- ten, van damherten en damhinden, van korhennen, van groo'e kprhoenen( ha nen en hennen), alsook de jacht met den hazenwindhond, zijn verboden. Art. 3. Het jagen in de velden, waarop zich graangewassen of andere korrel- of zaaddragende pian.'en bevin den, rijp cf rijpend te velde staande, of afgemaaid maar liggend op den grond, is verboden. De overtreders zul- Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten titel van documentatie. D*/.e artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren. NOCH REX, NOCH VOLKSFRONT. Van al de Europeesche naties is ons land wellicht nog datgene, dat het minst werd aangetast door de zedelijke en materieele crisis, die elders wanorde, broedermoord of dwingelandij heeft verwekt. De overgroots meerderheid van ons volk blijft er van be- '.vust, dat een democratie zooals de onze, in orde en wettelijkheid leven moet, omdat zon der die twee bestanddeelen het onvermijde lijk den weg zou inslaan, reeds door tal van volkeren gevolgd en die regelrecht naar het verlies der wettelijke vrijheden heeft geleid. Nochtans pogen enkelingen, die het orde woord over de grenzen schijnen te gaan ha len, van sociale bewegingen en tijdelijke on tevredenheid misbruik te maken, om hier te lande een atmosfeer te scheppen, die de traps gewijze ontwrichting van de maatschappe lijke orde en veiligheid in de hand zou wer ken. Waanzinnigen, die hun droom en reeds voor werkelijkheid achten, trachten hier eveneens, naar uitheemsch model, ons volk in twee vijandige kampen in te deelen, om het onder den dekmantel van antifascisme of reactie, bij de eerste gelegenheid, tegen elkander in bloedigen burgertwist op te ja gen. Bij ons rnoet het dilemna Rex of Volks front Rome of Moskow heeten, alsof er tusschen die twee geen uitweg bestond en er zonder vreemd hersengebroed geen red ding mogelijk was. Dat al die gelukzoekers, hetzij ze naar Sovjet-Rusland luisteren, hetzij ze elders hun bevelen gaan ontvangen, het zich nochtans voor gezegd houden, dat ons volk hen niet volgen zal. De overgroote massa behoort noch uiterst links, noch uiterst rechts en vraagt niet be ter, dan dat onder allen vrede en verzoening heercche. Onze menschen afhankelijk leven. Ze dorsten naar vrede en orde en vinden willen vrij en on hun vreugde in den dagelijkschen arbeid, met als beste belooning het genoegen van de volbrachte plicht. Ze walgen van binnen- landsche twisten, van avonturen, hetzij com munistische, hetzij fascistische. Aan het jonge solidarisme is het tot die massa te gaan, tot al diegenen, die ordelie vend zijn en die de ware gezonde macht van ons volk uitmaken. Het moet hen overtui gen dat van hen de eendracht dier massa, van hun krachtdadigen wil de orde, de wet telijkheid, de vrijheid te handhaven, de toe komst van ons volk afhangt. Indien die massa onverschillig bleef, zouden de avonturiers de schoonste gelegenheid hebben om het zaad der tweedracht te zaaien en den maat3chap- pelijken ondergang te bewerken. Aan de jongeren is het al Kun kracht, hun geestdrift, hun overtuiging te gebruiken om bij de menschen van goeden wil de banden der samenhoorigheid te verstevigen en het Belgische volk van zijn nationale waarden bewust te maken. Steeds streed ons volk voor vrijmaking, onafhankelijkheid en vrijheid. Het is er van doordrongen, het is de reden van zijn bestaan. Voor ons moet het uur van het talmen voorbij zijn. Krachtdadigheid willen we in onze actie, zooals in het beleid van den staat en krachtdadigheid is geen reactie. Kracht dadigheid tegen alle onruststokers, die aan ons volk zijn karakter willen ontnemen en zijn opgang naar ontvoogding en ontwikke ling willen remmen. Solidaristen, tot welken stand of klasse gij behoort, gij die doordrongen zijt van den zin voor verantwoordelijkheid en solidariteit, aan u wordt het vertrouwen geschonken, om, in het licht van onze nieuwe gedachten, te ijve- en voor het behoud van democratie en voor de ontvoogding van ons volk. V. TAHON, Eere-Voorzitter van het Alg. Verb, der L.J.W. van Mid. en Z. W.-Vl. len inzonderheid gestraft worden met de bij artikel 6 der wet van 28 Fe bruari 1882 voorziene straffen. Dit verbod is niet toepasselijk op gras en voeder van allen aard, op bie ten, aardappelen, rapen of andere planten die niet geteeld worden met het oog op de graan- of zaadopbrengst op de oogsten van gebonden, rechtge zette of opgehoopte graan- of zaadge wassen, noch op de herfstgewassen. Art. 4. De sluiting der jacht is bepaald als volgt a) Na 30 November voor de fazant- hennen, den patrijs, 't schotsche sneeuw hoen en den kwartelkoning b) Na 31 December voor den haas, de herten met gewei, de reebokken, de reegeiten, den kwakkel en voor alle om 't even welke jacht in open veld, behalve de beperkingen van artikel 5 en de groote jacht c) Na 31 Januari 1937, voor de hinden en de hertjes, mannetjes of wijf jes, de korhanen, het hazelhoen, de fazanthanen, de jacht met den drijf hond, het opstellen van eenden hinder lagen. Het gebruik van deze inlichtin gen zal geschorst worden gedurende den tijd dat het omliggende water met ijs bedekt is d) Na 28 Februari 1937, voor de sneppenjacht in de bosschen, voor de blokeenden, mannetjes of wijfjes, en voor alle andere jacht op het water wild, uitgezonderd de eenden anders dan de blokeenden, de talingen, ganzen kievitten, goud plevieren, watersnippen doovers, blauwe reigers, aalscholvers, j meerkoeten en waterhennen waarvan het schieten tot en met 10 April toe gelaten blijft e) Na 30 April 1937, voor de groo- De komende winter zal zeer streng zijn Ofschoon we voorloopig nog van den zomer kunnen genieten, al laat de zon ons ook geregeld in den steek, heeft de Fransche professor Jozer Cas- siope in een van zijn laatste voordrach ten het rnenschdom willen attent maken op den komenden winter die buitenge woon streng heel te worden. Strenger, dan we er in deze eeuw een beleefd hebben. Na langdurige studiën is deze pro fessor tot deze gevolgtrekking geko men. De resultaten zijner onderzoekin gen heeft hij neergelegd in zijn werk getiteld De invloed van zon en maan op de aarde Daarin deelt hij mede, dat de banen van de zon en de maan iedere 372 jaar een bijzonderen stand ten opzichte van elkaar innemen. Cassiope heeft de oudste gegevens te jacht met koppel jachthonden en zonder vuurwapens. Art. 5. De jacht met het geweer op het konijn, met of zonder fret, bij klopjachten of met den staanden hond in de bosschen, alsook in de duinen, de teenbosschen, bremvlakten en hei den, en deze door middel van beurzen en fretten, zijn gansch het jaar toege laten. Tenzij mits bijzondere ministe- rieele machtiging, mogen de honden keffers genaamd, voor die wijze van jagen slechts gebruikt worden van af 1 Maart tot de opening der jacht met den drijfhond, als zij gemuilband zijn. De kleine patrijshonden (épa- gneuls), cockers en andere, zijn met de staande honden gelijkgesteld. Bij toepassing van artikel 7 der wet van 4 April 1900, en ten einde het verdelgen te begunstigen van het ko nijn, dat zich ongemeen vermenigvul digd heeft, worden de beëdigde wach ters der titelhouders van het jachtrecht gemachtigd het konijn te verdelgen met het geweer, zelfs bij loer jacht des avonds en 's morgens, zonder een jacht wapensvergunning te bezitten, tot en met 20 Augustus 1937, op gansch de uitgestrektheid van de eigendommen met welker bewaking zij belast zijn. Zij mogen insgelijks, tot op denzelfden datum, en zonder bewijs te moeten ge ven van een persoonlijke machtiging, gebruik maken van konijnenstroppen en van klemmen in de bosschen van hunne lastgevers, onder de voorwaar den bepaald bij alinea b van artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 No vember 1924 tot regeling dezer zaak. Bij afwijking van voorgaand artikel 4b, mogen de titularissen van jacht recht, die bewijzen een jachtwapens omtrent het weder nauwkeurig na ge gaan en kwam tot de conclusie, dat de weergesteldheden zich elke 372 jaar herhalen. Zoo moeten we dus terug gaan tot het jaar 1564, om te kunnen berekenen wat de a.s, winter ons bren gen zal. En dan zullen we volgens dezen pro fessor zien dat we een winter zullen krijgen, zooals gelukkig maar zeer zeld zaam voorkomt. De ontzettende koude zal 78 dagen achtereen aanhouden. De sneeuwstormen zullen dikwijls optreden en zeer hevig zijn. De grootste koude zal op 7 Januari invallen. Wat dezen zomer betreft, zegt prof. Cassiope, dat iedereen, die van zijn vacantie wil genieten, deze in de twee de helft van Augustus moet nemen. WIE BRENGT ER ONS EEN NIEUW ABONNENT AAN vergunning te bezitten, blijven de ko nijnen schieten in open veld, tot 20 Augustus 193 7, op de perceelen die bosschen en wouden vereenigen, welke niet goed afgesloten zijn en konijnen bevatten. Art. 6. De jacht op het everzwijn is gansch het jaar toegelaten, maar het benuttigen van den opjagingshond en van de keffers is slechts toegelaten na 3 I Maart en tot de algemeene opening wanneer zij gemuilband zijn. Art. 7. a) Op het tijdstip, wan neer het alleen toegelaten is den fa zanthaan te schieten, mogen de fazan ten slechts vervoerd, te koop geboden, verkocht en gekocht worden, indien minstens hun kop nog met de pluimen bedekt is. Art. 8. Bij toepassing van artikel 2 der wet op de jacht, is de loerjacht op de snippen toegelaten van I Ok tober tot en met 15 November 1936, en van 1 Maart tot en met 10 April 937. Deze loerjacht is enkel toegelaten s avonds, gedurende vijftien minuten na zonsondergang, in de bosschen van ten minste 20 hektaren en aan de eige naars of rechthebbenden van een ge bied van deze grootte, daar waar die loerjacht plaats heeft. Art. 9. Bij sneeuw is het ver boden, behalve in de kantons Eupen, Malmedy en St. Vith, in t open veld te jagen, welke ook de hoeveelheid sneeuw zij die den grond bedekt de jacht blijft echter toegelaten in de bos schen, duinen, teenboschen en brem, alsook op het waterwild langs den zee- over, in de moerassen, op de stroomen en rivieren.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1936 | | pagina 1