Opening en Sluiting der Jacbt.
Oe Warboel in Europa
Droevige Herinnering
I
Een gansche volk zrenrt over de dood
harer Koningin.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERiNGHE EN OMSTREKEN
GEBROEDERS DUPONT
IDEEN EN DOCUMENTEN.
EEN STRENGE WINTER
16 JAAR. NUMMER 34.
WEEKBLAD i 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 23 OOGST 1936.
GAZET TAN F0PER1NGHE
ABONNEMENTEN
I Jaar, per post16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers 0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hen bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Ypershaat, 2, POPERINGHE.
Postcheck 484.594-
Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen Donderdag middag.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
AANKONDIGINGEN
Per regel 1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.)
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen re-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
ROND EEN BENOEMING.
EERST BESTENDIGING DER VERHOUDINGEN, DAN VREDE
Eenmaal dit punt vastgelegd moetent
de groote mogendheden, en ook de
kleine in het oude werelddeel dan
weer eens goed haar betrekkingen on
der malkaar herzien, om opnieuw te
komen tot een bestendiging van den
toestand in Europa, het eerste punt,
dat noodzakelijk is, wil men kunnen
spreken over vrede.
W.
De gebeurtenissen van Spanje, van
waar de tegenstrijdige berichten,
zoo ze niet zulk een tragischen achter
grond hadden, nog nauwelijks het
schouderophalen waard zouden zijn,
hebben een feit bijna onopgemerkt
doen voorbijgaan, dat nochtans niet
van belang ontbloot is. Wij bedoelen
de benoeming van von Ribbentrop tot
gezant van het derde Rijk e Londen.
We mogen zeggen, dat die benoe
ming niet zoo heel onverwachts geko
men is, vermits men reeds onmiddel
lijk den naam van von Ribbentrop
vooruitgezet heeft, toen de heer von
Hoesch thans vier maanden geleden
overleed.
Wat wel onverwachts genoemd mag
worden, is het feit, dat Hitier thans
plotseling die benoeming bekend maakt
nu er nog steeds geen antwoord ge
geven is op de bijna door iedereen
vergeten vragenlijst van Engeland, be
halve dan juist in het Britsche Rijk,
waar de openbare meening zich begint
lastig te maken in dit onhoffelijke uit
stel van de gevergde verduidelijkingen.
Nu is het juist von Ribbentrop, die
destijds naar Londen gekomen is met
de memorandums van Hitier, na de
machtsgreep van de herbezetting van
het Rijngebied, na de schending dus
van het Locarnopact, memorandums,
waarin het vredesplan van den Fuhrer
omvat is. Mag men thans de hoop
koesteren nu Duitschland en Italië
aanvaard hebben de vergadering der
vijf mogendheden bij te wonen, dit
lang verbeide antwoord van Berlijn te
zien komen en zal er uit dat antwoord
iets voortspruiten, dat den van onweer
zwangeren heme! van Europa opklaren
zal
Het zou tijd worden. Want al te
licht vergeten de menschen door al hun
aandacht gebonden te laten aan een
gebeurtenis, hoe geweldig die dan
ook zij, zooals deze van Spanje, dat
het er op dit oogenblik verre van roos
kleurig uitziet in Europa en dat wij op
een punt gekomen zijn, waarop alles
wat na den wereldoorlog van 1914-18
tot stand gekomen was van verdragen
en overeenkomsten, grondig moet na
gezien worden, ja, dat men het geheele
steltsel van colities een verjongings
kuur zal moeten doen ondergaan, wil
men onze oude wereld redden van een
ramp, waarop al te lichtzinnige geesten
schijnen te willen aansturen, als was
dat de eenige oplossing, om uit den
nood te geraken.
Men mag niet vergeten, dat men na
den grooten oorlog een stelsel had op
gericht, waarover men denken mag wat
men wil, maar dat in ieder geval een
geheel vormde, met plichten en rechten
De volgende jaren deden allerlei
punten blijken als al te kunstmatig en
er kwamen gapingen in het geheel...
Inplaats van dan echter te zoeken naar
een nieuwe gezamenlijke oplossing,
heeft men lapmiddelen gebruikt, ac-
coorden boven accoorden. Dan kwa
men toegevingen, zooals de vervroegde
ontruiming van 't Rijngebied machts
grepen, zooals het herinvoeren van den
militairen dienst in Duitschland mis
toestanden zooals het aanvaarden van
een Ethiopië tot een beschaafde natie
en het niet in acht nemen van de klach
ten van Italië, wiens koloniaal gebied
leed onder de barbaarschheid der aan
palende landen,
En het zou dit laatste feit zijn, dat
den genadeslag zou geven aan de
naar men meende vastgelegde even
wichtstoestanden in Europa.
Duitschland had toch reeds van vroe
ger, de gewoonte aangenomen om de
kat uit den boom te kijken, en telkens,
wanneer het oordeelde, dat de tijd ge
komen was, een gebaar te stellen, dat
het opnieuw tot een gevaar maken zou
in Europa, miste het die gelegenheid
niet.
Op het herinvoeren van den dienst
plicht was het accoord van Stresa ge
volgd. Dit werd echter jammerlijk ver
broken door het Ethiopische avontuur.
En toen Duitschland zag, hoe Engeland
tegenover Italië stond, hoe Frankrijk
de sympathie van Rome verloor door
het moeten toepassen der sancties vol
gens de Volkenbondsverplichtingen, en
die van Londen door het niet rpet
groeten ijver dienen van de Brioche;
rijksbelangen, die samenliepen met de
idealen van Genève, vatte het de eerste
de beste gelegenheid aan, in dit ge
val het Fransch-Russische pact, om
het Locarno-verdrag, waarin het met
de drie andere landen en Belgie be
trokken was, als vervallen te verklaren
en den Rijn te bezetten.
Daardoor was dan ook de veiligheid
van West- en Midden-Europa verbro
ken. Oostenrijk, dat zich onmiddellijk
het meest bedreigd oordeelde, voerde
op zijn beurt den algemeenen militai
ren en arbeidsplicht in...
Niemand kon zich eigenlijk verwon
deren over dien maatregel, die wezen
lijk min of meer het evenwicht in Cen-
traal-Europa herstelde ten opzichte van
Duitschland. Maar...
Nu was weer de Kleine Entente,
Tsjecho-Slowakije, Roemenie en Joe-
go-Slavie omvattende, niet gerust
meer, daar zij vreesde, dat Hongarije
het voorbeeld volgen zou van Oosten
rijk, en dat beide landen, die vroeger
reeds eens vereenigd waren, naar el
kaar getrokken zouden worden, om
dan gezamenlijk het monarchistisch
herstel door te voeren.
Tsjecho-Slowakije vreest even erg
Duitschland, als de vereeniging der
twee voornoemde landen, en weet dus
niet goed hoe kiezen, maar Joego-Sia-
vie wil volstrekt van die vereeniging
niet weten, en op initiatief van Bel
grado werd dan ook door de Kleine
Entente protest aangeteekend te Wee-
nen. De eendracht in de Kleine En
tente werd er niet door verbeterd.
Als men nu nog nagaat, dat twee
der landen van dit verbond, namelijk
Roemenie en Joego-Slavie, deel uitma
ken van den Balkanbond, die verder
nog Griekenland en Turkije omvat,
ziet men dadelijk welke verwikkelingen
dit alles medebrengt.
Het laatste land heeft bovendien de
herbezetting der zeeëngten weten door
te drijven, en steunde zijn uiteenzet
ting op het volgende argument toen
wij in 1923 te Lausanne de overeen
komst der zeeëngten onderteekenden,
bood de algemeene toestand van Eu
ropa, onder militaire en politiek opzicht
een gansch ander uitzicht aan dan he
den. Europa ging toen naar ontwape
ning en zijn politieke organisatie zou
voortaan heelemaal alleen steunen op
internationale verbintenissen...
Men kan begrijpen dat Turkije den
toestand veranderd heeft geoordeeld
En dan hebben wij in heel dat over
zicht van den warboel in Europa nog
niet gesproken over 't Soviet-Rusland,
over Polen, over het Memelgebied.
En buiten al die conflicten, waarin
de belangen van de betrokken landen
tegen malkaar indruischen, is er dan
nog de volksfrontepidemie, die ziekte
die in verschillende landen reeds de
macht aan de uiterstlinkschen heeft be
zorgd.
Alsof de verwarring nog niet erg ge
noeg was, ziet men t'allenkante de af
gezanten van Moscou gebruik maken
van die onrustige toestanden, om de
menschen op te ruien tegen malkaar,
of om gelijk in Spanje zoo geweldig
te keer te gaan tot de, reactie volgt en
het alles ontaardt in een bloedigen en
vernielenden burgerporlog.
En waar staat ons land in dit alles
Wij moeten niet in bijzonderheden tre
den, om te kunnen doen aannemen, dat
een klein gebied als het onze niets ver
mag, wanneer het niet steunen kan op
internationale accoorden.
En daarom ook is het te hopen, dat
zijn, dat een soortgelijk princiep van
niet-inmenging, thans door Frankrijk
voor Spanje voorgesteld, zulk een uit
breiding nemen zou, dat een politiek
stelsel, ingevoerd in een of ander land,
geen beletsel vormen zou voor de an
dere mogendheden, om accoorden met
de eerste te sluiten, waarbij dan tevens
het verbod zou moeten komen, dat af
gevaardigden van vreemde naties zich
niet mengen mogen met de binnenland-
sche aangelegenheden der landen, waar
ze gastvrijheid genieten
En daarom oo kis het te hopen, dat
thans von Ribbentrop te Londen het
antwoord brengen zal op de vragen
lijst van Groot-Brittanie en voorname
lijk dan op de vraag, die te Berlijn
kwalijk genomen werd, namelijk of
Duitschland zich fhans in staat acht in
ternationale accoorden af te sluiten
waaronder dan natuurlijk verstaan
wordt en te houden.
Enkele dagen na de treurige gebeurtenis te Kussnacht, (29 Augustus
1935) schreven wij
Onze nieuwe Koningin had alle harten veroverd. Haar ongemeene
bevalligheid, haar elegant optreden, haar onnabootsbare en gulle groet, haar
gemoedelijkheid, haar onuitputtelijke vrijgevigheid, dit alles maakte van
haar de meest geliefde der Koninginnen.
Gansch de bevolking van België verafgoodt Haar, die met zooveel
takt, zooveel aanminnigheid de kroon van ons geliefd land hielp dragen na
den tragischen dood van den meest geliefden aller Vorsten
Sedert dan gebeurde de begrafenis van deze Vorstin. Gansch de bevol
king volgde in gedachte deze uitvaart en was met innige deelneming bij den
Koning die zich sleepte als een gebroken man achter 't lijk zijner aangebe
den gemalin.
Nog dagelijks wordt ingetogen en met wijding in al de woningen van
Vlaanderen den naam genoemd van deze goede en schoone Koningin. Men
durft haast haar portret niet aan te raken uit vrees de zoete herinnering,
die als een talisman over de gezinne.i waakt, te schaden, of de betoovering
der ideale liefde, die haar aanschijn verwekt, te breken.
365 dagen zullen welhaast verstreken zijn sedert de vreeselijke ramp
en even zuiver en duidelijk verschijnt Hare Beeltenis voor ieders geheugen
omlijst met de kroon der bovenmenschelijke deugden.
Een ieder draagt, bij het bijzonder leed dat onafscheidbaar is van elk
bestaan, 't zware leed dat ons Koninklijk gezin teistert.
Een ieders gedachte gaat bij deze herinnering in aanbidding naar Haar,
de goede vorstin, de trouwe echtgenoole, de ideale moeder, wiens geest ons
allen bezielen blijft.
Een ieders gedachte gaat naar den Vorst, die gedurende een jaar de
pijnen der scheiding heeft geleden en ,1 Arts leven in den aanvang der man
nelijke jaren voor altijd grondig schijn1: gehavend.
Koning Albrecht, de Ridder-Koning, troont nog in ieders hart en vervult
ons allen met eerbiedigen trots. Langs heen Hem wordt ons vorstenhuis ons
dubbel duurbaar.
Langs heen Koningin Astrid, die moederlijke liefde, de oneindige goed
heid, belichaamde snoert een ketting van duurzaam filiaal gevoel gansch de
Belgische natie aan den troon, zinnebeeld van edelheid, grootheid naast
getrouwheid en burgerdeugd.
In deze dagen van algemeene ontroering en herinnering gaat onze ge
louterde liefde in memoriam Astrid tot gansch de Koninklijke familie,
de prinsjes in kluis.
Wij vinden in deze belijdenis als een lichte ontlasting aan de droefheid
die alle Belgen vereenigd in een duurzaam aandenken vol plechtige gela
tenheid.
Art. I. De opening der onder
scheiden wijzen van jagen op de ver
schillende soorten van wild is op de
navolgende datums bepaald voor ge-
Iieel het land, behalve in de velden
waarop zich graangewassen of andere
korrel- of zaaddragende planten be
vinden, rijp of rijpend te veld staande
of afgemaaid, maar liggend op den
grond.
a) Op 29 Augustus, te 8 uur 's mor
gens, voor den patrijs, den kwakkel,
den kwartelkoning en de houtsnip.
Het konijn mag in open veld ge
schoten worden vanaf 29 Augustus, te
8 uur 's morgens
b) Op 5 September voor den haas,
het schotsche sneeuwhoen en de kor-
hanen (met uitsluiting van de korhen-
nen), alsook voor de jacht met den
drijfhond. Nochtans, in de provincies
Antwerpen en Limburg, is het schieten
van de korhanen slechts toegelaten
vanaf 3 Oktober
c) Op 3 Oktober voor de fezanten
(hanen en hennen), de herten, de hin
den, de reebokken en het hazelhoen,
alsook voor de groote jacht
d) Op 1 November voor de reegei
ten. Nochtans blijft het schieten der
reegeiten verboden in de provincies
Antwerpen en Limburg.
Art. 2. Het schieten van spither-
ten, van damherten en damhinden, van
korhennen, van groo'e kprhoenen( ha
nen en hennen), alsook de jacht met
den hazenwindhond, zijn verboden.
Art. 3. Het jagen in de velden,
waarop zich graangewassen of andere
korrel- of zaaddragende pian.'en bevin
den, rijp cf rijpend te velde staande,
of afgemaaid maar liggend op den
grond, is verboden. De overtreders zul-
Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende
bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten
titel van documentatie.
D*/.e artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons
het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren.
NOCH REX, NOCH VOLKSFRONT.
Van al de Europeesche naties is ons land
wellicht nog datgene, dat het minst werd
aangetast door de zedelijke en materieele
crisis, die elders wanorde, broedermoord of
dwingelandij heeft verwekt. De overgroots
meerderheid van ons volk blijft er van be-
'.vust, dat een democratie zooals de onze, in
orde en wettelijkheid leven moet, omdat zon
der die twee bestanddeelen het onvermijde
lijk den weg zou inslaan, reeds door tal van
volkeren gevolgd en die regelrecht naar het
verlies der wettelijke vrijheden heeft geleid.
Nochtans pogen enkelingen, die het orde
woord over de grenzen schijnen te gaan ha
len, van sociale bewegingen en tijdelijke on
tevredenheid misbruik te maken, om hier te
lande een atmosfeer te scheppen, die de traps
gewijze ontwrichting van de maatschappe
lijke orde en veiligheid in de hand zou wer
ken.
Waanzinnigen, die hun droom en reeds
voor werkelijkheid achten, trachten hier
eveneens, naar uitheemsch model, ons volk
in twee vijandige kampen in te deelen, om
het onder den dekmantel van antifascisme
of reactie, bij de eerste gelegenheid, tegen
elkander in bloedigen burgertwist op te ja
gen.
Bij ons rnoet het dilemna Rex of Volks
front Rome of Moskow heeten, alsof
er tusschen die twee geen uitweg bestond en
er zonder vreemd hersengebroed geen red
ding mogelijk was.
Dat al die gelukzoekers, hetzij ze naar
Sovjet-Rusland luisteren, hetzij ze elders hun
bevelen gaan ontvangen, het zich nochtans
voor gezegd houden, dat ons volk hen niet
volgen zal.
De overgroote massa behoort noch uiterst
links, noch uiterst rechts en vraagt niet be
ter, dan dat onder allen vrede en verzoening
heercche. Onze menschen
afhankelijk leven.
Ze dorsten naar vrede en orde en vinden
willen vrij en on
hun vreugde in den dagelijkschen arbeid,
met als beste belooning het genoegen van
de volbrachte plicht. Ze walgen van binnen-
landsche twisten, van avonturen, hetzij com
munistische, hetzij fascistische.
Aan het jonge solidarisme is het tot die
massa te gaan, tot al diegenen, die ordelie
vend zijn en die de ware gezonde macht van
ons volk uitmaken. Het moet hen overtui
gen dat van hen de eendracht dier massa,
van hun krachtdadigen wil de orde, de wet
telijkheid, de vrijheid te handhaven, de toe
komst van ons volk afhangt. Indien die massa
onverschillig bleef, zouden de avonturiers de
schoonste gelegenheid hebben om het zaad
der tweedracht te zaaien en den maat3chap-
pelijken ondergang te bewerken.
Aan de jongeren is het al Kun kracht, hun
geestdrift, hun overtuiging te gebruiken om
bij de menschen van goeden wil de banden
der samenhoorigheid te verstevigen en het
Belgische volk van zijn nationale waarden
bewust te maken.
Steeds streed ons volk voor vrijmaking,
onafhankelijkheid en vrijheid. Het is er van
doordrongen, het is de reden van zijn bestaan.
Voor ons moet het uur van het talmen
voorbij zijn. Krachtdadigheid willen we in
onze actie, zooals in het beleid van den staat
en krachtdadigheid is geen reactie. Kracht
dadigheid tegen alle onruststokers, die aan
ons volk zijn karakter willen ontnemen en
zijn opgang naar ontvoogding en ontwikke
ling willen remmen.
Solidaristen, tot welken stand of klasse gij
behoort, gij die doordrongen zijt van den zin
voor verantwoordelijkheid en solidariteit, aan
u wordt het vertrouwen geschonken, om, in
het licht van onze nieuwe gedachten, te ijve-
en voor het behoud van democratie en voor
de ontvoogding van ons volk.
V. TAHON,
Eere-Voorzitter van het Alg. Verb,
der L.J.W. van Mid. en Z. W.-Vl.
len inzonderheid gestraft worden met
de bij artikel 6 der wet van 28 Fe
bruari 1882 voorziene straffen.
Dit verbod is niet toepasselijk op
gras en voeder van allen aard, op bie
ten, aardappelen, rapen of andere
planten die niet geteeld worden met
het oog op de graan- of zaadopbrengst
op de oogsten van gebonden, rechtge
zette of opgehoopte graan- of zaadge
wassen, noch op de herfstgewassen.
Art. 4. De sluiting der jacht is
bepaald als volgt
a) Na 30 November voor de fazant-
hennen, den patrijs, 't schotsche sneeuw
hoen en den kwartelkoning
b) Na 31 December voor den haas,
de herten met gewei, de reebokken, de
reegeiten, den kwakkel en voor alle
om 't even welke jacht in open veld,
behalve de beperkingen van artikel 5
en de groote jacht
c) Na 31 Januari 1937, voor de
hinden en de hertjes, mannetjes of wijf
jes, de korhanen, het hazelhoen, de
fazanthanen, de jacht met den drijf
hond, het opstellen van eenden hinder
lagen. Het gebruik van deze inlichtin
gen zal geschorst worden gedurende
den tijd dat het omliggende water met
ijs bedekt is
d) Na 28 Februari 1937, voor de
sneppenjacht in de bosschen, voor de
blokeenden, mannetjes of wijfjes, en
voor alle andere jacht op het water
wild, uitgezonderd de eenden anders
dan de blokeenden, de talingen, ganzen
kievitten, goud plevieren, watersnippen
doovers, blauwe reigers, aalscholvers,
j meerkoeten en waterhennen waarvan
het schieten tot en met 10 April toe
gelaten blijft
e) Na 30 April 1937, voor de groo-
De komende winter zal zeer streng zijn
Ofschoon we voorloopig nog van
den zomer kunnen genieten, al laat de
zon ons ook geregeld in den steek,
heeft de Fransche professor Jozer Cas-
siope in een van zijn laatste voordrach
ten het rnenschdom willen attent maken
op den komenden winter die buitenge
woon streng heel te worden. Strenger,
dan we er in deze eeuw een beleefd
hebben.
Na langdurige studiën is deze pro
fessor tot deze gevolgtrekking geko
men. De resultaten zijner onderzoekin
gen heeft hij neergelegd in zijn werk
getiteld De invloed van zon en maan
op de aarde Daarin deelt hij mede,
dat de banen van de zon en de maan
iedere 372 jaar een bijzonderen stand
ten opzichte van elkaar innemen.
Cassiope heeft de oudste gegevens
te jacht met koppel jachthonden en
zonder vuurwapens.
Art. 5. De jacht met het geweer
op het konijn, met of zonder fret, bij
klopjachten of met den staanden hond
in de bosschen, alsook in de duinen,
de teenbosschen, bremvlakten en hei
den, en deze door middel van beurzen
en fretten, zijn gansch het jaar toege
laten. Tenzij mits bijzondere ministe-
rieele machtiging, mogen de honden
keffers genaamd, voor die wijze
van jagen slechts gebruikt worden van
af 1 Maart tot de opening der jacht
met den drijfhond, als zij gemuilband
zijn. De kleine patrijshonden (épa-
gneuls), cockers en andere, zijn met
de staande honden gelijkgesteld.
Bij toepassing van artikel 7 der wet
van 4 April 1900, en ten einde het
verdelgen te begunstigen van het ko
nijn, dat zich ongemeen vermenigvul
digd heeft, worden de beëdigde wach
ters der titelhouders van het jachtrecht
gemachtigd het konijn te verdelgen
met het geweer, zelfs bij loer jacht des
avonds en 's morgens, zonder een jacht
wapensvergunning te bezitten, tot en
met 20 Augustus 1937, op gansch de
uitgestrektheid van de eigendommen
met welker bewaking zij belast zijn.
Zij mogen insgelijks, tot op denzelfden
datum, en zonder bewijs te moeten ge
ven van een persoonlijke machtiging,
gebruik maken van konijnenstroppen
en van klemmen in de bosschen van
hunne lastgevers, onder de voorwaar
den bepaald bij alinea b van artikel 2
van het koninklijk besluit van 4 No
vember 1924 tot regeling dezer zaak.
Bij afwijking van voorgaand artikel
4b, mogen de titularissen van jacht
recht, die bewijzen een jachtwapens
omtrent het weder nauwkeurig na ge
gaan en kwam tot de conclusie, dat de
weergesteldheden zich elke 372 jaar
herhalen. Zoo moeten we dus terug
gaan tot het jaar 1564, om te kunnen
berekenen wat de a.s, winter ons bren
gen zal.
En dan zullen we volgens dezen pro
fessor zien dat we een winter zullen
krijgen, zooals gelukkig maar zeer zeld
zaam voorkomt. De ontzettende koude
zal 78 dagen achtereen aanhouden. De
sneeuwstormen zullen dikwijls optreden
en zeer hevig zijn. De grootste koude
zal op 7 Januari invallen.
Wat dezen zomer betreft, zegt prof.
Cassiope, dat iedereen, die van zijn
vacantie wil genieten, deze in de twee
de helft van Augustus moet nemen.
WIE BRENGT ER ONS EEN NIEUW
ABONNENT AAN
vergunning te bezitten, blijven de ko
nijnen schieten in open veld, tot 20
Augustus 193 7, op de perceelen die
bosschen en wouden vereenigen, welke
niet goed afgesloten zijn en konijnen
bevatten.
Art. 6. De jacht op het everzwijn
is gansch het jaar toegelaten, maar het
benuttigen van den opjagingshond en
van de keffers is slechts toegelaten na
3 I Maart en tot de algemeene opening
wanneer zij gemuilband zijn.
Art. 7. a) Op het tijdstip, wan
neer het alleen toegelaten is den fa
zanthaan te schieten, mogen de fazan
ten slechts vervoerd, te koop geboden,
verkocht en gekocht worden, indien
minstens hun kop nog met de pluimen
bedekt is.
Art. 8. Bij toepassing van artikel
2 der wet op de jacht, is de loerjacht
op de snippen toegelaten van I Ok
tober tot en met 15 November 1936,
en van 1 Maart tot en met 10 April
937.
Deze loerjacht is enkel toegelaten
s avonds, gedurende vijftien minuten
na zonsondergang, in de bosschen van
ten minste 20 hektaren en aan de eige
naars of rechthebbenden van een ge
bied van deze grootte, daar waar die
loerjacht plaats heeft.
Art. 9. Bij sneeuw is het ver
boden, behalve in de kantons Eupen,
Malmedy en St. Vith, in t open veld
te jagen, welke ook de hoeveelheid
sneeuw zij die den grond bedekt de
jacht blijft echter toegelaten in de bos
schen, duinen, teenboschen en brem,
alsook op het waterwild langs den zee-
over, in de moerassen, op de stroomen
en rivieren.