Rond den Spaanschen Heksenketel. I Overlijd en van den Heer Nestor LIETAERT, De Amnestie heeft <le Waardigheid aii hel Land en de Lei* van de Oorlogshelden niet aangetast. WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 11 JULI 1937. ABONNEMENTEN NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN AANKONDIGINGEN GEBROEDERS DUPONT Yperstraat, 2, POPERINGHE. NOG EENS KALMTE A. U. B. Gemeenteraadslid der Stad Poperinghe. EUROPA VOOR EEN NIEUWEN OORLOG TE KLEIN. v IDEEN EN DOCUMENTEN VOOR DE TABAKPLANTERS. 17 JAAR. NUMMER 28. GAZET l Jaar. per poat16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Loase Nummer* 0.25 fr. Men abonneert op alle belgiache postkantooren. De postabonnenten in Belgia, die van woonat veranderen, moeten dit aangeven in 't poat- bureel dat hen bedient, en niet aan on*. Bij elk achrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een poitzegel voor ant woord te voegen. Per Uitgevers-Eigenaars Poatcheck 484.59 Telefoon I8U leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. ^aamlooze ingezonden artikel* worden in de acheurmand gegooid regel 1.00 fT. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notari»«en en Deur waarder*. Voor dikwijl* te herhalen r*- klamen, prijzen volgen* overeenkomat. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. NAAR EEN GUNSTIGER ATMOSFEER Wanneer we, enkele dagen geleden, de eerste berichten ontvingen, omtrent het mislukken van de pogingen, aan gewend door de vertegenwoordiging der Vier Mogendheden te Londen, be treffende het incident met de Leip- een zig zullen er wel velen, zoowel ten onzent, als in de andere landen, ge neigd geweest zijn, de zaken eens te meer, heel zwart in te zien. En, wellicht meenden er ook, dat we ten slotte toch, aan den vooravond van een nieuwen oorlog stonden, waarin ditmaal verschillende groote mogend heden betrokken zouden zijn. Nu hoeft het wei gezegd, dat de wijze waarop zich de feiten ontwikkel den, van dien aard waren, om aan een bijzonder ernstig geval te doen geloo- ven. Men zal zich herinneren, dat baron von Neurath, dezer dagen, naar Lon den had moeten reizen, om er, ovi vele punten van internationaal belang, met de Britsche regeering tot een ac- coord te geraken. Maar de Britsche regeering schijnt, in den laatsten tijd niet veel geluk te hebben, wanneer zij een vriendelijke hand naar Duitschland uitsteekt en op Berlijn schijnt het veel meer indruk te maken, wanneer Engeland eens even een kwaden of alvast minder vriende lijken toon aanslaat. Wat er ook van zij de plotselinge woede van de Duitsche politieke mid dens en van de Duitsche pers, wanneer het incident met de Leipzig bekend geraakte, wees er op. dat hier, meer een politiek opzet in het spei was, dan werkelijk het bekomen van waarbor gen, naar aanleiding van het incident zelf. En zulks bleek onmiddellijk, wan neer in de vergadering te Londen de heele kwestie te berde kwam. Engeland en Frankrijk, die toch ook controolschepen rond Spanje hebben waren het er natuurlijk dadelijk over eens, om, bij de schuldigen, stappen aan te wenden, zeer ernstige stappen zelfs, opdat elk incident van dien aard in de toekomst zou vermeden worden, maar hun eenige eisch was, dat een kort, doch ernstig onderzoek zou toe laten, vast te stellen, wie werkelijk de schuldigen waren. Want nu kan men ook al zoo over tuigd zijn, dat enkel de gouvernemen- teelen er baat bij hebben, een Duitsch of een Italiaansch schip te torpedeeren, toch bestaat hier de mogelijkheid van een vergissing. En het minst, dat men dus met ze kerheid mocht vaststellen, is wel de nationaliteit en, indien het om een Spaansche duikboot gaat, of zij tot de regeeringsgezinden of tot de tegenpar tij behoort. Doch daaromtrent waren de Duit schers en, met hun, dus ook de Italia nen niet te spreken en men zal toege ven dat Engeland en Frankrijk dan geen reden meer hadden, om verder toegevingen te doen, die hun onzijdig heid in het Spaansche conflict zouden habben doen opgeven. De vrees bestond nu maar, dat wan neer Duitschland en Italië de handen vrij kregen en niet meer deel nemen aan de controol, zij tegenover de Spaansche rooden maatregelen zouden treffen, die een werkelijke schending zouden kunnen beteekend hebben van de onafhankelijkheid van deze mo gendheid, iets wat Frankrijk en Enge land, die bijzonder, in het Westelijk gedeelte van de Middellandsche Zee groote belangen hebben, niet zouden hebben kunnen dulden. Doch weldra bleek het, dat Duitsch land, indien het er een oogenblik aan gedacht had, toch niet zinnens was tot zulke maatregelen over te gaan, en dit eerste bericht bracht reeds heel wat opluchting in de internationale mid dens. De heer Eden heeft inderdaad reeds in het Britsche parlement de verzeke ring kunnen bekend maken, die den Britschen gezant te Berlijn door den heer van Neurath werd gegeven dat Duitschland zich nog steeds gebon den acht, door het accoord van Niet inmenging. Het gaat dus enkel, om de controol zelve, waaraan Duitschland en Italië niet meer deelnemen. En dat kan men eigenlijk best be grijpen, indien Duitschland werkelijk overtuigd is, dat de Leipzig door gouvernementeelen onderzeeër aangevallen werd, dat het zijn schepen niet langer aan zulke gevaren wenscht cloot te stellen, zoolang ten minste geen werkelijke waarborgen van veilig- reid van beide partijen, bekomen zijn. Maar ondertusschen is het ook niet meer zoo heel zeker, dat Berlijn en lome, voor wat dit punt betreft, vast aij hun standpunt blijven zullen. Later, werd men van uit Rome een zekere vrees gewaar, dat andere mo gendheden wel eens de plaats zouden cunnen innemen, die Duitschland en talie niet meer bezetten willen en en- cele hunner oorlogsschepen aan de controol zouden laten deelnemen. Nu weten Berlijn en Rome zeer goed dat de meeste Europeesche landen steu nen op een democratisch-gezinde meer derheid of, om andere reden nog, de politiek van Duitschland en Italië niet genegen zijn, en zij kunnen dan de ge wettigde vrees koesteren, dat een con trool, die uitgeoefend zou worden, uit sluitend door landen, waarvan de lei ders eerder den rooden, dan generaal ranco sympathiek zijn, een controol zou kunnen worden, die werkelijk niet naar hun hart zou zijn. En de schrik, te dezer zake, zou dan wel eens het begin van de wijsheid cunnen worden. Ook zou het niemand moeten ver wonderen, indien de geheime diploma tie, een weg vond, daar waar de open bare besprekingen tusschen de vier mo gendheden te Londen, tot geen verge- ijk hadden kunnen leiden. En dat zou dan, ten slotte, een ver heugend nieuws zijn, want hoe mank de werking van het Comiteit van Lon den ook tot hiertoe zij geweest, toch reeft zij ons het ergst bespaard Het maken van Spanje tot het wer kelijke slagveld, waar niet enkel een aantal vrijwilligers van verschillende naties, maar de heele legers van Euro peesche mogendheden, elkaar zouden rebben ontmoet M. Zondag morgen liep de droeve mare over stad Heer Nestor Lietaert is raastig overleden De dierbare afgestorvene was alge meen gekend en geacht in de stad en zelfs in de gansche streek, om zijn oprechtheid en ronden inborst. Hij werd te Poperinghe geboren den 6 Januari 1 894. Bij het uitbreken van den oorlog, nam hij, als vrijwilliger dienst bij het 3elgisch Leger en miek er den gan- schen oorlog mee. Om zijn groote dien sten, werd hij vereerd met het Oorlogs cruis met Palm, de Medalie der Vrij willigers,de Overwinningsmedalie en de derinneringsmedalie 1914-1918. Als Oorlogsinvalied kwam hij, na den oorlog naar zijn geboortestad te rug en stelde zich dadelijk aan als een dapper handelaar en zakenman. Het kranig beleid zijner zaken bracht poedig zijnen handel tot een der machtigste van de streek en van het and. Een Duitsch Oud-Strijder aan het Woord te Parijs. De leider van de Duitsche oud-strij ders, de heer Oberlindober, heeft voor iet congres, dat te Parijs door de Fran sche en Duitsche oud-strijders gehou den wordt, een rede uitgesproken waar in hij onder meer het volgende betoog de Wij soldaten van het front hebben den vrede lief, omdat wij den oorlog hebben leeren kennen. Wij wenschen een vrede, die voor beide landen even eervol is. Wij zien in de Fransche natie den geboortegrond van die mannen, wier dapperheid en plichtbetrachting in de loopgraven onze achting gewekt heeft. In deze achting, die wederkeerig zijn wij tot samenwerking met de Fransche oud-strijders gekomen. Nu vraag ik u, in uw hoedanigheid van oudstrijders, u eenmaal rekenschap er van te geven, hoe weinig geschilpunten er eigenlijk nog tusschen onze beide volken bestaan. Het Duitsche volk is weer sterk geworden, het maakt zich op om zich met wilskracht en toewij ding een toekomst te verschaffen. In dit feit ligt geen enkel gevaar of zelfs, maar een bedreiging voor onze Weste lijke naburen. Wij, Duitsche oudstrij ders, zijn van meening, dat men elkan der van nabij moet leeren kenrien Want in het elkander leeren kennen ligt reeds in het wederzijdsch begTij pen het begin van kameraadschap. Europa is voor een nieuwen oorlog te klein geworden, maar voor een ver trouwelijke samenwerking is het groo genoeg. Voor twee volken, die in de laatste duizend jaren den hoogsten wa penroem in hun vanen hebben kunnen schrijven, moge de weg naar den vrede een nieuwe en grootere eer zijn. Heer NESTOR LIETAERT. Om zijn uitgebreiden handel met het buitenland telde hij vooral vele vrien: den in Frankrijk. Heer Nestor Lietaert was een recht schapen man en had alles over voor zijn medeburgers. Nooit deed men op zijn welwillendheid beroep oi met ge noegen deed hij al wat in zijn macht was om voldoening te geven. Tot gemeenteraadslid verkozen den 15 April 1932, trad hij menigmaal op in den gemeenteraad, en wist er dik wijls zijn klare zienswijze te doen aan nemen. Steeds beoogde hij maar één doel, namelijk de gelijkheid voor ie dereen en de rechtvaardigheid, met een groote voorliefde voor zijn Stads- genooten. Als Bestuurlid der Koninklijke Phil harmonic bracht hij veel bij tot haren bloei en vooruitgang. Overal was hij op de eerste rangen waar het er om ging den handel en de nering zijner stad te bevoordeelen en hij verleende er zijn grootsten steun toe Het was dan ook onder de deelne ming van een ontelbare vriendenschaar dat de dierbare Afgestorvene Donder dag morgen ten grave werd gedragen. Aan het offer scheen geen einde te komen, meer dan 1 000 gedachtenissen werden uitgedeeld. De klagende tonen der treurrnarchen uitgevoerd door de Koninklijke Phil harmonic, geleidden verder den :3toet tot aan het geopende graf, waar de, helaas zooveel te vroeg, verdwenen volksjongen, zijn laatsten slaap zal ge nieten. Deze rubriek ia bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verachillende bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezer* van de Gazet van Poperinghe ten titel van documentatie. Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren. De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE. HOE ONZE ORGANISMEN UITBREIDEN door Strijdmakker Gossiaux, Hamont. De Gazet van Poperinghe bied aan de geachte Mevrouw Nestor Lietaert-Vandevoorde, haar Kinderen en Familie, hare diepste gevoelens van deelneming aan. O VERKLARINGEN VAN KONING LEOPOLD III. Onze Vorst ontvangt de Voorzitters van de Oud-Strijders Vereenigingen. Vrijdag namiddag heeft de Koning in het Paleis te Brussel de Voorzitters ontvangen van de groote vereenigingen van oudstrijders uit het land. De Koning heeft de voorzitters als volgt toegesproken Rede van den Koning. Ik hield eraan U te ontvangen Mij ne Heeren, in uw hoedanigheid van door uws gelijken vrij gekozen en ver antwoordelijke leiders der oudstrijders aonden. Op Woensdag 23 Juni, heb ik ge hoor gegeven aan eenige burgers die het aan eiken Belg verleende grond wettelijk recht van petitie wenschten uit te oefenen, en die zich aanstelden als tolken van een Oudstrijdersgroep. Ik heb naar hsn met aandacht ge luisterd tn ik heb beloofd als grond wettelijk Vorst hun rekwest na te gaan. Er kwam onder andere het verzoek in voor om een volksreferendumbegin- sel uit te vaardigen over het vraagstuk dat door de wet van I 1 Juni geregeld werd. Geen Volksreferendum. Een dergelijk verzoek kon niet wor den ingewilligd het referendumbegin sel wordt niet door de Grondwet er kend. In den huidigen staat onzer wetge ving is het den Koning dan ook niet mogelijk een zulkdanig initiatief te ne men. Wat de andere verzoekpunten be treft, kan ik mij alleen, naar het voor beeld mijner Voorgangers, gedragen overeenkomstig de beginselen van ons Nationaal Statuut. Ik zal hier namelijk aan de woorden herinneren c'oor Koning Leopold II den 1 7 September 1 884 tot zekere gemeen telijke magistraten gericht die Hem verzochten geen sanctie te verleenen aan de schoolwet. k aan', aard Uwe petitie, zegde de Koning, als de uitdrukking van een jonge L beralen, indien U nultig aan uwe Partij wilt zijn, ziehier wat er te doen valt. Het is duidelijk dat onze Partij lijdt, om dat ze geen werken bezit of ten minste om dat er niet genoeg werken bestaan. De taak die U te wachten staat is dus «lichter te worden van werken, zooals syn- dikaten, hulpen werklooskassen, secretariaat van leertijd, kring van onderlingen bijstand n ge al van afsterven, enz. 'skere personen zullen antwoorden dat we le laai komen en dat de stichting onmo- geijik is. Het is nooit te laat om goed te doen en indien de stichter volhardt zal hij tot een goede uitslag komen. Ziehier volgens mijne meening de ration- neele manier om zulke onderneming tot een goed einde te brengen. Vooreerst, stelt U in verbinding met een goed liberaal van een der voornaamste gemeenten van het kanton. Zoodra U uw man bezit, waarvan U een der leiders van het te stichten werk maakt, legt U hem de zaak uiteen en raadt U hem aan enkele vrienden te ontmoeten, welke U even tueel met hem bezoekt en na deze bezoe ken word. er een algemeene vergadering belegd en wordt er overgegaan tot het noe men van een voorloopig bestuur. Na deze zitting, laat U een artikel in een dagb ad verschijnen meldende dat een werk werd gesticht en dat een voordracht in de gemeente gehouden wordt, waarop U de gansche bevolking uitnoodigt. Wanneer de datum van de voordracht U bekend is, laat U een uitnoodiging drukken welke docr de diensten van de post uitge deeld wozcit, ten einde niemand te vergeten, want men moet vermijden van de gevoelens en de vatbn? rheid van de inwoners te kren ken. Tijdens de voordracht raakt U de zwakke punten aan, welke U te voren door de lokale ."gevaardlgde worden aangeduid. Men moet ten eerste in de gemeenten de werken stichten die aan de eerste noodwen- ilghcden van de bevolking Leantwoorden en waarin deze een rechtstreeksch en geldelijk belang vindt. De propaganda mag niet ophouden alvo rens het leven van de nieuwe kring verze kerd is, want men moet niet alleenlijk het werk, maar insgelijks zijn bestaan verzeke ren, dus de positie niet verlaten alvorens verzekerd te zijn in uw poging geslaagd te hebben. Indien U een nuttig werk kunt stich ten, zullen de andere organismen spontaan in het leven komen. Een kleine zweepslag ofwel een gelukkig initiatief zullen spoedig de basis van een nieuw organisme vormen indien de lokale ijver te wenschen overlaat. Ik heb alleenlijk in het begin van dit ver slag de werken aangeduid welke een nuttig of geldelijk karakter hebben, omdat ze voor de bevolking de belangrijkste zijn. Er zijn er nochtans anderen, zooals de Jonge Wachten, de tooneelmaatschappijen, maatschappijen van muziek, voetbal, voor drachtkringen, bibliotheken, enz. Het aantal leden hangt af naar gelang de propaganda voor het werk van eerste noodzakelijkheid krachtig en wel ingericht zal geweest zijn het is dus onnoodig te zeggen met welke zorg dit werk moet ingericht worden. Op gebied van werken hebben wij met twee gevaarlijke en wel ingerichte mededin gers te kampen, de klerikalen en de socia- l'sten ze zijn des te meer te vreezen daar ze wel ingericht zijn sinds lange jaren. Maar dit is geen voldoende rede noch een voor wendsel om de wil van degene die een werk wil stichten, tegen te houden. Ziedaar bondig uiteengelegd de methode welke ik als de beste aanschouw en om te eindigen, zeg ik DIE WIL, KAN. mijn oordeel, dat men de amnestiewet, door een eerbiedwaardige maar zeker op misverstanden berustende angstval ligheid, het karakter heeft gegeven van een aanslag op de waardigheid van het Land en de eer van onze oorlogshelden Wat men ook over amnestie denken mag, die waardigheid en die eer blij ven ongerept, dat kan ik u beslist ver klaren. Anderzijds wil ik U spreken over wat, met een verkeerd woord, de be stuurlijke amnestie wordt genoemd. Wanneer even voor zijn dood, mijn betreurde Vader, in antwoord op een verzoek van de Oudstrijders, zijn Re geering aanzette de betwiste gevallen der agenten van de Openbare Besturen door een college van hooge rechters te doen vonnissen, dan deed Hij zulks in de overtuiging dat het vraagstuk eens voor goed zou zijn beslecht. Ik zou niet kunnen aannemen, dat, na drie jaar, uitspraken zouden worden herzien die op het initiatief van mijn Vader en in overeenstemming met de groote meerderheid van het Land ge troffen werden. Mijn Regeering is besloten nooit van deze gedragslijn af te wijken. De bestuurlijke amnestie. Wat de verbintenissen betreft die door de Regeering zijn aangegaan, be trekkelijk de gebeurlijke herstelling van klaarblijkelijke dwalingen, de individu- eele gevallen waarover nog niet werd beslist, het is goed verstaan dac zulke verbintenissen geen de minste afbreuk toelaten aan de hoofdzakelijke begin selen die ik heb aangehaald. Ik ben ervan overtuigd, dat gij steeds tuchtvol de vrije betuiging der gevoelens van de Oudstrijders zuit richte" ir» den stipten eerbied van de Overheid, de wetten en de voorschrif ten die het gedrag van alle burgers regelen. De dienst van het Vaderland waar voor gij gestreden hebt, moet het eenig doel blijven van uw gemeenschappelij ke daden. Meer dan ooit, heeft Belgie een dracht en innerlijken vrede noodig wensch door menigvuldige burgers voorgedragen. Zooals gij weet, heb ik ook in tegenovergestelden zin zeer tal rijke petities ontvangen. Tegenover zoo sterk uiteenloopende meeningen, moet ik mij gedragen naar den wil van ret Land, zooals die door de meerder heid in beide Kamers werd uitgedrukt. Geen sprake van Kamerontbinding. Ik zal steeds mijn grondwettelijken eed getrouw blijven. Ik zal voortgaan met de regelmatige werking van het parlementair stelsel te verzekeren. Er kan in dergelijke gevallen dus geen sprake zijn van de Kamers te ont binden, noch het ontslag der Regeering te eischen. In de beoefening van zijn ambt mag een Grondwettelijke Vorst door raad alleen tusschenbeide komen, bezorgd om steeds de edelste verzuchtingen en de heiligste belangen van het Land te dienen. De ontroering echter die thans heerscht in het Land kan niet worden ontkend. Maar het hoort dat ze in orde en wettelijkheid tot uiting komt. De Oudstrijders die de bestendige belangen der Natie ten koste van hoog ste persoonlijke offers hebben verde digd, zijn binnen deze perken evenals alle burgers gerechtigd, hun gevoelens te betuigen. En als het er op aankomt overleve ringen van eer en loyauteit te huldigen, dan moeten zulke gevoelens de zeer ernstige aandacht trekken van het Staatshoofd en de Volksvertegenwoor diging. te versterken. .teelde. Wat mij betreft, en in de mate van de macht die mij door de Grondwet )and gered wordt toegekend, zal ik er over waken! Heden nog hebt gij een diep-vader- Sen' blijkt het noodzakelijk, om zulks dat geen overwegingen, die tegen recht I jandlievende rol te vervullen. te vermiiden, de bevoegdheid tot on- en nationale waardigheid moe hten in- Ik vraag u al uw zorgen aan deze derzoek, welke door de bestaande wet- druischen, het geweten van het Land zending voortaan te wijden geving aan het personeel van het Be komen kwetsen. Dusdoende zult gij, dat mag ik u s]tuur verleend wordt, uit te breiden, De waardigheid °n de eer biiiven verzekeren, de inzichten beantwoorden oor °an aatstgenoemCje uc t van \i- waardigheid _n de eer bnjien j„r sitatie te verleenen in alle om t even oneereDt ivan Hem- dle gedurende den oorlog 008 P 'uw groote Leider is geweest. i^e,lkf lokalen die tot opslaan van ta- jbak kunnen dienen, Verbetering van het Fiskaal Regiem. De regeering heeft een wetsontwerp ingediend tot verbetering van het fis caal regiem dat de tabakplanters treft. In de toelichting van dit ontwerp lezen wij Voor de heffing van het cccijnsrecht op de in Belgie geoogste tabak, rang schikt de wet de panters in twee ka- tegorien a) Dezen met een teelt van hoog stens 1000 planten en die onderwor pen zijn aan het accijnsrecht van 6.2 5 fr. per 100 planten, forfaitaire belas ting waarbij geen rekening gehouden wordt met de werkelijke hoeveelheid ingeoogste droge tabak b) Dezen die meer dan I 000 plan ten telen en die belast worden tegen 1 frank per kilogram ingeoogste droge tabak met minimum van 6.25 fr. per 1 00 planten. Dat minimum is van toe passing ingeval de oogst geen kilogram per 1 6 planten oplevert. Alsdan betaalt de planter in werkelijkheid meer dan fr. per kilogram ingeoogste droge tabak. Wanneer bij voorbeeld een teelt van 10.000 planten waarvoor een minimum accijnsrecht van 625 fr. verschuldigd is slechts 500 kilogram tabak opbrengt, wordt één kilogram tegen 1.25 fr. belast. Ten gevolge van de ongunstige weersgesteldheid is de tabak.oogst van 1936, in sommige streken van het land dermate mislukt dat hij geen kilogram per I 6 planten heett opgeleverd. Om het nadeel te milderen dat de planters deswege ondergaan, acht men dat men wel tot de opheffing van het belastingminimum moet overgaan voor beplantingen van meer dan 000 plan ten, zoodat, in elk geval de accijns slechts verschuldigd zou zijn ten be- loope van de hoeveelheid werkelijk ingeoogste droge tabak. Trouwens wordt voortdurend kritiek uitgeoefend in verband met de mini mumbelasting op voet van 1 kilogram per 16 planten, omdat zij den plan- Gebruiktüwgezag van Ou7sï*rijders ter toe, af"spoort de meest opbren- om dezen vrede in de geesten te doen Sende tabaksoorten te kweereen, on- heerschen en de nationale eendracht Seac,ht de hoedanigheid van het ge- Reeds eenmaal hebt gij het Vader-! Gezien de beoogde maatregel noch tans sluikhandel zou kunnen meebren- 1 rouwens, het is ten onrechte, naar

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1937 | | pagina 1