Rond den Spaanschen
Heksenketel.
I
Overlijd
en van den Heer Nestor LIETAERT,
De Amnestie heeft <le Waardigheid
aii hel Land en de Lei* van
de Oorlogshelden niet aangetast.
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 11 JULI 1937.
ABONNEMENTEN
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN
AANKONDIGINGEN
GEBROEDERS DUPONT
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
NOG EENS KALMTE A. U. B.
Gemeenteraadslid der Stad Poperinghe.
EUROPA VOOR EEN
NIEUWEN OORLOG
TE KLEIN.
v
IDEEN EN DOCUMENTEN
VOOR DE
TABAKPLANTERS.
17 JAAR. NUMMER 28.
GAZET
l Jaar. per poat16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Loase Nummer* 0.25 fr.
Men abonneert op alle belgiache
postkantooren.
De postabonnenten in Belgia, die van woonat
veranderen, moeten dit aangeven in 't poat-
bureel dat hen bedient, en niet aan on*.
Bij elk achrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een poitzegel voor ant
woord te voegen.
Per
Uitgevers-Eigenaars
Poatcheck 484.59 Telefoon I8U
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen Donderdag middag.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag.
^aamlooze ingezonden artikel* worden in
de acheurmand gegooid
regel 1.00 fT.
(minimum 3.00 fr.)
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notari»«en en Deur
waarder*. Voor dikwijl* te herhalen r*-
klamen, prijzen volgen* overeenkomat.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
NAAR EEN GUNSTIGER ATMOSFEER
Wanneer we, enkele dagen geleden,
de eerste berichten ontvingen, omtrent
het mislukken van de pogingen, aan
gewend door de vertegenwoordiging
der Vier Mogendheden te Londen, be
treffende het incident met de Leip- een
zig zullen er wel velen, zoowel ten
onzent, als in de andere landen, ge
neigd geweest zijn, de zaken eens te
meer, heel zwart in te zien.
En, wellicht meenden er ook, dat we
ten slotte toch, aan den vooravond van
een nieuwen oorlog stonden, waarin
ditmaal verschillende groote mogend
heden betrokken zouden zijn.
Nu hoeft het wei gezegd, dat de
wijze waarop zich de feiten ontwikkel
den, van dien aard waren, om aan een
bijzonder ernstig geval te doen geloo-
ven.
Men zal zich herinneren, dat baron
von Neurath, dezer dagen, naar Lon
den had moeten reizen, om er, ovi
vele punten van internationaal belang,
met de Britsche regeering tot een ac-
coord te geraken.
Maar de Britsche regeering schijnt,
in den laatsten tijd niet veel geluk te
hebben, wanneer zij een vriendelijke
hand naar Duitschland uitsteekt en op
Berlijn schijnt het veel meer indruk te
maken, wanneer Engeland eens even
een kwaden of alvast minder vriende
lijken toon aanslaat.
Wat er ook van zij de plotselinge
woede van de Duitsche politieke mid
dens en van de Duitsche pers, wanneer
het incident met de Leipzig bekend
geraakte, wees er op. dat hier, meer
een politiek opzet in het spei was, dan
werkelijk het bekomen van waarbor
gen, naar aanleiding van het incident
zelf.
En zulks bleek onmiddellijk, wan
neer in de vergadering te Londen de
heele kwestie te berde kwam.
Engeland en Frankrijk, die toch ook
controolschepen rond Spanje hebben
waren het er natuurlijk dadelijk over
eens, om, bij de schuldigen, stappen
aan te wenden, zeer ernstige stappen
zelfs, opdat elk incident van dien aard
in de toekomst zou vermeden worden,
maar hun eenige eisch was, dat een
kort, doch ernstig onderzoek zou toe
laten, vast te stellen, wie werkelijk de
schuldigen waren.
Want nu kan men ook al zoo over
tuigd zijn, dat enkel de gouvernemen-
teelen er baat bij hebben, een Duitsch
of een Italiaansch schip te torpedeeren,
toch bestaat hier de mogelijkheid van
een vergissing.
En het minst, dat men dus met ze
kerheid mocht vaststellen, is wel de
nationaliteit en, indien het om een
Spaansche duikboot gaat, of zij tot de
regeeringsgezinden of tot de tegenpar
tij behoort.
Doch daaromtrent waren de Duit
schers en, met hun, dus ook de Italia
nen niet te spreken en men zal toege
ven dat Engeland en Frankrijk dan
geen reden meer hadden, om verder
toegevingen te doen, die hun onzijdig
heid in het Spaansche conflict zouden
habben doen opgeven.
De vrees bestond nu maar, dat wan
neer Duitschland en Italië de handen
vrij kregen en niet meer deel nemen
aan de controol, zij tegenover de
Spaansche rooden maatregelen zouden
treffen, die een werkelijke schending
zouden kunnen beteekend hebben van
de onafhankelijkheid van deze mo
gendheid, iets wat Frankrijk en Enge
land, die bijzonder, in het Westelijk
gedeelte van de Middellandsche Zee
groote belangen hebben, niet zouden
hebben kunnen dulden.
Doch weldra bleek het, dat Duitsch
land, indien het er een oogenblik aan
gedacht had, toch niet zinnens was tot
zulke maatregelen over te gaan, en dit
eerste bericht bracht reeds heel wat
opluchting in de internationale mid
dens.
De heer Eden heeft inderdaad reeds
in het Britsche parlement de verzeke
ring kunnen bekend maken, die
den Britschen gezant te Berlijn door
den heer van Neurath werd gegeven
dat Duitschland zich nog steeds gebon
den acht, door het accoord van Niet
inmenging.
Het gaat dus enkel, om de controol
zelve, waaraan Duitschland en Italië
niet meer deelnemen.
En dat kan men eigenlijk best be
grijpen, indien Duitschland werkelijk
overtuigd is, dat de Leipzig door
gouvernementeelen onderzeeër
aangevallen werd, dat het zijn schepen
niet langer aan zulke gevaren wenscht
cloot te stellen, zoolang ten minste
geen werkelijke waarborgen van veilig-
reid van beide partijen, bekomen zijn.
Maar ondertusschen is het ook niet
meer zoo heel zeker, dat Berlijn en
lome, voor wat dit punt betreft, vast
aij hun standpunt blijven zullen.
Later, werd men van uit Rome een
zekere vrees gewaar, dat andere mo
gendheden wel eens de plaats zouden
cunnen innemen, die Duitschland en
talie niet meer bezetten willen en en-
cele hunner oorlogsschepen aan de
controol zouden laten deelnemen.
Nu weten Berlijn en Rome zeer goed
dat de meeste Europeesche landen steu
nen op een democratisch-gezinde meer
derheid of, om andere reden nog, de
politiek van Duitschland en Italië niet
genegen zijn, en zij kunnen dan de ge
wettigde vrees koesteren, dat een con
trool, die uitgeoefend zou worden, uit
sluitend door landen, waarvan de lei
ders eerder den rooden, dan generaal
ranco sympathiek zijn, een controol
zou kunnen worden, die werkelijk niet
naar hun hart zou zijn.
En de schrik, te dezer zake, zou dan
wel eens het begin van de wijsheid
cunnen worden.
Ook zou het niemand moeten ver
wonderen, indien de geheime diploma
tie, een weg vond, daar waar de open
bare besprekingen tusschen de vier mo
gendheden te Londen, tot geen verge-
ijk hadden kunnen leiden.
En dat zou dan, ten slotte, een ver
heugend nieuws zijn, want hoe mank
de werking van het Comiteit van Lon
den ook tot hiertoe zij geweest, toch
reeft zij ons het ergst bespaard
Het maken van Spanje tot het wer
kelijke slagveld, waar niet enkel een
aantal vrijwilligers van verschillende
naties, maar de heele legers van Euro
peesche mogendheden, elkaar zouden
rebben ontmoet M.
Zondag morgen liep de droeve mare
over stad Heer Nestor Lietaert is
raastig overleden
De dierbare afgestorvene was alge
meen gekend en geacht in de stad en
zelfs in de gansche streek, om zijn
oprechtheid en ronden inborst.
Hij werd te Poperinghe geboren den
6 Januari 1 894.
Bij het uitbreken van den oorlog,
nam hij, als vrijwilliger dienst bij het
3elgisch Leger en miek er den gan-
schen oorlog mee. Om zijn groote dien
sten, werd hij vereerd met het Oorlogs
cruis met Palm, de Medalie der Vrij
willigers,de Overwinningsmedalie en de
derinneringsmedalie 1914-1918.
Als Oorlogsinvalied kwam hij, na
den oorlog naar zijn geboortestad te
rug en stelde zich dadelijk aan als een
dapper handelaar en zakenman.
Het kranig beleid zijner zaken bracht
poedig zijnen handel tot een der
machtigste van de streek en van het
and.
Een Duitsch Oud-Strijder aan
het Woord te Parijs.
De leider van de Duitsche oud-strij
ders, de heer Oberlindober, heeft voor
iet congres, dat te Parijs door de Fran
sche en Duitsche oud-strijders gehou
den wordt, een rede uitgesproken waar
in hij onder meer het volgende betoog
de
Wij soldaten van het front hebben
den vrede lief, omdat wij den oorlog
hebben leeren kennen. Wij wenschen
een vrede, die voor beide landen even
eervol is. Wij zien in de Fransche natie
den geboortegrond van die mannen,
wier dapperheid en plichtbetrachting in
de loopgraven onze achting gewekt
heeft. In deze achting, die wederkeerig
zijn wij tot samenwerking met de
Fransche oud-strijders gekomen. Nu
vraag ik u, in uw hoedanigheid van
oudstrijders, u eenmaal rekenschap er
van te geven, hoe weinig geschilpunten
er eigenlijk nog tusschen onze beide
volken bestaan. Het Duitsche volk is
weer sterk geworden, het maakt zich
op om zich met wilskracht en toewij
ding een toekomst te verschaffen. In
dit feit ligt geen enkel gevaar of zelfs,
maar een bedreiging voor onze Weste
lijke naburen. Wij, Duitsche oudstrij
ders, zijn van meening, dat men elkan
der van nabij moet leeren kenrien
Want in het elkander leeren kennen
ligt reeds in het wederzijdsch begTij
pen het begin van kameraadschap.
Europa is voor een nieuwen oorlog
te klein geworden, maar voor een ver
trouwelijke samenwerking is het groo
genoeg. Voor twee volken, die in de
laatste duizend jaren den hoogsten wa
penroem in hun vanen hebben kunnen
schrijven, moge de weg naar den vrede
een nieuwe en grootere eer zijn.
Heer NESTOR LIETAERT.
Om zijn uitgebreiden handel met het
buitenland telde hij vooral vele vrien:
den in Frankrijk.
Heer Nestor Lietaert was een recht
schapen man en had alles over voor
zijn medeburgers. Nooit deed men op
zijn welwillendheid beroep oi met ge
noegen deed hij al wat in zijn macht
was om voldoening te geven.
Tot gemeenteraadslid verkozen den
15 April 1932, trad hij menigmaal op
in den gemeenteraad, en wist er dik
wijls zijn klare zienswijze te doen aan
nemen. Steeds beoogde hij maar één
doel, namelijk de gelijkheid voor ie
dereen en de rechtvaardigheid, met
een groote voorliefde voor zijn Stads-
genooten.
Als Bestuurlid der Koninklijke Phil
harmonic bracht hij veel bij tot haren
bloei en vooruitgang.
Overal was hij op de eerste rangen
waar het er om ging den handel en de
nering zijner stad te bevoordeelen en
hij verleende er zijn grootsten steun toe
Het was dan ook onder de deelne
ming van een ontelbare vriendenschaar
dat de dierbare Afgestorvene Donder
dag morgen ten grave werd gedragen.
Aan het offer scheen geen einde te
komen, meer dan 1 000 gedachtenissen
werden uitgedeeld.
De klagende tonen der treurrnarchen
uitgevoerd door de Koninklijke Phil
harmonic, geleidden verder den :3toet
tot aan het geopende graf, waar de,
helaas zooveel te vroeg, verdwenen
volksjongen, zijn laatsten slaap zal ge
nieten.
Deze rubriek ia bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verachillende
bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezer* van de Gazet van Poperinghe ten
titel van documentatie.
Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons
het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren.
De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun
bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE.
HOE ONZE ORGANISMEN UITBREIDEN
door Strijdmakker Gossiaux, Hamont.
De Gazet van Poperinghe bied
aan de geachte Mevrouw Nestor
Lietaert-Vandevoorde, haar Kinderen
en Familie, hare diepste gevoelens van
deelneming aan.
O
VERKLARINGEN VAN KONING LEOPOLD III.
Onze Vorst ontvangt de Voorzitters
van de Oud-Strijders Vereenigingen.
Vrijdag namiddag heeft de Koning
in het Paleis te Brussel de Voorzitters
ontvangen van de groote vereenigingen
van oudstrijders uit het land.
De Koning heeft de voorzitters als
volgt toegesproken
Rede van den Koning.
Ik hield eraan U te ontvangen Mij
ne Heeren, in uw hoedanigheid van
door uws gelijken vrij gekozen en ver
antwoordelijke leiders der oudstrijders
aonden.
Op Woensdag 23 Juni, heb ik ge
hoor gegeven aan eenige burgers die
het aan eiken Belg verleende grond
wettelijk recht van petitie wenschten
uit te oefenen, en die zich aanstelden
als tolken van een Oudstrijdersgroep.
Ik heb naar hsn met aandacht ge
luisterd tn ik heb beloofd als grond
wettelijk Vorst hun rekwest na te gaan.
Er kwam onder andere het verzoek
in voor om een volksreferendumbegin-
sel uit te vaardigen over het vraagstuk
dat door de wet van I 1 Juni geregeld
werd.
Geen Volksreferendum.
Een dergelijk verzoek kon niet wor
den ingewilligd het referendumbegin
sel wordt niet door de Grondwet er
kend.
In den huidigen staat onzer wetge
ving is het den Koning dan ook niet
mogelijk een zulkdanig initiatief te ne
men.
Wat de andere verzoekpunten be
treft, kan ik mij alleen, naar het voor
beeld mijner Voorgangers, gedragen
overeenkomstig de beginselen van ons
Nationaal Statuut.
Ik zal hier namelijk aan de woorden
herinneren c'oor Koning Leopold II den
1 7 September 1 884 tot zekere gemeen
telijke magistraten gericht die Hem
verzochten geen sanctie te verleenen
aan de schoolwet.
k aan', aard Uwe petitie, zegde de
Koning, als de uitdrukking van een
jonge L beralen, indien U nultig aan uwe
Partij wilt zijn, ziehier wat er te doen valt.
Het is duidelijk dat onze Partij lijdt, om
dat ze geen werken bezit of ten minste om
dat er niet genoeg werken bestaan.
De taak die U te wachten staat is dus
«lichter te worden van werken, zooals syn-
dikaten, hulpen werklooskassen, secretariaat
van leertijd, kring van onderlingen bijstand
n ge al van afsterven, enz.
'skere personen zullen antwoorden dat
we le laai komen en dat de stichting onmo-
geijik is. Het is nooit te laat om goed te
doen en indien de stichter volhardt zal hij
tot een goede uitslag komen.
Ziehier volgens mijne meening de ration-
neele manier om zulke onderneming tot een
goed einde te brengen. Vooreerst, stelt U
in verbinding met een goed liberaal van een
der voornaamste gemeenten van het kanton.
Zoodra U uw man bezit, waarvan U een der
leiders van het te stichten werk maakt, legt
U hem de zaak uiteen en raadt U hem aan
enkele vrienden te ontmoeten, welke U even
tueel met hem bezoekt en na deze bezoe
ken word. er een algemeene vergadering
belegd en wordt er overgegaan tot het noe
men van een voorloopig bestuur.
Na deze zitting, laat U een artikel in een
dagb ad verschijnen meldende dat een werk
werd gesticht en dat een voordracht in de
gemeente gehouden wordt, waarop U de
gansche bevolking uitnoodigt.
Wanneer de datum van de voordracht U
bekend is, laat U een uitnoodiging drukken
welke docr de diensten van de post uitge
deeld wozcit, ten einde niemand te vergeten,
want men moet vermijden van de gevoelens
en de vatbn? rheid van de inwoners te kren
ken.
Tijdens de voordracht raakt U de zwakke
punten aan, welke U te voren door de lokale
."gevaardlgde worden aangeduid.
Men moet ten eerste in de gemeenten de
werken stichten die aan de eerste noodwen-
ilghcden van de bevolking Leantwoorden en
waarin deze een rechtstreeksch en geldelijk
belang vindt.
De propaganda mag niet ophouden alvo
rens het leven van de nieuwe kring verze
kerd is, want men moet niet alleenlijk het
werk, maar insgelijks zijn bestaan verzeke
ren, dus de positie niet verlaten alvorens
verzekerd te zijn in uw poging geslaagd te
hebben. Indien U een nuttig werk kunt stich
ten, zullen de andere organismen spontaan
in het leven komen. Een kleine zweepslag
ofwel een gelukkig initiatief zullen spoedig
de basis van een nieuw organisme vormen
indien de lokale ijver te wenschen overlaat.
Ik heb alleenlijk in het begin van dit ver
slag de werken aangeduid welke een nuttig
of geldelijk karakter hebben, omdat ze voor
de bevolking de belangrijkste zijn.
Er zijn er nochtans anderen, zooals de
Jonge Wachten, de tooneelmaatschappijen,
maatschappijen van muziek, voetbal, voor
drachtkringen, bibliotheken, enz. Het aantal
leden hangt af naar gelang de propaganda
voor het werk van eerste noodzakelijkheid
krachtig en wel ingericht zal geweest zijn
het is dus onnoodig te zeggen met welke
zorg dit werk moet ingericht worden.
Op gebied van werken hebben wij met
twee gevaarlijke en wel ingerichte mededin
gers te kampen, de klerikalen en de socia-
l'sten ze zijn des te meer te vreezen daar
ze wel ingericht zijn sinds lange jaren. Maar
dit is geen voldoende rede noch een voor
wendsel om de wil van degene die een werk
wil stichten, tegen te houden.
Ziedaar bondig uiteengelegd de methode
welke ik als de beste aanschouw en om te
eindigen, zeg ik DIE WIL, KAN.
mijn oordeel, dat men de amnestiewet,
door een eerbiedwaardige maar zeker
op misverstanden berustende angstval
ligheid, het karakter heeft gegeven van
een aanslag op de waardigheid van het
Land en de eer van onze oorlogshelden
Wat men ook over amnestie denken
mag, die waardigheid en die eer blij
ven ongerept, dat kan ik u beslist ver
klaren.
Anderzijds wil ik U spreken over
wat, met een verkeerd woord, de be
stuurlijke amnestie wordt genoemd.
Wanneer even voor zijn dood, mijn
betreurde Vader, in antwoord op een
verzoek van de Oudstrijders, zijn Re
geering aanzette de betwiste gevallen
der agenten van de Openbare Besturen
door een college van hooge rechters te
doen vonnissen, dan deed Hij zulks in
de overtuiging dat het vraagstuk eens
voor goed zou zijn beslecht.
Ik zou niet kunnen aannemen, dat,
na drie jaar, uitspraken zouden worden
herzien die op het initiatief van mijn
Vader en in overeenstemming met de
groote meerderheid van het Land ge
troffen werden.
Mijn Regeering is besloten nooit van
deze gedragslijn af te wijken.
De bestuurlijke amnestie.
Wat de verbintenissen betreft die
door de Regeering zijn aangegaan, be
trekkelijk de gebeurlijke herstelling van
klaarblijkelijke dwalingen, de individu-
eele gevallen waarover nog niet werd
beslist, het is goed verstaan dac zulke
verbintenissen geen de minste afbreuk
toelaten aan de hoofdzakelijke begin
selen die ik heb aangehaald.
Ik ben ervan overtuigd, dat gij
steeds tuchtvol de vrije betuiging der
gevoelens van de Oudstrijders zuit
richte" ir» den stipten eerbied van de
Overheid, de wetten en de voorschrif
ten die het gedrag van alle burgers
regelen.
De dienst van het Vaderland waar
voor gij gestreden hebt, moet het eenig
doel blijven van uw gemeenschappelij
ke daden.
Meer dan ooit, heeft Belgie een
dracht en innerlijken vrede noodig
wensch door menigvuldige burgers
voorgedragen. Zooals gij weet, heb ik
ook in tegenovergestelden zin zeer tal
rijke petities ontvangen. Tegenover
zoo sterk uiteenloopende meeningen,
moet ik mij gedragen naar den wil van
ret Land, zooals die door de meerder
heid in beide Kamers werd uitgedrukt.
Geen sprake van Kamerontbinding.
Ik zal steeds mijn grondwettelijken
eed getrouw blijven. Ik zal voortgaan
met de regelmatige werking van het
parlementair stelsel te verzekeren.
Er kan in dergelijke gevallen dus
geen sprake zijn van de Kamers te ont
binden, noch het ontslag der Regeering
te eischen.
In de beoefening van zijn ambt mag
een Grondwettelijke Vorst door raad
alleen tusschenbeide komen, bezorgd
om steeds de edelste verzuchtingen en
de heiligste belangen van het Land te
dienen.
De ontroering echter die thans
heerscht in het Land kan niet worden
ontkend.
Maar het hoort dat ze in orde en
wettelijkheid tot uiting komt.
De Oudstrijders die de bestendige
belangen der Natie ten koste van hoog
ste persoonlijke offers hebben verde
digd, zijn binnen deze perken evenals
alle burgers gerechtigd, hun gevoelens
te betuigen.
En als het er op aankomt overleve
ringen van eer en loyauteit te huldigen,
dan moeten zulke gevoelens de zeer
ernstige aandacht trekken van het
Staatshoofd en de Volksvertegenwoor
diging. te versterken. .teelde.
Wat mij betreft, en in de mate van
de macht die mij door de Grondwet )and gered
wordt toegekend, zal ik er over waken! Heden nog hebt gij een diep-vader- Sen' blijkt het noodzakelijk, om zulks
dat geen overwegingen, die tegen recht I jandlievende rol te vervullen. te vermiiden, de bevoegdheid tot on-
en nationale waardigheid moe hten in- Ik vraag u al uw zorgen aan deze derzoek, welke door de bestaande wet-
druischen, het geweten van het Land zending voortaan te wijden geving aan het personeel van het Be
komen kwetsen. Dusdoende zult gij, dat mag ik u s]tuur verleend wordt, uit te breiden,
De waardigheid °n de eer biiiven verzekeren, de inzichten beantwoorden oor °an aatstgenoemCje uc t van \i-
waardigheid _n de eer bnjien j„r sitatie te verleenen in alle om t even
oneereDt ivan Hem- dle gedurende den oorlog
008 P 'uw groote Leider is geweest. i^e,lkf lokalen die tot opslaan van ta-
jbak kunnen dienen,
Verbetering van het Fiskaal Regiem.
De regeering heeft een wetsontwerp
ingediend tot verbetering van het fis
caal regiem dat de tabakplanters treft.
In de toelichting van dit ontwerp lezen
wij
Voor de heffing van het cccijnsrecht
op de in Belgie geoogste tabak, rang
schikt de wet de panters in twee ka-
tegorien
a) Dezen met een teelt van hoog
stens 1000 planten en die onderwor
pen zijn aan het accijnsrecht van 6.2 5
fr. per 100 planten, forfaitaire belas
ting waarbij geen rekening gehouden
wordt met de werkelijke hoeveelheid
ingeoogste droge tabak
b) Dezen die meer dan I 000 plan
ten telen en die belast worden tegen
1 frank per kilogram ingeoogste droge
tabak met minimum van 6.25 fr. per
1 00 planten. Dat minimum is van toe
passing ingeval de oogst geen kilogram
per 1 6 planten oplevert. Alsdan betaalt
de planter in werkelijkheid meer dan
fr. per kilogram ingeoogste droge
tabak. Wanneer bij voorbeeld een teelt
van 10.000 planten waarvoor een
minimum accijnsrecht van 625 fr.
verschuldigd is slechts 500 kilogram
tabak opbrengt, wordt één kilogram
tegen 1.25 fr. belast.
Ten gevolge van de ongunstige
weersgesteldheid is de tabak.oogst van
1936, in sommige streken van het land
dermate mislukt dat hij geen kilogram
per I 6 planten heett opgeleverd.
Om het nadeel te milderen dat de
planters deswege ondergaan, acht men
dat men wel tot de opheffing van het
belastingminimum moet overgaan voor
beplantingen van meer dan 000 plan
ten, zoodat, in elk geval de accijns
slechts verschuldigd zou zijn ten be-
loope van de hoeveelheid werkelijk
ingeoogste droge tabak.
Trouwens wordt voortdurend kritiek
uitgeoefend in verband met de mini
mumbelasting op voet van 1 kilogram
per 16 planten, omdat zij den plan-
Gebruiktüwgezag van Ou7sï*rijders ter toe, af"spoort de meest opbren-
om dezen vrede in de geesten te doen Sende tabaksoorten te kweereen, on-
heerschen en de nationale eendracht Seac,ht de hoedanigheid van het ge-
Reeds eenmaal hebt gij het Vader-! Gezien de beoogde maatregel noch
tans sluikhandel zou kunnen meebren-
1 rouwens, het is ten onrechte, naar