VERJARING Onze Koning in Engeland. Waarover iedereen het eens is! 17* JAAR. NUMMER 47. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN! GEBROEDERS DUPONT PROPAGANDATREIN DRINKT KING STOUT IDEEN EN DOCUMENTEN CHARLES LINDBERG. DE WONINGEN IN HET LAND. PROEFT CASTAR BIER WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 21 NOVEMBER 1937. YAH POPERINGHE ABONNEMENTEN 1 Jaar. per poat16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers 0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars Yperstraat, 2, POPERINGHE. Postcheck 484.59 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Bijdragen in te zenden tegen Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze ingezonden artikels worden in de scheurmand gegooid. AANKONDIGINGEN Per regel 1.00 fr. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen pe- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. BURGEMEESTERS COLAERT EN LAHAYE, gekijkt bij hun feestelijke ontvangst in de Guildhall te Londen. Hij was een rechtschapen man en al die hem kenden achtten en beminden hem. Hij was een ware volksvriend en goede raadsman. Voorzichtige en wij ze bestuurder hij leefde maar voor zijn medeburgers. Gelukkig hij die acht geeft op den arme en ellendige. Vlet kleine aandenken van den overleden Volksvriend Nestor Lahaye, glijdt mij heden een nieuwe maal onder de oogen. Die mooi-sprekende levens trekken van Burgemeester Lahaye drin gen mij zeer diep te binnen. Dit kleine aandenken is mij een on schatbaar iets. 'k Herlees het dikwijls, voor de zoo- veelste maal en steeds altijd met even veel genoegen. De zinnen zijn kort, maar kenschet send. Die het Godvruchtig aandenken van overleden Burgemeester leest, en wie zijn karakter, zijn persoonlijkheid en zijn burgerleven heeft bijgeleefd. ja, die bekent al gauw.'t is wel hem dien braven vent van 't Zwynland Staart men daarna het portretje aan, dat op de keerzijde geprent, U schijnt te glimlachen... hewel, dan wordt U onwillekeurig tot het herinneren ge dwongen, dan is het alsof Burgemeester Lahaye daar levend vóór U stond, ja, dan gebeurt het, alsof het enkel giste ren was dat hij U zijn welbekend dag ventje toestuurde. En neen dit alles is maar teleur gestelde verbeelding. Neen De bloote realiteit echter is, dat wij met enkele vrienden, hier, op heden voormiddag 15 November, spraakloos en diep ont roerd, bij het nederige graf staan van den betreurden Burgemeester. De kille Novemberlucht overwelft het met bloemen overladen graf. De herfstwind blaast haar treurigen zang aldoor de geelkleurige doode bladeren die de natte bodem van het steen over dekken. De natuur mengt zich aan onze diepgevoelde droefheid. Winter boven het graf Winter in ons hart Een bloemenzee golft rondom den grafsteen. Daar, ergens in het midden, rijst een ellendig bloementuiltje bovenop tus- schen de andere, oneindig-mooier en meerkleurige bloemenopdrachten.Al is het zoo klein... het blijkt ons het schoonste te zijn want het schriftje dat er bij steekt, klinkt toch zoo aan doenlijk zoet, wij lezen Een arm mensch aan Nestor van 't Zwynland, den betreurden troost der gebrekki- gen In ons oog pinkelt een traan I 't grijpt ons aan 't hart. Hier bij het graf gebogen, in de stil te van deze verlaten natuur, herinneren wij ons het best den goeden Nestor Lahaye z'en lichtblauwe kijkers wel ke zoo zoet fonkelden onder dien sche del die bedekt was met weelderige grijze haren. Zen altijd aanmoedigend woord en vriendelijken glimlach zen bekend handgebaar, waarmede hij zijn hoedje wist af te nemen en den Dag ventje waarmede hij eenieder, 't zij groot of klein, rijk of arm, minister of werk man, begroette. Wij herinneren ons, met grooten weemoed, den onvergetelijken Burge meester HIJ, die daar in het nederige graf zijn laatste rust geniet HIJ, die gedurende 16 ononderbro ken lange jaren, onzen eersten en flink- sten Burger is geweest HIJ, die het Poperinge tot den hoogsten bloei en roem heeft gebracht; HIJ, a^an wie de Stad Poperingie het fransche oorlogskruis te danken heeft HIJ, die, uitgenoodigd door George V, Koning van Engeland, door duizen- de engelsche burgers in de Guildhall te Londen werd toegejuicht HIJ, die den bemindsten politieker der Stad Poperinge is geweest HIJ, den overleden Nestor Lahaye, onzen gewezen sympathieken Burger vader en grootsten volksvriend van 't Westland. Diepbetreurde Burgemeester Nestor Lahaye, uwe gedachtenis zal ons im mer bijblijven. Rust in vrede L. M. DE GEBEURTENIS VAN DEN DAG. EEN OPRECHTE EN GEWETTIGDE VOLKSGEESTDRIFT. Over welk onderwerp het ook gaat in een samenspraak, vaak is men verschillend van opvatting. Maar Wanneer men over pharmaceutische producten spreekt en meer speciaal over Aspirine, dan zal zonder uitzondering eenieder de groote kwaliteiten roemen van dit vooraan staande product, tegen alle pijnen, hoofdpijn, zenuwpijnen, rheumatiek. ?nzHare vlugge en afdoende werking, haar absolute onsenade- Likheid en haar goede verdraag zaamheid door groot en klein, hebben aan Aspirine een wereld roem geschonken, welke niet de ©inste tegenspraak ondervindt. DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN noodigt vriendelijk de bevolking uit tot het bezoek van den op 28 November 1937, van 11 tot 17 uur in het station POPERINGE TOEGANG VRIJ HET ZOMERUUR HEEL HET JAAR DOOR. Door de Belgische Sterrenkundige Maat schappij werd het ontwerp besproken en ingestudeerd over het behouden van het Zo meruur het heele jaar door. Naar het schijnt zou het Winteruur vele nadeelen hebben, terwijl de liefhebbers van het Zomeruur het heele jaar door merkelijk zijn aangegroeid. Wij beleven het weer eens, dat Bel gie, terwijl zoovelen van zijn eigen zo nen thuis volop doende zijn om het te discrediteeren, in den vreemde de hoogste waardeering ondervindt. Er is geen land ter wereld, dat over al zoo hoog in aanzien staat als het onze. Dat weten alleen zij niet, die nooit een voet over de grenzen hebben gezet. Geen burger voelt zich in welk vreemd land ook meer-welkom dan de Belg. Ook en zelfs in die landen, waar mee het in oorlog is geweest. Die we reldsympathie is zeker niet het minste van de erfenis, die de dooden van de zen oorlog ons hebben nagelaten. Alom wordt ons land nog steeds ver eerd als een voorbeeld van nationale eer en eerlijkheid, en het is schier won derlijk verheugend, dat al de domme en boosaardige dwaasheden van onze eigen politiekers, en de misdadige be drijvigheid van diegenen onder ons, welke hun schoone Belgische vrijheid tegen een Hollandsche, Duitsche of Fransche dienstlivrei zouden willen ruilen, aan deze prachtige faam nog altijd geen noemenswaardig kwaad hebben kunnen doen. En zoo zien we nu weer heel Enge land in het teeken van de sympathie voor Belgie staan, op 't oogenblik-zelf, dat Belgie niet in staat schijnt om zich- zelve een regeering te kiezen. Hiervan zegt het voornaamste or gaan der Britsche openbare opinie, de Times zeer gevat dat het wel een sterk bewijs is voor de stabiliteit van het Belgische Rijk, dat zijn Koning al oefent hij ook een diepen persoon lijken invloed uit op de zaken in zijn land, zich in alle gerustheid buiten de grenzen heeft kunnen begeven, terwijl zijn regeering in een overgangstijdperk verkeert, en dat een autocratisch vorst daaraan zeker niet zou hebben kunnen denken. Zoo beschouwt men in Engeland thans algemeen den Koninklijken gast van de Natie als een voorbeeldige belichaming van het democratische re giem, dat nergens in hoogere eer staat dan in het Britsche Rijk. En de hulde aan deze eigenschap van het Engelsche volk was zeker niet het minst belangrijke deel in den heil dronk op Koning George, door Leo pold III aan het feestmaal in Buckin gham-Palace uitgesproken. Hierdoor heeft onze vorst toch voor heel de wereld getuigenis afgelegd van zijn afkeer voor welk regiem ook, dat hemzelf met een onbeperkte macht zou kunnen bekleeden en van zijn verlan gen om nooit meer te zijn dan de eer ste burger van de Natie. Ieder van zijn woorden was daar trouwens volkomen op zijn plaats. Niet het minst natuurlijk de uitdrukking der eeuwige erkentelijkheid van het Belgisch volk voor de hulp die het in de ure van zijn hoogsten nood vanwege Engeland ondervinden mocht en van zijn vertrouwen, dat het steeds en weer opnieuw op dezen bijstand zou mogen rekenen, mocht het ooit nog eens wor den overvallen. Maar dan mocht onze Koning wiens heele tafelrede trouwens van de, voor dergelijke gelegenheden pasklaar- gemaakt banaliteiten vrij was, er ook wel bijvoegen, dat Belgie ten allen tijde en in iedere omstandigheid deze hulp waardig zal zijn door zelf het ma ximum te leveren van de krachtsinspan ning tot zijn eigen verweer. Terwijl hij Engeland bedankte om de onlangs nog herhaalde verzekering, dat het, tot verdediging van Belgie's onafhankelijkheid ten allen tijde op nieuw het zwaard zou trekken, ver zuimde onze Koning niet, erop te wij zen, dat hij vanwege Duitschland thans dezelfde verzekering ontvangen heeft, en dat mocht dan wel gelden als een herhaling van zijn vroegere plechtige boodschap tot alle landen van de we reld, dat Belgie volkomen onafhanke lijk en souverein wenscht te zijn, met al zijn buren op denzelfden voet van loyauteit wenscht te leven en iedere hulp aanvaarden zal,tegen iederen aan val, van welke zijde deze ook zou komen. Doch, al mocht en moest dat nog eens gezegd en vooral dan te dezer gelegenheid en op deze plaats zoo veel staat toch boven iederen twijfel verheven, dat van alle hypothesen van gevaar voor ons nationaal bestaan,deze van een aanval van Engelsche zijde volkomen dient uitgeschakeld. Met Engeland zijn we pooit in oor log geweest, en niemand vermag zich eenige reden voor te stellen, waarom I we er ooit in oorlog mee zouden gera ken. Dat is geen gevoelskwestie, maar een zaak van politiek belang, en er is geen belang van Engeland denkbaar, dat het er zou kunnen toe drijven om ons aan te randen met de bedoeling om onze nationaliteit te vernietigen Integendeel is het immer Engeiands direct belang geweest en zal het immer zijn direct belang blijven, dat die plek van het Vasteland, van waarop het in zijn handel en zijn scheepvaart het meest benadeeld en in zijn veiligheid het meest bedreigd worden kan, ten eeuwigen dage in het bez't blijve van een klein volk van hetwelk het nim mer iets kan te vreezen hebben. En, als de vriendschap en de be scherming van Engeland voor Belgie op een zoo vasten zakelijken grond ge bouwd zijn, dan spreekt het ook van zelf dat wij nooit eenigen meer solie- den ruggesteun zullen kunnen vinden dan in de Engelsche wereldmacht. Er wordt tegenwoordig veel gespro ken over assen maar als één as nog altijd door heel den aardbol steekt en alle vertrouwen inboezemt betref fende haar soliditeit, dan is het wel deze van het Britsche imperium. In zijn heildronk heeft onze Koning ook gewezen op de eeuwenoude tradi ties van het Engelsche volk. Het zijn deze tradities die den hechtsten waar borg vormen voor de verbintenissen die Groot-Brittannie aangaat, en waar aan wij, Belgen dus de hogste waarde dienen te hechten. Zoolang het gezag in Engeland in al zijn vormen nog omkleed zal zijn door het vertoon uit den grooten tijd van Hendrik VIII en Koningin Elisabeth, zoolang ook zal Britsch synoniem zijn van stevig,van duurzaam,van blijvend. Zoolang zullen de Britsche politiek, het Britsche woord, de Britsche hand- teekeningen dingen zijn, waaraan de menschheid nog houvast hebben zal, waarop zij zal kunnen bouwen, en dat is wel een groote gerustheid in dezen tijd van algemeene verdwazing op ons Continent wanneer alle politieke stroomen, rivieren en beken erop, naar nieuwe beddingen zoeken, en overal de grond wegspoelen onder ons voeten. Het zal ons nog wel eens kunnen overkomen, dat we den Britten egois me ten laste zullen willen leggen,maar dan zullen we goed doen, er steeds aan te denken, dat wij, Belgen altijd op een of andere manier mede door dit egoisme worden gediend en niet het minst dan zeker wat betreft ons kolo niaal bezit voor welks behoud wij, volkomen machteloos als wij toch ter zee zijn steeds in de allereerste plaats op Engelands bescherming aan gewezen zullen blijven. Al deze en nog zooveel meer over wegingen zijn dus wel van aard om ons bij het zoo hartelijk onthaal dat onzen Koning in het machtige Britsche Rijk ten deel valt op dit oogenblik, tot de diepste voldoening en vreugde te stem men, en nog meer tot een groote ge rustheid in dezen zoo onweerzwange- ren tijd. R. m EQ DE ALLERBESTE BALSEM TEGEN DEN HOEST. Te verkrijgen in Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten titel van documentatie. Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren. De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE. ANDRE ROMMEL. OOSTCAMP. de Apotheek LEURIDAN, Bertenplaat», 8, te Poperinge. MEER ERVARING... Om goede radiolampen te vervaardigen, 1» het niet zonder nut gedurende 45 jaar gloeilampen te hebben gefabriceerd, waarvan de techniek bijna dezelfde is als deze van radiolampen. Zoo ook is de ervaring op uitzendigsgebied van een zeker belang voor de techniek van de ontvangst. Bij een groote ervaring op deze verschil lende gebieden, voegt Philips nog het voor deel de grootste laboratoria der wereld te bezitten, waardoor het mogelijk is, zoowel voor radiotoestellen als voor vele andere produkten, steeds aan de spits van de voor uitgang te blijven. Vermits nu toch een Brusselsch blad de zaak van den Lindberghbaby heeft opge rakeld, zal het niet zonder belang zijn de lezers van ons blad 't een en 't ander over Lindbe rg te vernemen. Wellicht herinnert gij U nog allen hoe over enkele jaren in de Vereenigde Staten van Amerika, het zoontje van Lindbergh, den goed bekenden oceaanvlieger, uit zijn sjcci^. werd ontvoerd. Sindsdien heeft men van liet kind niets meer gehoord en Haupt- man, de vermoedelijke moordenaar werd ge- electrocuteerd. In het Waalsche stadje Wavre meent de icporter den baby te hebben teruggevonden. Bij het voorleggen van een prentenboek zou den knaap onmiddellijk zijn vader hebben erkend, alsook Hauptman die stoute me neer Wat er ook van zij, durven we ver- hoopen voor den baby en de ouders dat de reporter een oplossing aan dit droevig ge heim heeft gevonden. Wie nu Charles Lindberg was Het .s niet zonder reden dat Zweden zijn spijt uitbazuinde wanneer de familie Lindbergh onlangs uit de V.S. is ontvlucht en in En geland een schuiloord is gaan zoeken. De grootvader van Charles was een Zweed die rond de jaren 1860 uit Zweden naar de Nieuwe wereld was overgevaren. Niemand zal het dus verwonderen dat de Zweden fier zijn over hun nakomeling en het spijtig von den dat hij niet bij hen een schuilplaats heeft gezocht tegen pers en publiciteit. Op 2 Februari 1902 werd Charles Lind bergh geboren en groeidde op langs de oe vers van de Missisipi totdat den tijd geko men was dat de familie Lindbergh naar Was hington verhuizen moest. Vader immers was lid geworden van het congres. Naast het uitpakken van kwajongenstreken met Teddy Roosevelt, met wie hij ondertus- schen vriendschap had gesloten, was zijn voornaamste bezigheid het opmaken van vliegtuigmodellen en valschermen. Charles Lindbergh bezocht de Hoogere school, daarna de universiteit van Wisconson waar hij zijn opleiding kreeg als werktuig- kundig-ingenieur. Vooral vliegtechniek in teresseerde hem en pas was hïjv 1 9 jaar, of hij liet zich inschrijven in de vliegschool te Lincoln als leerling-vlieger. Hier nu kwam de echte Lindbergh uit, koelbloedigheid en vastberadenheid in de meest gevaarlijke toestanden kenmerkten hem meer dan eens gelukte hij erin met een valscherm aan een gewissen dood te ontsnappen. Ondertusschen had Charles Lindbergh be zigheid gevonden in een garage, waar af en toe ook vliegtuigen te répareeren waren. Zoo gelukte hij erin een occasie-toestel te koopen, die weldra omvormd als taxi zou dienst doen. In 1924 verloor hij zijn vader en moest lun ook voor zijn moeder zorgen, hij en- a ;ceide zich als leerling bij de militaire >^leidingschool voor vliegers te Santo An- onio. Als réserve-luitenant bij de jagersvliegers kwam hij in Februari 1925 in dienst van een vliegtuigenfabriek. Het is zeker een zeer gevaarlijken stiel de vliegtuigen en types te moeten beproeven die theoretisch wel vol maakt maar in feite den jeugdigen Lind berg weieens tot het intoomen van zijn stoutmoedigheid dwongen, wilde hij nog wat van het leven genieten. Enkele maanden later werd hij als piloot bij de Robertson Aircraft Company aange nomen en had er den nachtdienst tusschen S. Louis en Chicago waar te nemen, zeker geen gemakkelijken dienst, vooral toen niet wanneer van blindvlieginstrumenten of draad looze télégraphie nog geen spraak was. Het is in overleg met den heer Robertson dat Lindbergh aan zijn Oceaanvlucht dacht, de noodige gelden werden weldra verza meld, de Spirit of St. Louis aangekocht, een eerste proef van de Ryan Company waar hij zijn vliegtuig had laten bouwen naar New-York, 't zij 3 700 km. slaagde, zoodat Lindbergh, paraat, alleen nog gun stige weersomstandigheden had af te wach ten om zijn oceaansprong te wagen. Den morgen van 20 Mei 1927 startte de Spirit of St. Louis met den vliegenden gek aan boord Lindbergh alleen was zeker van zijn stuk, het volk gaf hem verloren vaar wel Neen, tot ziens antwoordde hij en weg was de Spirit of St. Louis. Eenieder weet hoe hij te Le Bourget geest driftig werd onthaald. Een schitterende loopbaan stond voor hem open. Hij werd directeur bij de Transcon tinental Western Airways, deedt vervolgens nog een reis rond de wereld in gezelschap van zijn vrouw, werd daarop directeur bij de grootste luchtvaartmaatschappij van de wereld, namelijk de Pan American Airways. Lindbergh is nu de V. S. ontvlucht, als ad viseur bij de Imperial Airways bewoond hij thans een prachtig landgoed in Engeland. Ondanks zijn groote faam is Lindbergh steeds denzelfden, eenvoiidigen jongen ge bleven en in die eenvoud wellicht ligt zijn grootheid en sympathie. André Rommel, Oostcamp. Gelukkig dat de Openbare Besturen en de Wetgeving er tegenwoordig wat meer belang in stellen hoe er thans ge bouwd wordt en welke woningen gezet worden. Het woningvragstuk is zelfs in verschillende oogpunten een heel belangrijk vraagstuk, want wonen en wonen is niet hetzelfde.Ten slotte moet het er immers op aan komen dat we gezond en gezellig wonen. Daar was immers een tijd dat ellen dige woonsten gebouwd werden, woon sten die vooreerst veel te klein waren voor het betrokken gezin en daarbij erg af te keuren waren om gezond heidsredenen. Ook in onze provincie was er een tijd dat er veel krotwoningen en nood- lokalen betrokken waren. Gelukkig is die tijd stilaan aan het verdwijnen dank vooral aan de hoogere besturen. We ontleenen enkele van die gege vens die van groot nut zullen zijn om in de toekomst de hoogere besturen tot leiddraad te dienen in 't werk tot ver betering der woningen in ons land. Naar gegeven inlichtingen aan de ge meenten onderscheidelijk gevraagd, zouden er begin 1937 nog ongeveer 1430 noodwoningen zijn, dat zijn woonplaatsen in barakken, oorlogs schuilplaatsen. woonwagens en zelfs af gedankte treinwagens Daarbij blijft bet evenwel niet, want in West-Vlaanderen zijn er nog meer dan 2000 huizen te vinden, die zelfs den naam niet meer verdienen van hui zen gebeeten te worden, namelijk ech te krotten Die plaatsen zijn het dus die we als krotwoningen vooral bestempelen. Dan zijn er in heel de provincie nog veel huizen te kort, wil ieder huisgezin behoorlijk geplaatst zijn. Het schijnt dat er niet minder dan 3000 werkmanswoningen zouden moe ten gebouwd worden, om te kunnen voorzien in de normale behoeften van de bevolking. In het jaar 1 846 waren er in Belgie op 100 huizen maar 20 hyizen met bovenkamers, dus slaapkamers. Veel huizen dienden en nu nog, als eetplaats, als woonpalats, als wasch- plaats en als slaapplaats. Hoe ellendig moet zulk een woning zijn als er dan verschillende kinderen in groot te brengen zijn. In dat zelfde jaar voornoemd waren er nog geen miljoen huizen in Belgie. Voegen we er dadelijk bij dat er maar 4.82 7.000 inwoners waren. Welnu, op een tegenwoordige bevol king van iets meer dan 8 miljoen in woners bezitten we nog geen 2 miljoen goede huizen De rijkdom van een land, zoo schreef een sociaal, is groote- lijks te meten aan het getal en de waarde van de woningen in dat land. Samen gevat komen de beslissingen van den Provincieraad hierop neer Door de Provincie wordt aan wettige gezinnen, die minstens twee leden tel len, bij voorkeur aan de meest kroost rijke die eene noodwoning bewonen, hulp verleend bij het bouwen van een nieuwe woonst, op voorwaarde Dat de ontruimde noodwoning da delijk gesloopt worde, zoodat ze niet meer kunne opgebouwd worden Dat het gebouwde huis het karakter hebbe van een goedkoope werkmans woonst, waarvan behoudens enkele uit zonderingen, de kostprijs met den grond niet hooger weze dan 30.000 fr. IN DEN NEGER F. BLANCKAERT-VERLEENE, MEESTER-KLEERMAKER Gasthuisstraat, POPERINGHE. EERSTE KEUS KOSTUIMEN, 0\ ER JASSEN. FANTAISIEBROEKEN Speciale Zwarte Stoffen voor Ceremonie EENIGE VERKOOPER DER BELGICA REGENMANTELS Specialiteit van Lodens gewaarborgde herkomst van Alsace en Tyrol. UNIFORMEN

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1937 | | pagina 1