VERJARING
Onze Koning in Engeland.
Waarover iedereen
het eens is!
17* JAAR. NUMMER 47.
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN!
GEBROEDERS DUPONT
PROPAGANDATREIN
DRINKT KING STOUT
IDEEN EN DOCUMENTEN
CHARLES LINDBERG.
DE WONINGEN
IN HET LAND.
PROEFT CASTAR BIER
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 21 NOVEMBER 1937.
YAH POPERINGHE
ABONNEMENTEN
1 Jaar. per poat16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
Amerika30 fr.
Losse Nummers 0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat hen bedient, en niet aan ons.
Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
Postcheck 484.59 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk
voor zijne bijdragen. Bijdragen in te
zenden tegen Donderdag middag.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag.
Naamlooze ingezonden artikels worden in
de scheurmand gegooid.
AANKONDIGINGEN
Per regel 1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.)
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen pe-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
BURGEMEESTERS COLAERT EN LAHAYE,
gekijkt bij hun feestelijke ontvangst in de Guildhall te Londen.
Hij was een rechtschapen man en al
die hem kenden achtten en beminden
hem.
Hij was een ware volksvriend en
goede raadsman. Voorzichtige en wij
ze bestuurder hij leefde maar voor
zijn medeburgers.
Gelukkig hij die acht geeft op den
arme en ellendige.
Vlet kleine aandenken van den
overleden Volksvriend Nestor Lahaye,
glijdt mij heden een nieuwe maal onder
de oogen. Die mooi-sprekende levens
trekken van Burgemeester Lahaye drin
gen mij zeer diep te binnen.
Dit kleine aandenken is mij een on
schatbaar iets.
'k Herlees het dikwijls, voor de zoo-
veelste maal en steeds altijd met even
veel genoegen.
De zinnen zijn kort, maar kenschet
send.
Die het Godvruchtig aandenken
van overleden Burgemeester leest, en
wie zijn karakter, zijn persoonlijkheid
en zijn burgerleven heeft bijgeleefd.
ja, die bekent al gauw.'t is wel hem
dien braven vent van 't Zwynland
Staart men daarna het portretje aan,
dat op de keerzijde geprent, U schijnt
te glimlachen... hewel, dan wordt U
onwillekeurig tot het herinneren ge
dwongen, dan is het alsof Burgemeester
Lahaye daar levend vóór U stond, ja,
dan gebeurt het, alsof het enkel giste
ren was dat hij U zijn welbekend dag
ventje toestuurde.
En neen dit alles is maar teleur
gestelde verbeelding. Neen De bloote
realiteit echter is, dat wij met enkele
vrienden, hier, op heden voormiddag
15 November, spraakloos en diep ont
roerd, bij het nederige graf staan van
den betreurden Burgemeester.
De kille Novemberlucht overwelft
het met bloemen overladen graf. De
herfstwind blaast haar treurigen zang
aldoor de geelkleurige doode bladeren
die de natte bodem van het steen over
dekken. De natuur mengt zich aan onze
diepgevoelde droefheid.
Winter boven het graf
Winter in ons hart
Een bloemenzee golft rondom den
grafsteen.
Daar, ergens in het midden, rijst een
ellendig bloementuiltje bovenop tus-
schen de andere, oneindig-mooier en
meerkleurige bloemenopdrachten.Al
is het zoo klein... het blijkt ons het
schoonste te zijn want het schriftje
dat er bij steekt, klinkt toch zoo aan
doenlijk zoet, wij lezen Een arm
mensch aan Nestor van 't Zwynland,
den betreurden troost der gebrekki-
gen
In ons oog pinkelt een traan I 't
grijpt ons aan 't hart.
Hier bij het graf gebogen, in de stil
te van deze verlaten natuur, herinneren
wij ons het best den goeden Nestor
Lahaye z'en lichtblauwe kijkers wel
ke zoo zoet fonkelden onder dien sche
del die bedekt was met weelderige
grijze haren.
Zen altijd aanmoedigend woord en
vriendelijken glimlach zen bekend
handgebaar, waarmede hij zijn hoedje
wist af te nemen en den Dag ventje
waarmede hij eenieder, 't zij groot of
klein, rijk of arm, minister of werk
man, begroette.
Wij herinneren ons, met grooten
weemoed, den onvergetelijken Burge
meester
HIJ, die daar in het nederige graf
zijn laatste rust geniet
HIJ, die gedurende 16 ononderbro
ken lange jaren, onzen eersten en flink-
sten Burger is geweest
HIJ, die het Poperinge tot den
hoogsten bloei en roem heeft gebracht;
HIJ, a^an wie de Stad Poperingie
het fransche oorlogskruis te danken
heeft
HIJ, die, uitgenoodigd door George
V, Koning van Engeland, door duizen-
de engelsche burgers in de Guildhall
te Londen werd toegejuicht
HIJ, die den bemindsten politieker
der Stad Poperinge is geweest
HIJ, den overleden Nestor Lahaye,
onzen gewezen sympathieken Burger
vader en grootsten volksvriend van 't
Westland.
Diepbetreurde Burgemeester Nestor
Lahaye, uwe gedachtenis zal ons im
mer bijblijven.
Rust in vrede
L. M.
DE GEBEURTENIS VAN DEN DAG.
EEN OPRECHTE EN GEWETTIGDE VOLKSGEESTDRIFT.
Over welk onderwerp het ook gaat
in een samenspraak, vaak is men
verschillend van opvatting. Maar
Wanneer men over pharmaceutische
producten spreekt en meer speciaal
over Aspirine, dan zal zonder
uitzondering eenieder de groote
kwaliteiten roemen van dit vooraan
staande product, tegen alle pijnen,
hoofdpijn, zenuwpijnen, rheumatiek.
?nzHare vlugge en afdoende
werking, haar absolute onsenade-
Likheid en haar goede verdraag
zaamheid door groot en klein,
hebben aan Aspirine een wereld
roem geschonken, welke niet de
©inste tegenspraak ondervindt.
DE NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER
BELGISCHE SPOORWEGEN
noodigt vriendelijk de bevolking
uit tot het bezoek van den
op 28 November 1937,
van 11 tot 17 uur in het station
POPERINGE
TOEGANG VRIJ
HET ZOMERUUR HEEL HET JAAR DOOR.
Door de Belgische Sterrenkundige Maat
schappij werd het ontwerp besproken en
ingestudeerd over het behouden van het Zo
meruur het heele jaar door.
Naar het schijnt zou het Winteruur vele
nadeelen hebben, terwijl de liefhebbers van
het Zomeruur het heele jaar door merkelijk
zijn aangegroeid.
Wij beleven het weer eens, dat Bel
gie, terwijl zoovelen van zijn eigen zo
nen thuis volop doende zijn om het
te discrediteeren, in den vreemde de
hoogste waardeering ondervindt.
Er is geen land ter wereld, dat over
al zoo hoog in aanzien staat als het
onze. Dat weten alleen zij niet, die
nooit een voet over de grenzen hebben
gezet.
Geen burger voelt zich in welk
vreemd land ook meer-welkom dan de
Belg. Ook en zelfs in die landen, waar
mee het in oorlog is geweest. Die we
reldsympathie is zeker niet het minste
van de erfenis, die de dooden van de
zen oorlog ons hebben nagelaten.
Alom wordt ons land nog steeds ver
eerd als een voorbeeld van nationale
eer en eerlijkheid, en het is schier won
derlijk verheugend, dat al de domme
en boosaardige dwaasheden van onze
eigen politiekers, en de misdadige be
drijvigheid van diegenen onder ons,
welke hun schoone Belgische vrijheid
tegen een Hollandsche, Duitsche of
Fransche dienstlivrei zouden willen
ruilen, aan deze prachtige faam nog
altijd geen noemenswaardig kwaad
hebben kunnen doen.
En zoo zien we nu weer heel Enge
land in het teeken van de sympathie
voor Belgie staan, op 't oogenblik-zelf,
dat Belgie niet in staat schijnt om zich-
zelve een regeering te kiezen.
Hiervan zegt het voornaamste or
gaan der Britsche openbare opinie, de
Times zeer gevat dat het wel
een sterk bewijs is voor de stabiliteit
van het Belgische Rijk, dat zijn Koning
al oefent hij ook een diepen persoon
lijken invloed uit op de zaken in zijn
land, zich in alle gerustheid buiten de
grenzen heeft kunnen begeven, terwijl
zijn regeering in een overgangstijdperk
verkeert, en dat een autocratisch vorst
daaraan zeker niet zou hebben kunnen
denken.
Zoo beschouwt men in Engeland
thans algemeen den Koninklijken gast
van de Natie als een voorbeeldige
belichaming van het democratische re
giem, dat nergens in hoogere eer staat
dan in het Britsche Rijk.
En de hulde aan deze eigenschap
van het Engelsche volk was zeker niet
het minst belangrijke deel in den heil
dronk op Koning George, door Leo
pold III aan het feestmaal in Buckin
gham-Palace uitgesproken.
Hierdoor heeft onze vorst toch voor
heel de wereld getuigenis afgelegd van
zijn afkeer voor welk regiem ook, dat
hemzelf met een onbeperkte macht zou
kunnen bekleeden en van zijn verlan
gen om nooit meer te zijn dan de eer
ste burger van de Natie.
Ieder van zijn woorden was daar
trouwens volkomen op zijn plaats. Niet
het minst natuurlijk de uitdrukking
der eeuwige erkentelijkheid van het
Belgisch volk voor de hulp die het in
de ure van zijn hoogsten nood vanwege
Engeland ondervinden mocht en van
zijn vertrouwen, dat het steeds en weer
opnieuw op dezen bijstand zou mogen
rekenen, mocht het ooit nog eens wor
den overvallen.
Maar dan mocht onze Koning
wiens heele tafelrede trouwens van de,
voor dergelijke gelegenheden pasklaar-
gemaakt banaliteiten vrij was, er
ook wel bijvoegen, dat Belgie ten allen
tijde en in iedere omstandigheid deze
hulp waardig zal zijn door zelf het ma
ximum te leveren van de krachtsinspan
ning tot zijn eigen verweer.
Terwijl hij Engeland bedankte om
de onlangs nog herhaalde verzekering,
dat het, tot verdediging van Belgie's
onafhankelijkheid ten allen tijde op
nieuw het zwaard zou trekken, ver
zuimde onze Koning niet, erop te wij
zen, dat hij vanwege Duitschland thans
dezelfde verzekering ontvangen heeft,
en dat mocht dan wel gelden als een
herhaling van zijn vroegere plechtige
boodschap tot alle landen van de we
reld, dat Belgie volkomen onafhanke
lijk en souverein wenscht te zijn, met
al zijn buren op denzelfden voet van
loyauteit wenscht te leven en iedere
hulp aanvaarden zal,tegen iederen aan
val, van welke zijde deze ook zou
komen.
Doch, al mocht en moest dat nog
eens gezegd en vooral dan te dezer
gelegenheid en op deze plaats zoo
veel staat toch boven iederen twijfel
verheven, dat van alle hypothesen van
gevaar voor ons nationaal bestaan,deze
van een aanval van Engelsche zijde
volkomen dient uitgeschakeld.
Met Engeland zijn we pooit in oor
log geweest, en niemand vermag zich
eenige reden voor te stellen, waarom
I we er ooit in oorlog mee zouden gera
ken. Dat is geen gevoelskwestie, maar
een zaak van politiek belang, en er is
geen belang van Engeland denkbaar,
dat het er zou kunnen toe drijven om
ons aan te randen met de bedoeling
om onze nationaliteit te vernietigen
Integendeel is het immer Engeiands
direct belang geweest en zal het immer
zijn direct belang blijven, dat die plek
van het Vasteland, van waarop het in
zijn handel en zijn scheepvaart het
meest benadeeld en in zijn veiligheid
het meest bedreigd worden kan, ten
eeuwigen dage in het bez't blijve van
een klein volk van hetwelk het nim
mer iets kan te vreezen hebben.
En, als de vriendschap en de be
scherming van Engeland voor Belgie
op een zoo vasten zakelijken grond ge
bouwd zijn, dan spreekt het ook van
zelf dat wij nooit eenigen meer solie-
den ruggesteun zullen kunnen vinden
dan in de Engelsche wereldmacht.
Er wordt tegenwoordig veel gespro
ken over assen maar als één as
nog altijd door heel den aardbol steekt
en alle vertrouwen inboezemt betref
fende haar soliditeit, dan is het wel
deze van het Britsche imperium.
In zijn heildronk heeft onze Koning
ook gewezen op de eeuwenoude tradi
ties van het Engelsche volk. Het zijn
deze tradities die den hechtsten waar
borg vormen voor de verbintenissen
die Groot-Brittannie aangaat, en waar
aan wij, Belgen dus de hogste waarde
dienen te hechten.
Zoolang het gezag in Engeland in al
zijn vormen nog omkleed zal zijn door
het vertoon uit den grooten tijd van
Hendrik VIII en Koningin Elisabeth,
zoolang ook zal Britsch synoniem zijn
van stevig,van duurzaam,van blijvend.
Zoolang zullen de Britsche politiek,
het Britsche woord, de Britsche hand-
teekeningen dingen zijn, waaraan de
menschheid nog houvast hebben zal,
waarop zij zal kunnen bouwen, en dat
is wel een groote gerustheid in dezen
tijd van algemeene verdwazing op ons
Continent wanneer alle politieke
stroomen, rivieren en beken erop, naar
nieuwe beddingen zoeken, en overal
de grond wegspoelen onder ons voeten.
Het zal ons nog wel eens kunnen
overkomen, dat we den Britten egois
me ten laste zullen willen leggen,maar
dan zullen we goed doen, er steeds aan
te denken, dat wij, Belgen altijd op
een of andere manier mede door dit
egoisme worden gediend en niet het
minst dan zeker wat betreft ons kolo
niaal bezit voor welks behoud wij,
volkomen machteloos als wij toch ter
zee zijn steeds in de allereerste
plaats op Engelands bescherming aan
gewezen zullen blijven.
Al deze en nog zooveel meer over
wegingen zijn dus wel van aard om ons
bij het zoo hartelijk onthaal dat onzen
Koning in het machtige Britsche Rijk
ten deel valt op dit oogenblik, tot de
diepste voldoening en vreugde te stem
men, en nog meer tot een groote ge
rustheid in dezen zoo onweerzwange-
ren tijd. R.
m EQ DE ALLERBESTE BALSEM TEGEN
DEN HOEST. Te verkrijgen in
Deze rubriek is bestemd tot het opnemen der argumenten welke wij aan verschillende
bevoegdheden vragen uit te leggen aan de lezers van de Gazet van Poperinghe ten
titel van documentatie.
Deze artikels verplichten geenszins de gedragslijn van het blad en wij weerhouden ons
het recht deze desnoods in onze kolommen te kritikeeren.
De Korrespondenten van «Ideën en Documenten worden vriendelijk verzocht hun
bijdragen in te dienen bij den Heer Hilaire LAHAYE.
ANDRE ROMMEL. OOSTCAMP.
de Apotheek LEURIDAN, Bertenplaat», 8, te
Poperinge.
MEER ERVARING...
Om goede radiolampen te vervaardigen,
1» het niet zonder nut gedurende 45 jaar
gloeilampen te hebben gefabriceerd, waarvan
de techniek bijna dezelfde is als deze van
radiolampen.
Zoo ook is de ervaring op uitzendigsgebied
van een zeker belang voor de techniek van
de ontvangst.
Bij een groote ervaring op deze verschil
lende gebieden, voegt Philips nog het voor
deel de grootste laboratoria der wereld te
bezitten, waardoor het mogelijk is, zoowel
voor radiotoestellen als voor vele andere
produkten, steeds aan de spits van de voor
uitgang te blijven.
Vermits nu toch een Brusselsch blad de
zaak van den Lindberghbaby heeft opge
rakeld, zal het niet zonder belang zijn de
lezers van ons blad 't een en 't ander over
Lindbe rg te vernemen.
Wellicht herinnert gij U nog allen hoe
over enkele jaren in de Vereenigde Staten
van Amerika, het zoontje van Lindbergh,
den goed bekenden oceaanvlieger, uit zijn
sjcci^. werd ontvoerd. Sindsdien heeft men
van liet kind niets meer gehoord en Haupt-
man, de vermoedelijke moordenaar werd ge-
electrocuteerd.
In het Waalsche stadje Wavre meent de
icporter den baby te hebben teruggevonden.
Bij het voorleggen van een prentenboek zou
den knaap onmiddellijk zijn vader hebben
erkend, alsook Hauptman die stoute me
neer Wat er ook van zij, durven we ver-
hoopen voor den baby en de ouders dat de
reporter een oplossing aan dit droevig ge
heim heeft gevonden.
Wie nu Charles Lindberg was Het
.s niet zonder reden dat Zweden zijn spijt
uitbazuinde wanneer de familie Lindbergh
onlangs uit de V.S. is ontvlucht en in En
geland een schuiloord is gaan zoeken. De
grootvader van Charles was een Zweed die
rond de jaren 1860 uit Zweden naar de
Nieuwe wereld was overgevaren. Niemand
zal het dus verwonderen dat de Zweden fier
zijn over hun nakomeling en het spijtig von
den dat hij niet bij hen een schuilplaats
heeft gezocht tegen pers en publiciteit.
Op 2 Februari 1902 werd Charles Lind
bergh geboren en groeidde op langs de oe
vers van de Missisipi totdat den tijd geko
men was dat de familie Lindbergh naar Was
hington verhuizen moest. Vader immers was
lid geworden van het congres.
Naast het uitpakken van kwajongenstreken
met Teddy Roosevelt, met wie hij ondertus-
schen vriendschap had gesloten, was zijn
voornaamste bezigheid het opmaken van
vliegtuigmodellen en valschermen.
Charles Lindbergh bezocht de Hoogere
school, daarna de universiteit van Wisconson
waar hij zijn opleiding kreeg als werktuig-
kundig-ingenieur. Vooral vliegtechniek in
teresseerde hem en pas was hïjv 1 9 jaar, of
hij liet zich inschrijven in de vliegschool
te Lincoln als leerling-vlieger.
Hier nu kwam de echte Lindbergh uit,
koelbloedigheid en vastberadenheid in de
meest gevaarlijke toestanden kenmerkten
hem meer dan eens gelukte hij erin met
een valscherm aan een gewissen dood te
ontsnappen.
Ondertusschen had Charles Lindbergh be
zigheid gevonden in een garage, waar af en
toe ook vliegtuigen te répareeren waren.
Zoo gelukte hij erin een occasie-toestel te
koopen, die weldra omvormd als taxi zou
dienst doen.
In 1924 verloor hij zijn vader en moest
lun ook voor zijn moeder zorgen, hij en-
a ;ceide zich als leerling bij de militaire
>^leidingschool voor vliegers te Santo An-
onio.
Als réserve-luitenant bij de jagersvliegers
kwam hij in Februari 1925 in dienst van
een vliegtuigenfabriek. Het is zeker een zeer
gevaarlijken stiel de vliegtuigen en types te
moeten beproeven die theoretisch wel vol
maakt maar in feite den jeugdigen Lind
berg weieens tot het intoomen van zijn
stoutmoedigheid dwongen, wilde hij nog wat
van het leven genieten.
Enkele maanden later werd hij als piloot
bij de Robertson Aircraft Company aange
nomen en had er den nachtdienst tusschen
S. Louis en Chicago waar te nemen, zeker
geen gemakkelijken dienst, vooral toen niet
wanneer van blindvlieginstrumenten of draad
looze télégraphie nog geen spraak was.
Het is in overleg met den heer Robertson
dat Lindbergh aan zijn Oceaanvlucht dacht,
de noodige gelden werden weldra verza
meld, de Spirit of St. Louis aangekocht,
een eerste proef van de Ryan Company
waar hij zijn vliegtuig had laten bouwen
naar New-York, 't zij 3 700 km. slaagde,
zoodat Lindbergh, paraat, alleen nog gun
stige weersomstandigheden had af te wach
ten om zijn oceaansprong te wagen.
Den morgen van 20 Mei 1927 startte de
Spirit of St. Louis met den vliegenden gek
aan boord Lindbergh alleen was zeker van
zijn stuk, het volk gaf hem verloren vaar
wel Neen, tot ziens antwoordde hij en
weg was de Spirit of St. Louis.
Eenieder weet hoe hij te Le Bourget geest
driftig werd onthaald.
Een schitterende loopbaan stond voor hem
open. Hij werd directeur bij de Transcon
tinental Western Airways, deedt vervolgens
nog een reis rond de wereld in gezelschap
van zijn vrouw, werd daarop directeur bij
de grootste luchtvaartmaatschappij van de
wereld, namelijk de Pan American Airways.
Lindbergh is nu de V. S. ontvlucht, als ad
viseur bij de Imperial Airways bewoond hij
thans een prachtig landgoed in Engeland.
Ondanks zijn groote faam is Lindbergh
steeds denzelfden, eenvoiidigen jongen ge
bleven en in die eenvoud wellicht ligt zijn
grootheid en sympathie.
André Rommel, Oostcamp.
Gelukkig dat de Openbare Besturen
en de Wetgeving er tegenwoordig wat
meer belang in stellen hoe er thans ge
bouwd wordt en welke woningen gezet
worden. Het woningvragstuk is zelfs
in verschillende oogpunten een heel
belangrijk vraagstuk, want wonen en
wonen is niet hetzelfde.Ten slotte moet
het er immers op aan komen dat we
gezond en gezellig wonen.
Daar was immers een tijd dat ellen
dige woonsten gebouwd werden, woon
sten die vooreerst veel te klein waren
voor het betrokken gezin en daarbij
erg af te keuren waren om gezond
heidsredenen.
Ook in onze provincie was er een
tijd dat er veel krotwoningen en nood-
lokalen betrokken waren. Gelukkig is
die tijd stilaan aan het verdwijnen dank
vooral aan de hoogere besturen.
We ontleenen enkele van die gege
vens die van groot nut zullen zijn om
in de toekomst de hoogere besturen tot
leiddraad te dienen in 't werk tot ver
betering der woningen in ons land.
Naar gegeven inlichtingen aan de ge
meenten onderscheidelijk gevraagd,
zouden er begin 1937 nog ongeveer
1430 noodwoningen zijn, dat zijn
woonplaatsen in barakken, oorlogs
schuilplaatsen. woonwagens en zelfs af
gedankte treinwagens
Daarbij blijft bet evenwel niet, want
in West-Vlaanderen zijn er nog meer
dan 2000 huizen te vinden, die zelfs
den naam niet meer verdienen van hui
zen gebeeten te worden, namelijk ech
te krotten
Die plaatsen zijn het dus die we als
krotwoningen vooral bestempelen.
Dan zijn er in heel de provincie nog
veel huizen te kort, wil ieder huisgezin
behoorlijk geplaatst zijn.
Het schijnt dat er niet minder dan
3000 werkmanswoningen zouden moe
ten gebouwd worden, om te kunnen
voorzien in de normale behoeften van
de bevolking.
In het jaar 1 846 waren er in Belgie
op 100 huizen maar 20 hyizen met
bovenkamers, dus slaapkamers.
Veel huizen dienden en nu nog, als
eetplaats, als woonpalats, als wasch-
plaats en als slaapplaats.
Hoe ellendig moet zulk een woning
zijn als er dan verschillende kinderen
in groot te brengen zijn.
In dat zelfde jaar voornoemd waren
er nog geen miljoen huizen in Belgie.
Voegen we er dadelijk bij dat er maar
4.82 7.000 inwoners waren.
Welnu, op een tegenwoordige bevol
king van iets meer dan 8 miljoen in
woners bezitten we nog geen 2 miljoen
goede huizen De rijkdom van een
land, zoo schreef een sociaal, is groote-
lijks te meten aan het getal en de
waarde van de woningen in dat land.
Samen gevat komen de beslissingen
van den Provincieraad hierop neer
Door de Provincie wordt aan wettige
gezinnen, die minstens twee leden tel
len, bij voorkeur aan de meest kroost
rijke die eene noodwoning bewonen,
hulp verleend bij het bouwen van een
nieuwe woonst, op voorwaarde
Dat de ontruimde noodwoning da
delijk gesloopt worde, zoodat ze niet
meer kunne opgebouwd worden
Dat het gebouwde huis het karakter
hebbe van een goedkoope werkmans
woonst, waarvan behoudens enkele uit
zonderingen, de kostprijs met den
grond niet hooger weze dan 30.000 fr.
IN DEN NEGER
F.
BLANCKAERT-VERLEENE,
MEESTER-KLEERMAKER
Gasthuisstraat, POPERINGHE.
EERSTE KEUS KOSTUIMEN,
0\ ER JASSEN. FANTAISIEBROEKEN
Speciale Zwarte Stoffen voor Ceremonie
EENIGE VERKOOPER DER
BELGICA REGENMANTELS
Specialiteit van Lodens gewaarborgde
herkomst van Alsace en Tyrol.
UNIFORMEN