ft, Het 13lh Belgian field Artillery Moeilijk te verteren Brokken Lord Halifax geeft een Beeld der open Britsche Politiek NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN DUPONT GEBROEDERS TE POPERINGE. DRINKT CASTAR BIER DRINKT KING STOUT 19 JAAR. NUMMER 25. WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 18 JUNI 1939. VAN POPERINGHE ABONNEMENTEN Jaar, per post16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. s> Amerika30 fr. Losse Nummers 0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat Ken bedient, en niet aan ons. Bij eik schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Uitgevers-Eigenaars Yperstraat, 2, POPERINGHE. Postcheck 484.59 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Handschriften worden in geen geval teruggegeven. Bijdragen in te zenden tegen den Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze artikels worden niet opgenomen. AANKONDIGINGEN Per regel 1.00 fr. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen re- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. ea VOOR ITALIË EN DUITSCHLAND Italië heeft nu wel Ethiopië opge slokt en Duitschland Bohemen en Mo- ravië, maar beiden kunnen het niet meer wegsteken, dat die brokken hun zwaar op de maag liggen. Wij kunnen ervan denken, dat deze overwinningen geen einde beteeke- nen, maar pas een begin. Bij monde van haar minister van financiën, de heer Thaon di Revel, heeft de Italiaansche regeering toege geven, dat op 't oogenblik al vijf en veertig milliard lire voor Abessynië uitgegeven zijn De offers voor den oorlog, voor de verovering van dit gebied niet in begrepen Alles, maar dan ook volstrekt alles, schijnt er nog aan te vangen, te schep pen te zijn. De Italianen hadden bijna even goed de maan als kolonie kunnen annexeeren. Dat mag hun nu wel met recht doen zeggen, hoe dwaas het was, dit Rijk als gelijkwaardige van al de modern- beschaafde naties in den Volkenbond op te nemen, maar als troost voor de teleurstellingen, die deze zegepraal hun brengt, moet het wel graatmager zijn. Zooals zij zich Ethiopië indachten, was 't een schatkamer van Ali-Baba, waarvoor zij slechts het Sesam, open U uit te spreken zouden hebben, om duizendvoudig terug te winnen, wat de verovering ervan hun heeft ge kost. De optocht der Koningin van Saba, die vandaar'gekomen was naar Koning Salomon, met haar eindelooze kara vaan van goud en juweelen spookte nog altijd in hun verbeelding. Die domme onderdanen van den Negus... ze leefden in hun hemd en opgevreten door de pokken, bovenop onuitputtelijke voorraden van edel me taal en van petroleum en ze vermoed den het niets ééns Nu zijn de Italiaansche ingenieurs al een paar jaren lang naar deze rijkdom- tnen aan 't zoeken, maar gevonden hebben ze nog niemendal. Hun vertaling voor het Sesam, open U schijnt dus niet de rechte te zijn. Ze zullen er een andere moeten vinden. Laat ze eens op zoek gaan in de papyrussen uit den tijd der Ethiopi sche dynastieën als deze van den zwarten Farao Necho over Egypte. Misschien vinden ze daar wel het pas sende tooverwoord, want in die ver- vervlogen tijden moet het tegenwoor dige Abessynië toch de schatkamer voor Egypte zijn geweest. Nu heeft de regeering te Rome, wat Ethiopië betreft, aan haar volk nog geen ander uitzicht te openen dan dit op de eindeloosheid van de offers, die het zich nog zal te getroosten hebben om dit land te bewerktuigen. Millioe- nen en nog eens millioenen voor spoor- en autowegen om de natuurschatten te bereiken dié... nog ontdekt moeten worden en de voortbrengselen te ver voeren van een landbouw die nog even veel vraagstukken openlaat. Zou er géén goud en géén petroleum gevonden worden, dan wordt den Ita lianen thans de hoop voorgespiegeld, dat ze zonder overdreven moeite aan vele gedeelten van dezen thans nog braakliggenden Afrikaanschen bodem, koffie, katoen, granen, hout, zullen kunnen ontrukken. ...Mits er maar moedig genoeg de handen voor uit de mouwen te steken. De films, waarmee zij op de uitwij king naar hun nieuwe kolonie lekker werden gemaakt, hebben wij ook in onze cinemas gezien. We zagen de families der pioniers op prachtige transatlantiekers uit Genua of Napels afreizen, bij hun aankomst in de kolonie op autobussen worden geladen, en in spiksplinternieuwe dor pen afgezet, waar ieder hunner op de deur van zijn eigen huis slechts den sleutel te steken had, dien hem bij zijn vertrek uit het Vaderland al was mee gegeven. Zóó zal 't wel gegaan zijn ook. Maar nu mogen we gelooven, dat de kolo nisten, die we zóó blakend van geluk en arbeidslust op den film gezien heb ben, dat ze dat allemaal geweest zijn I ETHIOPIE EN BOHEMEN Inderdaad bekent de regeering thans dat het aantal van zulke families nog slechts een paar honderd bedraagt en van nieuwe vertrekken krijgen we op het filmjournal al een heelen tijd niets meer te aanschouwen. Tot hiertoe voor de tegenwoor dige generatie van de Italianen alvast ziet het er dus wel naar uit, alsof ze aan Ethiopië een olifant in de loterij gewonnen hebben. En wat hun regeering loslaat over den last dien ze nog steeds vanwege opstandige stammen ondervindt, dat zal eerder te weinig dan te véél zijn. De toestand van de Tsjechische ge bieden die Duitschland heeft opge slokt en de omstandigheden, waarin deze opslokking gebeurde mogen wel zéér veel verschillend zijn met de ze in Abessinië het verteren ervan in de maag van Duitschland blijkt niet zooveel minder lastig te willen wezen. Van officieele zijde te Berlijn wordt zulks thans nog weinig omwonden toe gegeven. Ook, dat de uitbreiding die het Reich hierdoor aan zijn «levens ruimte gegeven heeft, binnen zeer korten tijd, nog veeleer tot verzwaring dan tot verlichting van zijn economi- schen nood zal strekken. Op 't oogenblik worden de gebie den, die Duitschland onder zijn be scherming heeft genomen, nog leeg gehaald, maar dat zal nu wel spoedig gedaan zijn, en het resultaat zal dan wezen, dat Duitschland weer zooveel millioenen menschen méér zal hebben opgesloten in de vesting, die het zélf rond zijn gebied heeft opgebouwd, en voor vreemden invoer zoo goed als on toegankelijk gemaakt. Waarbij nog komt, dati het juist door de overweldiging van Bohemen en Moravië, zelf het meest heeft bij gedragen tot de omsingeling waar over het zoo bitter klaagt. En... wat het verzet betreft, dat de Duitschers in hun nieuw protectoraat ondervinden, laat ons daar maar niet te weinig over denken. De geschie denis van de Oostenrijksch-Hongaar- sche monarchie heeft ons toch geleerd, dat géén volk in Europa misschien zich zóó moeilijk het juk op den nek laat leggen als het Tsjechische. Door gevolg te geven aan het voor nemen, hetwelk thans aan Hitier toe geschreven wordt om het protectoraat over Bohemen en Moravië te verande ren in een eenvoudige inlijving waarvoor de moord op den Duitschen politieagent dan de voorbereidende operatie zou zijn geweest zou hij het Duitsche Rijk wel eens een kei in de maag kunnen stoppen. N. G DE ONDERHANDELINGEN MET DE VERSCHILLENDE LANDEN. DE BESPREKINGEN MET RUSLAND. BEGRIP VOOR HET STANDPUNT VAN DUITSCHLAND. DE OORLOG IS NIET ONVERMIJDELIJK. MUNTSTUKKEN ONGELDIG VERKLAARD. De zilveren 50-frankstukken aange- munt bij gelegenheid van de Brussel- sche Tentoonstelling 1935 en van het Eeuwfeest der Belgische Spoorwegen, hebben met ingang van 15 Juni 1939, geen wettelijken koers meer. Tot 31 October 1939 kunnen die stukken worden omgewisseld tegen munt met wettelijken koers bij de kas sen van de Nationale Bank van Belgie in en buiten de hoofdstad. In de ste den en gemeenten waar geen agent schap van de Nationale Bank bestaat worden zij aangenomen door de post- ontvangeTs, ontvangers der belastin gen, der douanen en accijnzen, der registratie en domeinen. PROVINCIE WEST-VLAANDEREN BERICHT AAN DE SCHRIJVERS VAN VAKBOEKEN De Provincie West-Vlaanderen schrijft in 1939 een speciale wedstrijd uit voor het op stellen van een vlaamsch vakboek over land bouwkunde. Dit vakboek is bestemd om te dienen tot handleiding voor de leerlingen der lagere landbouwafdeelingen voor jongens. Om inlichtingen te verkrijgen over de ge stelde voorwaarden en de uitgeloofde belang rijke premiën, gelieve men te schrijven naar het Provinciaal Bestuur, Commissie voor landbouwvoordrachten en voor veredeling der veldvruchten, te Brugge. Deze wedstrijd is volstrekt onafhankelijk van den algemeenen wedstrijd voor het op stellen van vlaamsche vakboeken over nij verheid en landbouw, jaarlijks door de Pro vincie West-Vlaanderen uitgeschreven. DE ENGELSCHE BUITENLANDSCHE POLITIEK. Het debat over de buitenlandsche politiek werd in het Hoogerhuis ge opend door lord Snell, die ten aanzien van de onderhandelingen met Rusland o.m. zeide, dat de vertraging bij het komen tot een besluit op zijn minst verontrustend was. Ook besprak hij den toestand in het Verre Oosten. LORD HALIFAX AAN HET WOORD. In zijn antwoord besprak minister Halifax allereerst de kwestie van het Duitsch-Italiaansche öjorlogsmateriaal in Spanje. Halifax geloofde niet, dat er eenige reden was, om over schending van het accoord te klagen. Over het Verre Oosten zeide Hali fax, dat de toestand aldaar de regee ring ernstige zorg baarde. Na ten aanzien van het vraagstuk der vluchtelingen betoogd te hebben, dat deze kwestie de voortdurende aan dacht der regeering heeft, verklaarde Halifax betreffende Polen te hopen, dat binnenkort een bestendig accoord zou worden gesloten. Wat Roemenie en Griekenland betreft, zeide de mi nister, dat de Britsche verzekeringen naar den vorm eenzijdig waren en op het oogenblik geen nadere omschrij ving behoefden. Ten aanzien van Turkije zeide Ha lifax, dat het eerste stadium der onder handelingen op 12 Mei met succes werd afgesloten. Het verdere overleg, waar de regeeringsverklaring van toen op doelde, wordt thans actief voort gezet. De besprekingen met Rusland. Minister Halifax besprak vervolgens de onderhandelingen met de Soviet- Unie. Er zijn nog een of twee moeilijkhe den op te lossen, waarvan de voor naamste is, de positie van de Oostzee- staten. Wij hebben, zoo vervolgde Halifax er nooit voor gevoeld en zouden het ook niet juist vinden, verzekeringen op te dringen aan landen, die ze niet wen- schen, of stappen te doen, welke aan den anderen kant de betrekkingen zou den kunnen schaden van die landen, welke slechts hun eigen neutraliteit on geschonden wenschen te houden. Tegelijkertijd moet worden erkend, dat de Soviet-regeering, uit een oog punt van haar eigen veiligheid, niet on verschillig kan bjijven tegenover de onafhankelijkheid van haar buren, en ik hoop, dat wij de middelen zullen vinden om deze moeilijkheden en vele andere, die zich kunnen voordoen bij de aanpassing van de algemeene be ginselen, waaromtrent, naar ik meen, geen verschil van meening tusschen de drie regeeringen bestaat, op te lossen. Het Duitsche Standpunt. De minister wees op de hartelijke betrekkingen met Portugal en ging ver volgens over tot de bespreking van den toestand in het algemeen. Bovenal, zei de hij, moeten wij er ons van bewust zijn, van welk een zeer groot belang het is, al het mogelijke te doen om het standpunt van andere naties te begrij pen. De Britsche politiek schijnt ons open en duidelijk toe, doch wellicht is het niet moeilijk zich voor te stellen, hoe anders zij velen in Duitschland, die nadenken, kan toeschijnen. Er moe ten velen zijn, die niet minder dan wij geschokt zijn door de behandeling der Joden en die inzien dat, wat Duitsch land ook gevoeld mag hebben omtrent de betrekkingen tusschen Duitschland en Tsjecho-Slowakije, zooals het na Munchen was overgebleven, het onver standig en onjuist was, dit vraagstuk op te lossen door de vernietiging van de Tsjechische onafhankelijkheid. Wat ook ons oordeel moge zijn, ik vermoed, dat zulke menschen in Duitschland in het licht der geschiede nis van de na-oorlogsche jaren van meening zijn, dat Duitschland nooit bereikt zou hebben, dat de door dit land volkomen gerechtvaardigd geach te eischen in overweging werden geno men, als het niet gereed was geweest, om ze met geweld te steunen. Van hier is het voor den patriotti- schen Duitscher geen groote stap, de hem naarstig ingeprente stelling te aan vaarden, dat de Britsche politiek be staat in het blokkeeren van de Duitsche verzuchtingen, zoowel op politiek en economisch als op ras-gebied. Er schuilt een werkelijk gevaarlijk element in den tegenwoordigen toe stand, namelijk dat het Duitsche volk gaat overhellen tot het besluit, dat En geland ieder verlangen om tot een goe de verstandhouding te komen, heeft laten varen en dat van nieuwe pogin gen, als zijnde hopeloos, moet worden afgezien. Het Britsche volk heeft voortdurend ernaar gestreefd, en zou nog steeds gaarne wenschen als het zulks mo gelijk zou achten tot een overeen stemming met Duitschland te geraken, niet slechts bestaande uit een regeling van bijzondere kwesties, doch tevens in een regeling, welke de betrekkingen tusschen de beide landen op een hech te basis van wederzijdsch vertrouwen plaatst. De Weg is open voor nieuwe kansen. Minister Halifax zegde verder Er is geen tragischer of rampzali ger vergissing, dan te denken dat het 3ritsche en het Fransche volk, omdat zij duldzaam zijn en bereid, geschillen door onderhandelingen en geven en ne men te regelen, minder vastberaden zouden zijn dan andere volken. Als het inderdaad waar is, dat in geen land de leiders het duistere voor nemen koesteren regelingen op te leg gen onder den druk van overweldi gende machtsmiddelen, dan zal geen onzer verplichtingen ooit in werking treden. De weg is open voor nieuwe kansen, waarvan allen kunnen profiteeren en de naties kunnen snel de atmosfeer van twijfel, onzekerheid en vrees, waarin zij de laatste paar maanden hebben moeten leven, te boven komen. Is het teveel, te hopen, dat in deze twintigste eeuw, het den volken van luropa en hun leiders mogelijk zal zijn, iet woord aanval uit het Europee- sche woordenboek te schrappen Minister Halifax merkte hierbij op, dat het veelbeteekend was, dat on der de eerste betuigingen van deelne ming toen de Thetis was gezonken, boodschappen voorkwamen van Hitier en Mussolini. Kan men, zoo vroeg spre ker, hierin ook niet een uiting zien van de bereidheid der groote volken, hoe zeer zij ook in politiek opzicht verschil len, nader tot elkander te komen op de gemeenschappelijke basis der mensche- lijkheid Het is verre van ons Duitschland op economisch gebied moeilijkheden in den weg te willen leggen. Wij weten dat een voorspoedig Duitschland goed is voor Europa. Onze eenige wensch, zoo vervolgde Halifax, is ons gewicht in de schaal van een vreedzame regeling te werpen. Doch de tijd is voorbij, waarin de on afhankelijkheid van Europeesche na ties kan worden vernietigd door een zijdig optreden. Een internationale conferentie. Ten aanzien van de mogelijheid van een internationale conferentie, veroor loof ik mij, er twijfel over uit te spre ken, of zulk een conferentie op zichzelf een middel tot herstel biedt. De oorlog niet onvermijdelijk. De menschen zijn in deze dagen ge neigd te zeggen, dat een oorlog onver mijdelijk is. Ik deel dit standpunt niet. Als het er ooit toe mocht komen, heb ik niet den minsten twijfel omtrent den einduitslag. Doch ik kan moeilijk ge looven, dat met het zekere vooruit zicht van verzet, in het bewustzijn van de vreeselijke gevolgen en bij het ver langen van alle volken de zaken door Ter gelegenheid van zijn jaarlijk- schen bedevaart naar leper heeft het 1 3th B.F.A. op 1 1 Juni 11. naar onze stad doorgereisd. De talrijke herinneringen aan de doorgemaakte oorlogsjaren in ons ge west heeft het Comiteit van het 1 3th ertoe beslist den jaarlijkschen bede vaart tot Poperinge uit te breiden. Bij deze gelegenheid zou Major Paul Slessor, voorzitter van het Toe H te Poperinge het I 3th officieel op het Tal bot House ontvangen. Om kwart vóór elf bracht de trein ons uit Brussel de makkers van het I 3th onder de leiding van Voorzitter Gene raal De Cuyper. De oud-wapenbroeders uit Poperin ge, Heeren van Merris en Lahaye Nestor, Heer Maurice de Grave uit Watou zorgden voor een broederlijk onthaal in het Paviljoen bij Vriend Maurice Deman. Generaal De Cuyper dankte den Heer van Merris en zijn Poperingsche Wapenbroeders om dit gulhartig ont haal. Daarna bracht het 1 3th een bezoek aan Talbot House. Dit was feitelijk de hoofdschotel van den dag. Op de meest vriendelijke en sym pathieke wijze wist Voorzitter Paul Slessor het 1 3th te ontvangen. Verschillende leden van het plaatse lijk bestuur van Talbot House hadden er aan gehouden hun Voorzitter bij deze plechtige ontvangst bij te staan. Alvorens het lokaal, binnen-huis en kapel, te bezoeken zette Heer Paul Slessor breedvoerig uiteen Hoe Tal bot House ontstond en welk doel zijn maatschappij beoogde. Vereeniging van oudstrijders, ook van jongeren die den opofferingsgeest der soldaten van binst den oorlog wil len zien voortleven, tot grooter Heil van volk en land. Vereeniging van al diegenen die het goed meenen om meer solidari- teitsgedachte aan te kweeken onder al le menschen zonder onderscheid van maatschappelijken rang, politieke of philosophische gedachten. Meer verbroedering en dichter aaneensluiting van alle menschen die bereid zijn zich ten dienste te stellen van de gemeenschap. Voortplanting van de altruitische gedachte der oudstrijders Dit was de leidsidee van de treffen de rede van Heer Voorzitter Paul Slessor. Na een heildronk op het 1 3th B.F.A. en het diepgevoeld sympathiek ant woord van Generaal De Cuyper, werd Talbot House door en door bezo.cht. Eenieder die talbot House Poperinge nog niet kende bleef langen tijd stil bij ieder tafereel, schets of foto, die zooveel aandoenlijke herinneringsstuk ken zijn uit de vroegere oorlogsjaren. Maar het bezoek diende ingekort tot spijt van alle makkers die met meer tijd al de schatten van Talbot House zouden komen terugzien. Om 1 3 uur was het 1 3th te leper verwacht. Na een huldegroet aan het Stand beeld en de minuut-stilte ter herinne ring van de Poperingenaars die voor land en stad sneuvelden, vaarde het 1 3th naar leper. Middagmaal te leper en de jaarlijk- sche bedevaart eindigde met het neer leggen van kransen aan 't Standbeeld, de Gedenkplaat van het 1 3th B.F.A., en het Britisch Monument te leper. Een heerlijk gebaar van twee alom- bekende Poperingsche Eere-Dames, verwekte bij ieder makker van het 1 3th de oprechte gevoelens van eerbiedige dankbaarheid. Gravin van den Steen de Jehay en Barones Terlinden, eereleden van het 1 3th en Eere-Dame van onze stad, die alhier de droevige oorlogsjaren door brachten in volle toewijding aan al wat zich menschelijke miseries noem de, waren tegenwoordig bij de hulde aan de gevallen wapenbroeders in den sector leper. Een prachtige bloemenkrans werd door hen neergelegd. Speciale reis van twee voorname Da mes die de gesneuvelde makkers niet vergeten. Dat dergelijk gebaar als voorbeeld diene voor diegenen die soms veel te koel blijven bij ieder herinnering aan de gevallen wapenbroeders. Reporter. ■HHHOB onderhandeling geregeld te zien, zij, die zich geneigd mochten voelen een beslissing door een oorlog te riskeeren, niet van oordeel zouden zijn, dat het verstandiger en voordeeliger is, door onderhandeling de moeilijkheden op te lossen, die onvermijdelijk ontstaan bij het regelen van eischen en bij het voldoen aan de behoeften van een voortdurend veranderende wereld. LUCHTAFWEER EN LUCHTBESCHERMING. Voor een doelmatige organisatie. Luchtafweer en luchtbescherming zijn niet alleen nieuwe woorden, maar ook de dingen, die zij moeten beduiden, zijn eveneens nieuw Dat is denkelijk de reden, waarom deze woorden op taalkundig gebied, wellicht niet heel juist zijn en dat zij met groote verwar ring worden gebruikt in den gewonen gang. Door luchtafweer moeten wij verstaan, de militaire middelen, welke worden aangewend om de luchtaanvallen af te weren. Deze mid delen zijn talrijk, zij worden uitsluitend door het leger aangewend en onder deze behooren het afweergeschut met de bijhoorige dien sten van luisteraars (loerdienst)schijnwer pers, enz. de bescherming door een lucht net, opgehangen door kabelballons de jachtvliegtuigen, die trachten den doortocht te versperren aan vreemde vliegtuigen en ten slotte de représailles-maatregelen door een contrfi bombardement op de vijandelijke centra. Wij wenschen hierover niet uit te wijden, want wij hebben reeds hooger gezegd, deze active defensieve behoort tot het leger. Maar er werd in meestal de landen eenen dienst van luchtbescherming ingevoerd, die ook wel eens de passieve defensie wordt genoemd. Deze diensten bevatten niet alleen de hulp van het Roode Kruis en van de brandweer, maar tevens de diensten die tot doel hebben de onderstanden te bouwen, de anti-gaska mers in te richten, de bevolking voor te lich ten over hetgeen moet gedaan en gelaten worden in geval van bombardement. In tijd van oorlog wordt deze dienst heel wat belangrijker en de taak wordt veel in gewikkelder en wij moeten het er bij voegen veei gevaarlijker. De vraag stelt zich of men in tijd van oorlog van dergelijk niet-gemilitariseerde or ganisme degelijk zal kunnen gebruik maken? Het is moeilijk hierop te antwoorden. Veel zal afhangen van de organisatie, van de re- cruteering der elementen, van de leiding, van de instructie en zoo meer. De moeilijkheid van het inrichten van der gelijke diensten is zeker niet ontsnapt aan de bevoegde overheid. Men is 't eens dat een stad van eenige omvang, minstens een korps van luchtbescherming zou dienen te hebben van 30.000 mannen en vrouwen, want vooral moet worden voorzien, dat on middellijke hulp kan worden gebracht aan de door gas-aangetaste vrouwen, kinderen, zieken, ouderlingen, enz., die uit de be- dreigde zonen moeten verwijderd worden. Deze diensten moeten dus meteen beschikken over talrijke vervoerrijtuigen, over veldhos pitalen en schuiloorden buiten de steden en bedreigde agglomeraties gelegen, enz. Niemand ontkent overigens, dat de groote steden met hunne talrijke spoorwegen, ver bindingswegen, havens, enz., het eerste ob- jektief zullen vormen van het vijandelijk vliegwezen, dat niet alleen zoekt de bevol king te terroriseeren, maar dat tracht de verbindingen te verhinderen en het econo mische leven lam te leggen. De ondervinding tijdens den oorlog in Spanje opgedaan, heeft geleerd dat de bur gerlijke bevolking in eenen modernen oorlog meer dan 65 t.h. van de verliezen ondergaat op de 1.200.000 slachtoffers, gevallen ge durende den Spaanschen oorlog, zijn er 450.000 militairen en 750.000 burgers. Voegen wij er aan toe dat de stikkende en vergiftigende gassen niet werden gebruikt tijdens den oorlog in Spanje, maar dat zulks wel niet het geval zal zijn in geval van een nieuwen wereldoorlog. Ten slotte willen wij de aalrdacht trekken op het feit, dat de militaire luchtafweer eene zeer lastige taak te vervullen heeft, om de vijandelijke vliegtuigen verwijderd te houden als men er op denkt, dat de groote bombar deervliegtuigen een snelheid hebben van 500 km. op een plafond van 6 a 8.000 meter, en dat zij met de radiotoestellen aan boord, kunnen vliegen boven de wolken en ook s nachts, dan wanneer het afweergeschut en de jachtvliegtuigen nagenoeg totaal onmach tig staan tegenover de bombardements-es- kaders. Ten slotte willen wij hieraan de beschou wingen toevoegen, dat voor ons land de beste verdediging blijft eene goede en voor zichtige buitenlandsche politiek, die ons bui ten elk eventueel conflict zal kunnen houden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1939 | | pagina 1