ft,
Het 13lh Belgian field Artillery
Moeilijk te verteren
Brokken
Lord Halifax geeft een Beeld
der open Britsche Politiek
NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN
DUPONT GEBROEDERS
TE POPERINGE.
DRINKT CASTAR BIER
DRINKT KING STOUT
19 JAAR. NUMMER 25.
WEEKBLAD 25 CENTIEMEN.
ZONDAG 18 JUNI 1939.
VAN POPERINGHE
ABONNEMENTEN
Jaar, per post16 fr.
Congo 25 fr.
Frankrijk25 fr.
s> Amerika30 fr.
Losse Nummers 0.25 fr.
Men abonneert op alle belgische
postkantooren.
De postabonnenten in Belgie, die van woonst
veranderen, moeten dit aangeven in 't post-
bureel dat Ken bedient, en niet aan ons.
Bij eik schrijven naar inlichtingen wordt
men beleefd verzocht een postzegel voor ant
woord te voegen.
Uitgevers-Eigenaars
Yperstraat, 2, POPERINGHE.
Postcheck 484.59 Telefoon 180
leder medewerker blijft verantwoordelijk voor
zijne bijdragen. Handschriften worden in
geen geval teruggegeven. Bijdragen in te
zenden tegen den Donderdag middag.
Kleine berichten tegen den Vrijdag middag.
Naamlooze artikels worden niet opgenomen.
AANKONDIGINGEN
Per regel 1.00 fr.
(minimum 3.00 fr.)
Rouwberichten minimum 5.00 fr.
Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur
waarders. Voor dikwijls te herhalen re-
klamen, prijzen volgens overeenkomst.
Alle aankondigingen zijn op voorhand te
betalen.
ea
VOOR ITALIË EN DUITSCHLAND
Italië heeft nu wel Ethiopië opge
slokt en Duitschland Bohemen en Mo-
ravië, maar beiden kunnen het niet
meer wegsteken, dat die brokken hun
zwaar op de maag liggen.
Wij kunnen ervan denken, dat deze
overwinningen geen einde beteeke-
nen, maar pas een begin.
Bij monde van haar minister van
financiën, de heer Thaon di Revel,
heeft de Italiaansche regeering toege
geven, dat op 't oogenblik al vijf en
veertig milliard lire voor Abessynië
uitgegeven zijn
De offers voor den oorlog, voor de
verovering van dit gebied niet in
begrepen
Alles, maar dan ook volstrekt alles,
schijnt er nog aan te vangen, te schep
pen te zijn. De Italianen hadden bijna
even goed de maan als kolonie kunnen
annexeeren.
Dat mag hun nu wel met recht doen
zeggen, hoe dwaas het was, dit Rijk
als gelijkwaardige van al de modern-
beschaafde naties in den Volkenbond
op te nemen, maar als troost voor
de teleurstellingen, die deze zegepraal
hun brengt, moet het wel graatmager
zijn.
Zooals zij zich Ethiopië indachten,
was 't een schatkamer van Ali-Baba,
waarvoor zij slechts het Sesam, open
U uit te spreken zouden hebben,
om duizendvoudig terug te winnen,
wat de verovering ervan hun heeft ge
kost.
De optocht der Koningin van Saba,
die vandaar'gekomen was naar Koning
Salomon, met haar eindelooze kara
vaan van goud en juweelen spookte
nog altijd in hun verbeelding.
Die domme onderdanen van den
Negus... ze leefden in hun hemd en
opgevreten door de pokken, bovenop
onuitputtelijke voorraden van edel me
taal en van petroleum en ze vermoed
den het niets ééns
Nu zijn de Italiaansche ingenieurs al
een paar jaren lang naar deze rijkdom-
tnen aan 't zoeken, maar gevonden
hebben ze nog niemendal.
Hun vertaling voor het Sesam,
open U schijnt dus niet de rechte
te zijn. Ze zullen er een andere moeten
vinden. Laat ze eens op zoek gaan in
de papyrussen uit den tijd der Ethiopi
sche dynastieën als deze van den
zwarten Farao Necho over Egypte.
Misschien vinden ze daar wel het pas
sende tooverwoord, want in die ver-
vervlogen tijden moet het tegenwoor
dige Abessynië toch de schatkamer
voor Egypte zijn geweest.
Nu heeft de regeering te Rome, wat
Ethiopië betreft, aan haar volk nog
geen ander uitzicht te openen dan dit
op de eindeloosheid van de offers, die
het zich nog zal te getroosten hebben
om dit land te bewerktuigen. Millioe-
nen en nog eens millioenen voor spoor-
en autowegen om de natuurschatten te
bereiken dié... nog ontdekt moeten
worden en de voortbrengselen te ver
voeren van een landbouw die nog even
veel vraagstukken openlaat.
Zou er géén goud en géén petroleum
gevonden worden, dan wordt den Ita
lianen thans de hoop voorgespiegeld,
dat ze zonder overdreven moeite aan
vele gedeelten van dezen thans nog
braakliggenden Afrikaanschen bodem,
koffie, katoen, granen, hout, zullen
kunnen ontrukken.
...Mits er maar moedig genoeg de
handen voor uit de mouwen te steken.
De films, waarmee zij op de uitwij
king naar hun nieuwe kolonie lekker
werden gemaakt, hebben wij ook in
onze cinemas gezien.
We zagen de families der pioniers op
prachtige transatlantiekers uit Genua
of Napels afreizen, bij hun aankomst
in de kolonie op autobussen worden
geladen, en in spiksplinternieuwe dor
pen afgezet, waar ieder hunner op de
deur van zijn eigen huis slechts den
sleutel te steken had, dien hem bij zijn
vertrek uit het Vaderland al was mee
gegeven.
Zóó zal 't wel gegaan zijn ook. Maar
nu mogen we gelooven, dat de kolo
nisten, die we zóó blakend van geluk
en arbeidslust op den film gezien heb
ben, dat ze dat allemaal geweest
zijn I
ETHIOPIE EN BOHEMEN
Inderdaad bekent de regeering thans
dat het aantal van zulke families nog
slechts een paar honderd bedraagt en
van nieuwe vertrekken krijgen we op
het filmjournal al een heelen tijd niets
meer te aanschouwen.
Tot hiertoe voor de tegenwoor
dige generatie van de Italianen alvast
ziet het er dus wel naar uit, alsof ze
aan Ethiopië een olifant in de loterij
gewonnen hebben.
En wat hun regeering loslaat over
den last dien ze nog steeds vanwege
opstandige stammen ondervindt, dat
zal eerder te weinig dan te véél zijn.
De toestand van de Tsjechische ge
bieden die Duitschland heeft opge
slokt en de omstandigheden, waarin
deze opslokking gebeurde mogen
wel zéér veel verschillend zijn met de
ze in Abessinië het verteren ervan
in de maag van Duitschland blijkt niet
zooveel minder lastig te willen wezen.
Van officieele zijde te Berlijn wordt
zulks thans nog weinig omwonden toe
gegeven. Ook, dat de uitbreiding die
het Reich hierdoor aan zijn «levens
ruimte gegeven heeft, binnen zeer
korten tijd, nog veeleer tot verzwaring
dan tot verlichting van zijn economi-
schen nood zal strekken.
Op 't oogenblik worden de gebie
den, die Duitschland onder zijn be
scherming heeft genomen, nog leeg
gehaald, maar dat zal nu wel spoedig
gedaan zijn, en het resultaat zal dan
wezen, dat Duitschland weer zooveel
millioenen menschen méér zal hebben
opgesloten in de vesting, die het zélf
rond zijn gebied heeft opgebouwd, en
voor vreemden invoer zoo goed als on
toegankelijk gemaakt.
Waarbij nog komt, dati het juist
door de overweldiging van Bohemen
en Moravië, zelf het meest heeft bij
gedragen tot de omsingeling waar
over het zoo bitter klaagt.
En... wat het verzet betreft, dat de
Duitschers in hun nieuw protectoraat
ondervinden, laat ons daar maar
niet te weinig over denken. De geschie
denis van de Oostenrijksch-Hongaar-
sche monarchie heeft ons toch geleerd,
dat géén volk in Europa misschien zich
zóó moeilijk het juk op den nek laat
leggen als het Tsjechische.
Door gevolg te geven aan het voor
nemen, hetwelk thans aan Hitier toe
geschreven wordt om het protectoraat
over Bohemen en Moravië te verande
ren in een eenvoudige inlijving
waarvoor de moord op den Duitschen
politieagent dan de voorbereidende
operatie zou zijn geweest zou hij
het Duitsche Rijk wel eens een kei in
de maag kunnen stoppen. N. G
DE ONDERHANDELINGEN MET DE VERSCHILLENDE LANDEN.
DE BESPREKINGEN MET RUSLAND. BEGRIP VOOR HET
STANDPUNT VAN DUITSCHLAND. DE OORLOG IS NIET
ONVERMIJDELIJK.
MUNTSTUKKEN ONGELDIG
VERKLAARD.
De zilveren 50-frankstukken aange-
munt bij gelegenheid van de Brussel-
sche Tentoonstelling 1935 en van het
Eeuwfeest der Belgische Spoorwegen,
hebben met ingang van 15 Juni 1939,
geen wettelijken koers meer.
Tot 31 October 1939 kunnen die
stukken worden omgewisseld tegen
munt met wettelijken koers bij de kas
sen van de Nationale Bank van Belgie
in en buiten de hoofdstad. In de ste
den en gemeenten waar geen agent
schap van de Nationale Bank bestaat
worden zij aangenomen door de post-
ontvangeTs, ontvangers der belastin
gen, der douanen en accijnzen, der
registratie en domeinen.
PROVINCIE WEST-VLAANDEREN
BERICHT AAN DE SCHRIJVERS
VAN VAKBOEKEN
De Provincie West-Vlaanderen schrijft in
1939 een speciale wedstrijd uit voor het op
stellen van een vlaamsch vakboek over land
bouwkunde.
Dit vakboek is bestemd om te dienen tot
handleiding voor de leerlingen der lagere
landbouwafdeelingen voor jongens.
Om inlichtingen te verkrijgen over de ge
stelde voorwaarden en de uitgeloofde belang
rijke premiën, gelieve men te schrijven naar
het Provinciaal Bestuur, Commissie voor
landbouwvoordrachten en voor veredeling
der veldvruchten, te Brugge.
Deze wedstrijd is volstrekt onafhankelijk
van den algemeenen wedstrijd voor het op
stellen van vlaamsche vakboeken over nij
verheid en landbouw, jaarlijks door de Pro
vincie West-Vlaanderen uitgeschreven.
DE ENGELSCHE
BUITENLANDSCHE POLITIEK.
Het debat over de buitenlandsche
politiek werd in het Hoogerhuis ge
opend door lord Snell, die ten aanzien
van de onderhandelingen met Rusland
o.m. zeide, dat de vertraging bij het
komen tot een besluit op zijn minst
verontrustend was. Ook besprak hij
den toestand in het Verre Oosten.
LORD HALIFAX AAN
HET WOORD.
In zijn antwoord besprak minister
Halifax allereerst de kwestie van het
Duitsch-Italiaansche öjorlogsmateriaal
in Spanje.
Halifax geloofde niet, dat er eenige
reden was, om over schending van het
accoord te klagen.
Over het Verre Oosten zeide Hali
fax, dat de toestand aldaar de regee
ring ernstige zorg baarde.
Na ten aanzien van het vraagstuk
der vluchtelingen betoogd te hebben,
dat deze kwestie de voortdurende aan
dacht der regeering heeft, verklaarde
Halifax betreffende Polen te hopen,
dat binnenkort een bestendig accoord
zou worden gesloten. Wat Roemenie
en Griekenland betreft, zeide de mi
nister, dat de Britsche verzekeringen
naar den vorm eenzijdig waren en op
het oogenblik geen nadere omschrij
ving behoefden.
Ten aanzien van Turkije zeide Ha
lifax, dat het eerste stadium der onder
handelingen op 12 Mei met succes
werd afgesloten. Het verdere overleg,
waar de regeeringsverklaring van toen
op doelde, wordt thans actief voort
gezet.
De besprekingen met Rusland.
Minister Halifax besprak vervolgens
de onderhandelingen met de Soviet-
Unie.
Er zijn nog een of twee moeilijkhe
den op te lossen, waarvan de voor
naamste is, de positie van de Oostzee-
staten.
Wij hebben, zoo vervolgde Halifax
er nooit voor gevoeld en zouden het
ook niet juist vinden, verzekeringen op
te dringen aan landen, die ze niet wen-
schen, of stappen te doen, welke aan
den anderen kant de betrekkingen zou
den kunnen schaden van die landen,
welke slechts hun eigen neutraliteit on
geschonden wenschen te houden.
Tegelijkertijd moet worden erkend,
dat de Soviet-regeering, uit een oog
punt van haar eigen veiligheid, niet on
verschillig kan bjijven tegenover de
onafhankelijkheid van haar buren, en
ik hoop, dat wij de middelen zullen
vinden om deze moeilijkheden en vele
andere, die zich kunnen voordoen bij
de aanpassing van de algemeene be
ginselen, waaromtrent, naar ik meen,
geen verschil van meening tusschen de
drie regeeringen bestaat, op te lossen.
Het Duitsche Standpunt.
De minister wees op de hartelijke
betrekkingen met Portugal en ging ver
volgens over tot de bespreking van den
toestand in het algemeen. Bovenal, zei
de hij, moeten wij er ons van bewust
zijn, van welk een zeer groot belang
het is, al het mogelijke te doen om het
standpunt van andere naties te begrij
pen. De Britsche politiek schijnt ons
open en duidelijk toe, doch wellicht
is het niet moeilijk zich voor te stellen,
hoe anders zij velen in Duitschland,
die nadenken, kan toeschijnen. Er moe
ten velen zijn, die niet minder dan wij
geschokt zijn door de behandeling der
Joden en die inzien dat, wat Duitsch
land ook gevoeld mag hebben omtrent
de betrekkingen tusschen Duitschland
en Tsjecho-Slowakije, zooals het na
Munchen was overgebleven, het onver
standig en onjuist was, dit vraagstuk
op te lossen door de vernietiging van
de Tsjechische onafhankelijkheid.
Wat ook ons oordeel moge zijn, ik
vermoed, dat zulke menschen in
Duitschland in het licht der geschiede
nis van de na-oorlogsche jaren van
meening zijn, dat Duitschland nooit
bereikt zou hebben, dat de door dit
land volkomen gerechtvaardigd geach
te eischen in overweging werden geno
men, als het niet gereed was geweest,
om ze met geweld te steunen.
Van hier is het voor den patriotti-
schen Duitscher geen groote stap, de
hem naarstig ingeprente stelling te aan
vaarden, dat de Britsche politiek be
staat in het blokkeeren van de Duitsche
verzuchtingen, zoowel op politiek en
economisch als op ras-gebied.
Er schuilt een werkelijk gevaarlijk
element in den tegenwoordigen toe
stand, namelijk dat het Duitsche volk
gaat overhellen tot het besluit, dat En
geland ieder verlangen om tot een goe
de verstandhouding te komen, heeft
laten varen en dat van nieuwe pogin
gen, als zijnde hopeloos, moet worden
afgezien.
Het Britsche volk heeft voortdurend
ernaar gestreefd, en zou nog steeds
gaarne wenschen als het zulks mo
gelijk zou achten tot een overeen
stemming met Duitschland te geraken,
niet slechts bestaande uit een regeling
van bijzondere kwesties, doch tevens
in een regeling, welke de betrekkingen
tusschen de beide landen op een hech
te basis van wederzijdsch vertrouwen
plaatst.
De Weg is open voor nieuwe kansen.
Minister Halifax zegde verder
Er is geen tragischer of rampzali
ger vergissing, dan te denken dat het
3ritsche en het Fransche volk, omdat
zij duldzaam zijn en bereid, geschillen
door onderhandelingen en geven en ne
men te regelen, minder vastberaden
zouden zijn dan andere volken.
Als het inderdaad waar is, dat in
geen land de leiders het duistere voor
nemen koesteren regelingen op te leg
gen onder den druk van overweldi
gende machtsmiddelen, dan zal geen
onzer verplichtingen ooit in werking
treden.
De weg is open voor nieuwe kansen,
waarvan allen kunnen profiteeren en
de naties kunnen snel de atmosfeer van
twijfel, onzekerheid en vrees, waarin
zij de laatste paar maanden hebben
moeten leven, te boven komen.
Is het teveel, te hopen, dat in deze
twintigste eeuw, het den volken van
luropa en hun leiders mogelijk zal zijn,
iet woord aanval uit het Europee-
sche woordenboek te schrappen
Minister Halifax merkte hierbij op,
dat het veelbeteekend was, dat on
der de eerste betuigingen van deelne
ming toen de Thetis was gezonken,
boodschappen voorkwamen van Hitier
en Mussolini. Kan men, zoo vroeg spre
ker, hierin ook niet een uiting zien van
de bereidheid der groote volken, hoe
zeer zij ook in politiek opzicht verschil
len, nader tot elkander te komen op de
gemeenschappelijke basis der mensche-
lijkheid
Het is verre van ons Duitschland op
economisch gebied moeilijkheden in
den weg te willen leggen. Wij weten
dat een voorspoedig Duitschland goed
is voor Europa.
Onze eenige wensch, zoo vervolgde
Halifax, is ons gewicht in de schaal van
een vreedzame regeling te werpen.
Doch de tijd is voorbij, waarin de on
afhankelijkheid van Europeesche na
ties kan worden vernietigd door een
zijdig optreden.
Een internationale conferentie.
Ten aanzien van de mogelijheid van
een internationale conferentie, veroor
loof ik mij, er twijfel over uit te spre
ken, of zulk een conferentie op zichzelf
een middel tot herstel biedt.
De oorlog niet onvermijdelijk.
De menschen zijn in deze dagen ge
neigd te zeggen, dat een oorlog onver
mijdelijk is. Ik deel dit standpunt niet.
Als het er ooit toe mocht komen, heb
ik niet den minsten twijfel omtrent den
einduitslag. Doch ik kan moeilijk ge
looven, dat met het zekere vooruit
zicht van verzet, in het bewustzijn van
de vreeselijke gevolgen en bij het ver
langen van alle volken de zaken door
Ter gelegenheid van zijn jaarlijk-
schen bedevaart naar leper heeft het
1 3th B.F.A. op 1 1 Juni 11. naar onze
stad doorgereisd.
De talrijke herinneringen aan de
doorgemaakte oorlogsjaren in ons ge
west heeft het Comiteit van het 1 3th
ertoe beslist den jaarlijkschen bede
vaart tot Poperinge uit te breiden.
Bij deze gelegenheid zou Major Paul
Slessor, voorzitter van het Toe H te
Poperinge het I 3th officieel op het Tal
bot House ontvangen.
Om kwart vóór elf bracht de trein
ons uit Brussel de makkers van het I 3th
onder de leiding van Voorzitter Gene
raal De Cuyper.
De oud-wapenbroeders uit Poperin
ge, Heeren van Merris en Lahaye
Nestor, Heer Maurice de Grave uit
Watou zorgden voor een broederlijk
onthaal in het Paviljoen bij Vriend
Maurice Deman.
Generaal De Cuyper dankte den
Heer van Merris en zijn Poperingsche
Wapenbroeders om dit gulhartig ont
haal.
Daarna bracht het 1 3th een bezoek
aan Talbot House. Dit was feitelijk
de hoofdschotel van den dag.
Op de meest vriendelijke en sym
pathieke wijze wist Voorzitter Paul
Slessor het 1 3th te ontvangen.
Verschillende leden van het plaatse
lijk bestuur van Talbot House hadden
er aan gehouden hun Voorzitter bij
deze plechtige ontvangst bij te staan.
Alvorens het lokaal, binnen-huis en
kapel, te bezoeken zette Heer Paul
Slessor breedvoerig uiteen Hoe Tal
bot House ontstond en welk doel zijn
maatschappij beoogde.
Vereeniging van oudstrijders, ook
van jongeren die den opofferingsgeest
der soldaten van binst den oorlog wil
len zien voortleven, tot grooter Heil
van volk en land.
Vereeniging van al diegenen die
het goed meenen om meer solidari-
teitsgedachte aan te kweeken onder al
le menschen zonder onderscheid van
maatschappelijken rang, politieke of
philosophische gedachten.
Meer verbroedering en dichter
aaneensluiting van alle menschen die
bereid zijn zich ten dienste te stellen
van de gemeenschap.
Voortplanting van de altruitische
gedachte der oudstrijders
Dit was de leidsidee van de treffen
de rede van Heer Voorzitter Paul
Slessor.
Na een heildronk op het 1 3th B.F.A.
en het diepgevoeld sympathiek ant
woord van Generaal De Cuyper, werd
Talbot House door en door bezo.cht.
Eenieder die talbot House Poperinge
nog niet kende bleef langen tijd stil
bij ieder tafereel, schets of foto, die
zooveel aandoenlijke herinneringsstuk
ken zijn uit de vroegere oorlogsjaren.
Maar het bezoek diende ingekort tot
spijt van alle makkers die met meer
tijd al de schatten van Talbot House
zouden komen terugzien.
Om 1 3 uur was het 1 3th te leper
verwacht.
Na een huldegroet aan het Stand
beeld en de minuut-stilte ter herinne
ring van de Poperingenaars die voor
land en stad sneuvelden, vaarde het
1 3th naar leper.
Middagmaal te leper en de jaarlijk-
sche bedevaart eindigde met het neer
leggen van kransen aan 't Standbeeld,
de Gedenkplaat van het 1 3th B.F.A.,
en het Britisch Monument te leper.
Een heerlijk gebaar van twee alom-
bekende Poperingsche Eere-Dames,
verwekte bij ieder makker van het 1 3th
de oprechte gevoelens van eerbiedige
dankbaarheid.
Gravin van den Steen de Jehay en
Barones Terlinden, eereleden van het
1 3th en Eere-Dame van onze stad, die
alhier de droevige oorlogsjaren door
brachten in volle toewijding aan al
wat zich menschelijke miseries noem
de, waren tegenwoordig bij de hulde
aan de gevallen wapenbroeders in den
sector leper.
Een prachtige bloemenkrans werd
door hen neergelegd.
Speciale reis van twee voorname Da
mes die de gesneuvelde makkers niet
vergeten.
Dat dergelijk gebaar als voorbeeld
diene voor diegenen die soms veel te
koel blijven bij ieder herinnering aan
de gevallen wapenbroeders.
Reporter.
■HHHOB
onderhandeling geregeld te zien, zij,
die zich geneigd mochten voelen een
beslissing door een oorlog te riskeeren,
niet van oordeel zouden zijn, dat het
verstandiger en voordeeliger is, door
onderhandeling de moeilijkheden op
te lossen, die onvermijdelijk ontstaan
bij het regelen van eischen en bij het
voldoen aan de behoeften van een
voortdurend veranderende wereld.
LUCHTAFWEER EN
LUCHTBESCHERMING.
Voor een doelmatige organisatie.
Luchtafweer en luchtbescherming zijn niet
alleen nieuwe woorden, maar ook de dingen,
die zij moeten beduiden, zijn eveneens nieuw
Dat is denkelijk de reden, waarom deze
woorden op taalkundig gebied, wellicht niet
heel juist zijn en dat zij met groote verwar
ring worden gebruikt in den gewonen gang.
Door luchtafweer moeten wij verstaan, de
militaire middelen, welke worden aangewend
om de luchtaanvallen af te weren. Deze mid
delen zijn talrijk, zij worden uitsluitend door
het leger aangewend en onder deze behooren
het afweergeschut met de bijhoorige dien
sten van luisteraars (loerdienst)schijnwer
pers, enz. de bescherming door een lucht
net, opgehangen door kabelballons de
jachtvliegtuigen, die trachten den doortocht
te versperren aan vreemde vliegtuigen en
ten slotte de représailles-maatregelen door
een contrfi bombardement op de vijandelijke
centra.
Wij wenschen hierover niet uit te wijden,
want wij hebben reeds hooger gezegd, deze
active defensieve behoort tot het leger.
Maar er werd in meestal de landen eenen
dienst van luchtbescherming ingevoerd, die
ook wel eens de passieve defensie wordt
genoemd.
Deze diensten bevatten niet alleen de hulp
van het Roode Kruis en van de brandweer,
maar tevens de diensten die tot doel hebben
de onderstanden te bouwen, de anti-gaska
mers in te richten, de bevolking voor te lich
ten over hetgeen moet gedaan en gelaten
worden in geval van bombardement.
In tijd van oorlog wordt deze dienst heel
wat belangrijker en de taak wordt veel in
gewikkelder en wij moeten het er bij voegen
veei gevaarlijker.
De vraag stelt zich of men in tijd van
oorlog van dergelijk niet-gemilitariseerde or
ganisme degelijk zal kunnen gebruik maken?
Het is moeilijk hierop te antwoorden. Veel
zal afhangen van de organisatie, van de re-
cruteering der elementen, van de leiding,
van de instructie en zoo meer.
De moeilijkheid van het inrichten van der
gelijke diensten is zeker niet ontsnapt aan
de bevoegde overheid. Men is 't eens dat
een stad van eenige omvang, minstens een
korps van luchtbescherming zou dienen te
hebben van 30.000 mannen en vrouwen,
want vooral moet worden voorzien, dat on
middellijke hulp kan worden gebracht aan
de door gas-aangetaste vrouwen, kinderen,
zieken, ouderlingen, enz., die uit de be-
dreigde zonen moeten verwijderd worden.
Deze diensten moeten dus meteen beschikken
over talrijke vervoerrijtuigen, over veldhos
pitalen en schuiloorden buiten de steden en
bedreigde agglomeraties gelegen, enz.
Niemand ontkent overigens, dat de groote
steden met hunne talrijke spoorwegen, ver
bindingswegen, havens, enz., het eerste ob-
jektief zullen vormen van het vijandelijk
vliegwezen, dat niet alleen zoekt de bevol
king te terroriseeren, maar dat tracht de
verbindingen te verhinderen en het econo
mische leven lam te leggen.
De ondervinding tijdens den oorlog in
Spanje opgedaan, heeft geleerd dat de bur
gerlijke bevolking in eenen modernen oorlog
meer dan 65 t.h. van de verliezen ondergaat
op de 1.200.000 slachtoffers, gevallen ge
durende den Spaanschen oorlog, zijn er
450.000 militairen en 750.000 burgers.
Voegen wij er aan toe dat de stikkende
en vergiftigende gassen niet werden gebruikt
tijdens den oorlog in Spanje, maar dat zulks
wel niet het geval zal zijn in geval van een
nieuwen wereldoorlog.
Ten slotte willen wij de aalrdacht trekken
op het feit, dat de militaire luchtafweer eene
zeer lastige taak te vervullen heeft, om de
vijandelijke vliegtuigen verwijderd te houden
als men er op denkt, dat de groote bombar
deervliegtuigen een snelheid hebben van 500
km. op een plafond van 6 a 8.000 meter, en
dat zij met de radiotoestellen aan boord,
kunnen vliegen boven de wolken en ook
s nachts, dan wanneer het afweergeschut en
de jachtvliegtuigen nagenoeg totaal onmach
tig staan tegenover de bombardements-es-
kaders.
Ten slotte willen wij hieraan de beschou
wingen toevoegen, dat voor ons land de
beste verdediging blijft eene goede en voor
zichtige buitenlandsche politiek, die ons bui
ten elk eventueel conflict zal kunnen houden.