iiewwone Iniernailonaie DBHFEOEBSEN klare taal Lord Halifax spreekt de Taal van het Hernieuwde Engeland. Plechtige Inhuldiging van Hoe méér Vrees voor Oorlog des te méér Kans op Vrede. o anzi o 12.000 FR PRIJZEN (Gewaarborgd) Heer Dr Jos. Van Walleghem als Burgemeester van Poperinge. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN DUPONT GEBROEDERS STAD POPERINGHE 19 JAAR. NUMMER 28. WEEKBLAD 25 CENTIEMEN. ZONDAG 9 JULI 1939. ÜAZET VAK POPERIKGHE ABONNEMENTEN ll Jaar, per post16 (r. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika30 fr. Losse Nummers 0.25 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. AANKONDIGINGEN De postabonnenten in Belgie, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hen bedient, en niet aan ons. Bij elk schrijven naar inlichtingen wordt men beleefd verzocht een postzegel voor ant woord te voegen. Per Uitgevers-Eigenaars Yperstraat, 2, POPERINGHE. Postcheck 484.59 Telefoon 180 leder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijne bijdragen. Handschriften worden in geen geval teruggegeven. Bijdragen in te zenden tegen den Donderdag middag. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag. Naamlooze artikels worden niet opgenomen. regel 1.00 fr. (minimum 3.00 fr.) Rouwberichten minimum 5.00 fr. Bijzonder Tarief voor Notarissen en Deur waarders. Voor dikwijls te herhalen re- klamen, prijzen volgens overeenkomst. Alle aankondigingen zijn op voorhand te betalen. IN GEVAL VAN EEN NIEUWEN AANVAL, ZAL ENGELAND DADELIJK MET AL ZIJN KRACHTEN INGRIJPEN t Zij, die Lord Halifax aan de radio lebben beluisterd en dat zal wel lechts een kleine minderheid van onze nedeburgers zijn, want de rede werd ;ehouden, zonder voorafgaandelijk am-tam die hebben, naar gelang Ie rede vorderde, met een zekere ver- •azing kunnen mijmeren, over de ge- veldige evolutie, die de Britsche po- itiek in de laatste maanden, heeft on- lergaan. De tijd van het splendid isole- nent is inderdaad nog niet zoo ver veg en het is nog zoo lang niet gele ien, dat, in continental Europat, met ien zekere vreugde, vernomen werd, lat Engeland eindelijk uit zijn al te ;emakzuchtige afzonderingsroes begon e ontwaken. Na de rede van lord Halifax mogen ve zeggen, dat 't volledig ontwaakt IS. Het was als de taal van een her- tieuwd Engeland van een Engeland, Jat we sedert den oorlog niet meer ladden gekend van het Engeland.dat ve, in den loop der eeuwen, herhaal- Jelijk op dezelfde wijze hebben zien eageeren, wanneer zich iemand, in Eu- opa, het recht aanmatigde, om als al- eenheerscher te willen optreden; maar /an, een Engeland, waarvan men nog tl algemeen in den vreemde dacht, dat tfet in decadencie was vervallen. Lord Halifax onderlijnde het zelf. Vlaar hij voegde er onmiddellijk bij, dat zij die over Engeland dit oordeel nebben geveld er zelf voor gezorgd vebben, dat Engeland uit zijn lethar- gischen slaap zou ontwaken. En hij ging verder met te zeggen '■x dat elkeen maar gereedelijk moet aannemen, dat Engeland niet zinnens s, te wijken voor smaad, noch geweld. :Jke beleediging ons land toegebracht, ïlke grove uitdaging tegenover wat wij ief hebben en besloten hebben te ver dedigen, kan ons enkel dichter tot el- caar brengen, ons besluit vaster leggen ïn onze loyauteit verhoogen tegenover ren, die onze gevoelens en verzuch tingen' deelen I Lord Halifax herhaalde, in zijn rede, rok de verschillende verplichtingen, Jie zijn land aangenomen heeft, te genover bepaalde landen van het Eu- •opeesche vasteland. Maar het volstaat niet, zei de Brit sche staatsman, verplichtingen op zich :e nemen. Men moet zich ook in staat stellen, om ze te vervullen. En dan onderlijnde hij de geweldige nspanning, die het land in de laatste maanden gedaan heeft en nog doet, rm zijn verdediging op den vasten grond, op zee en in de lucht, doelma tig in te stellen. Hij riep er de aandacht op in, dat ichter deze geweldige inspanning, de "onverzettelijke wil schuilt van een volk dat nauwer en eendrachtiger is dan ooit Maar onmiddellijk na deze uiteen zetting over Engeland's macht, ging Lord Halifax verder met duidelijk te verklaren, dat nooit dit militair appa raat in actie zal worden gesteld, dan ter verdediging tegen een aanval. En hij zegde hiervan, dat, van deze waarheid, elkeen in den lande over- 'tuigd is, terwijl hij ook meent, dat de meeste menschen in de andere landen 'er ook zoo over denken, ondanks de propaganda, die tracht het tegenover gestelde te doen gelooven. Wat nu in Engeland ook algemeen 'geweten is, maar wat men elders nog altijd niet zoo zeker schijnt te geloo- ven, is dat, in geval van een nieuwen aanval, wij besloten zijn om, ONMID DELLIJK gebruik te maken van de al geheelheid van onze krachten, om de verbintenissen te vervullen, die wij hebben aangegaan. En de minister stelde dan de han- II delwijze aan de kaak van zekere menschen, in de landen, waarvan de internationale filozofie verschilt van de Engelsche en die, over de hande- lingen van Engeland en over zijn zoo- genaamde omsingelinfjspolitiek laster verspreiden. Hierover zei hij nl. dat elkeen er over verbolgen is, wetende, dat die be- I weringen valsch zijn en dat zij, die er verantwoordelijk voor zijn, dit even goed weten als wij. Deze dingen gaan OP KERMIS-DINSDAG 11 JULI 1939 om 2.30 uur namiddag, op den Hippodroom GROOTE HEERLIJKHEID, Woestensteenweg niet ongemerkt voorbij, evenmin als de uitdagende beleedigingen, die onzen landgenooten, verder weg, zijn aange daan. Zoo omvatte, in één zin, Lord Hali fax alle die landen, ook Japan in het v'erre Oosten, die in zich den drang gevoelen, om, onder voorwend sel van méér Lebensraum die vrij-j heid en de onafhankelijkheid van an dere landen te willen afnemen. En over den Lebensraum had spreker het dan nog al breedvoerig. Hij wees erop, dat indien Duitsch- land zich nu afgezonderd gevoelt, het dit enkel en alleen aan zich zelf te wijten heeft. Door een autarchisch re giem isoleert het zich zelf op econo misch gebied, terwijl het, door zijn po litieke daden, ook een bestendige oor zaak is van angst voor de andere lan den. Wat de levensruimte zelf betreft, dit woord, dat we nog méér zullen hooren gebruiken, moet steeds van dichtbij worden bestudeerd. In elk geval, wordt het niet opge lost door de opslorping van nieuwe ge bieden. Hiervan is Duitschland een be wijs, vermits het, uit Nederland, Italië en Tsjechie, werklieden moet doen ko men, die het noodig heeft voor zijn nijverheid en zijn landbouw, terwijl 3elgie en Nederland, die men als over- aevolkt zou kunnen beschouwen, door een productieven arbeid, het gevaar ervan hebben kunnen afwenden. Na dan nog eens herhaald te hebben dat Engeland den pas zou afsnijden, aan al wie tot geweld zijn toevlucht zou nemen, besloot Lord Halifax zijn rede met eraan toe te voegen, dat heel iet Engelsche volk niets beters vraagt, dan, door een vredelievenden weg, een oplossing te geven voor alle hangende vraagstukken, en terloops, citeerde hij ook, onder deze kwesties, de koloniale eischen, wat wel beduidt, dat Engeland onder geen enkel voorwendsel, een struikelsteen wil leggen op den weg van den vrede. Op een oogenblik, waarop de heer Daladier in de Kamer, nog maar pas verzekerde, dat méér dan drie millioen man, aan s Lands grenzen verzameld zijn, was het goed, dat zij, die er toch eens konden van droomen, om de we reld een nieuwe onzekerheidsperiode te bezorgen, zooals verleden jaar, de zoo duidelijke en klare, en tevens moe dige en vastberaden taal hoorden, die ord Halifax door den aether heeft doen klinken. M. Verzekerde medewerking der beste paarden Gemak van Treinen en trams alle richtingen. Zie de Lijst der Ingeschreven Paarden op onze Tweede Bladzijde. DE POLITIEK VAN DEN DAG ZAL ZONDER BLOEDVERGIETEN WORDEN TERUGGEWONNEN HEFTIG ARTIKEL VAN GOEBBELS TEGEN ENGELAND. Onder den titel De afgehakte kin derhandjes schrijft minister Goebbels in de Volkischer Beobachter over de Engelsche propagandamethoden. Engeland beproeft thans weer het zelfde wat het tijdens den oorlog met zoo groot succes gedaan heeft. De hui dige Engelsche propagandastrijd tegen Duitschland is even driest en even bru taal als toen. De afgehakte kinderhandjes in nieuwe uitgave kunnen bij het Duitsche volk en ook bij het grootste deel der wereld geen indruk meer maken. De volken der aarde weten waaraan zij zich te houden hebben. Engeland moge zich zijn bondgenooten zoeken waar het wil, maar niet in het Duitsche volk. Daar zal het slechts een hoonge lach ten antwoord krijgen. Wanneer de Engelschen het op een machtstrijd met Duitschland willen la ten aankomen, hebben zij niet te doen met den Fuhrer of met een leidenden kring. Dan treedt hun het gesloten 80 millioenen volk der Duitschers tege moet. Zij zouden er dus goed aan doen, andere wegen dan die van het gewa pende conflict te zoeken. Want dti zou geen succes opleveren en het acute ge vaar meebrengen dat Groot-Brittannie zijn wereldrijk verliest. Londen moet zich meer in het realis me oefenen en de harde en onveran derlijke feiten onder de oogen durven zien. De meest beteekenisvolle uitlating in de Duitsche pers, deze jongste dagen, is wel, dat het genie van Hitier ma ten zal, dat Danzig aan Duitschland zal terugkeeren zonder bloedvergie ten En zelfs werd daarbijgevoegd, dat iet gebeuren zal op een manier, die voor heel de wereld een verrassing zal zijn. Werd hiermee bedoeld, dat de Vrijstad aaan het Reich als een over-rijpe vrucht in den schoot zal val- en, wanneer ze vanbinnen zal zijn uit gehold, door de nazis die er, thans bij duizendtallen, als toeristen binnen dringen. ...Op een gemoderniseerde manier van het paard van Troje alzoo, en op een teeken uit Berlijn, tot aan de tanden gewapend, te voorschijn zullen comen en de stad in bezit nemen Zóó kan 't niet zijn, als men toch zegt, dat de terugkeer van Danzig tot iet Vaderland zonder bloedvergie ten geschieden zal, want de Polen zien dit maneuver beter dan wie ook en ze hebben klaar en nadrukkelijk genoeg gezegd, dat ze zich de Vrijstad niet, op welke manier ook, door ge weld zullen laten afnemen. ...Waarbij thans nog de formeele, voor geen twee uitleggingen vatbare verwittiging van de Engelsche en de Fransche regeering is gekomen, dat ook deze landen iedere Duitsche geweld daad te of voor Danzig, als een oor logsverklaring zal worden beschouwd. Het Duitsche volk weet dus wéét, op een manier die geen twijfel toelaat dat het, indien het Polen zijn uitweg naar de zee wil ontnemen, het daarvoor zal moeten vechten. En. indien velen, aan dezen kant van de barricade, nu de vraag stellen of het de moeite waard is om voor Danzig, alle risicos van een nieuwen Europeeschen oorlog te nemen, dan mogen we er wel van denken, dat ook het volk in Duitschland en in Italië zichzelf met niet minder ernst de ei genste vraag stelt. En dat ieder bericht over kans op ontspanning in den toestand door dit volk met evenveel opluchting wordt vernomen als door alle andere. Duitschers en Italianen kunnen thans door hun verknechte pers nóg zooveel de hersenen worden volgepropt met legenden over de omsingeling die rond hen wordt uitgevoerd, zóóveel verstand zullen ze toch wel behouden hebben, om niet te weinig te denken over hetgeen er voor henzelven aan een oorlog gewaagd zou zijn. En zeker dan wel het Duitsche volk De grootste dank, welken het aan zijn leger van 1914-18 wijdt, is dat het den Vaderlandschen grond voor de gruwelen van den krijg heeft kun nen behoeden. Dat, als het tenslotte voor de overmacht zwichten moest, zulks was, temidden van de puinhoo- pen en de kerkhoven die het in 't Feindesland gesticht had. Maar nu zal er wel géén Duitscher zijn, om zich nog in te beelden, dat een aanval op Frankrijk weer eens met dezelfde schoone kansen gewaagd zou kunnen worden. Frankrijk, dat in 1914 volkomen onvoorbereid was, is thans, zoo goec als het Reich een volk in wape nen een formidabele muur een keten van tientallen Verduns als waartegen de Kronprinz z'n kop te pletter liep rekt zich uit van Luxem burg tot in de Jura. En indien de hulp van Engeland voor Frankrijk niet meer problematiek is, en nog heelemaal te organiseeren, zooals in 1914, dan kun nen de Duitschers weten, dat beide luchtvloten tezamen sterk genoeg zijn, om hun iederen vliegeraanval op een Fransche of een Engelsche stad, oogen- blikkelijk te Keulen, te Dusseldorf of te Frankfurt met woeker betaald te zetten. Waarbij dan nog al komt, dat de Britsche vloot op 't oogenblik reeds gereed ligt, en het heele operatieplan ïeeft uitgewerkt, om met de blokkade van Duitschland te beginnen. Met de Maginot-linie, langs den eenen, en de Siegfried-linie langs den anderen kant, zijn de kansen om den oorlog buiten 't land te houden voor de Franschen thans niet kleiner dan ze voor de Duitschers zijn, maar voor de Duitschers zijn de gevaren en de scha de van uit de wolken zeker niet kleiner dan voor de Franschen. Om deze berekening te maken, zal zeker wel niemand over betere gege vens beschikken dan Hitler-zelf, en de méér geruststellende berichten over zijn intenties ten opzichte van Danzig zullen zonder den minsten twijfel dan ook wel hun oorsprong vinden in de dare en resolute taal, door de ver antwoordelijke Britsche en Fransche staatslieden, als Lord Halifax en Dala- dier in den jongsten tijd gevoerd. Zoo wordt nogmaals bewezen, dat de vrede door Engeland en Frankrjik het best wordt gediend, door allen af keer voor den oorlog uit te drukken, maar zonder vrees voor 't geval, dat hun deze zou worden opgedrongen. Zeker de vraag of Polen voor En geland en Frankrijk een oorlog waard is, kan nog altijd worden gesteld, en het antwoord erop zou nog niet zoo direct bevestigend behoeven te zijn, indien het om Polen-alléén ging, in dien het hier een volkomen af- en uit zonderlijk geval gold. Maar nu is de toestand zóó, dat Po len nog slechts een schakel vormt in de keten van de solidariteit tusschen de democratische en vrijheidslievende naties, en... dat iedere keten maar juist zoo sterk is als haar.zwakste schakel. Het komt er thans op aan, den dic tatoren van de as aan 't verstand te brengen, dat er een grens is aan de vrees voor een oorlog bij de andere volken, waardoor zijzelven zich ten slotte alles geoorloofd zijn gaan ach ten. Nemen Frankrijk en Engeland het voor Polen op, dan nemen ze 't daar door vooral op voor zichzelven. Zooals de Duitsche overstrooming thans dreigt, zou het even dwaas van hunnentvyege zijn, den dijk langs Po len te laten dóórspoelen omdat deze breuk dan toch niet vlak vóór hun deur ligt. Maar zoo dwaas is men te Parijs noch te Londen. Men heeft er begre pen, dat de overweldiging van Polen voor Duitschland geen einde beteeke- nen zou, maar nog slechts een begin, en dat men door Polen thans aan zijn lot over te laten, het gevaar van een oorlog slechts zou kunnen vergrooten, met aanzienlijke verkleining van de kans om hem te winnen. N. G. Zondag laatst had in onze Stad de Plechtige Inhuldiging plaats van Heer Dr Joseph Van Walleghem, als Bur gemeester van Pope?:inge. Deze grootscne feesten werden den Zaterdag avond ingezer met Kanonge bulder en klaroengeschal van op den toren van St. Bertinuskerk Zondag morgen om 9 Yl uur gingen de Stadsoverheden en Officieele Ge- zagbekleeders in stoet, met het muziek van de Katholieke Kring, den heer Burgemeester ten zijnen huize afhalen, om zich vervolgens naar de Plechtige Hoogmis in St. Bertinuskerk te hegeven Na de Hoogmis gaf de Koninklijke Philharmonie onzer stad, onder de kundige leiding van Heer Moreau, een prachtig Kunstconcert, hetwelk met een dreunend handgeklap werd be groet door de talrijke toehoorders. 's Namiddags werd de Stoet ge vormd in de Veurnèètraat, waaraan na genoeg al de maatschappijen der stad deelnamen. De stoet was in twee deelen ver deeld Op kop stapte de Koninklijke Phil harmonie, waarop de 28 Huldegroe- pen en Praalwagens volgden. Allen hadden gewedijverd om iets schoons te vertoonen en verschillende groepeeringen verdienden alle bewon dering. Vervolgens kwam het Katholiek Muziek gevolgd door de Afgevaar digden der Poperingsche Gilden, met hun Vaandel. Deze prachtige stoet werd in oogen- schouw genomen door den Heer Bur gemeester en de Burgerlijke Overheid van op het verhoog aan het Stadhuis, alwaar verschillende groepen welgeluk te dansnummers uitvoerden. Daarna nam de Heer Burgemeester, omringd van de Heeren Cassiers, Le- febvre en Sansen, schepenen plaats in een rijtuig en namen rang in den Stoet, gevolgd door de Heeren Gemeente raadsleden en de Burgerlijke Overheid. Op gansch den doortocht waren de straten prachtig versierd ook werden er door verschillende inwoners bloe men den Heer Burgemeester aangebo den. Gekomen op de Groote Markt werd de stoet ontbonden. De Heer Burge meester legde alsdan zijn aangeboden bloemenruikers op het Standbeeld der Gesneuvelden van Poperinge terwijl de Koninklijke Philharmonie de Bra- banqonne speelde, gevolgd door het spelen van de Vlaamsche Leeuw door het Katholiek Muziek. Op hetzelfde oogenblik had een los lating van Duiven plaats op de Groote Markt. De Heer Burgemeester en de Bur gerlijke Overheden begaven zich als dan op het verhoog bij het Stadhuis. De Heer Julien Casisers, Eerste Schepen, nam het woord, en hield er volgende rede REDE VAN HEER JULIEN CASSIERS, Hooggeachte Heer Burgemeester, en Beste Vriend, Vandaag heeft onze geliefde stad haar schoonsten feestdos aangetrokken, aan alle huizen en gebouwen wapperen veelkleurige vlaggen, overal is het een weelde van bloe men en kransen, vreugde en blijdschap straalt uit de aangezichten om het aanstellen van onzen nieuwen Burgemeester. De bronzen stemme onzer klokken, de grootsche triomfbogen, de talrijke opschrif ten brachten U reeds de hartelijke welkom- groeten en de heilvolle wenschen onzer gan- sche Poperingsche Bevolking. Gansch Poperinge viert heden met hart en ziel. Burgers van alle standen en van alle denkwijzen gaan vandaag hand in hand en spannen broederlijk hunne beste krachten in, om U, Heer Burgemeester, op de meest luisterrijke wijze, hunne diepste tevredenheid en rechtzinnige hulde te betuigen. En daarover zal te Poperinge wel niemand verwonderd zijn. Wie immers, kent er niet onzen goeden en braven Dokter Van Walleghem In zijn doktersambt, door zijn grondige wetenschap en grenzelooze toewijding, in zijn burgers leven, door zijne rechtschapenheid en zijne gulhartigheid, heeft hij het vertrouwen zij ner zieken en de genegenheid zijner Stads- genooten, sinds vele jaren reeds, gewonnen en behouden. Heer Burgemeester, gij, die tot nog toe, voor uwe zieken, de goede, edelmoedige en verkleefde Dokter waart, zult ook van nu af aan, de echte Burgervader zijn, in den ver- hevendsten zin van dit woord, 't is te zeggen de Burgemeester van iedereen, rijk en arm, en van welke gezindheid ook, met als eenig doel, den bloei en groei onzer Stede en de welvaart van al onze medeburgers van gelijk welken stand. En dit, wij weten het allen, vraagt een opofferingsgeest en eene onbe perkte toewijding. Maar niemand ook twij felt er aan, of Gij met eere en waardigheid, de glansrijke reeks onzer Poperingsche Bur gervaders zult voortzetten. Poperinge, hoofdstad van het vermaarde Hoppeland, bekleedde altoos eene waardige plaats in de rij onzer West-Vlaamsche Ste den. Welvaart en voorspoed, Rust en Vrede, Werkzaamheid en Ondernemingskracht, von den hier steeds een dankbaar terrein, Taal en Zeden der voorouders bleven er in eere. Onder uw Bestuur, Heer Burgemeester, zal Poperinge zich zelf waardig blijven. Gij, die zooveel menschenkennis bezit, die dagelijks met raad en daad, hulp en bijstand weet te verleenen, die zoo goed den ader- en pols slag van ons leven nagaat gij ook zult weldra den harteslag kennen van onze Stad, hare behoeften, en verlangens, hare ver wachtingen en idealen. Vol liefde en genegenheid, zult Gij man moedig streven voor haren bloei en voor uitgang, voor haar zedelijk en stoffelijk wel zijn. Alle Burgers zullen voor U gelijk zijn en met uw vriendelijk woord en uwe inge boren minzaamheid zult Gij hen steeds ten dienste staan. Heer Burgemeester, om te sluiten, druk ik den vurigen wensch uit, U nog vele jaren aan het hoofd te zien onzer Stad. Mochte God U mildelijk zegenen en bijstaan in de uitoefening van uw verheven ambt. Aldus zal het Burgemeesterschap van Dok ter Van Walleghem eensdaags met gulden letters aangeschreven worden in de vromo geschiedenis onzer duurbare Poperingsche stede. Leve lang onzen Burgemeester. Daarop antwoordde de Heer Burge meester met volgende toespraak REDE VAN DEN HEER BURGEMEESTER. Mijne beste Medeburgers van Poperinge, Dames en Heeren. Diep ontroerd door die prachtige huldi ging die mij te beurt valt is mijn eerste woord een woord van welgemeende erken telijkheid en dank. Dank aan de Heeren van de Feestcom missie, dank aan allen, groote en klein, die aan dit prachtig feest hebben medegewerkt en deelgenomen. De prachtig bevlagde en versierde straten en woningen, die praal bogen, die heerlijke indrukwekkende stoet, waaraan gij allen Poperingenaren eensgezind hebt medegeholpen, leveren mij de getui genis van de genegenheid en de geestdrift waarmede gij deze huldiging tot stand hebt willen brengen. Ik ben verheugd vast te stellen dat U allen, Poperingenaren, zonder onderscheid hebt willen deelnemen aan dit feest en dat alle gezindheden hier thans vereenigd zijn. In den geest dezer eensgezindheid wensch ik er op te steunen dat ik al dien lof en al dat huldebetoon niet wil aanzien als gericht tot mijn persoon maar tot het hooge ambt van burgemeester dat mij werd opgedragen. Ik beloof U deze hulde altijd indachtig te zijn en al mijne beste krachten veil te hebben voor 't belang en 't heil van al de Pope ringenaren. Ik zal de burgemeester zijn van allen, van groot en klein, van arm en rijk, van gelijk welke politieke partij zij ook wezen. Ik zal trachten te samen met de Heeren Schepenen en Gemeenteraadsleden die mij allen hunnen steun beloofd hebben, de stad vredelievend te besturen in een breede geest van verdraagzaamheid, tot welzijn van een ieder. De eerste en hoogste plicht van den bur-

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1939 | | pagina 1