Een Nieuwe Regeering Pierlot De Oorlog In Europa Rond de Kwestie van de Uitbreiding van het Conflict Ontslag van den Engelschen Minister van Oorldg 14 Ministers in plaats van 18 OPROEPING VAN WERKLOOZEN 20 JAAR. NUMMER 2. NIEUWS- EN NOTARIEEL AANKONDIGINGSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN DUPONT GEBROEDERS PROEFT CASTAR BIER BELCIE EN EEN INVAL IN NEDERLAND DE MAGINOT-LINIE WEEKBLAD 25 CENTIEMEN ZONDAG 14 JANUARI 1940. GAZET m FOFERIHGHE ABONNEMENTEN I Jaar. per post16 fr. Congo 25 fr. Frankrijk25 fr. Amerika (en andere landen) 30 fr. Men abonneert op alle belgische postkantooren. De postabonnenten in België, die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in het postkantoor dat hen bedient, en niet aan ons Elk schrijven naar inlichtingen moet verge zeld zijn van een postzegel voor antwoord Uitgevers-Eigenaars Yperstraat, 2, POPERINGHE Postcheck 484.59 Telefoon 180 Ieder medewerker blijft verantwoordelijk voor zijn bijdragen. Handschriften worden in geen geval teruggegeven. Bijdragen in te zenden tegen den Donderdag s middags. Kleine berichten tegen den Vrijdag middag Naamlooze artikels worden niet opgenomen AANKONDIGINGEN Gewone berichten, per regel Kleine berichten (minimum) Rouwberichten (minimum) Voor dikwijls te herhalen reklamen prijzen volgens overeenkomst 1.00 fr. 4.00 fr. 5.00 fr. Alle aankondigingen op voorhand te betalen ■U—Ml III LfTBBHITn Vrijdag avond is M. Pierlot erin ge slaagd zijne regeering om te vormen. De nieuwe regeering Pierlot bestaat thans uit 14 ministers in plaats van vroeger I 8. DE NIEUWE REGEERING. M. Hubert Pierlot, Eerste Minister, zonder portefeuille, (kath.) Graaf d'Aspremont-Lynden, Minis ter van Landbouw, (kath.) M. Gust. Sap, Minister van Econo mische Zaken en Bevoorrading, (kath. M. A. Delfosse, Minister van P.T.T. en N.I.R., (kath.) M. A. Devleeschauwer, Minister van Koloniën, (kath.) M. P.-E. Janson, Minister van Justi tie, (lib.). M. M.-H. Jaspar Minister van Volks gezondheid, (lib.). M. A. Vanderpoorten, Minister van Binnenlandsche Zaken, (lib.). M. Paul Spaak, Minister van Buiten- landsche Zaken, (soc. M. E. Soudan, Minister van Open baar Onderwijs, (soc.). M. A. Balthazar, Minister van Ar beid en Werkverschaffing, (soc.). M. L. Matagne, Minister van Open bare Werken, (soc.). M. C. Gutt, Minister van Financiën. Luitenant-Generaal Dens, Minister van Landsverdediging. SLECHTS EEN NIEUWE MINISTER Nieuw in deze regeering is alleen de heer Matagne socialistisch senator voor Charleroi, burgerlijk mijningenieur en leeraar tot in 1936 aan de bijzondere school voor technische ingenieurs en aan de Hooge Nijverheidsschool te Charleroi. In den Senaat, hield de heer Mata gne zich vaak bezig met onderwijs kwesties, en men verwachtte, dat hij wel eens minister van Onderwijs wor den zou. Dat hij thans minister van Openbare Werken is hoeft niet als een ongeschikte oplossing te worden be schouwd. Hij is een technicus, en dat hij in het parlement nooit is opgeko men voor de verdediging van bepaalde openbare werken, bewijst in laatste in stantie ook dat hij nooit aannemersbe- langen bad te verdedigen, en hij dus een even onbevooroordeeld minister van Openbare Werken zijn kan, als de heer Vanderpoorten is geweest. DE HEER VANDERPOORTEN NAAR BINNENLANDSCHE ZAKEN De heer Vanderpoorten wordt bij deze regeeringswijziging zooveel als bevorderd Waar hem tot nog toe het departement van Openbare Wer ken werd toegekend, op een moment dat er slechts openbare, werken waren Stil te leggen, of tot het uiterste mini mum te herleiden, krijgt hij thans een van de belangrijkste hefboomen van s lands bestuur in handen Binnen landsche Zaken, een departement waar hij vooral thans uiterst belangwekkend werk zal te verrichten krijgen. Zijn benoeming aan het hoofd van dit departement, juist op dit oogen- blik, is van het grootste belang voor de rust en den vrede in het land. Im mers, juist thans staat de met spanning verwachte «volkstelling van 1940 voor de deur, krachtens dewelke een mogelijke gedeeltelijke herziening van de taalgrens moet worden doorgevoerd Nog niet lang geleden verklaarde de heer Devèze, de vroegere titularis, nog dat hij weigerde den burgemeester van Edingen te benoemen, ofschoon zijn candidatuur door de groote meerder heid van den raad werd voorgedra gen, omdat de candidaat geweigerd had de taalwet toe te passen. Daarvoor wilde de heer Devèze wachten tot na de nieuwe telling van 1940, die de kwestie van Edingen, en nog enkele andere kwesties, beslechten moet. Niemand in het land heeft het recht Ie twijfelen aan de oprechtheid en de vaderlandsche trouw van den heer De vèze, maar hijzelf zal wel gevoeld heb ben, dat iemand als de heer Vander poorten gemakkelijker zekere beslis singen door de Vlamingen kan doen aanvaarden, als deze door de volkstel ling van 1940 worden opgedrongen, dan hijzelf dit zou kunnen, terwijl, aan den anderen kant, de heer Vander- Poorten wel zooveel van het patriotis me van den heer Devèze, en van diens rechtvaardigheidszin heeft, dat nie mand bij hem het zoogenaamde Vlaamsche imperialisme zal kun nen zoeken. Voor de eenheid van het land kan de heer Vanderpoorten aan 't hoofd van Binnenlandsche Zaken zeer veel doen, en het ligt voor de hand dat het aanstellen van den nieuwen titularis op voorstel van den heer Devèze zelf is geschied. DE HEER JANSON TERUG AAN RECHTSWEZEN. De heer Janson wordt van minister zonder portefeuille, opnieuw minister van Rechtswezen. Daar is eigenlijk niets over te zeggen. Het departement van Justitie is het departement van den heer Janson. Hij voelt er zich thuis als een vos in zijn hol, kent er ieder een, tot de kleinste bedienden toe, hij weet er alles van, is een van de groot ste juristen van het land, en iemand die het meest heeft bijgedragen tot het oprichten van de kaders en de magi stratuur. Waarom men hem niet een soort hors concours minister maakt is niet te begrijpen, want als men één bevoegdheid heeft in het land om dit departement te besturen, dan is hij het wel. DE HEER SOUDAN, MINISTER VAN OPENBAAR ONDERWIJS. Het corrolarium van de benoeming van den heer Janson tot minister van Rechtswezen, was de benoeming van den heer Soudan tot minister van het Openbaar Onderwijs. De heer Soudan is wel een socia list, maar een zeer gematigd socialist, en iemand wiens hooge geleerdheid en goede faam als rechtgeaard man iede- ren twijfel uitsluit of hij zal de pijnlijke kwestie van de vereenvoudiging van ons hooger onderwijs ernstig, voorzich tig en onpartijdig aanpakken. ECONOMISCHE ZAKEN EN BEVOORRADING. De heer Sap krijgt thans alles wat de economische zaken betreft onder zijn leiding, alleen Landbouw niet. Maar het is altijd een katholiek verlan gen geweest om landbouw afzonderlijk te houden. Daarover zal de heer Sap dus niet mogen klagen. De Dienst van Bevoorrading de veel omschreven dienst van Bevoorrading van het departement van Landsverde diging werd onder zijn orders gebracht en het departement van Bevoorrading zelf werd aan Economische Zaken toe gevoegd. De heer Sap kan dus hande len, en moet thans toonen dat de wer kelijk schoone plannen die hij reeds meermalen heeft uiteengezet ook door hem in werkelijkheid kunnen worden omgezet. Heeft de heer Sap voldoende poli tiek beleid om onze nijverheid in staat te stellen door te dringen tot zekere buitenlandsche markten die thans, naar het heet, kunnen veroverd worden, als men «the rigt man on the right place» zet, dan zal dit thans moeten blijken. VERDERE WIJZIGING. Als verdere wijziging hebben wij en kel nog de verplaatsing van den heer Delfosse naar Verkeerswezen, maar dit beteekent niet zoo heel veel. Bij Spoor wegen heeft de minister al de titu larissen van de laatste jaren hebben het verklaard, zoo goed als niets te vertel len, en zoolang de dienst van Water wegen bij Openbare Werken blijft, zal in de kwestie van de concurrentie tus- schen spoor, baan en waterweg wel geen zeer belangrijke beslissing getrof fen worden. Dat de Nationale Voorlichting wordt afgeschaft, dit lag voor de hand. Alles bij elkaar genomen, komt de ploeg Pierlot wel gedund, maar niette min gevoelig versterkt en gezuiverd uit het vagevuur dat zij heeft doorge maakt. HET HEENGAAN VAN DEN HEER MARCK. Met de heeren Devèze, Duesberg, De Man en Wauters, is dus ook de heer Marck heengegaan. Men kent de omstandigheden waarin dit ontslag werd aangekondigd en de voorbode werd van de huidige regeeringsomvor- ming. In 1937 trad volksvertegenwoordi ger Marck in de regeering Janson, als minister van Verkeferswezen, en hij is dat gebleven tot op dezen dag. Men noemde hem «het cement van de re geering», maar dat neemt niet weg dat er telkens en telkens weer een nieuwe regeeringscrisis kwam, tot de huidige, waarbij hijzelf is gevallen. Zijn loopbaan als Kamerlid had hem voorbestemd om eens de Minister van Landsverdediging te worden. Daar had hij zich altijd op toegelegd. Maar toen kwam het verlangen naar men zegt van de allerhoogste instantie om eens en voor altijd een technieker aan het hoofd van dit departement te zet ten, en toen bleek de kans van den heer Marck voor goed verkeken. Hij is dan maar minister van Verkeerswezen geworden, een departement dat men steeds pleegt toe te kennen aan de nieuwe eenden in de regeeringsbijt. De heer Spaak is aldus begonnen, en de heer Jaspar eveneens. Zij zijn verder gegaan. De heer Marck is gestruikeld. Enkel de 9.000, die niet tot de landweerklassen behooren, wor den binnengeroepen Op dit oogenblik zijn er onder de werkloozen in ons land 29.000 man nen die onder de wapens zouden kun nen geroepen worden. Onder hen be vinden er zich 20.000 die tot de land weerklassen behooren. Zij worden dan ook niet binnengeroepen. Indien de overige 9.000 op dit oo genblik nog niet binnengeroepen zijn geworden, komt het doordat de regee ring, om bezuinigingsredenen, niet geheel het leger mobiliseert zoolang de noodzakelijkheid hiervan zich niet laat gevoelen. Maar de vrijstelling van de gezins hoofden en de nieuwe werkzaamheden van het leger die zich eiken dag op dringen, noodzaken nieuwe wederop- roepingen. DE MEENINGEN IN DUITSCHLAND EN BIJ DE VERBONDENEN. DE DUITSCHE MEENINGEN. Belga meldt uit Berlijn De verschillende ontwerpen van uit breiding van het conflict tot de Scan dinavische landen, den Balkan en het Nabije Oosten, worden steeds aandach tig gevolgd in de Duitsche pers. De «Deutsche Allgemeine Zeitung» herneemt den tekst van de Britsche revue «Nineteenth Century» waarin ge zegd wordt, dat het een groote vergis sing is te gelooven, dat de neutraliteit van de Scandinavische landen en van het Zuid-Oosten voordeelig is voor de Verbondenen en dat het veel belang wekkender zou zijn, indien deze neu trale landen meegesleept werden in den oorlog, want dan zou Duitschland moe ten strijden op verschillende fronten en zou het kunnen bedreigd worden door de vloot der Verbondenen. Het Duitsche blad zegt, dat het daar om is, dat Duitschland een eerlijke ver wittiging gegeven heeft aan de neutra len, om zich niet te laten beinvloeden door de vijanden van Duitschland. In het begin van 1940 moet ieder Europeesche staat, die niet in oorlog is, er zeker van zijn, dat voor Duitschland de oorlog overal bestaat, waar de te genstrever, onder welk voorwendsel ook, zich daadwerkelijk strijdbasissen schept. Het «Hamburger Tageblatt» zegt onder meer, dat Duitschland niet zou kunnen dulden, dat al de kleine staten tegen het Reich opgesteld worden en dat Duitschland strijden zal tot het uiteindelijk verpletteren van het Brit sche imperialisme. In dien strijd is Duitschland het eens met Rusland en het is die werkelijk heid, die plotselings het imperialisme van heel de wereld ontketend heeft te gen Rusland. Het feit, dat Amerika heel ver van Europa ligt, maakt het misschien moei lijk den waren toestand te erkennen, maar in Europa zelf, moeten de kleine neutrale staten er zich langzamerhand rekenschap van geven te meer daar zij alle dagen van uit Londen brutale en ondubbelzinnige verwittigingen ont vangen. DE MOEILIJKE BEVOORRADING UIT DEN BALKAN NAAR DUITSCHLAND. Havas schrijft uit Parijs, dat de na tuur de verbondenen bijstaat, om de moeilijkheden voor de Duitsche be voorrading te vergrooten. Ingevolge de Fransch-Britsche blok kade op invoer en uitvoer, ging de hoop der Duitsche leiders, zegt Havas, naar Rusland en den Balkan. Het ver bond met Soviet-Rusland bracht vele ontgoochelingen en de Balkan alleen is in staat aan Duitschland een doeltref fende hulp te brengen. Het Fransche agentschap stipt dan aan, dat er drie voorname wegen uit den Balkan naar Duitschland beston- 1 den de spoorweg over Hongarie, de spoorweg over het bezette Polen en j de Donau. De twee spoorwegen, die Roemenie aan Duitschland verbinden, waarheen 39 ten honderd van den Roemeenschen uitvoer gegaan is in December j1.te genover 21 in December 1938, en die doorheen Hongarie loopen, zijn voornamelijk van locaal belang. Zij zijn grootendeels in enkele richting en men kan er geen groot vervoer langs voorzien alleen de sojaboonen, de le vende dieren en enkele voorwerpen van waarde kunnen er langs reizen. De lijn.Boecarest-Breslau over Cer- nauti en Lwow, vroeger zeer belangrijk is thans bijna volledig onderbroken sedert de Soviet-bezetting van 't Pool- sche gedeelte. Dan blijft er alleen de Donau over en die moest aan Berlijn de bevoorra ding in granen en petrool verzekeren. Maar sedert enkele dagen is de stroom bevroren. Daaraan moet men de veel vuldige halten en vertragingen voegen der treinen veroorzaakt door overvloe dige sneeuwvlagen in de Karpathen. Havas zegt, dat Duitschland trots ijsbrekers-lichters en dynamiet, er niet in gelukken zal den Donau bevaarbaar te maken. Zeker is deze blokkade maar tijdelijk, zegt Havas, maar zij zou toch twee of drie maanden kunnen duren. DE EVENTUEELE HULP VAN ENGELAND EN FRANKRIJK AAN ZWEDEN EN NOORWEGEN. Belga meldt uit Londen De Zweedsche middens van Londen weten niets van het zenden door Duitschland van een diplomatische nota aan de regeering van Stockholm, waarin deze verzocht wordt zich te verzetten tegen den doorvoer van ma terieel, bestemd voor Het Finsche leger. In de Britsche kringen erkent men de moeilijke positie van Zweden, min of meer openlijk door Duitschland er van beschuldigd, zich te leenen tot het spel van Engeland en Frankrijk, we gens de sympathie, die het betuigt te genover Finland. Deze kringen sluiten nochtans de mo gelijkheid van een rechtstreeksche be dreiging, waarvan Zweden het voor werp zou kunnen worden, hetzij van wege Duitschland, vanwege Rusland, of vanwege de twee tezamen, niet uit. Ondervraagd over de houding, die Engeland aannemen zou, indien die be dreiging duidelijker worden moest, toonen zich de bevoegde middens zeer terughoudend. Sommigen hebben ge sproken over geruchten rond het be staan of de uitwerking van een accoord in dat vooruitzicht. Tot hiertoe kwam niets deze geruchten bevestigen. Maar het blijkt uit alle verzamelde aanduidingen, zegt Belga, dat in dat geval de hulp der verbondenen aan Zweden en desgevallend aan Noor wegen, zich des te grooter zou betoo- nen, naargelang de politiek van het Reich en van de Soviets duidelijker tot uiting zou komen, en de militaire hulp bronnen van Engeland en van Frank rijk zouden toelaten aan die taak een stevigere hulp te wijden. Met of zonder voorafgaandelijk accoord in dien zin, zou die rechtstreeksche bijstand zeker blijken. EEN VERKLARING VAN GRAAF CARTON DE WIART. In de Nederlandsche «Telegraaf» is een artikel verschenen van de hand van Graaf H. Carton de Wiart, onder den titel «Belgie kan onmogelijk lijd zaam blijven bij inval in Nederland». De Belgische staatsminister schetst dan het verloop der betrekkingen tus- schen Belgie en Nederland sedert 1830 Hij komt dan tot het huidig conflict in de wereld, waarbij de solidariteit tusschen beide landen geenerlei mili tair bondgenootschap bestaat, zegt hij, dat de Duitsche troepenconcentraties overal de voor de hand liggende vraag heeft doen stellen, wanneer een der oorlogvoerenden zijn plechtige belof ten schendend, er aan zou denken. Ne derland aan te vallen En dan schrijft hij «In volle vrijheid zouden dus de bei de staten op een vraag van zoo groot gewicht moeten antwoorden. Niemand zou hen kunnen verplichten, elkaar ge wapenderhand te hulp te komen maar evenmin zou iemand kunnen beletten, dat een dergelijke aanval terstond door een zoodanige hulpverleening zou wor den gevolgd. Men behoeft slechts een blik op de kaart te slaan, om tot de overtuiging te komen, dat Belgie bij een inval in Nederland niet lijdzaam zou kunnen blijven toezien. Verder onderlijnt de staatsman bij zonder, dat tenslotte, uit een moreel oogpunt beschouwd, een dergelijke daad van geweld elke waarde ontne men zou aan de verzekeringen, welke Duitschland Belgie gegeven heeft en waarin Belgie vertrouwen blijft stellen. Bovendien heeft de heer von Rib- bentrop op 10 November 11. tot den ambassadeur van Belgie te Berlijn ver klaard, dat Duitschlands toebereidse len niet tegen de neutralen gericht wa ren. Hij bevestigde dus slechts de plechtige vriendschapsbetuigingen, wel ke de Duitsche rijkskanselier in het openbaar uitgesproken heeft. Tot besluit stipte de staatsminister nog aan welke diepen indruk een aan val op Nederland in de wereld en voor al in de Vereenigde Staten maken zou. ONTZAGLIJKE WERKEN TER VERSTERKING VAN Onder de werken, aangelegd ter versterking van de Maginot-linie, welke werken reeds den naam van Fransche Siegfriedlinie dragen, en waarover men reeds geschreven heeft, publiceert Ha vas thans eenige cijfers die een denk beeld geven van de enorme taak, die de soldaten en arbeiders uitgevoerd hebben in de drie eerste maanden der mobilisatie. Zoo men de prikkeldraadversperrin gen rondom deze z.g. veldversterkin- gen naast elkaar zou zetten, dan zou een oppervlakte beslagen worden van 4000 km. lengte en 4 meter breedte. Had men al het graafwerk, aange wend voor een kanaal, dan had men er in drie maanden één gegraven van 200 km. lengte en van normalen diepgang. Met het beton, gebruikt voor kaze matten, blokhuizen en voor schuilplaat sen, Had men een muur kunnen bou wen van eenen meter hoogte en 700 km. lengte. Havas spreekt van de grootste wer ken voor militaire doeleinden, die se dert de dagen van het Romeinsche le ger uitgevoerd zijn. In drie maanden Hebben millioenen arbeiders 15.5 millioen vierkante meter prikkeldraadversperringen aangelegd, wegende 65.000 ton en bevestigd aan vier millioen piketten. Er is 4.5 millioen kub. meter aarde verzet en 700.000 kub. meter beton met 100 millioen kilo betonijzer ver werkt. Het gaat daarbij, zooals gezegd, om versterking van de Maginot-linie, die in vredestijd aangelegd werd. In zes jaar tijd werd voor deze linie 1 2 millioen kub. meter grond verzet en 1.5 millioen kub. meter beton gegoten. De loopgraven,betonwerken en prik keldraadversperringen, vormen nog slechts een deel van de versterking der Fransche grens, die zich uitstrekt van Genève tot Duinkerken. De Fransche troepen hebben in de afgeloopen drie maanden allerlei an dere werken verricht, zooals het aan leggen van eenvoudige rijwerken, ver schansingen en anderen moeilijken technischen arbeid. Daarbij moet er ook nog gewezen worden op het onderhoud der wegen. Ondanks 't geweldige verkeer voor en na de mobilisatie, ondanks de zeer zware voertuigen, zooals tanks en rups auto's, die het wegdek zwaar bescha digen, is dit in uitstekenden staat. Aan de wegen worden dan ook, en vooral met het oog op het slechte weer, bijzondere zorg besteed. De Fransche generale staf beschouwt een dicht en goed wegennet als een van de factoren, die in dezen oorlog groote voordeelen opleveren. LORD HORE BELISHA AFGETREDEN EN VERVANGEN DOOR LORD STANLEY. Zaterdag melde men uit Londen dat Hore Belisha, de Engelsche minister van Oorlog, en Macmillan, minister van Voorlichting in het Engelsche ka binet, zijn afgetreden. Stanley tot dusver minister van Han del wordt minister van Oorlog, Sir An drew Duncan minister van Handel, en Sir John Reith min. van Voorlichting. Aan Hore Belisha is de portefeuille van Handel aangeboden doch hij heeft het aanbod niet aanvaard. De publieke opinie zal verbaasd zijn over het feit dat Hore Belisha weggaat van het departement van Oorlog en niet in de regeering blijft. Hore Belisha heeft altijd critici gevonden, zoowel in het Lagerhuis als daarbuiten. Critici waartoe ook behooren degenen en wellicht bevonden er zich militairen van Koog aanzien onder die de dras tische wijze afkeurden, waarop Hore 'Belisha zijn legerhervormingen uitvoer de, zoo noodig met voorbijgaan van de traditioneele practijk, in Het belang van verzekering van een maximum van doeltreffendheid. Maar Hore Belisha heeft bewonderaars in alle partijen om zijn dynamische hoedanigheden, zijn vindingrijkheid en zijn geweldige be kwaamheid om dingen gedaan te krij gen, en onoverkomelijk lijkende hin dernissen te overwinnen. Meeningsverschil tusschen Hore Belisha en den minister van Luchtvaart Volgens een Havastelegram uit Lon den herinnert men er in de Engelsche hoofdstad aan, in verband met het ont- slag van Hore Belisha, dat tijdens de laatste weken, het gerucht de ronde heeft gedaan, dat Belisha meeningsver- schillen heeft gehad met den minister van Luchtvaart betreffende de kwestie of het Britsche vliegwezen van het ex peditiekorps onafhankelijk moest blij ven of geplaatst moest worden onder 't algemeen hoofdkwartier van 't leger. Wat de geschillen tusschen den afge treden minister van Oorlog en de le gerleiders betreft, verneemt United Press nog, dat Hore Belisha bij de be noeming van lord Gort tot opperbevel hebber vele oudere officieren had ge passeerd en ook jonge officieren in den legerraad had benoemd. Door zijn agressieve methodes maak te hij zich vele politieke vijanden. Zijn positie werd echter over het al gemeen als sterk beschouwd vooral na dat, zonder eenig verlies, het Britsche expeditieleger naar Frankrijk overge bracht was. Had Hore Belisha een misverstand met Generaal Gamelin Men heeft den indruk in politieke Londensche middens dat de plotse ver dwijning van Hore Belisha als minister weldra zal opgehelderd worden. Intusschen lijkt het wel van belang wat de Daily Herald schrijft. Men

HISTORISCHE KRANTEN

De Gazet van Poperinghe (1921-1940) | 1940 | | pagina 1