tI bi II. Algemeenheden aangaande de Raiffeisenkas. r 24 gevolg dat het geld dat door don eene kan gemist worden in 1. Aard. De Kaiffeisenkas is eene samenwerkende maat schappij van landbouwcrediet met onbeperkte verantwoordelijk heid barer leden. Wij ontleenen aan eene stadie over die kwestie, onder liet handteeken van M. Moens in den «Hopboer» verschenen, de volgende ophelderingen. kunnen, dat, voor het uitgeschreven zijn waaraan nemen niet kans van het departement van koopen van machienen en syndicale tuigen, tentoonstellingen enz. I?. progressisten zooals gij, Waarde verbeteringen, aanzi„..’.'.jl._ o van Staatswege. Meer nog. ziet gij niet dat van jaar tol jutir. de goede de puike hopboeron, meer opbrengst en beter kwaliteit van hop bekomen, duurder verkoopen en, ten slotte, meer geld maken van hunne voortbrengsels. Welaan zijn zij dan in de voorwaarden niet van langs om min hunnen toevlucht te moeten nemen tot het crediet Doch er is een ander middel om den moedigen hopplanter zooveel geld te verschaffen als hij maar wil hij hoeft zich slechts te richten tot do credietkassen waaronder de Raiffei senkas een der beste vormen aanbiedt. De Raiffeisenkas, wat is dat voor iet Luister hier. 2. Doel. .De Raiffeisenkas is cene spaar- en leen°-ilde deze inrichting geeft den begoeden landbouwer het middel oni zijne spaargelden op eene zekere en voordeelige wijze te plaatsen. Zij laat den vooruitzienden landman toe op de profijtigste de voordeeligste wijze het geld te leenen waarmede hij voordeel inzijn bedrijf zal Kunnen doen. Dit meenen wij ook. Wat anders nu weet gij niet, ol heb gij in den Hopboer niet gelezen dat liet Staatsbesten met milde]'hand de hopplanters aanmoedigtzoodanig dat de inrichters van ijzerdraadlochtingen eene kleine toelage bekomen verbeteren der hopasten, prijskampen raan al de bondsgenoten deel kunnen sehoone belooningen te verkrijgen, dat Landbouw tussehenkomt voor alle aan van prijskampen, Daaruit blijkt dat de vooruitloopers, de man. voor alle ingevoerde óenlijke aanmoedigingen kunnen bekomen

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1907 | | pagina 24