30 v: wende middelen tot verbetering van de inlandsehe hopteelt; tevens vestigde hij de aandacht op de reeds bekomen goe< e uitslagen. Mot genoegen stellen wij vast, niet alleen dat men op den aangewezen weg voortgaat, maar ook dat elk jaar nieuw e pogin gen worden aangewend om eene bestaande werkwijze te verbe teren of eene nieuwe hervorming' die bijdragen kan tot verbete ring van den toestand van den hopplanter in te voeren. Na de hopplanters te hebben vereenigd in talrijke vakvereenigingen, na de aandacht van de Belgische brouwers te hebben gevestigd op hunne pogingen en de eerste daardoor bekomen uitslagen, schijnt men zich thans toe te leggen op de nadere studio van do vereisehten en van de grondslagen der hopopbrengst. De mees te opbrengst, wat hoeveelheid en hoedanigheid aangaat, te bekomen met de minste kosten dat is het vraagstuk hetwelk men thans tracht op te lossen. Op dat gebied schijnt men vooral na te gaan hoe men de kos ten van de hopstaken zou kunnen verminderen dit zal niemand verwonderen, wanneer wij zeggen dat alleen die kosten soms een vijfde of een vierde van het geheel bedrag der out- it, hetzij meer dan het dubbel van den huurprijs van het land, bereiken. Om totgezegde vermindering te geraken, wordt door de vakmannen aangeraden, onder andere, de staking te vervangen door het opleiden op ijzerdraad, bij middel van staken in dennenhout, die eerst met creosoot worden doortrok ken doch, daar het niet mogclijk zijn zal. dadelijk tot die ver vanging over te gaan, geeft men, in afwachting, den raad de staken met creosoot te behandelen: dat kan ten huize en mits geringe kosten worden gedaan de tot nu toe bekomen uitsla gen doen hoopvol de toekomst te gemoct zien. De middenafdeeling zegt den heer minister van landbouw dank, omdat hij dit heilzaam initiatief heeft aangemoedigd door middel van toelagen: zij drukt den wenseh uit, dat hij in de toekomst nog zou bijdragen tot het invoeren van deze nuttige en tevens belangwekkende hervorming. Een deel van de som, op zijne begroeting gebracht onder artikel 13, zou kunnen uit gekeerd worden als kleine premiën aan de hopplanters, die deel uitmaken van de hopbonden en wier hopvelden, na onderzoek door den landbouwkundige van den Staat of dooreen bevoegde jtiry, zouden bevonden worden als zijnde de beste ingericht, voor wat aangaat het opleiden en het onderhouden dit zou een wed strijd van hopvelden zijn, in den aard van de wedstrijden van veestallen die thans zoo nuttig zijn. De afdeeling- is eveneens van meening dat soortgelijke wed strijden zouden kunnen gehouden worden tot verbetering van de eesten of droogplaatsen, die, naar het schijnt, bijna allen gebrekkig zijn door de onvoldoende wijze of het volledig gemis van verluchting, evenals door het nici aanwezig zijn van cene schouw of van welk ander toestel ook, om den rook en de gas sen, door verbranding opgeleverd, af te leiden voor die wed-

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1907 | | pagina 28