15 Welnu <le gebrekkige droging heeft voor gevolg al die nuttige sloffen, hetzij in hoeveelheid, hetzij in hoedanigheid, ie doen verminderen, hare samenstelling te wijzigen of hare uitwerksels te belemmeren. ■I Hoe moet men eigenlijk drogen Goed, drogen beslaat in het vet dampen van het overtollig vocht zonder veilige loijziging of ernstige verandering aan bovengemelde bestand- deelen te laten overkomen. liet drogen der hop is een kwaad en kan niet min als aan de hoedanig heid hinderen doch ’t is een noodzakelijk kwaad omdat het ’t eenigste middel is dat Ic plaat de hop, onder een kleiner gewicht en voluum. te bewaren. Hieruit mag men afleiden dat de beste droging deze is die de hop minst aanraakt of wijzigt, ja, hot oorbeeld zoude zijn, hel vocht daar gelaten, de hop te mogen zien af den ast komen zoo als zij er opging. Om zooveel mogelijk dit ideaal nabij Ie komen, droge men in eenen gere- gelden luchliocht, zonder rook en met zoo weinig warmte als maar zijn kan. In Beieren en in Bohemen droogt men meestal zonder vuur, met de lucht alleen 'i is benevens de grondaard de voornaamste reden der voortr< (lelijkheid dezer producten. 5. Hoe zullen de Belgische planters gemakkelijkst die voor waarden vervullen kunnen Zj moeten verstandig te'werk gaan en op wel ingerichte asten drogen. Hierin zal hoofdzakelijk bijdragen het plaatsen eener trekschouw boven op den ast het overvloedig loelalen van de lucht in de vuurkamer het vermeerderen van den afstand tusschen de vuring en de droogtafel het wegleiden van den rook en de slechte gasen der verbranding het benuttigen van goede droge gaskolen (cok) hel matig gebruiken van solfer na de volledige verdamping van het overtollig water het drogen van kleine hoeveelheden bellen met eens (kleine droogsels). 1° De trekschouw deze moet als de pijp uitmaken van den trechter die boven de droogtafel slaat en langswaar de waterdamp eenen gemak* kelijk- n uitvlucht vinden moet de wanden van dien omgekeerd en trechter moeien dicht gesloten zijn de eigenllijse buis of trekschouw zal best boven den vorst van hel dak uitstéken ten einde den wind goed te kunnen vatten zij weze breed (minstens 0,30 m.) en van eenen hoed of kap voorzien. De luchtgaten de muren die de vuurkamer omvatten moeten langs alle kanten van groote trekgaten voorzien wezen. Doorgaans is er geene voldoende opening onder den rooster hetgeen de goede verbranding tegenwerkt met den toegang van den noodigen lucht te belemmeren. 3° Het wegleiden van den rook dit zal men doeltreffend bekomen ais men zijlings den vuurhaard met van plaatijzer gemaakte schoven voor ziet en eene aarden buis boven het gewelf dor zog laat plaatsen zoo doende wordt men gansch meester van de warmte en den rook. •1" De brandstoffen men moet zich bepalen bij het uil sluitend gebruik van goede, droge gaskolen omdat hel de eenigste brandstof is die noch rook noch reuk geeft. Vooral hout mag hier niet gebezigd worden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1907 | | pagina 43