r 1 1 908 22 III. 65 gekeurde stalen. 170 4 163 4 bloot zijn maar hier en daar toch zoo wat overdreven voorkomen. Wij denken hier de spreuk te mogen toe passen, die, in dergelijke gevallen veeltijds de juiste maal geeftld. medio... verdos. - Overigens deze bcoordeelingen belmoren aan het verleden. Zien wij liever wel vijfjaar later, in 1908, de Duitschers zelf over onze hoppen denken. Enkele gevolgtrekkingen uit den uitslag der Wereldtentoonstelling van Berlijn. 1. De deelneming in ’I algemeen 1. Alhoewel slecht befaamd, was de Belgische hop na dc Hongaarsche, in evenredigheid der uitgestrektheid van haar teeltgebied, door het groot ste getal stalen vertegenwoordigd. België Duitschland Frankrijk Oostenrijk Rusland Hongarie 2. Geen land heeft zoo gewetensvol al de bepalingen der verordeningen of reglementen nageleefd gelijk België. Wie daarvan een bewijs verlangt hoeft enkel na te gaan hoe de Belgische deelneming verstaan word ieder soort of variëteit van hop moest afzonderlijk mededingen zoo waren er enkel drie onderverdeelingen Groene bel en Coigneau voor Aalst- Brabant. Buvrinsche voor Poperinghe. Integendeel zien wij dat de tentoonstellens van andere landen uit een en hetzelfde teeltgebied, dus voor een en denzelfden prijskamp, verschillige hopsoorten lieten inschrijven men vindt prijskampen waar er bijna zoovel hopsoorten zijn ingeschreven als deelnemers. Hadden wij aldus gehandeld men had de ver maai de Précoee - van M. Vandevoorde te Erlvelde, de fijne aroma',ieke - Saaz - van Louis Van Drogenbroeck en de zachlgeurige Witte Rank van Louis Coremans die wij thans builen prijskamq lieten inschrijven, zien mededingen met de Coigneau - en de - Groene bel. - Wij hadden er punten bij gewonnen, veel punten, maar zulke prijskamp ware niet ernstig. 2. Over den pluk. Onze pluk was min verzorgd als dezen der Duitsche gewesten maar kwam |vooruit bij de meest andere mededingende hopstreken. Nu plukken is maar eene kwestie van goeden wil in België gelijk elders. 3. Over het drogen. Het drogen is in Duitschland en in Oostenrijk Hongarie, beter als in België, zou men zeggen, te oordeelen aan het getal punten Rusland en Frankrijk staan gelijk of onder ons. Menschelljk gesproken, onze hoppen konden weinig of niet beter ge droogd wezen en toch bekwamen wij nergens het maximum. Wat mag wel daartoe aanleiding gegeven hebben Wij mcenen, en juryleden heb ben ons dit wille.i doen verstaan, onze hop zou nog te veel van het vuur geweten hebben waardoor de lupulien een weinigsken bruin zou geworden zijn, 'tIs bijna de oenige reden die wij vinden: in Belgiedrogen wij metopen vuur alswanneer men in Duitschland en in Oostenrijk met gesloten ver warmingstoestellen en zelfs zonder vuur dezelfde bewerking uitvoert. Dientengevolge is het hopmeel beter bewaard. 4. Over de kleur en den glans Hier liggen wij voor goed onder, hoewel de Heer Penne van Assehe dichtbij de volmaaktheid kwam met S punten op 10. De Heeren De Backer. Troch, Van Buggenhout, Vandorslagmolen, Van Droogenbroeck en Do smijter Jules hebben zich .insgelijks onderscheiden. Trouwens niet een van hen valt uit de prijzen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1909 | | pagina 28