I. 102 en in 1908 een ruim, een al te ruim beschot, telkens vier millioen cente naren dus 600.000 centenaren meerder dan de bierbrouwerij in de twee laatste jaren noodig had. Niemand weze dus verwonderd dat overal de prijs der hop daalde en laag bleef staan voor de gewone middelbare soor ten en de geringe producten slechts de puike en de uitstekende hop werd een redelijke prijs betaald. Speculatie kwam er hier en daar ook tusscben, niet om den boer te vergelden, maar om in den handel een waagspel aan te gaan. Aalst en Poperinghe klagen, maar Beieren en Engeland klagen even veel dat de middenprijs (25 lot 30 fr). den boer slechts te goede kwam om het plukken en ’t drogen te betalen al de overige onkosten kon men niet dekken. Het spreekt van zelf dat onze bondsleden die overpoosde zorg, harden arbeid en geld en tijd aan hun producten besteed hebben, met leed in ’t herle hun hop aan spotprijzen afzetten, en lust en liefdevoor de hopteelt verliezen. Doch daarom den steel naar do bijl niet gegooid Daarom den moed niet opgegeven en niet uit de beroepsverecniging getreden in druk ke tijden behooren de boeren, getrouw en vast. elkander te ondersteunen en mede te -werken tot de verbetering van ieders lot. Als we de onbestendige meening en de lamlendige doening \an eenige kleine boeren in acht nemen, verwondert het ons niet dat het aantal mede leden met enkele eenheden daalde. De bond Poperinghe won toch 26 nieu we leden bij, en telt er nu 190 Watou behield zich sterk met 81, evenals Westouter met 38 gildebroeders elkeen der andere beroepsvereenigingen verloor van 2 tot 7 leden. In dezen tijd van crisis, dringen we dus aan opdat iedereen, en bestuurleden en gewone leden, zou ieveren gelijk te Pope ringhe om nieuwe gildebroeders aan te werven al de hopplanters op uw dorp in onze gelederen scharen, dat weze uwe leuze en uw werk. Stab- baakt uwe beroepsvereeniging, steekt er wat nieuw vuur in houdt meer vergaderingen, vraagt meer voordrachten niet alleenlijk over hopteelt maar ook over andere takken van den landbouw werkt gestadig opdat de tentoonstellingen nog beter zouden gelukken. Het bestuur der Federatie, gesteund door de werkzame afgeveerdigden. heeft met raad en daad de hopboeren ter zijde gestaan, hun belangen bestu deerd en verdedigd. Door verschillende voordrachten hebben de bondsle den belangwekkende kennissen opgedaan nopens de hopteelt in de andere landen, en vooral in Engeland. In de twee algemeens vergaderingen der Federatie hebben de afgeveerdigden het vraagstuk der hopcrisis bespro ken, na de voordrachten van den heer Knudde en van den ondergeteekon- den secretaris. Als uitslag dezer bespreking heeft het bestuur die twee voordrachten laten drukken ten einde al de leden nauwkeurig in te lichten over de tolkwestie. Door de twaalf afleveringen van den Hopboer hebt ge nuttige lezing gekregen over alles wat den hopteelt mag aanbelangen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1909 | | pagina 12