Hopbond van Poperinghe 57 zWeelon of neêrslaan van den nevelachtigen waterdamp, verliest de hop haar lichtgroene kleur en haren glans zij wordt dof, en grijs. 3“ Dewijl de warme lucht weldra half verzadigd is met waterdamp, is men verplicht een hevig- vuur (van GO tot 75 graden) te maken om de hop droog te krijgen. En toch droogt de hop nog ongelijkelijk de onderste lagen verbranden of verschroeien reeds, als de bovenste nog halfnat zijn. In de hevig verwarmde bellen verdwijnt de vluchtige olie do schubben gaan open en laten de lupulien (hopmeel) uitval len do verschroeide schubben of muiten verliezen hun kleur, en rieken geheel verbrand. 4° Eindelijk de afstand tusschen de vuring en de droogtafel (of vlaak) is te gering, soms alleenlijk 1,25 m. tot 1,50 m. Daardoor is de luchtstrooming ook minder hevig maar daaren boven wordt de hop niet door de verwarmde lucht maar door de stralende warmte gedroogd. Dit is nogmaals verkeerd, zoo schrijft Dr Wagner. Hoe dikwijls immers verbrandt de hop-in die lage asten: het hopmeel is verzengd, de bellen zijn verschroeid. Volgens de gegronde beoordeellng van de befaamde vakkundigen Prof. Damseaux, (1) van Gembloers, Prof. Moreau (2) van Dowaai, Prof. Leplae (3) van Leuven, Prof Wagner (4) van Weihenstephan in Beieren, en van talrijke Belgische landbouwkundigen (5), zijn onze droogasten voor hop onvoldoende om wel te drogen onze hop verliest kleur, glans, lupuline en aroma I Daarom behooren onze hopasten verbeterd I (Wordt voortgezet). Zondag' 19 Maart hield onze zoo bloeiende hopbond zijn tweede algemeeno vergadering. Geheel de gildozaal was vol met even veel ijver komen de leden telkenmale op om bun vakkennis uit te breiden. DeEerw. Heer dc Jaegher, proost der gilde, gaf eerst een zeer leerrijke voordracht over dit bloeiend onderwerp Hoe kunnen we den hopkweek verbeteren, tenzij door samenwer king- in beroepsvereniging. De talrijke aanwezigen, (zoo schrijft Het Ypersche Volk, 2, 4, 1911/ luisterden zoo gretig naar de nuttige lessen die hun gegeven werden. (1) Culture du houblon. Bruxelles, 1882 bl. 03 en volg. (2) La culture du houblon Paris, 1905 bl 79 en volg. (3) In het aangchaalde werk, bl. 33 en volg. (4) Milteil. des Deutschen Hoppenbau-Vereins, 1905 en volg, jaargangen zie ook Het Bier, ’s Bosch 1911, bl. 379. (5) Miserez, Naar de verbetering der droogasten en verschillende opstellen in Hopboer 1905-1911. A De Jaegher.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1911 | | pagina 13