Hoe droogt men de h'óp in onze asten?
53
IV.
het schoon en warm weder is, en dat het bovendien wat waait.
Waarom 'l omdat de lucht, gedurig vernieuwd zijnde, nooit verza
digd wordt met waterdamp, en dat zij met de warmte meer damp-
opnemen kan. Integendeel als het stil en vochtig weder is, zal de
lucht weldra met vochtigheid bezwangerd zijn, en wordt zij niet
genoegzaam ververscht.
Men droogt dus mot de lucht of liever met een lucht1 ocht doch
in de praktijk is de lucht voorafgaandelijk verwarmd zoo b. v. in
de stekskensfabrieken, in de papierfabrieken, enz. Ook de hop
droogt men met de lucht, en in Duitschland en Oostenrijk gebeurt dit
dan nog met koude lucht ’t te zeggen de lucht gelijk zij in de
natuur voorkomt 15° G. Die droging duurt van zelfs lang; maar
zij geelt de volmaakste producten omdat de hop toch altijd in eene
zekere mate beschadigd wordt door de warme lucht.
In onze asten moet men ook de hop in eenen luchtstroom drogen
hoe heviger en hoe warmer deze is, hoe sneller de droging vooruit
gaat.
a.) Het vuur heeft voor doel de koude lucht, die langs de vliegga
ten (luchtgalen tegen den grond) inkomt, gedurig te verwarmen.
h) De verwarmde lucht wordt lichter en stijgt omhoog en komt
in aanraking met de laag groene, koude bellen zij verliest een deel
van haar warmte, neemt waterdampen op, wordt zwaarder, gaat
traag omhoog door de laag bellen....
c) Een nieuwe hoeveelheid warme lucht gaat omhoog, jaagt de
voorgaande met damp bezwangerde lucht omhoog, boven de laag
bellen...
Is er eene trekschouw, de min of meer met dampen verzadigde
lucht wordt langs boven naar buiten gejaagd.
Is er geen trekschouw, do bezwangerde lucht komt tegen de pan
nen afkoelen een deel van de dampen verdicht en valt als fijnen dauw
nêer de luchtkaraer boven de laag hopbellen is geheel met water
damp verzadigd en de lucht klimt niet meer op de hop zweet
Uit het voorgaande blijkt dat er hoofdzakelijk een sterke lucht
trekking of tocht zijn moet, die door matige warmte bevorderd
wordt.