Het voortbrengen van Hopkeesten 174 Te zamen 17 24 3 Mei 5, Naar de aanduidingen van M. Proost, algemeene bestuurder van het Ministerie van Landbouw, werd er in 1900 te Sint-Ni- klaas proeven gedaan om keesten afzonderlijk te kweeken in den tuin. Ziehier diensaangaande eenige bijzonderheden Het perceel, tot dezen kweek bestemd, besloeg eene opper vlakte van 1,40 are en was beplant met 168 kuilen die zooals de groote aspergiën een meter van elkander stonden. Er dient aangemerkt te worden dat de scheuten gesneden geweest zijn daar waar zij afbreken opdat er, bij het verbruik, geene afval meer zij. Wij geven hieronder de opbrengst op in keesten (1900) 17 April 5.750 kilos. 22 1.400 kilos. 26 2.500 kilos. 1 Mei3.000 kilos. 6 2.500 kilos. 13 1.500 kilos. Te zamen 16.650 kilos. die 32.73 fr. opbrachten.. Als tusschenplanting, werden er kooien geplant Brusselschc spruiten brachten wellicht 7 frs op. Daar de opbrengst der kooien en keesten 39 fr. 13 c. besloeg, zoo verkreeg men 23 fr. 20 per aar. Ziehier nu de uitslag van het volgende jaar (1901) 18 Maart3.100 kg. 26 2.000 kg. 5 April2 510 kg. 19 2.350 kg. 26 3.200 kg. 1.400 kg. 3.500 kg. 2 000 kg. 20.060 kilog/verkocht aan 45,95 frank of 37 frank per are. Deze uitslag was prachtig genoeg, meenen wij, om die kees- tcnteelt in eere te houden en haar uit te breiden. Welnu, 2 jaar later werd er geen gewag meer van gemaakt. Hoe is 't mogelijk? Gelukkiglijk hebben eenige planters uit den Lande van Aalst het gedacht hernomen, een vakvereeniging gesticht, een ther- mosiphon aangeschaft en voor goed de hand aan ’t werk gesle gen. De toekomst hoort hun toe!

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1911 | | pagina 18