I De Hoptannine of het looizuur der hop. Atcli. SUksioL rosloorzatr. poiascb. 1000 k. droge bellen bevatten 66 k. 32 k. lik. 23 k. 1000 k. droge ranken 38 k. 15,7 k. 4 k. lik. 165 zoo vroeg mogelijk in te delven. Kalk. 11 k. 13 k. MaQoexla. 3.6 k. 2.7 k. Herinnert gij U, vriend Lezer, dat de hop tannine ot looizuur bevat welke meestal in de schubben of bloemblaadjes huist en dat dit bestanddeel door de warmte de coaguleerbare eiwitstoffen nêer- slaat en zoo doende het bier helpt klaren. Als de hop duur is, zooals men thans ’t geval heeft, benuttigen sommige brouwers tannine in vervanging van hop. Zij meenen dat tannine goed geschikt is, doch zij dwalen volgens Chapman heeft tannine, zelfs hoptannine maar weinig pratisch belung. Zoo ver klaart hij in het merkwaardig verslag dat wij hieronder mèedeelen- Vooreerst zeggen wij nogmaals waaruit eene hopbel een zeer ingewikkeld iets bestaat, weerstand bieden aan de ziekten. De ontleding inderdaad bewijst dat de voedende bestanddeelen die de plant uit den grond opneemt op ongelijke wijze in hare verschillige organen verdeeld worden. Zoo zien wij dat Daaruit blijkt dat de hopbellen meer behoefte hebben aan mine rale bestanddeelen dan de ranken en voornamelijk meer fosfoor- zuuren potasch benuttigen. Er dient daarvan rekening gehouden te worden in de wijze van besmetten. De hopplanters welke vóór den winter, geen gebruik zouden kunnen maken van fosfoorzuur- en potaschhoudende mestoffen zullen wel doen in de lente, 400 k. superfosfaat en 200 k. zwavelzuren potasch, aan hunne hop toe te dienen. Deze meststoffen moeten goed ingewerkt worden. Kortom men mag niet vergeten dat de hop eene buitengewone snelgroeien de plant is en dat daarom de noodige voedende bestanddeelen in vol doende hoeveelheid, in gepaste verhouding en in opneembaren toestand moeten ter harer beschikking gesteld worden voor het oogenblik dat zij haar voedsel noodig heeft. Ziehier eene bemestingsformuul, welke slechts vooruitgezet wordt om als richtsnoer te dienen, maar die, volgens de omstandigheden, van den eenen hoplochting tot den anderen, moet gewijzigd worden. 600 k. ijzerslakken 600 k. kaïniet

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1911 | | pagina 9