6 F. Engelsche hopsoorten. 1. Vroege hopsoorten. i Hoe groot zijn dan wel de Engelsche boerderijen 70 der boerderijen beslaan min als 20 hectaren. 12 °/o van 20 tot 40 18 meer dan 40 Men telt in Engeland 5000 pachters die boerderijen uitbaten van 200 tot 4i 0 hectaren oppervlakte en 600 die zich op hoeven bevinden van 400 hectaren en meer. De grondeigenaars onderhandelen met hunne huurders door tusschenkomst van land agents of toezichters. Wat de werkmenschen betreffen, deze bekleedden vroegere jaren een zeer ondergeschikte plaats thans is die toestand veranderd en de dagloonen bedragen niet min dan 3 frank. Dehuurwaarde der gronden beloopt tot 120 frank per hectaar. 2. Middelvroege soorten. 1° Goldings. Geheel gelijkend aan de vroege Goldings. Ver langt goeden lichten hopgrond.' a° Farnham hop. 3° Cantorbery hop. 4° Grapes-hop. Groene rank. Tamelijk groote bellen. Komt goed op zwaren kleibodem (Kent en Sussex). Verlangt slechts korte staken. Weinig aanbevelingswaardig. 5° White Bine. (Witte rank) veel verspreid vooral in de graafschappen Surrey en Hampshire. Middelmatige kwaliteit. i° Early Goldings (vroege Goldings). Aanbevelenswaar- dige soort, die het best op leemgrond gedijt. De ranken zijn roodachtig-bruin gestippeld bereiken 5 - 6 m. hoogte. Do bellen zijn klein, eirond, rijk aan lupuline, doch niet ineenge drongen. Aromazeer fijn.Eene derfijnsteEngelsche hopsoorten. Uit Goldings zijn voortgesproten White’s Early Golding, Bramblings Early Golding. Deze soorten worden rijp omtrent half Oogst. a° Prolifics zeer vroeg. Grove, groote bellen. Niet veel hop- meel. Zeer vruchbaar. Toch niet veel gezocht. 3° Jones. Niet bijzonder fijn groote bellen. Gedijt op alle bodems, zelfs op magere gronden. Brengtjveel op. Roode rank. Men kan deze verdeelen en rangschikken in 1° vroege, 2° middelvroege en 3° late soorten.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1912 | | pagina 12