8 Jaarlijkscht grondbewerking. 3. Nidget --egge. In den herfst en in den winter zelf worden de Engelsche hop velden duchtig bewerkt bij middel van een soort van riek met platte tanden die diep in den bodem dringen. Thans echter ge" bruikt men daarvoor bijzondere tuigen door de paarden voortge trokken. In den zomer, tot in de maand Juli, wordt de grond gestadig geduiveld of diep opgeëgd bij middel van sterke ijzeren eggen of brekers waaronder de Nidget egge de meest gebruikte schijnt te zijn. (Zie fig.). Soms gebruikt men uitloopers die men in den uitkomen aan den kuil wegneemt, op een kweekpork inlegt om ze, in den herfst, uit te planten. Men benuttigt meest stekken genomen bij het opendoen der hop. Men plaatst zoo 2 planten per kuil op een afstand van 1 m. 90 tusschen en 1 m. 90 in de rijen zoo doende zot men omtrent 2770 kuilen per hectaar. Nu die afstan den zijn overal niet gelijk want men treft nog al velden aan waarop men 3000 on 3500 kuilen telt in veel gevallen staan do planten veel dichter bij malkander in de roten (l m. 50). Elke jonge kuil wordt van een korte staak voorzien. Men verkrijgt reeds van ’t eerste jaar af bellen doch men hecht daar weinig belang aan zelfs verkiezen vele kweekers dat de plant zich in den beginne zooveel mogelijk ontwikkele en verkloeke en verzaken daarom volgeerne aan die bijbaat. 2. Beplanting.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1912 | | pagina 14