46 2° Oorzaak van minderen uitvoer. 3° Wijze van invoer der Belgische hop. (4Whitehead. Hop Cultivation. Londen. 1893. p. 45. Egbert Hooper Manuel de Brasserie. Traduit de 1'Anglais par Aug. Desniet Bruxelles. 1892. p. 197. Report from the select Committee on the hop industry. 1908. p XIV. (2) Simmonds. Hops, their cultivation, commerce and uses. London, 1877 p. 57, 91. (3) aang. werk, bl. 197. mogen leveren aan Engeland In 1910 voerden wij, alles samen genomen, 1.236.884 kilogr. uit, waarvan er 425.665 naar Groot Bretanje gingen In 1911 beliep de Britische opbrengst maar 330.000 cente naren wij vermochten dan 1.923.930 kilogr. naar Londen over te voeren, vooral in de drie laatste maanden van het jaar. Over het algemeen toch is onze handel achteruitgegaan, en slechts nu en dan bij geval hernomen. Geheel dikwijls komt de Belgische hop ter Londoner markt onder de algemeene benaming van foreign hops (vreemde hop) ofwel van continental hops (hop van ’t Europeesche vasto- Waaraan is het te wijten dat de Belgische hop min gegeerd is dan voor 40, 50 jaar De ervarenste vakkundigen bekennen zelve dat de Eugol- sehén onze hop als minderwaardig en slecht verzorgd afwijzen, en dat zij bij voorkeur glanzende, zuivere en goed gedroogde producten volgens kwaliteit aankoopen evengelijk of het Britsche of vreemde waar weze. Alleenlijk desnoods wou de Engelsche brouwer als ketelhop onverzorgde kontinentale of vreemde hop aannemen De goede faam der Belgische faam ging inderdaad voor namelijk in 1882 te loor. En alhoewel sommige handelaars hunne beste krachten inspanden om hunne producten te doen waardeeren, nog immer is de Belgische hop als minderweerdig aanzien, verre beneden alle Engelsche en Dnitsche soorten (1). Meest altijd klaagde men in Engeland over het onverzorgd plukken, over het slecht drogen en het te hard inbalen en persen der Belgische hop. Volgens Simmonds (2), Egbert Hooper (3), en verschillende handelaars, die we te Londen konden raadplegen, stond de Poperingsche hop toch ietshooger gekwoteerd dan de Aalstersche.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1912 | | pagina 28