I'
45
Hetgene beteekent dat de akker aan de hop moet kunnen
I
id.
id.
id.
Bladeren
50
40%
35%
Stengel
40%
35%
40%
op vcrschil-
hopplant, cn
danigheid van het product begunstigen.
1» De stikstof verwekt een weelderigen groei van stengel
en bladeren, soms ten nadeele van de hoedanigheid der bel
len. Derhalve behoort men alle bovenmatige stikstofbemes-
ting te vermijden.
Eene te rijke slikstofbemesting verwekt groote bladeren,
die, naar gelang van de jgrootere hoeveelheid stikstof, zoo
veel te meer donker-groen gekleurd zijn daarenboven zijn
de bellen min talrijk, doch langer en dikker, zelfs van min
der kwaliteit, cn wcleens doorschoten met baarden (baar-
demans, baardeknoppen) of misvormde dekblaadjes.
Is integendeel de stikstof redematig toegediend samen met
phosphorzuur cn potasch, dan verschaft zij de hoogste op-
geven, per hectaar met 2100 tot 2500 kuilen of blokken beplant
Stikstof 50 tot 63 kilogr.
Phosphorzuur 20 tot 25
Potasch 6o tot 75
Kalk 60 tot 75
De cijfers, volgens Prof. Moreau, zijn een middelmaat, die
verschillen zal volgens den aard van den grond, het aantal
kuilen, de soorl van de hop, en volgens het aantal ranken' die
men aanleidt (op enkelen draad, 4-5, cn op twee draden per
kuil, 3 cn 3)
Bij sommige hopsoorten is dc hoeveelheid bellen 1 kilogr.
legen 5 kilogr. ranken <en bladeren, dan eischt de plant minder
bemesting andere soorten integendeel geven 10 maal meer
bladeren en ranken dan bellen, en zullen gewis meer mest
behoeven.
Wel is waar vindt men in dc hopplant ook wat magncsi.%
soda, ijzeroxyde, zwavelzuur, kiezel, cn chloor doch deze
bcstanddeclcn zijn er in zoo geringe hoeveelheid tegenover
de stikstof, het phosphorzuur, dc potasch cn de kalk. Eveneens
vindt de hop genoeg soda, magnesia, enz. hetzij in den bodem
hetzij in de aangepaste meststoffen.
II.
Weik is't uitwerksel vaa elk voedend bestanddeel?
Alhoewel de stikstof, het phosphorzuur, dc potasch, evenals
de kalk, onmisbaar zijn voor de ontwikkeling en den wasdom
Stikstof
Phosphorzuur
Potasch
Hieruit blijkt hoe de grondstoffen bijdragen,
lende wijze, tot de ontwikkeling van de organen of deelen der
hoe zij ook ofwel de ruime opbrengst of de hoe
der hop, verdeden deze grondstoffen zich, op ongelijke maat,
in dc organen der hopplant (stengel, bladeren en bellen)
Bellen
10
25
25