lï-Qel dragen van de hop De opleiding aan ijzerdraad. 69 Dr WAGNER, Weihenstephan. Wat betreft het kunstmatig drogen van hop bestaan belaas nog zeer dikwijls verkeerde mecningen men meent, dat hoofdzakelijk dooi- de stralende warmte van den oven jen de verhittingsbuizcn het water uit do te drogen hop ver wijderd wordt en daarom brengt men de hop zoo djcht mogelijk bij dezen. Dit is evenwel verkeerd want wanneer men bijna uitsluitend op de stralende warmte rekent dan gaat, bii de gebruikelijke inrichting der drooginrichtingen en bii de lage temperatuur waarbij gedroogd moet worden om te vermijden dat het hopmeel verbrandt (slechts 20- 40° C.). het drogen veel te langzaam. Wilde men het drogen met behulp van stralende warmte zeer bespoedigen, dan zou men door den nood gedwongen tot met recht af te keuren temperaturen boven 40° moeten gaan. Daarom moet men in een hopeest met de wateronltrekkende kracht van matig warme, zeer groote hoeveelheden lucht werken. Door de volgende berekening kan men nagaan hoe groot de hoe veelheid lucht is die per seconde door een Linhartsche eest van een doorsnede van 10 M- ter verwijdering van het wa ter uit de groene hop, moet zijn. Zooaïs Imen weet kan de mag in het Aalstertsch.e- en genoemd worden, alhoewel is en er eene ernstige stre- tot daar te komen. In liet Poperingsche daaren tegen wordt de hop reeds groolendcels aan ijzerdraad opgeleid. Onze West-Vlaamsche vrienden zij zoo zeer overtuigd van het overgroot belang en het nut van het ijzerdraadstelsel in de teelt der hommel, dal de staken er welhaast heel en al tot het verle den zullen behooren. Zij weten maar al te wel, dat het in de spleten, vooral der hommel, dal de staken er welhaast heel en al lot hel verleden zullen behooren. Zij welen maar al le wel, dat hel in de spleten, vooral onherstelbare verwoestingen aan le richten, immers men gedenke het wel dat de hop, evenals ten andere alle andere planten, door ongedierte aangetast. minder gevoed en diensvolgens minder kloek zal wezen, en het zijn juist de zwakste planten, welke hel eerst en hel zekerst aan de aanvallen van allerlei ziekten blootgesteld zijn. Meer nog, de Poperinghsche hommel boeren weten evengoed 'dat de hommel, tian ijzerdraad geteeld beter aan lucht, licht, cm heil zame beweging blootgesteld is wie heeft zich in dat lustig wiege- wagen, dat ruischend muziek dier slingerende ranken niet ver lustigd zoodat de planten hierdoor beter aan ziekten en aanval len van allerlei ongedierte wederstaan. en dat die ziekten, eens verschenen, hier gemakkelijker en doeltreffender kunnen bestreden worden. Planters, richt u in op draad 1 De teelt der hop aan ijzerdraad Brabantschc nog eene zeldzaamheid er daarin vooruitgang te bespeuren ving bestaat om

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1914 | | pagina 19