als vijanaen sar nop,
door
D8 LaDSDUlIlOiïCD (Diiomynsnus-soanen)
öt
(I) Voordracht gehouden op het Natuur- en Geneeskundig Congres te
Gent, 21 Sept. 4913.
E. II. De Jabghek,
Landbouwleeraar en Secret, v. h. Hopverbond te Poperinge (1
omdat de inrichtingen niet voor handen zijn om zelfs bij
gunstige weergesteldheid langs natuurlijken weg te drogen.
Hitier. (7 uervolcfL')
Verschillende Lapsnuittorren (Otiorhynchus-soorten) bescha
digen allerhande teelten, waarvan wij vooral wijnstok, fram
boos, pruim, kersen, aardbezie, verscheidene moeskruiden,
bloemgewassen en hop vermelden mogen.
Wat de hopcultuur betreft, klaagde men het eerst over
beschadiging door Lapsnuittorren in Bohemen ten jare 1878. en
in Engeland in 1893. Tot nog toe had men in ons land geen
snuitkevers merkelijke schade zien aanrichten in beide onze
hopstreken, het Poperi.iger-land en het Land van Aalst.. Even
wel bij het begin van Juni laatst zond M. V. G onderwijzer te
Heldert bij Aalst ons een doosje met eenige kevers, die aldaar
op twee hoptuinen groote schade berokkenden. Dadelijk erken
den wij die belangwekkende insecten als een der lapsnuittoren
of scheutenbijters der Hop, namelijk Oliorhynchus picipes.
Fab., die omtrent alle jaar in de Engelsche hopvelden optreedt.
Door een opstel, verschenen in het maandschrift De Hopboer
(Juni 1913) hadden we den waarnemingsgeest der Belgische
hopplanters aangeprikkeld, zoodat we weldra vernamen dat een
soortgelijke vijand in hoptuinen te Watou en te Vlamertii ge
schade aanrichtte bier hadden we echter' te doen meteen ande-
den snuitkever, Liophloeus nubilus Fab., die men soms op de
hoptuinen in het graafschap Kent ontwaart.
Volgens den Engelschen insectenkundige Theobald is de
bruine lapsnuittor of snoeper (Oliorhynchus picipes Fab.) het
meest schadelijk voor de hoptuinen, hoewel de andere soorten
namelijkde aschgrauwe snuitkever (Liophloeus nubilus Fab.) en
de grijze snuitkever (Oliorhynchus Lip ustici L.) vaak nadeel
doen aan deze cultuur, gelijk aan menige andere
In Mei en Juni bijten deze snuitkevers de teedere scheuten
stuk, en vreten soms de jonge toprankjes geheel op zoo ver
hinderen zij vooreerst het vormen van scheeranken of vrucht-
loten. Is de top der ranken afgevreten, dan verkwijnt soms