De Hopieeii id west-viaanfleren. 118 Om de uitgestrektheid der hopcultuur iu West-Vlaanderen te kennen beeft het Hopverbond een omstandig onderzoek inge steld op al de hopgemeenten van West-Vlaanderen. Voor de stad Poperinghe bestaat de verplichte aangifte bij het keuringsbureel. Hieruit blijkt dat op ’1 grondgebied dezer stad minstens 697 hopboeren zijn, tegenover 543 in 1910. In 1914 bedraagt de hopteelt alhier Inleg (1' jaar) 228.358 kuilen 190 gemeten of 83 1/2 h. a.) Hop (2’ jaar minstens) 1.716.170 kuilen (1430 ge >i. of 629 h a.) Totaal 1620 gemeten of 712 1/2 hectaran. In 1913 waren er 677 1/2 h. a. of 1539 gemeten. Alhoewel er 83 1/2 h. a. nieuwe hop aangeplant werd, bedraagt de ver meerdering slechts 35 h. a. gezette bedrevenheid. Geen wonder dat Z. M.deKoning j hem voor die talrijke verdiensten beloonde vooreerst I met de bijzondere landbouwdeeoratie, en hem daarna tot I Ridder in de Leopoldsorde verhief. Die schrandere bevorderaar van den nationalen land- r bouw, die wijze man die met raad en daad ons heeft bijge- H staan, is te vroeg uit ons midden ontrukt Op den dag zijner teraardebestelling hebben honderden, honderden landlieden uit de streek, gemengd met vricn- I den uit alle standen en uit alle gewesten, een onvergetelijk 11 bewijs van aandoenlijke dankbaarheid gegeven aan dien uitstekenden man, die zelf als slachtoffer zijner offervaar digheid en gehechtheid aan de boerenbelangeu bezweken was. De Allerhoogste zal rekening gehouden hebben van al het goede dat M. Brutsaert deed en nog hadde willen doen. En bij de landbouwers van het Land van Poperinghe zal zijn duurbaar aandenken steeds in zegening blijven. A. D. J.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1914 | | pagina 12