3^ 29 1918 1919 verwoest en Verloren onkosten 2/5 4/5 5/5 300 85 50 30 16 300 85 55 24 24 Verloren onkosten 2/5 3/5 per II. a. per 100 kg. Stalmest 30.003 kg. per II. a. 150 Bloedvette per 100 kg. 27 Koolzaadkoeken 14 Superphosphaat (16 6 Thomasslakkeu 4 Chloorpotasch 18 Potaschsulfaat 22 Daar neemt men aan dat, op elk jaar braak- liggen, de grond in meststof verliest hetgeen een normale vrucht opgeslorpt hebben. Uit deze stelling leidt men a) de weerde af voor het verlies van navette en grondverbetering op voet van den prijs ten tijde van ’s vijands vooruitgang (in 1914 of 1918), en b) voor de herstelling, de huidige weerde der mest stoffen die noodig zijn om aan het land hetzelfde voorbrengst- vermogen terug te schenken als tijdens den inval.derduitschers. 1° ludien de bemesting en grondverbetering voor drie achtereenvolgende vruchten geldt Duur van vaag-liggen 1 jaar 2 jaar 3 jaar en meer 2° ludien de bemesting en grondverbetering voor de tweede en derde vrucht geldt 3/5) Duur van vaag-ligt)en 1 jaar 2 jaar on meer 3° Indien de bemesting en de grondverbetering nog enkel geldt voor de derde vrucht (dus 1/5) als de duur van vaag lig- gen een jaar en meer bedraagt, bedragen de verloren onkos ten 1/5. Voor omgeivoelden grond behoort men rekening te houden vooreerst van den minderwaarde van don grond, en dan ook van het verlies van meststoffen en grondverbetering die vroe ger werd aangewend. Aanmerking. In zware gronden, gelijk rondom Oostkerke, Stuyvekenskerke, enz. zal de braakwinning en zuivering vau den grond viermaal omploegen en zesmaal eggen vereischen, met eenmaal rollon vereischen. Zoo zal de grond geschikt zijn om stalmest en scheikundige meststoffen beter te laten verte ren voor de eerste vruchten. In lichtere gronden zal het kui- sehen met mindere onkosten gepaard gaan. Waarde van verschillende meststoffen. 1914

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1920 | | pagina 15