Sehapsn ¥oor
j
i
21
(Minisl. besluit 17 Dec. 1919.)
gen in de verwoeste streek van het vroeger front, staat do Minister
van Binncnlandscho Zaken toe dat die honden niet moeten gemuil
band zijn, bijaldien ze onder het rechtslreekscho toezicht van hun*
meester blijven.
Met genoegen vernemen wij dat er roering en leven komt in het
terug geven van wat de Duitschers hier wegroofden. Ons Ministerie
van Landbouw is er in gelukt te bekomen dat ons in den loop der
Nieuwjaarmaand 35.000 schapen zouden aangebracht worden als
eerste begin van herstelling. Van die zending, welke aan onze gren
zen zullen nagezion en aanvaard worden, zijn er 10.000 bestemd
voor het etappengebied (Oost-Vlaanderen en het niet-verwoeste deel
van West-Vlaanderen) en 25.000 ingevoerde schapen zijn ter be
schikking van de teruggekeerde bevolking der 100 dorpen van de
verwoeste Uzerstreek. Voor het slagveldgebied zijn ook 9000 witte
en bruine geiten bestemd.
Die dieren worden afgeleverd als vergoeding der geledene oorlogs
schade de schapen zijn geschat op 100 tot 150 fr. do geiten van öO
tot 110 fr. waarde, hetgeen geene overdrevene prijzen zijn.
De vraag is nu moeten wij die dieren aanvaarden
Het natuurlijk antwoord is ja 1 en dat om de volgende redenen
Begeeren wij geld, dan kunnen wij misschien nog 6 maand, of 1
of 2 jaar wachten, terwijl schapen en geilen onmiddellijk rente af
worpen, Moesten wij ze weigeren, dan zouden de Duitschers zeggen
ziet ge wel, dat de nood in België niet zoo groot is, en de Engelsche
protestanten, die nu alreeds zeggen dat do Duitschers ons niet zoo
gauw ons rundvee moeten teruggeven, zouden de Duitschers dan
zeker gelijk geven. Ten andere, schapen en geilen zijn voorzeker ook
eene nuttige teruggave, en men is beter met een vogel in den zak,
dan twee op den tak
De onderhoudskosten van dat kleine vee zijn uiterst gering de
gracht- en akkerkanten leveren het voedsel voor de schapen wat
keuken- en hofafval is welkom aan de geiten. Anderzijds brengen do
schapen mest en leven in de weiden ook mest aan de verwoeste
slagveld-akkers, terwijl zij het gras en hel onkruid wegmaaien, be
letten in ’t zaad te komen, er ze uitstekend voorbereiden lot de be
werking. Het rund is afkeerig van de wilde kruiden het schaap