57
Rede van M..Bruneel de Montpellier.
Op het oogenblik- dat hel werk van landbouw-herstel in voile
werking is, dat de grond over eene groote uitgestrektheid gelijk
wordt gemaakt, dat met het heroptrekken van gebouwen een aan
vang is gemaakt dank zij de krachdadige tussehenkomst van de
ministers van landbouw en binnenlandsche zaken, denwelken ik hier
hulde breng, doet zich eene misrekening voor in het werk van vee-
herzameling, die op eene ramp gaat gelijken.
Acht dagen geleden kwam midden in de verwoeste streek, op het
grondgebied van Nieuwkerken, in de statie waar de bouwmaterialen
sammen worden gebracht op de strategische linie Komëh-Belle, een
trein uit Duilschland toe, beladen met ongeveer 800 stuks hcrzameld
vee, meest vaarzen enokalfkoeien. ter waarde van anderhalf miljoen
ongeveer. Deze lading, voor de streek van Kortrijk bestemd, werd te
Wevelgem afgewezen door de bestemmelingen, daar een aantal
dieren met mond- en klauwzeer waren aangetast.
Volgens hel publiek, zou deze trein tien dagen over de reis hebben
gedaan, gevolg van eene laakbare slordigheid; gelukkig hebben ze
de offi 'ieele documenten bewezen dat de dieren op 4 Mei Waren
weggestuurd en den/liende waren aangekomen, zes dagen dus in
plaats van tien, en dat de weigering te Wevelgem de eenige rede der
vertraging s 'liijnl te zijn.
Hel is niettemin waar, dal de 800 stuks vee, onder de hoede van
slechls 6 begeleiders, haast niet. Ie eten of te drinken kregen en dat
niets werd gedaan lot bestrijding der smetziekte, die de kudde
teisterde Toon kwam bevel dat het vee diende vervoerd en gelost in
de verwo ste streek, zonder eernig dak, om er de ergst zieken te
stallen; verspreid in-weiden zonder gras, vol bomgaten en water
poelen.
Ongevoed, ongedrnnkt en ziek, kon het vee het niet uithouden
het onvermijdelijke gebeurde bij gebrek aan voedsel dronk het vee
overdadig zwol en stierf.
Ik heb, persoonlijk, verleden Z mdag over dien hachelijken toe
stand kunnen oordeelen on ik moet zeggen dat ik uooil een schouw.
van het verwoeste Vlaanderen, weled. heer Bruneel de. Montpellier
heftig, doch met pil van reden, de jammerlijke voorvallen, die zich
te Dranoulre voordeden, aangeklaagd.
Tot inlichting voor onze leden laten wij ,de rede van M. den
Senator Bruneel de Montpellier hier overdrukken. (Senaat, 19 Mei
1920).