Tusschenkomst van NI. Sap, 59 Volksvertegenwoordiger van het arrondissement Thielt-Roesselare. Dezer dagen heeft de heer volksvertegenwoordiger Sap aan den minister van Landbouw gevraagd naar dén vooruit gang van de teruggave van hoornvee en paarden door Duilsch- land ter uitvoering van de beschikkingen van het vredes verdrag Verder naar de wijze van verdceling daar in verwoest Vlaanderen klachten opgerezen waren, Jtuidens. dewelke ze-' kerc streken van Clösl-Vlaanderen en liet Walenland begun stigd werden zoowel op het stuk van aantal als van hoeda nigheid der dieren. Navolgend .aantwoord werd toegezonden In meen niet dat eenig^verwijt kan gedaan voor wat den duur van de reis betreft. Het te Wevelgem aangekomen vee kan niet worden verdeeld omdat het aangetast was met mond- en klauwzeer. En daar men niet over voldoende plaatsing beschikte, zond de bestemmeling de gansche kudde naar de weide van Zwijnbak om daar in quarantaine gesteld te worden. Ongelukkig ging het terugsturen ook al niet zonder vertragng. De verzamelplaats was trouwens voor het zieke vee niet geschikt het sterftecijfer was dan ook groot. Wij hebben aan onzen veearts- toezichter telegrafisch alle macht gegeven om de maatregelen te treffen die hij noodig mocht achten. liet door den heer Bruneel aangehaalde feit is ongetwijfèld bolret renswaardig. Geeft echter toe, mijne heeren, dat het onmoge lijk is, 90 000 koebeesten honderde mijlen ver te vervoeren zonder ongelukkige tusschengevallen. Hoe treurig het geval, door den achtbaren heer Bruneel aange haald, ook weze, tocht lijkt het mij overdreven van eene ramp te spreken. Hij vergete niet dat het hier gaat om 743 beesten op 90.000. Hoofdzaak is dat, waardergelijk geval zich voordoet, de maat regelen worden getroffen om zooveel als mogelijk herhaling te voorkomen. Hierbij doet mijn departement zijn best.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1920 | | pagina 13