De Herstelling van de Hopteelt
I
(>o -
I
L
(I) Verslag voo,gedragen in het Landdouwcoegres le Brussel, Aug. 1919.
1
1
DOOR
E. H. DE JAEGHER
Sekrclaris van het Hopverhnnil, Popeiinghe. (I)
In twee streken van België was. vóór den oorloge de hop
teelt wel de bron van welvaar!, evenals de roem en de
schoonheid van het gewest.
10.200 paarden: waarvan 3.1T00 dieren beslemd voor
1.500 voor Oost-Vlaanderen, 1.200 voor
3°
4»
heid.
5°
Wcsl-VIaandereh.
het Doorniksche en het arrond. Alh.
De overblijvende dieren worden verdeeld tusschen IVOt
overige deel van liet land, in verhouding! tol liet getal weg
gehaalde paarden. I)c provincie West-Vlaandcren heeft lot
dusver. 3.010 paarden. 19,838 runddieren, 26,176 schapen
en. .5.592 geiten ontvangen. De provincie Oost-Vlaanderen
16 paarden paarden. 16.313 rtfnddieren, 636 schapen en 89
geilen. De streek van Doornik: 5.751 runddieren: 2.06'3
schapen en 167 geilen.
De diensten in Duitschland hebben getracht cenc middel
matige hoedanigheid van dieren le zenden in de verschillende
streken waar zij moeten verdeeld worden.
Ter uitvoering van paragraaf 6. bijlage 1\\ heeft België uil
Duitschland te bekomen':
1» 92.000 renders.
De helft dezer dieren, hetzij 16.000 stuks, worden beslemd
voor de landbouwers der provincie Wesl-Vlaanderen 30.666
voor Oost-Vlaanderen 15.333 voor hel Doorniksche.
2° 35.200 schapen, verdeeld als volgl 3/6 voor Wesl-
Vlaanderen 2/6 voor Oost-Vlaanderen 1/6 voor he! Door
niksche.
10.000 geilen verdeeld volgens dezelfde evenredigheid.
35.000 hoenders verdeeld volgens dezelfde evenredig-