I
61
Wel is waar had deze belangwekkende teelt, van 1906
lol rond 1907, cene pijnlijke crisis te doorworstelen doc.i.
dank zij de onverpoosde werking der hopbonden, die van 1!!.. i
in beide hopstreken lot stand kwamen, nam de hopte. I
toe en bracht verbeterde producten ter markt, die ook i.i
België, in Frankrijk, in Engeland en zelfs in het .mededin
gend sluw Duitschland goeden aftrok vonden. Voor gansch
België, was de oppervlakte der hoptuineu, die in 1900 ong -
veer 1200 hectaren bedroeg, geklommen lol 2000 hectaren b
den aanvang van 1911, terwijl in een tijdverloop van '1
jaar deze teelt, in ’l land van Poperinghe, van 1000 hecta
ren klom tol 1550 hectaren, was zij in ’t land van Aak,
over ’t algemeen, niet verder uilgebreid, aangezien de1 groe -
tenteelt aldaar veel loegenoinen had.
Doch, wel een geduchlen knak voor den zoo bloeiende:)
landbouw onzer streek, toen de strijdmachten zich rondo, i
Yper en op de boorden van den Yzer samentrokken I
Sommige dorpen der Wcslvlaamsche lioppestreek behoo. -
den voortaan tol hel gebied der loopgrachten, waar ajl'-’s
weid verwoest, neergehakt en omgcwoeld in de lenlc va:i
1915 zijn er bijna geene honimelhovcn meer in de kantons
Yper en .Meesten ’t zij 360 lieclaren weg.
Inlusschcn vorderde de Krijgsoverhcid veel hopstaken e i
kepers op voor het herstellen van openbare wegen of tvoc z’
’l aanleggen van andere verdedigingswerken wel ecus oc
hakten soldaten hopluincn neder enkel om brandhout i
hebben. Daarenboven was de uitvoër van onze producten
uiterst gering gedurende den winter 1911-1915, wegens d
belemmering van hel spoorwegnet zoo moesten de hop
planters van de kantons Poperinghe en Rousbrugge-Harii--
ghc, van lieverlede, deze leell minstens van een derde in
krimpen, en op enkele plaatsen geheel en al verlaten.
Alhoewel hel verbruik van hop toenam in onbezet Belgi..
dank zij den opbloci der inlandsche brouwerijen, alhoe
wel cene aanzienlijke hoeveelheid hop in 1916 en 1917, lielz.j
naar Frankrijk, hetzij naar Engeland, door middel der lice..-
ten, een belangrijken uitweg vond, toch ging de noptce’;
achteruit.
.Menig hopplanter werd in het nauw gebracht door gebrek
aan staken en ijzerdraad, de andere door gemis aan plukkers.
Blijkens de landbouwoplelling werden er in geheel het land