1 V 1 54 Art. 7. De bevoegde besturen zijn verplicht, aan de rijkscommis- sarissen bij de rechtbanken van oorlogsschade ten spoedigste al de inlichtingen te verstrekken, welke deze ambtenaars genoopt zijn hun te vragen om het werk der scheidsrechterlijke commissies te- te vergemakkelijken. De van het Ministerie van Geldwezen afhangende besturen moeten onverwijld, en in de door den bevoegden Minister te bepalen voor waarden, ter beschikking van de rijkscommissarissen al de inlich tingen stellen welke zij hun te dien einde zouden vragen, en inzon derheid de uittreksels der kadastrale oorkonden. Art. 8. De leden der scheidsrechterlijke commissies ontvangen, ten laste der ter beschikking van het Ministerie van Staathuishoudkundige Zaken gestelde kredieten, een vergoeding van 50 centiemen per g-eschatte hectare. Moeten zij in andere gemeenten dan die, waar zij verblijven, gaan schatten, dan hebben zij bovendien recht op reis- en verblijfkosten berekend volgens de verordenende schikkingen betreffende de reis- en verblijfkosten der leden van de Lot het Minis- ti rie van Landbouw behoorcnde commissies. Art. 9. In uitvoering van artikel -1 der wet van 15 November 1919 meldt de scheidsrechterlijke commissie den eigenaren de voorloopige schattingen en de bepaalde schattingen door middel van plakbrieven, in de gemeenten waar de goederen gelegen zijn, door tusschenkomst van het gemeentebestuur of van den H'oogen koninklijken commis saris. Bovendien worden die schattingen, voor zooveel de omstandigheden het gedoogen, aan ieder eigenaar afzonderlijk bekendgemaakt door de scheidsrechterlijke commissies. Art. 10. De voorzitters van de scheidsrechterlijke commissies moeten ambtshalve, binnen den kortst mogelijken tijd, aan het Ministerie van Landbouw en aan den voorzitter der rechtbank van oorlogsschade en eensluidend verklaarn afschrift zenden van het schattingsproces-vérbaal, opgemaakt volgens het bij dit besluit behoorend model.

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1920 | | pagina 8