13'J sclar aan den man te brengen, die anders door hel .moeilijk verkeer, de drukte van ’l dagclijksch leven en ook soms door onverschilligheid buiten zijn bereik zou Jdijven. Vooral, nu. dal door dien rampzaligen oorlog, gansch de streek vernield en verwoest is, etiam periere ruina:, nu dat geheele steden en dorpen te herbouwen pf althans grooten- dcels te herstellen zijn is hel meer dan ooit noodig dal men. gezonde gedachten en begrippen rondslrooie, om hel uitzicht onzer dorpen lief en aangenaam te maken, onze landelijke woningen met meer kunstzin en geriefelijkheid van onder den peldcr van hun akelig puin te doen verrijzen. Vóór den oorlog oordeelden de mcnschen dat het zijn geld weggooien was als men den bouwkundige een werk op zou dragen dal de dorpsmetsclaar of timmerman evengoed zou hebben uitgevoerd en fcitclijk, zij die de hulp van een steed- schen bouwmeester hadden ingeroepen moesten meer dan ecus aan zijnen dienst verzaken, zoo weinig scheen hij ver trouwd met zeden, gebruiken en behoeften van het landelijk' leven. In de landelijke bouwkunst bijzonderlijk mag geen droombeeld van een kunstenaar de plaats innemen van dc werkelijkheid en van de overlevering deze berusten immers niet op willekeur of verbeelding, maar vloeien uil een sa menval van allerhande l.uchl- en bodems- en levensomstan digheden. De steedsche Ixjuwmeeslcr bekommert zich weinig om wal dc toevallige en achtereenvolgende bewoners van! zijne onlworpene wjoning zouden kunnen'verlangen. Hij staart zich blind op den voorgevel, bewerkt hem,versiert hem, ten beste, en ten schoonste mogelijk De binneninrichling schikt hij naar den gevel zonder zich wel af te vragen of de ver trekken die bij aanlegt gerievig of luchtig zullen zijn want hij weet dal de stedeling maar met een zaak bekom merd is rijk en machtig schijnen in d’oogen van de men schel). Bureel of Salon of Boudoir nemen ’I grootste gedeelte van hel huis Eetzaal, Keuken en Kamers snijdt hij uil de plaats die nog overschiet: Dc steedsche bouwmeester bouwt een huis van builen naar binnen de landman van bin nen naar buiten. Geheel wat anders,’ inderdaad, is de landelijke \voning. De landman is maar weinig om hel oordeel van den gaanden en komenden man bekommerd en zijn huis zal hij nooit schoon en lief vinden als het niet eerst en vooral nuttig en gerievig is. Dat mogen dc bouwmeesters die door den Staat aange steld zijn om de'streek te herbouwen nooit uil het oog .ver liezen. Ze moeten rekenschap houden daar waar hunne me dewerking .gevraagd wordt van wal de landman wensclit of begeert. Ze moeten metde gewoonten de levenswijze van den. builenmensch vertrouwd zijn ook met de nieuwe be- drijfsmethode. de arbeidskrachten, de lx>uwstoffen van dc streek. Alaai vooral .inoelpn ze. .’Lbt'herligen. dal de.nieuwe wonin gen aan al.de verei.scli.ten van.-dc-gezondheidsleer. voldoen

HISTORISCHE KRANTEN

De Hopboer (1904-1984) | 1920 | | pagina 29