Bank voor Mandei en Nijverheid Marcel S0ETE Aïpli. Lefebvre - Dejonghe I J. Vandendriessche, Diksmuidestraat, YPER KADERFAB RIEK Mare CLAUS Stoommachien J. PINKET-FORTRIE E. 6 V, SEYS Volledig toestel (4 lampen) met luidspreker, 1250 fr. Prachttoestel (4 lampen) met groote luidspreker, 1850 fr. 1 IL ILj Garage Devos Dewanckel LAND WEIDE In ^Vlaanderen Kruisen met of zonder kader 'Portretkaders, Pêles-mèles Spiegels, Groote keus van Kaderlijsten w Filiaal der Volksbank van Leuven Statiestraat, Yper Grijzezusterstraat, 3, Voorstraat, 11, K0RTRIJK ffoek- en Papierhandel De eenvoudigste, de sterkste en duurzaamste der Schrijfmachienen Surmontstraat, YPER Tel. 176 Uit der hand te koopen en draaiende werken Groothandel in Kruidenierswaren (v Diksmuidestraat YPER |j ©i ft KALK - CIMENT - PANNEN TE PACHTEN traction ^jj i Qroote Voorraad in alle onderdeden. JU, 9 M T^egeling en juiststellen Van alle toestellen door liefhebbers gemaakt en betrokken bij de Algemeene Bankvereeniging te Antw, Alle Bank' en Beursverrichtingen s Verhuring van Brandkoffers Interesten verleend op ZICHTREKENINGEN 3,50 w Veertiendaagsche rekeningen (veranderlijk): 4,70 1 maand: 4,00 w 3 maand: 4,25 6 maand: 5,25 w 1 jaar: 5,50 j" Inning van wissels tegen de voordeeligste voorwaarden 25/11-37 I Koopt geenen automobiel vooraleer Je nieuwe verbeterde modellen 1925 gezien te hebben Welke tentoongesteld zijn in de Meenenpoor! YPER Tel. £5 c.Printen - Chromos - Qravuren Jjureel- en Schoolgerief Godsdienstige V oorWerpen Kerkboeken, Groot Paternosters Medaillen Klein ni en 4 uf" j u cr i jra van maalderij windmolen tySeste Wijnen en Likeuren. T, rouwe bediening ooriogschadeJ medebegrepen Inlichtingen Cyriel CALLENS Becelaerestraat, ZonnebeKe Bouwstoffen Minneplein, YPER jSfej Effen en gebloemde ciment en cera- mieken vloeren. Grezen Buizen, enz. Alle werk van blauw steen Groote keus van marmeren schouwen binnen en nabij de stad Yper Men schrijve naar M. Froidure, Kalfoaart, Yper 25/11-14 Matériaux de Construction Plaine d'Am our, Ypres Chaux Ciment 'üuiles Carreaux ciment et céramiques unis et h dessins eüous travaux de pierre de taille Grand choix de cheminées en marbrt B .sssvmgi rend, nijdig in huis trok. Ze zagen hem opkomen, rood lijk een haantje en Jan zegde lachend aan Scherpereel Felix, vader zal weerom al ik- zagen al wonnen wij een pachtgoed, het zou hem nog tegengaan. Ba hij is een oude man, loech Menheere. s-cS Ze zwegen, want Boertje klabet- terde met zijn versletene kloefen over den dam en trad binnen. Dag, Goor, groette Scherpereel. Zeg maar Boertje, 'k ben het zoo best gewend, beet het ventje. Zooals ge verkiest gebuur, mid delde Menheere, met minzaamheid, want hij was een welopgebracht man, gezapig en beleefd, vriendelijk zelfs in gedoe. Hij trachtte de vlaag af te keeren, die hij voelde naderen en Boertje minzaam beziende, sprak hij gemeend. Wel, Boertje, ge ziet er nog als een jonkheid uit, zoo keerskerecht als een gendarme, En zoo slap als een looden-god schoot 't manneke uit. £*>e Er is toch geen grepe aan dat ventje, dacht Scherpereel en hij streelde zijn schoonen engelschen baard, om entwat te doen. Boertje be loerde hem met kwade oogen, wijl het ronddraaide in huis, van de tafel naar het kasje en van het kasje naar den heerd en hoe meer het dien geza- pigen vent bezag, hoe kwader het wierd. Dat ik hem niet mag buiten rui- felen dacht het, die platte-muil zon der ziel in zijne oogen, die aan niets denkt dan aan geld die vervloekte scherpschieter die daar te wippen zit, lijk een aap op een stok, met zijn fluitebeenen 't Kon het niet meer verkroppen en om niet los te breken stopte het zijn pijpe, deed ze veunzen aan de kolen uit den heerd en stapte te wege buiten. Vader, we winnen al tusschen vijftien en zestienduizend frank juich te Jan. &e 't Was er boven op Boertjes pijpesteel, met stoppe bewonden, werd met een zenuwsnak van tusschen de bevende lipjes ge trokken 't scherpuitstekend roepertje speelde weg en weer in de keel en Dat ge krotte gewonnen hadt, ge zoudt er niet mede boffen brak het los. Toon mij uw zestien duizend frank, greinsde het, en schei er van uit en bezorg uw geboerte heel die mikmak deugt nietde boeren kunnen dat missen lijk de puiden een paar schoenen, 'k Zeg dat er vuiligheid aan het stokskezal hangen, verdraaielinge a/6 Menheere Scherpereel dacht te moeten tusschenkomen en om het manneke te paaien, vermaande hij Boertje, er is weinig te verdie nen met te boeren hoe kunt ge nu toch zoo onredelijk zijn, wijl we groot- geld winnen, ja, meer ineens, dan met vier jaar te wroeten lijk eerdemols. Waarom brengt ge dat geld niet in en scheidt ge er niet van uit vroeg Boertje. De boonen zullen nog opgaan ze moeten zei Scherpereel. En als ze zinken en als ze op niet komen en als ge dan ijlhands van af komt, lijk van 't lof en als ge dan hof en gedoente verwaarloosd hebt en achteruit boert en als ge er dan te blinken staat, lijk entwie die door den suisse uit de nuchtermisse gegooid wordt, verdraaielinge 't zal dan wel zijn zeker Boertje was tenden asem de woorden kropen verminkt en gebro ken van uit zijne oude keel, door den tandenloozen mond zijn kraaiertje speelde zot en zijn oogen,gloeiendrood schoten vlam, boven de uitspringende kaatsappels het stak zijn mager aan gezicht, scherp lijk een hammes, voor uit en 't sloeg met de vuist op de tafel. Stil, gebuur, suste Scherpereel, stel uw hert gerust ik ken den han del en we zullen het gepaste oogenblik verkiezen om te verkoopen nu is het te vroeg, maar toekomende week misschien... Nu, we zijn toch winst zeker en is het zoo niet dat men man wordt Wij zijn kleine menschen en moeten geen man worden, zei Boertje, we zijn boeren en geen hoogvliegers we hebben genoeg en bestaan treffe lijk, en dat is 'n groote één stilletjes rijk is zalig, verdraaielinge En als ons Mielke wilt voortlee- ren en dokter of advokaat worden, kwam Jan tusschen, dat kost immers, vader, en als we dat in den handel kunnen winnen, 't is gevonden geld. Dat hij voor kanselier leere, grol de Boertje. Kanselier vroeg Scherpereel verwonderd. Ja, verdraaielinge Ja, kanselier, herhaalde Boertje, kanselier, met de mande over den sleepstok, om kurre- murre achter de beesten. Maar vader toch kloeg Jan be schaamd. Maar vader toch tingelde 't ven tje achter, vader toch Ge meent gij zeker dat Keizer Kareis katte uw nichte iè en ge zijt noch geen familie van haren steert. 't Ging er anders bij ons, leeren mochten we, doch van voort- leeJen was er geen kwestie, dat is goed voor rijke menschen, en dat waren we niet. We hebben toch onzen weg ge maakt en ons geschoord, en werden we geen groot volk, we waren ten minsten treffelijke boeren. Is dat niet dan 't VcmlftJ

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1925 | | pagina 4