Deze van Magdala
De Pion op het Sehaakbof d
Jeugddag voor Katholieke Actie
KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER
STORT 6,10 FRANK
Een Brief van Minister Poullet
over het tewerkstellen der Werkloozen
en over den toeslag van tien procent
Hitlerianisme en
Vlaamsche Nationalisme
JuliaanVandepitte-HuIde
1* JAAR. Nr 39
TARIEF VOOR BEF.ICHTENj
Kleine berichten per regel 1,00 fr.
Kleine berichten (minimum) 4,00 fr.
2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur.
Berichten op 1' bl. per regel 2,50 fr. t
Berichten op 2* bL per regel 1,75 fr.
Rout ber. en Eedank. (min.) 5.00 £r.
Te herhalen aankondigingen;
prijs op aanraag.
Annonoen rijn vooraf te betalen
en moeten tegen den Woensdag
avond ingezonden worden. - Kleine
berichten tegen den Donderdag noen.
TeL Poperinge N' 9.
rostcheckrekenlng N' 15.no.
ZONDAG 3 SEPTEMBER 1933.
«DE HALLEJ
Katholiek Weekblad van leper
Bureel;
Boterstraat, 17, IEPER.
ABONNEMENTSPRIJS
VOOS 1 JAAR
WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN.
(per pos O
In X Land 18,60 fr.
Frankrijk 35,fr.
Congo. Engeland 40,Ir.
Amerika, Canada en an
dere landen 00,fr.
TTltgéVèr:
SANSEN-VAXNESTE. Popertage
Die historie kan ook al de anderen
moed geven... al de anderen die niet zijn
van Magdala.
Op de puinen onzer verwoeste gewesten
groeiden veelkleurige bloemen. Hier laat
een vrouw balsemgeurige rozen bloeien op
de puinen van haar verleden.
Een verleden, zoo zwart dat maar door
tranen water kon worden uitgewasschen.
Al Godes gaven
Gebruikte ik tot de zonde, t meest
[mijn schoonheid.
Ik heb gezondigd met de schoon-
[heid! Vreeselijk,
't is of de zonne zondigde met hare
[stralen.
(C. Verschaeve.).
Neen, dat doet de zonne niet, ze zon
digt niet met haar stralende schoonheid,
ze is te verve van het lage. Als de zonne
's avonds zinkt, 't is om 's morgens vroeg
op te staan.
Het gebeurde dat O. I,. Heer uitgenoo-
digd was om bij een Farizeër het middag
maal te gebruiken.
Er zijn alzoo van die oSicieele noenma
len, die men noodgedwongen aanvaardt,
met het gedacht: 'k verlang al tegen dat
ik weere ben.
O. L. Heer ging, want Hij wist dat Hij
hier goed kon doen. Ik weet niet welke
moderne invitédezelfde bedoeling
heeft en dezelfde hoop koestert, bij den
diner een rouwhebbende Magdalena te
ontmoeten om haar te bekeeren.
Magdalena.
treffelijke menschen noemden haar
n et ze wezen op haar en zegden- Deze
van ^agdala.
Alleman was haar vriend geweest, ze
kon op straat niet passeeren zonder blik
ken op zich te trekken.
Ze was niet streng en ze was ook niet
erg beschaamd. Wat een Madeion was
voor den simpelen soldaat, dat was zij
voor de Romeinsche officieren, met meer
verfijndheid, als in onze steden, heden,
een weelde-artikel met hooge hieltjes.
En 't is op die ziel dat O. L. Heer zijn
blik en ook zijn vergeving liet vallen.
Zij weent nu, zij die er zoovelen heeft
gefascineerd en doen lachen... en mis
schien ook laten weenen daarna.
Er zijn jaren geweest dat ze alle dage
hier of daar naar feestpartijen ging en
zelf nooit weende.
Ze droeg bracelets, colliers, oorringen,
enz. maar het was niet om de aandacht te
vestigen en de bewondering te trekken
enkel op het goud en de kostelijke
kleinooden.
Ze was hier niet verwacht in dit ernstig
midden, er stond geen couvert voor haar,
en geen servet in waaier. Men had het
feestmaal aangevangen zonder op haar te
wachten; dineeren belet niet te wachten,
maar wachten belet te dineeren, dachten
de Joden.
Het was een publiek geheim dat zij
maar een gemeen leven leidde.
Vroeger liep ze gedecolleteerd, vandaag
had ze een deftiger kleed aan voor de om
standigheid.
Heur lente was reeds voorbij schoone
bloemen gaan niet lange mee ze was al
ln 't vallen van 't blad. De rozen waren
zoo ver gezet, ge mocht er niet aankomen
of de bladjes vielen uiteen.
Nog droeg zij fijn gewaad, lichte kant
jes met pinnekens en biommekens.
Maar er waren ook andere kanten,
zwarte kanten aan haar leven. Gelukkig
was ze niet te midden haar plezier.
Ook de ondeugd eischt offers, en groote
zelfs.
Haar dag begon eiken avond bij het
feëriek licht, haar oogen karbonkelden
zoo fel als haar diamanten, en in het
tijden geruisch stapte ze voort.
De walvisschen zwemmen het schip na.
Terwijl Jezus aan tafel lag, kwam zij
met een albasten vaas vel kostbaar reuk
werk. Zou ze durven naderen? Ja, met
[doppend hart.
De Farizeërs, de Tartuffen van dien tijd,
loechen onderkotig naar elkaar. Die def
tige menheeren spraken hunne veront
waardiging uit. Alleen en afzonderlijk
met haar, zouden ze misschien zoo leelijk
en zoo zwart niet gekeken hebben.
Zij ging van achter staan aan Jezus'
voeten en weende. Met haar tranen begon
zij zijn voeten nat te maken en met de
losse haren van haar hoofd droogde zij
die af. Zij kuste zijn voeten en zalfde die
met reukwerk, het kostelijkste, het beste,
voor haar zelf bestemd. Zij raakte zijn
voeten en ook zijn goddelijk Hart, om
barmhartigheid te verwerven.
Daar troonde in 't midden, de gastheer
Simon, en hij was een van die mannen die
zich gee me hoorden noemen - Rabbien
geerne de eerste plaats bekleedden.
Indien deze een profeet was, zou hij
Weten wie en wat de vrouw is die hem
aanraakt, dat het een zondares is. Zijn
lippen zegden dat niet, maar zijn blikken.
Die mannen bekeken haar ironisch en
misprijzend, daarna keken ze naar mal
kaar met een air van:
Wist hij maar wie hij voor handen
(of liever voor de voeten) heeft?
•Ze heeft er nog anderen gekust...
Maar "t was op hun voeten niet.
Ze moesten zich schamen, die Farizeërs,
meer dan Magdalena.
Die mannen, uiterlijk comme il faut
zaten daar als rechters met groote bril
glazen lunettes d'écaille
De Heer, die met een alzienden blik in
de harten leest, kon ook op den grond
hun zonden neerschrijven, of die als
Mane Thekel Phares op de muren der
eetzaal laten verschijnen. Wie weet hoe
het er in hun binnenste uitzag, hun hart
was ook een diepe vase... maar zonder
reukwerk. Zij vielen niet neer voor
's Heeren voeten.
Al met eens wierp O. L. Heer een van
die blikken, die een mensch kan 't onder»
ste boven keeren.
Simon zegt Hij tot den voorzitter
van den tafel, ik zou U geern een woord
je zeggen.
Hij mocht spreken. Hij die boven alle
verdenking stond. Hij die heel de wereld
mocht uitdagen met de vraag: Wie zal
mij van zonde beschuldigen?
Hij vertelde:
Zekere geldverschieter had twee schul
denaars, de een was vijf honderd tien-
lingen schuldig, de andere, vijftig. Daar
zij niet konden betalen schold Hij aan
beiden de schuld kwijt. Wie nu van hen
zal hem meest beminnen? Simon
antwoordde: Ik vermoed, wien hij het
meeste heeft kwijtgescholden.
Hij zeide hem: «Juist geoordeeld.».
En Hij keerde zich naar de vrouw en
zeide tot Simon: Gij ziet deze vrouw? Ik
ben in uw huis gekomen: water op mijn
voeten hebt gij mij niet gegeven, maar zij
heeft met de tranen mijn voeten natge
maakt en met heur haren afgedroogd.
Een kus hebt Gij mij niet gegeven, maar
zij heeft van als zij binnenkwam, niet
opgehouden mijn voeten te kussen. Met
olie hebt gij mijn hoofd niet gezalfd,
maar zij heeft met reukwerk mijn voeten
gezalfd. Daarom, ik zeg het u, worden
haar zonden, haar talrijke zonden, verge
ven, omdat zij veel bemind heeft.
Maria Magdalena is gerehabiliteerd.
Ootmoedig en dankbaar blijft zij neerge
hurkt. De Farizeërs voelen zich ongemak
kelijk.
Dat was een schilderachtige bekeering
op het onverwachte uur van de dessert.
Magdalena's leven, dat te voren een bit
teren nasmaak gaf, kreeg nu ook zijn
zoetigheid. Een geheime lach speelde op
haar lippen bij elkeen van die woorden,
zoeter dan haar eigen balsem.
Napoleon die een goe keus deed van
ministers en generalen zei: Je m'y con-
nals en hommes.Maar nooit zei een
wijze man: Je m'y connais en femmes.
Een vrouwenhart is een ondervragings-
teeken voor eiken menschenkenner.
O. L. Heer heeft het raadsel van den
sfinx opgelost ln goeden zin.
Het laatste woord was niet aan den
Rechter maar aan den Verlosser.
Onder al die mannen aan tafel vond ze
maar één advokaat voor haar verdediging,
het was de Man zonder zonde. Zij schonk
Hem heur hart voor goed. De vase was
gebroken, ze gaf alles en voelde het god
delijk kontakt van een levenden par
don.
Ze zal weenen in de toekomst om het
ongeluk van schoone te zijn, het te weten
en te zondigen met die schoonheid.
En Jezus voelde nog de nattigheid der
heete boetetranen. Van haar leven zou
P. Bourget een heelen roman kunnen ma
ken, van 12 fr. in Fransch geld. Het Evan
gelie condenseert alles in een halve blad
zijde, die eeuwen lang zal herlezen wor
den en die meer deugd zal doen, twintig
reken, die geen commentaar hoeven,
waarna men liever zwijgt en weent, reken
die zooveel zondaars hebben moed gege
ven om den grooten stap der bekeering te
doen.
Het is gedaan met haar coquetterie.
Geen enkele officier zal haar nog zijn arm
mogen aanbieden.
Waar zou ze zijn, had ze Jezus niet
tegengekomen? Wat kreeg ze voor haar
zalige penitentie? Ze verdiende droge
brood, zonder water.
Neen, het zoute water harer tranen
deed haar herte keeren en ze walgde van
haar verleden, ze spoog haar vergift uit.
Tranen zijn meer dan water. Zij had geen
dorst meer.
Lang bleef de zoete geur van uit de al
basten vase zweven in de eetzaal, alsof
men er papier d'Arméniehad ver
brand. Lang nog bleef vóór zijn voeten, de
rijke vrouw liggen als een schooiege, heel
ontnuchterd na zulk een tooneel.
Onze moderne Magdalena's kunnen
's Heeren voeten niet meer afdrogen met
hun haar ln permanente.
Les gargons ont les cheveux longs,
Les filles, e'est a la garsonne,
Qu'on les tond
Tontaine et tonton!
(Franc-Nohain)
Er wordt geredetwist onder de schrift
verklaarders, om te weten of dat dezelfde
persoon is de Magdalena van Bethanie, en
de Magdalena, de bekeerde zondares. Dat
zijn twee verschillende personen, denken
velen. Beiden hebben den Heer zijn voeten
gezalfd. Dat hebben ze met elkaar ge
meen. Maar hun leven verschilt totaal.
Neem nu dat de menschen op de we
reld de eene Magdalena voor de andere
pakken in hun gebeden. Wat moeten zij,
beide Madeleinen, daar in den hemel eens
onder elkaar lachen en zeggen: t Is voor
mij... neen 't is voor U.
Maar lk weet niet of de beschouwende
Magdalena van Bethanie, de zuster van
Lazarus, ook lacht wanneer men bij ver
gissing haar neemt voor die van Magdala,
die eens zoo weinig stichtend in de stad
floreerde, en als men op haar rekening
een reeks zonden schuift, welke zij nooit
bedreven heeft. A. B.
BZESSBBM
VllllllllllllBIIMIllIIIIIKiaillllllU»
DE GROOTE MANCEUVRES IN T KAMP VAN BEVERLOO
HET GEVANGENISGEBOUW
VAN YERAWDA
I» j,. aqsen werden de groote legermanoeuvres gehouden te
^Ver^. Llr°Lt men een postf le radio-telegraphisten. verborgen in de struiken.
te Poona in Britsch Indië, alwaar de
de Mahatma Ghandi wederom opgesloten
werd. Hij deed echter alweer aan hon
gerstaking en werd doodafgemat Woens
dag terug in vrijheid gesteld.
Dit gevangenisgebouw is voor vele In
dische nationalisten een soort van heilig
dom geworden, juist zooals het gevang
van Leuven waar Borms in opgesloten
zat en velen van dezen die hem destijds
meest verhieven, laten hem nu het liefst
in de vergetelheid.
«BassaaasErarsixssisassaEBaBss
Ik weet niet, waarde lezer, of TI reeds
twee vurige schaakspelers aan het werk
hebt gezien? Want werkenis dit
spel voorzeker wel, kopwerk van hooge
gehalte
Aandachtig turen beide op de zwart en
wit geruite vakjes van het bord, waarop
zich een krijg afspeelt tusschen witte en
zwarte grillige figuren... Heel hun denk
kracht, al hun vermogens zijn als 't ware
geconcentreerd op den onbloedigen kamp
die het witte en het zwarte leger tegen
elkaar te voeren hebben... En het ls een
echte kamp: want het gaat er om de ver
overing van den vijandelijken koning, en
het halen der overmacht op den tegen
stander. Er zijn daar soldaten naast el
kander geschaard die men pionnen
noemt; verder nog paarden, torens op de
hoeken als echte burchten, raadsheeren,
een koning en een koningin. Het geheel
maakt den Indruk van een leger in slag
orde. Twee legers tegenover elkaar: het
witte en het zwarte.
Eerst worden de pionnen naar voren
schoven en ontstaan er schermutselingen.
De pionen moeten het veld vrij maken
voor de groote stukken, ze moeten zich
desnoods slachtofferen om de belangen
van het geheel. Zij staan op het voorplan,
zij hebben slechts den wii te volbrengen
van de overheid die hen ten strijde leidt.
Hun belangrijkheid is betrekkelijk, op
zich zelf zijn ze van weinig of geen tel,
maar ze kunen een groote waarde krijgen
in het geheel, door de gulden diensten die
zij aan het heele leger kunen bewijzen...
Ze zijn als trouwe, gehoorzame, gevolgza-
me onderdanen, die welen dat het hier
niet gaat om het eigen klein belang, maar
om hoogere belangen, om de belangen van
het geheel, van allen te zamen, van het
gemeenebest...
Vaak, toen ik die pionnen dan door hun
spelende leider eindelijk, na lang overden
ken over het geruite bord zag naar voren
geschoven worden, één schakel in de heele
keten, maar 'n onmisbare schakel, goed
gebruikt en op zijn juiste plaats, toen heb
ik wel eens mijn gedachten verder laten
gaan dan dit eenvoudig spel en ze gericht
op onze moderne tijden en op de men
schen die thans geen eenvoudig pion
meer kunnen of willen zijn op het groote
schaakbord der wereld ln den strijd om
onze katholieke levensbelangen. En toen is
in mij vaak die wensch opgekomen dat
een denkend leider ons allen klaar zou
vinden om ons te gebruiken als gewillige
strijders, zonder hoogmoed, zonder harde
eigenzinnigheid, zonder domme koppig
heid, zonder verwaandheid en ik-zucht,
simpele schakel ln de keten, simpele sol
daat in het witte leger van Christus
tegenover het georganiseerde zwarte front
van den satan.
En toch is die wensch geen droom ge
bleven, want de rangen werden ons allen,
werknemers en werkgevers, boeren en
burgers, studenten en middenstanders
open gesteld ln het leger der Katholieke
Aktie. Wij ALLEN werden opgeroepen
door onzen roemrijken Paus Pius XI tot
den strijd om het behoud en de verdere
verspreiding van ons Katholiek geloof en
onze Katholieke zeden.
Aan ons hoofd staat de leider, de den
kende en daadkrachtige leider, die in zijn
wereldbrieven ons in duidelijke termen
weet diets te maken wat wij onder K. A.
te verstaan hebben, en die ons met een
vurigen niet versagenden wil ten strijde
leidt. Aan ons hoofd staan verder onze
bisschoppen en parochieele overheden: de
groote stukken op het schaakbord van den
wereldstrijd. Aan ons is het de taak te
willen, te durven pionnen te zijn.
Dit wil zeggen:
1. - Ons niet afzijdig te houden van den
strijd die thans op leven en dood om ons
kostbaarste pand: ons geloof, geleverd
wordt. Wij zijn verplicht onze plaats in te
nemen in de rangen der K. A., waar zij
reeds tot stand zijn gekomen, en, naar
onze vermogens en de mogelijkheden die
het leven ons biedt, samen met en onder
leiding van onze geestelijke overheid te
werken aan den bouw van Christus' rijk
hier op aarde.
2. Ons ook als pionnente gedra
gen, en geen raadsheeren of torens
of paarden willen zijn, wanneer wij er
door God niet toe geroepen werden.
Elk moet op zijn plaats blijven wetend
dat dit het beste is voor hem en voor de
gemeenschap. Met andere woorden: ge
hoorzaam zijn. gewillig en altijd klaar om
de bevelen uit te voeren. Deel in het
geheelmoeten wij zijn, en niet een we
reldje op ons eigen, vol eigenzinnigheid,
geest van critiek en opstandigheid.
Slechts op deze wijze zullen wij groidlg
en nuttig werk kunnen verrichten in den
strijd om ons Katholiek geloof en ons we
ten doelmatige kampers tegen de don
kere machten, die onze Katholieke kui
tuur van alle zijden belagen en bestormen.
P. M. Smets, o. p.
IBSXBSagBaaSEBSBBEiaSBHSHSXX
VOOR FRANKRIJK 11,90 frank.
op postchecknummer 15.570 van V. San-
sen-Vanneste, drukker, Poperinge, en we
kelijks wordt ons blad U door de postbode
tehuis besteld.
Vergeet niet uw volledig adres aan te
geven en wel er bij te voegen: storting
voor een abonnement op dit blad.
POLITIEK ALLERLEI, door Volksvertegenwoordiger R.-D. De Man
Gezien er geen voldoende klaarheid be
stond over zekere bepalingen inzake het
te werk stellen der werkloozen en het be
talen door de gemeenten van de tien pro
cent bijslag hebben we aan den heer Poul
let, Minister van Binnenlandsche Zaken,
enkele duidelijke vragen gesteld, waarop
we antwoord ontvingen.
We laten eerlijkheidshalve, hieronder
volledig het schrijven volgen dat de heer
Minister ons heeft willen sturen.
Dit schrijven maakt de toestanden dui
delijk en iedereen, zoo werklieden als ge
meentebesturen, zullen er zich dus moeten
naar schikken.
Het schrijven van den Minister luidt
als volgt:
Brussel, den 26 Oogst 1933.
Ministerie van
Binnenlandsche Zaken
en Volksgezondheid.
tionaal Crisisfonds ondersteund wordt,
onverschillig of hij al dan niet 'n de sta
tutaire periode is is hij voor opeischiag
vatbaar. Feitelijk echter zal hij in de
meeste gevallen vrijgesteld zijn, vermits
de werkduur alleen kan worden bepaald
op grond van de tijdens de verloopen
maand genoten vergoedin.-en.
b Manier van te werk stellen.
Zooals hierboven is gezegd en zooals ls
voorzien in de instructies wordt de werk
duur berekend op basis van de tijdens de
verloopen maand genoten vergoedingen.
Ik ga akkoord met U dat het tewerk
stellen van werklooze arbeiders alleen
moet geschieden voor doelmatige werken
en niet voor willekeurige en onredelijke
doeleinden.
Ik kan. in dezen gedachtengang, best
aannemen dat een gemeente van de haar
gegeven gelegenheid gebruik make om een
algemeene of gedeeltelijke reiniging en op
smukking van de straten te verwezenlij
ken.
Het feit dat sommige gemeenten de
werkloozen, die voor een achturenarbeid
kunnen worden aangesproken, alle dagen
slechts een uur werk opleggen met een
verplaatsing van twee uur, kan door de
arbeiders niet gegispt worden. Hier dient
ruimschoots met de plaatselijke toestan
den rekening gehouden, hoewel ik per
soonlijk beter acht den arbeidsduur van
een week op een paar dagen te verdeelen.
Er kan geen bezwaar bestaan tegen het
feit dat de opgeëischte arbeiders verplicht
worden het noodige alaam mede te bren
gen. Immers het verslijten ervan staat in
verband met den werkduur, welke overi
gens in verhouding is met de genoten
vergoedingen. Ket gaat niet op in deze
aangelegenheid een voordeeliger regiem
dan het gewone arbeidregiem in te voeren.
Waar echter arbeiders voor een werk wor
den aangesproken waarvoor zij niet nor
maal aangewezen zijn en dan ook niet
over de noodige werktuigen en benoodig-
heden beschikken, behoort het dat deze
eventueel door het opeischend bestuur
worden geleverd.
Ik ben de meening toegedaan dat waar
ln den aanvang er enkele wrijvingen kun
nen ontstaan, deze naarmate de opgedane
ondervinding en dank zij de gevoelens
van rechtvaardigheid en van tegemoet
koming waarmede overheid en onderge
schikten bezield zijn, allengs zullen ver
minderen en verdwijnen.
Met mij zult gij het eens zijn dat de
proefneming, met het oog op de zedelijke
opbeuring van de arbeidersbevolking en
het algemeen belang, dient aangemoedigd
en doorgedreven.
Jw dienstwillige,
(get.) P. POULLET.
[■SBHBBB^BSEBB£lBSiSBSBasa3:EkS£S!S[lE!aaiS3BEZi|[!IBB9aS3aaBSiiBi23Bk
op heden Zondag 3 September TE BRUGGE
Kabinet van den Minister.
WAARDE COLLEGA,
Ik heb de eer ET de ophelderingen te
verschaffen gevraagd door brief van 18
Oogst 1933.
De onderrichtingen gegeven door om
zendbrief van 7 Juli 1933 hebben een voor-
loopigen aard en dienen slechts als richt
lijn, waarvan in sommige omstandigheden
kan worden afgeweken en waardoor dan
ook een zekere verscheidenheid in de toe-
pr Ing mogelijk wordt gemaakt. Zij zijn
echter van aard om eerstdaags door een
Koninklijk Besluit te worden vastgelegd,
aangevuld en gewijzigd volgens de uit
slagen welke door de ondervinding zullen
worden vastgesteld.
Na deze algemeene overweging zal Ik
elk der door U aangeraakte punten be
handelen:
a Bijslag:
Waar het artikel 8 van het Koninklijk
Besluit van 31 Mei 1833 bepaalt dat de
bijslag ten hoogste tien per honderd be
draagt moet hieruit worden opgemaakt
dat deze toeslag „ot nul kan herleid wor
den en dus niet verplichtend is. Met U
ben ik van meening dat een bijslag ge-
wenscht ls, doch op grond van de bepalin
gen van het organiek besluit blijkt het
niet mogelijk ten deze verbindende beve
len te geven.
Voor het bereken van den werkduur
moet het globaal bedrag van de genoten
bewilligingen ln aanmerking worden ge
nomen. De familievergoeding dient in de
ze berekening gehumaniseerd voor een
bedrag gelijkstaande met de gewone fa-
mllievergoeding van een werkenden arbei
der. (Wet betreffende de veralgemeening
der gezinsvergoedingen).
Van zoodra een arbeider door het Na-
De Jeugddag wordt, volgens al de in
gekomen berichten, een echte triomfdag
der Katholieke Jeugd van West-Vlaan-
fieren.
De STUDENTEN vooreerst houden er
aan dat AL hun mannen er tegenwoordig
zouden zijn. Maar ook de BOEREN-
JEUGD zorgt ervoor dat uit al de ge
meenten der provincie hun kloeke jonge
.terels aan den Jeugddag geestdriftig zou
den deelnemen. De MIDDEN STAND 3-
JEUGD die pas begonnen ls te leven wil
van deze gelegenheid gebruik maken om
al hun leden met ware geestdrift te be
zielen voor hun verheven ideaal. En de
KAJOTTERS? Die zullen het niet laten
jggen tegenover de andere: zij zullen
door hun aantal, hun tucht en hun geest
drift de andere jeugdgroepen meeslepen
en begeesteren.
Bij duizenden verwachten wij ze. Wat
zal het op dien dag een leven en een
begeestering zijn te Brugge!
Hoe zullen de ouderen fier en hoopvol
staan te zien naar 't opkomende geslacht,
dat zelfde geslacht dat men enkele jaren
geleden als verloren beschouwde voor ae
toekomst. Daar is iets veranderd in
Vlaanderen in dezen laatsten tijd! Hoe
zullen die duizende jongeren er deugd van
hebben te zien hoe elke organisatie stil
aan gegroeid is tot een tuchtvol en be
geesterd leger, dat bewust van zijn ver
antwoordelijkheid, sterk in zijn christe
lijke overtuiging, het ideaal der Katho
lieke Actie met hart en ziel nastreeft en
bereiken WIL.
Maar streven ze elk in hun organisatie
naar 't verwezenlijken van hun ideaal,
toch weten ze dat er ook GEMEEN
SCHAPPELIJK te strijden valt, met een
hart en één ziel voor de verwezenlijking
van het hoogste ideaal: ons gansche volk
cerugbrengen aan Christus. Hij moet
heerschen als Liefdekoning, niet alleen in
ons privaat leven, maar in onze gezinnen
in ons burgerlijk, in ons maatschappelijk
leven, waar men Hem heeft buitengelaten.
Hij moet heerschen door de Liefde. Wi;
haten niemand, maar bestrijden de ket
terijen van liberalisme en socialisme die
de liefde dooden onder de menschen. Wij
strijden voor de Kerk, omdat zij alietr
ons die liefde geven kan, ons die liefde
voorhoudt en ons de middelen geeft om
die liefde te onderhouden en te brengen
onder de menschen.
En daarom zullen wij op heden bon
dag, 3 September, den God van Lielde
aanbidden en verheerlijken ln Zijn on
bloedig offer in zijn kathedraal van ons
bisdom. Hem daar ons zeiven opdragen
en onzen strijd, en Zijn zegen vragen ovei
onze beweging. We gaan samen in onze
sectievergaderingen de middelen beramen
om de toestanden bij ons volk te ver
beteren. En 's namiddags gaan wij in
een grootse hen optocht hulde brengen,
geestdriftig en fier, als trouwe zonen vai:
de Kerk, aan Hem die in ons bisdom
Gods Kerk leidt en bestuurt. Hem zullen
we trouw beloven en onderdanigheid. Hem
zullen we ons aanbieden als zijn leeke
apostels, om door onze persoonlijke hei
liging en ons apostolaat elk in zijn eigen
midden, de anderen te winnen voor de
Kerk. x
Heil de Katholieke Actie in Vlaanderen
Hell Pius XI, de groote Paus der K. A
Heil onze Bisschop, de leider der K. A
in Vlaanderen!
■■■BBSBBESBBaSUBBBBaBBSZSSBBSBBBBBHBaBBBaflSBaaXBaa;
FRANSCHE ONDERZEEBOOTEN IN ONS LAND.
Vrijdag avond en Zaterdag morgen,
25 en 26 Oogst, kwamen vier Fransche on
derzeeërs op de reede van Antwerpen aan.
8. M. Danse bevelhebber Chaix, 43
manschappen, een vuurmond en een ton-
nemaat van 600 ton.
S. M. Eurydice bevelhebber AUion,
10 man aan boord, Insgelijks een vuur
mond en een tonnemaat van 208 ton.
Beide schepen werden gemeerd aan af
dak 100 in afwachting van twee andere
onderzeeërs die Zaterdag morgen om 6 u.
op de reede aankwamen.
8. M. Medusekommandant Golse,
39 man aan boord, een vuurmond en een
tonnemaat van 228 ton.
S. M. Diane kommandant Gerardier,
een bemanning van 42 man, een vuur
mond en een tonnemaat van 200 ton.
De vier schepen kwamen van Amster
dam.
Zaterdag namiddag kwamen de onder
zeeërs aan te Brussel, in de wateren van
de Yacht-Club, bij de Van Praetbrug. De
duikbooten bleven er tot Woensdag en
9500 Brusselnaars gingen deze bezoeken.
Maandag namiddag had er een plech
tige ontvangst plaats ten stadhuize van
Brussel
DE FRANSCHE ONDERZEEËRS TE BRUSS5EL
De verkeerde opvatting, dat de politiek
van Rijkskanselier Hitier voor verste en
bijzonderste doel had den stroom van het
communisme tegen te houden en ln de
plaats der heerschappij van de democratie
het centraliseerend fascistisch gezag te
stellen, verdwijnt stilaan en zij die op
lettend de ontwikkeling van het Hitleri
anisme hebben gevolgd, zijn van zelf tot
het besluit moeten komen dat haar opzet
veel verder reikt en de beweging uifcter-
aard zich moet uitstrekken over de gren
zen van het Duitsche Rijk.
Deze eerste opvatting was ook al te sim-
plistisoh. Het ls waar dat het samentrek
ken van alle staatsmacht in de handen
van een kleinen leidenden groep het meest
opvallende en best-waarneembare uiter
lijk verschijnsel was van het Hitlerianis
me, maar zij die de leer en theorie van
Hitier dieper hadden ingestudeerd, wisten
reeds dat deze centraliseering van alle
staatsmacht enkel een middel was voor
de verwezenlijking van het eigenlijk Hit-
leriaansch programma.
We willen dezen keer één der voor
naamste punten van dit programma be
handelen omdat het in onmiddellijk ver
band staat met ons eigen landsbelang.
Het is bevreemdend dat zoo weinig aan
dacht gewijd wordt aan de actie der Hit-
ierianen in ons eigen land in verband met
deze zijde van de politiek van Hitier en
van het programma van het Nationaal-
Socialisme.
We zien dat onze binnenlandsche pers
dag aan dag verslag uitbrengt over de ge
weldige werking der Nationaai-Socialisten
in Oostenrijk en sommige andere landen,
en niet eens schijnt te bevroeden dat in
onmiddellijke aansluiting en aanvoeling
met Duitsche voormannen der hedendaag-
sche Duitsche Rijkspolitiek ook in ons
land en wel voornamelijk in West-Vlaan-
deren eene ernstige propaganda is inge
zet voor de verwezenlijking van dit doel
der Hitleriaansche politiek.
Het uitgangspunt van heel deze bewe
ging is dat het Hitlerianisme er naai
streeft om alle rasgenooten waaronder
ook de Nederlanders en de Vlamingen ge-
."ekend worden onder ééne macht te
brengen.
Het kan nu wel zijn dat Hitier en zijne
volgelingen nog niet scherp den vorm
dezer gemeenschapsinrichting omlijnd
hebben, maar het idee staat toch voorop
dat geen staatsgrenzen ontzien worden om
il deze rasgenooten onder éénen gemeen
schapsvorm samen te brengen en dat
inwerking op de politieke stroomingen ook
van ons land, vanwege de Nationaai-So
cialisten volop aan den gang is. Toonaan
gevende personaliteiten uit Duitschland
hebben hier leiders en manschappen voor
de actie in Vlaanderen uitgekozen, niet bij
den groep Leuridan, die enkel op vage
wijze streeft naar een Nederlandsche ge
meenschap maar wel bij den anderen
groep Vlaamsche Nationalisten die reeds
gewonnen zijn voor de idee van een al
gemeen samenbrengen van Vlamingen,
Nederlanders, Oostenrijkers en Duitschers
onder ééne macht en één hoofdgezag.
We zien dan ook dat deze vooruitstre
vende groep onder bedekte en verdoken
leiding van Duitschland zich organiseert
volgens het stelsel der Nationaal-Soclalis-
ten, ze hebben dezelfde kaders aangeno
men, dezelfde strijdmethoden aangepast
en het lijdt niet den minsten twijfel dat
de geldelijken steun hun ook niet meer
ontbreekt.
De gematigde vleugel van het Vlaam-
sche-Nationaiisme bereidt bewust of on
bewust het terrein voor om dit mgrijpen
van het Duitsch-Nationaal-Socialisme
mogelijk te maken door het bestaans
recht van den Belgischen Staat tot in de
Kamer van Volksvertegenwoordigers toe
te loochenen en te ontkennen en het
Vlaamsche Vraagstuk uit te roepen tot
een internationale kwestie.
Toen Van Se veren nog in het parlement
zetelde, heeft hij daar in eene redevoering
het woord gevoerd alsof hij sprak tot eene
vreemde mogendheid en Leuridan takelt
daar regelmatig in ditzelfde parlement den
Belgischen staat af en wijst erop te zul
len arbeiden en niet te zullen rusten tot
dat het tegenwoordige Belgische Staats
verband uitgeroeid en vernietigd is.
Dat is de werkelijkheid: aan de eene
zijde, de rechtervleugel van het Vlaanrsch
Nationalisme, dat streeft naar de ver
dwijning van Belgie, met het verwijderde
doel tot het vormen eener Nederlandsche
gemeenschap Nooru-Nederland, Vlaan
deren en Fransch-Vlaanderen en aan
de andere zijde de Dinasos die verder
gaan en ernaar trachten om deze Neder
landsche gemeenschap in te lijven in de
rasgemeenschap door het Hitlerianisme
beoogd.
Het is te verwonderen dat in onze bin
nenlandsche pers niet het minste gewat
werd gemaakt van de bijeenkomst welki
onlangs zoude gehouden geweest zijn inj
de omstreken van Brugge, tusschen zeer
vooraanstaande Nationaai-Socialisten er-
de voormannen der Dinasos. Volgens som
mige geruchten zoude zelfs een hoofd
leider, wiens naam iedereen bekend is,
daar ook aanwezig geweest zijn.
Het wordt zeer bedenkelijk dat in ons
eigen land met medewerking van vreemde
elementen, aldus een kern zoude gevormd
worden wier bedoeling het is dezelfde
propaganda en agitatie in te zetten welke
gevoerd wordt in Oostenrijk en Nederland,
door de Nationaai-Socialisten, en dat van
bevoegde zijde daar niet de noodige aan
dacht wordt aan geschonken.
De Hitlerianen gebruiken voor de ver
spreiding hunner ideën en het verwekken
eener gunstige gedachtenstrooming dezelf
de methode welke vroeger in zwang werd
gebracht door het communisme, namelijk
het vormen van cellen en kerngroepen.
De goê gemeente neemt het zaakje nog
al kalm op en slaat met een meewarigen
glimlach het uiterlijk vertoon gade van
dit soort Vlaamsch-Nationaal-Sociallsten
in uniform.
Maar het gevaar is minder denkbeeldig
dan vermoed wordt.
Achter dit schijnbaar kinderachtig ge
doe staat de machtige en rijke invloed
van een sterke vreemde mogendheid die
een vast afgebakend en klaaromschreven
doel heeft, namelijk: spijts alles en door
alles heen, zonder rekening te houden
met de souvereiniteit van een vreemden
staat, hun plan der vereeniging van alle
rasgenooten in één gemeenschap onder
één centraal hoofdgezag door te zetten.
Hun streven beoogt dus niet enkel meer
de omvorming van het tegenwoordig
staatsgezag door de invoering van be
stuurlijke of politieke scheiding in het be
staande Belgische Staatsverband, ook niet
in het vernietigen van den Belgischen
Staat om een onafhankelijken Vlaam-
schen Staat tot stand te brengen en zelfs
niet in het betrachten van een toekomstig
Groot Nederland, maar reikt tot het In
schakelen van dit Groot Nederland in de
algemeene rasgemeenschap, gedroomd en
voorgespiegeld door de Hitlerianen onder
de opperheerschappij van een Duitsch
hoofdgezag.
Zekere handelingen en voetstappen van
de Engelsche regeering laten vermoeden
dat dit land niet onbezorgd blijft voor
deze Duitsche agitatie en geven te kennen
dat zij een klaarder Inzicht heeft in dit
geval, dan onze staatslieden die, naar ons
(Zie vervolg onderaan 7* kolom.)
te Uytkerke-Blankenberge
ZONDAG 17 SEPTEMBER 1933.
Te Ultkerke-Blankenberge, ln de scha
duw van het stemmige kerkje en in de
schaduw van den kloeken toren, rust se
dert 1928 H. Juliaan Vandepltte, terecht
genaamd de pionier der Katholieke
•Vlaamsche Radiobeweging.
Juliaan Vandepltte was er een die zijn
volk diende: die onvervaard en onver
moeibaar de verspreider werd der radio-
gedachte in ons Vlaanderen, op den
huldigen dag is het niets wonderbaars te
spreken of te hooren spreken over radio
en radio-aktie: dat is nu zooveel als spre
ken over koren in den oogst! Heel wat
anders was het in de heldenjaren der
radio-pioneering: de jaren 1922-'23, enz.,
toen niemand of niets aan onze Vlaam
sche gemeenschap diets maakte welke
wonderbare toepassingen er aan het
groeien waren uit het mysterie der nieuw-
gevondene draadlooze telefonie. Niets of
niemand, tenzij die voorbeeldige en volks-
lievende mensch Juliaan Vandepltte.
Onder den oorlog, na zijne gezondheid
verloren te hebben in de loopgraven te
Diksmuide, was hij onderrichter gewor
den in de krijgsradlo. Door studie en
werkzaamheid geraakte hij thuis in dat
vak en kwam uit den oorlog als een be
slagen radiokenner. Liever dan die ken
nis te houden voor zich alleen, en in de
rust van zijn eigen huisje ervan te ge
nieten..., ging hij los op werk en arbeid.
Hij schreef in bladen en tijdschriften,
stichtte in 1923 het maandschrift RA
DIO», gaf volksvoordrachten en radio
demonstraties. Zoovelen hebben uit zijn
mond het eerste woord vernomen over
net wondere radioding; zoovelen hebben
bij zijne radio-demonstraties voor het
eerst kennis gemaakt met de radio zelf
en verbluft zitten luisteren naar die eer
ste radiomuziek die hen tegenklonk uit
Den Haag, Parijs of Londen!!
Juliaan Vandepltte echter zag verder
en wilde meer! Hij wilde uitzendingen in
Ie radio voor zijn eigen volk, in zijn
eigen taal en naar zijn eigen geest! Hij
werkte daarvoor, God weet! waar en hoe
veel!! En ze kwamen er, die uitzendin
gen, als eene radio-verrassing, op 6 Ok-
óober 1929. Het Katholieke Vlaanderen
wist niet van waar het kwam, toen voor
net eerst in den asther klonk: «Hier Vel-
fcent, de Katholieke Vlaamsche Radio-
Omroep! Hij, in elk geval, die dit heele
ln beweging had gebracht..., hij lag teen
met rust, onder de hoede van een ne
derig grafkrulsje, op het kerkhof van
Ultkerke-Blankenberge
Maar Vlaanderen, het Kathoieke Vlaan
deren, heeft dit graf gevonden..., en
meerderen kwamen er alreeds, in piëteit
volle hulde, bloemenkransen en gebeden
nederleggen! Zoo een eerste maal op 6
December 1831, bij de stichting der eerste
West-Vlaamsche Katholieke Radio-Ver-
eeniging te Kortrijk. Zoo een tweede maal
op 18 September 1932, bij gelegenheid van
den K.V.R.O.-dag te Brugge; zoo een
derde maal, op 6 November 1932, door
toedoen van de Ve-eeniging der Vlaam
sche Amateurs-Zenders. Bij gelegenheid
dezer grafhulde sprak H. Ingenieur Roe-
landts van K.V.R.O.: «We hopen hier
aanstaande jaar met honderden trouwe
vrienden te komen om een blijvend ge
denkteken op te richten voor hem wiens
stoffelijk overschot thans nog onder dit
nederig houten kruisje rust...
De steenen van het grafgedenkteeken
rijzen reeds uit den grond op, ginds op
den doodenakker van het stille Uitkerke.
En de honderden vrienden maken zich
klaar om op 17 September aanstaande ln
dichte drommen op te stappen naar die
plek en zich rond te scharen rordom dat
symbool van Vlaamsch-Katholiek dooi-
sicht en van Vlaamsch-Katholieken durf.
Symbool nog, van waaruit de Kathol'-;-?
tadiobezieling met sterkeren zir en mrt
vernieuwde kracht over Vlaanderen r~:
heengestuurd worden! T.
jaEaassiSESsaiaaaaBB'ssasflaiSE...
MACHADO
ie ex-Voorzitter van Cuba ,die verplicht
werd door zijn volk zijn ontslag te geven.
Hij gelukte erin aan de oproermakers te
ontsnappen en vluchtte uit Havanna per
vliegmachien. Men ziet hem hier (bloots
hoofds) bij zijne aankomst te Nassan in
Indië.
IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
LEENING 5 p. c. met LOTEN 1932
18" Trekking van 21 Aug. 1933
Reeks 105.888 is uitkeerbaar met
250.000 fr.
De volgende reeksen zijn uitkeer-
baar met 25.000 fr.:
203.750 235.028 227.113 258.065
159.588 244.062 106.188 143.626
256.033 113.983 238.936 103.978
278.550 239.137 212.980 131.508
192.935 161.665 181.195 182.030
194.172 177.422 226.144 186.029
258.380 243.661 159.447 255.385
229.394 122.195 109.796 115.257
104.057 213.998 157.674
IBBSBBBBSBBEBB3BS5S9HBÜIEBBSB
inzicht, niet genoegzaam rekening houden
met dit gevaar betrekkelijk de integriteit
onzer binnenlandsche politiek en de onaf
hankelijkheid van ons land.
Het is meer dan tijd dat zij die het
staatsroer in handen hebben, een oplet
tend oog open houden voor de thans be
dekte bijeenkomsten tusschen vooraan
staande Duitschers en een groep Hitleri
aansche Vlamingen vooral in West-Vlaan-
deren en de spreuk indachtig te blijven:
Principiis obsta Het kwaad in da
kiem te smoren
Het is noodig dat ons volk weet waar
heen dit laatste, zoogezeid Vlaamsch
extremisme, het wil brengen, want het
gebeurt maar al te vaak dat de menigte
zich laat verblinden door machtspreuken
en schijnbaar onschuldige leuzen, waar
achter de eigenlijke bedoeling verborgen
blijft. X.
«BB9aBBEBHBflBBBBBBBaBEBBBEa«
Belgische fabriek van
Chicorei Wyppelier-Taffitw