Deze van Magdala De Pion op het Sehaakbof d Jeugddag voor Katholieke Actie KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER STORT 6,10 FRANK Een Brief van Minister Poullet over het tewerkstellen der Werkloozen en over den toeslag van tien procent Hitlerianisme en Vlaamsche Nationalisme JuliaanVandepitte-HuIde 1* JAAR. Nr 39 TARIEF VOOR BEF.ICHTENj Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum) 4,00 fr. 2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1' bl. per regel 2,50 fr. t Berichten op 2* bL per regel 1,75 fr. Rout ber. en Eedank. (min.) 5.00 £r. Te herhalen aankondigingen; prijs op aanraag. Annonoen rijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleine berichten tegen den Donderdag noen. TeL Poperinge N' 9. rostcheckrekenlng N' 15.no. ZONDAG 3 SEPTEMBER 1933. «DE HALLEJ Katholiek Weekblad van leper Bureel; Boterstraat, 17, IEPER. ABONNEMENTSPRIJS VOOS 1 JAAR WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN. (per pos O In X Land 18,60 fr. Frankrijk 35,fr. Congo. Engeland 40,Ir. Amerika, Canada en an dere landen 00,fr. TTltgéVèr: SANSEN-VAXNESTE. Popertage Die historie kan ook al de anderen moed geven... al de anderen die niet zijn van Magdala. Op de puinen onzer verwoeste gewesten groeiden veelkleurige bloemen. Hier laat een vrouw balsemgeurige rozen bloeien op de puinen van haar verleden. Een verleden, zoo zwart dat maar door tranen water kon worden uitgewasschen. Al Godes gaven Gebruikte ik tot de zonde, t meest [mijn schoonheid. Ik heb gezondigd met de schoon- [heid! Vreeselijk, 't is of de zonne zondigde met hare [stralen. (C. Verschaeve.). Neen, dat doet de zonne niet, ze zon digt niet met haar stralende schoonheid, ze is te verve van het lage. Als de zonne 's avonds zinkt, 't is om 's morgens vroeg op te staan. Het gebeurde dat O. I,. Heer uitgenoo- digd was om bij een Farizeër het middag maal te gebruiken. Er zijn alzoo van die oSicieele noenma len, die men noodgedwongen aanvaardt, met het gedacht: 'k verlang al tegen dat ik weere ben. O. L. Heer ging, want Hij wist dat Hij hier goed kon doen. Ik weet niet welke moderne invitédezelfde bedoeling heeft en dezelfde hoop koestert, bij den diner een rouwhebbende Magdalena te ontmoeten om haar te bekeeren. Magdalena. treffelijke menschen noemden haar n et ze wezen op haar en zegden- Deze van ^agdala. Alleman was haar vriend geweest, ze kon op straat niet passeeren zonder blik ken op zich te trekken. Ze was niet streng en ze was ook niet erg beschaamd. Wat een Madeion was voor den simpelen soldaat, dat was zij voor de Romeinsche officieren, met meer verfijndheid, als in onze steden, heden, een weelde-artikel met hooge hieltjes. En 't is op die ziel dat O. L. Heer zijn blik en ook zijn vergeving liet vallen. Zij weent nu, zij die er zoovelen heeft gefascineerd en doen lachen... en mis schien ook laten weenen daarna. Er zijn jaren geweest dat ze alle dage hier of daar naar feestpartijen ging en zelf nooit weende. Ze droeg bracelets, colliers, oorringen, enz. maar het was niet om de aandacht te vestigen en de bewondering te trekken enkel op het goud en de kostelijke kleinooden. Ze was hier niet verwacht in dit ernstig midden, er stond geen couvert voor haar, en geen servet in waaier. Men had het feestmaal aangevangen zonder op haar te wachten; dineeren belet niet te wachten, maar wachten belet te dineeren, dachten de Joden. Het was een publiek geheim dat zij maar een gemeen leven leidde. Vroeger liep ze gedecolleteerd, vandaag had ze een deftiger kleed aan voor de om standigheid. Heur lente was reeds voorbij schoone bloemen gaan niet lange mee ze was al ln 't vallen van 't blad. De rozen waren zoo ver gezet, ge mocht er niet aankomen of de bladjes vielen uiteen. Nog droeg zij fijn gewaad, lichte kant jes met pinnekens en biommekens. Maar er waren ook andere kanten, zwarte kanten aan haar leven. Gelukkig was ze niet te midden haar plezier. Ook de ondeugd eischt offers, en groote zelfs. Haar dag begon eiken avond bij het feëriek licht, haar oogen karbonkelden zoo fel als haar diamanten, en in het tijden geruisch stapte ze voort. De walvisschen zwemmen het schip na. Terwijl Jezus aan tafel lag, kwam zij met een albasten vaas vel kostbaar reuk werk. Zou ze durven naderen? Ja, met [doppend hart. De Farizeërs, de Tartuffen van dien tijd, loechen onderkotig naar elkaar. Die def tige menheeren spraken hunne veront waardiging uit. Alleen en afzonderlijk met haar, zouden ze misschien zoo leelijk en zoo zwart niet gekeken hebben. Zij ging van achter staan aan Jezus' voeten en weende. Met haar tranen begon zij zijn voeten nat te maken en met de losse haren van haar hoofd droogde zij die af. Zij kuste zijn voeten en zalfde die met reukwerk, het kostelijkste, het beste, voor haar zelf bestemd. Zij raakte zijn voeten en ook zijn goddelijk Hart, om barmhartigheid te verwerven. Daar troonde in 't midden, de gastheer Simon, en hij was een van die mannen die zich gee me hoorden noemen - Rabbien geerne de eerste plaats bekleedden. Indien deze een profeet was, zou hij Weten wie en wat de vrouw is die hem aanraakt, dat het een zondares is. Zijn lippen zegden dat niet, maar zijn blikken. Die mannen bekeken haar ironisch en misprijzend, daarna keken ze naar mal kaar met een air van: Wist hij maar wie hij voor handen (of liever voor de voeten) heeft? •Ze heeft er nog anderen gekust... Maar "t was op hun voeten niet. Ze moesten zich schamen, die Farizeërs, meer dan Magdalena. Die mannen, uiterlijk comme il faut zaten daar als rechters met groote bril glazen lunettes d'écaille De Heer, die met een alzienden blik in de harten leest, kon ook op den grond hun zonden neerschrijven, of die als Mane Thekel Phares op de muren der eetzaal laten verschijnen. Wie weet hoe het er in hun binnenste uitzag, hun hart was ook een diepe vase... maar zonder reukwerk. Zij vielen niet neer voor 's Heeren voeten. Al met eens wierp O. L. Heer een van die blikken, die een mensch kan 't onder» ste boven keeren. Simon zegt Hij tot den voorzitter van den tafel, ik zou U geern een woord je zeggen. Hij mocht spreken. Hij die boven alle verdenking stond. Hij die heel de wereld mocht uitdagen met de vraag: Wie zal mij van zonde beschuldigen? Hij vertelde: Zekere geldverschieter had twee schul denaars, de een was vijf honderd tien- lingen schuldig, de andere, vijftig. Daar zij niet konden betalen schold Hij aan beiden de schuld kwijt. Wie nu van hen zal hem meest beminnen? Simon antwoordde: Ik vermoed, wien hij het meeste heeft kwijtgescholden. Hij zeide hem: «Juist geoordeeld.». En Hij keerde zich naar de vrouw en zeide tot Simon: Gij ziet deze vrouw? Ik ben in uw huis gekomen: water op mijn voeten hebt gij mij niet gegeven, maar zij heeft met de tranen mijn voeten natge maakt en met heur haren afgedroogd. Een kus hebt Gij mij niet gegeven, maar zij heeft van als zij binnenkwam, niet opgehouden mijn voeten te kussen. Met olie hebt gij mijn hoofd niet gezalfd, maar zij heeft met reukwerk mijn voeten gezalfd. Daarom, ik zeg het u, worden haar zonden, haar talrijke zonden, verge ven, omdat zij veel bemind heeft. Maria Magdalena is gerehabiliteerd. Ootmoedig en dankbaar blijft zij neerge hurkt. De Farizeërs voelen zich ongemak kelijk. Dat was een schilderachtige bekeering op het onverwachte uur van de dessert. Magdalena's leven, dat te voren een bit teren nasmaak gaf, kreeg nu ook zijn zoetigheid. Een geheime lach speelde op haar lippen bij elkeen van die woorden, zoeter dan haar eigen balsem. Napoleon die een goe keus deed van ministers en generalen zei: Je m'y con- nals en hommes.Maar nooit zei een wijze man: Je m'y connais en femmes. Een vrouwenhart is een ondervragings- teeken voor eiken menschenkenner. O. L. Heer heeft het raadsel van den sfinx opgelost ln goeden zin. Het laatste woord was niet aan den Rechter maar aan den Verlosser. Onder al die mannen aan tafel vond ze maar één advokaat voor haar verdediging, het was de Man zonder zonde. Zij schonk Hem heur hart voor goed. De vase was gebroken, ze gaf alles en voelde het god delijk kontakt van een levenden par don. Ze zal weenen in de toekomst om het ongeluk van schoone te zijn, het te weten en te zondigen met die schoonheid. En Jezus voelde nog de nattigheid der heete boetetranen. Van haar leven zou P. Bourget een heelen roman kunnen ma ken, van 12 fr. in Fransch geld. Het Evan gelie condenseert alles in een halve blad zijde, die eeuwen lang zal herlezen wor den en die meer deugd zal doen, twintig reken, die geen commentaar hoeven, waarna men liever zwijgt en weent, reken die zooveel zondaars hebben moed gege ven om den grooten stap der bekeering te doen. Het is gedaan met haar coquetterie. Geen enkele officier zal haar nog zijn arm mogen aanbieden. Waar zou ze zijn, had ze Jezus niet tegengekomen? Wat kreeg ze voor haar zalige penitentie? Ze verdiende droge brood, zonder water. Neen, het zoute water harer tranen deed haar herte keeren en ze walgde van haar verleden, ze spoog haar vergift uit. Tranen zijn meer dan water. Zij had geen dorst meer. Lang bleef de zoete geur van uit de al basten vase zweven in de eetzaal, alsof men er papier d'Arméniehad ver brand. Lang nog bleef vóór zijn voeten, de rijke vrouw liggen als een schooiege, heel ontnuchterd na zulk een tooneel. Onze moderne Magdalena's kunnen 's Heeren voeten niet meer afdrogen met hun haar ln permanente. Les gargons ont les cheveux longs, Les filles, e'est a la garsonne, Qu'on les tond Tontaine et tonton! (Franc-Nohain) Er wordt geredetwist onder de schrift verklaarders, om te weten of dat dezelfde persoon is de Magdalena van Bethanie, en de Magdalena, de bekeerde zondares. Dat zijn twee verschillende personen, denken velen. Beiden hebben den Heer zijn voeten gezalfd. Dat hebben ze met elkaar ge meen. Maar hun leven verschilt totaal. Neem nu dat de menschen op de we reld de eene Magdalena voor de andere pakken in hun gebeden. Wat moeten zij, beide Madeleinen, daar in den hemel eens onder elkaar lachen en zeggen: t Is voor mij... neen 't is voor U. Maar lk weet niet of de beschouwende Magdalena van Bethanie, de zuster van Lazarus, ook lacht wanneer men bij ver gissing haar neemt voor die van Magdala, die eens zoo weinig stichtend in de stad floreerde, en als men op haar rekening een reeks zonden schuift, welke zij nooit bedreven heeft. A. B. BZESSBBM VllllllllllllBIIMIllIIIIIKiaillllllU» DE GROOTE MANCEUVRES IN T KAMP VAN BEVERLOO HET GEVANGENISGEBOUW VAN YERAWDA I» j,. aqsen werden de groote legermanoeuvres gehouden te ^Ver^. Llr°Lt men een postf le radio-telegraphisten. verborgen in de struiken. te Poona in Britsch Indië, alwaar de de Mahatma Ghandi wederom opgesloten werd. Hij deed echter alweer aan hon gerstaking en werd doodafgemat Woens dag terug in vrijheid gesteld. Dit gevangenisgebouw is voor vele In dische nationalisten een soort van heilig dom geworden, juist zooals het gevang van Leuven waar Borms in opgesloten zat en velen van dezen die hem destijds meest verhieven, laten hem nu het liefst in de vergetelheid. «BassaaasErarsixssisassaEBaBss Ik weet niet, waarde lezer, of TI reeds twee vurige schaakspelers aan het werk hebt gezien? Want werkenis dit spel voorzeker wel, kopwerk van hooge gehalte Aandachtig turen beide op de zwart en wit geruite vakjes van het bord, waarop zich een krijg afspeelt tusschen witte en zwarte grillige figuren... Heel hun denk kracht, al hun vermogens zijn als 't ware geconcentreerd op den onbloedigen kamp die het witte en het zwarte leger tegen elkaar te voeren hebben... En het ls een echte kamp: want het gaat er om de ver overing van den vijandelijken koning, en het halen der overmacht op den tegen stander. Er zijn daar soldaten naast el kander geschaard die men pionnen noemt; verder nog paarden, torens op de hoeken als echte burchten, raadsheeren, een koning en een koningin. Het geheel maakt den Indruk van een leger in slag orde. Twee legers tegenover elkaar: het witte en het zwarte. Eerst worden de pionnen naar voren schoven en ontstaan er schermutselingen. De pionen moeten het veld vrij maken voor de groote stukken, ze moeten zich desnoods slachtofferen om de belangen van het geheel. Zij staan op het voorplan, zij hebben slechts den wii te volbrengen van de overheid die hen ten strijde leidt. Hun belangrijkheid is betrekkelijk, op zich zelf zijn ze van weinig of geen tel, maar ze kunen een groote waarde krijgen in het geheel, door de gulden diensten die zij aan het heele leger kunen bewijzen... Ze zijn als trouwe, gehoorzame, gevolgza- me onderdanen, die welen dat het hier niet gaat om het eigen klein belang, maar om hoogere belangen, om de belangen van het geheel, van allen te zamen, van het gemeenebest... Vaak, toen ik die pionnen dan door hun spelende leider eindelijk, na lang overden ken over het geruite bord zag naar voren geschoven worden, één schakel in de heele keten, maar 'n onmisbare schakel, goed gebruikt en op zijn juiste plaats, toen heb ik wel eens mijn gedachten verder laten gaan dan dit eenvoudig spel en ze gericht op onze moderne tijden en op de men schen die thans geen eenvoudig pion meer kunnen of willen zijn op het groote schaakbord der wereld ln den strijd om onze katholieke levensbelangen. En toen is in mij vaak die wensch opgekomen dat een denkend leider ons allen klaar zou vinden om ons te gebruiken als gewillige strijders, zonder hoogmoed, zonder harde eigenzinnigheid, zonder domme koppig heid, zonder verwaandheid en ik-zucht, simpele schakel ln de keten, simpele sol daat in het witte leger van Christus tegenover het georganiseerde zwarte front van den satan. En toch is die wensch geen droom ge bleven, want de rangen werden ons allen, werknemers en werkgevers, boeren en burgers, studenten en middenstanders open gesteld ln het leger der Katholieke Aktie. Wij ALLEN werden opgeroepen door onzen roemrijken Paus Pius XI tot den strijd om het behoud en de verdere verspreiding van ons Katholiek geloof en onze Katholieke zeden. Aan ons hoofd staat de leider, de den kende en daadkrachtige leider, die in zijn wereldbrieven ons in duidelijke termen weet diets te maken wat wij onder K. A. te verstaan hebben, en die ons met een vurigen niet versagenden wil ten strijde leidt. Aan ons hoofd staan verder onze bisschoppen en parochieele overheden: de groote stukken op het schaakbord van den wereldstrijd. Aan ons is het de taak te willen, te durven pionnen te zijn. Dit wil zeggen: 1. - Ons niet afzijdig te houden van den strijd die thans op leven en dood om ons kostbaarste pand: ons geloof, geleverd wordt. Wij zijn verplicht onze plaats in te nemen in de rangen der K. A., waar zij reeds tot stand zijn gekomen, en, naar onze vermogens en de mogelijkheden die het leven ons biedt, samen met en onder leiding van onze geestelijke overheid te werken aan den bouw van Christus' rijk hier op aarde. 2. Ons ook als pionnente gedra gen, en geen raadsheeren of torens of paarden willen zijn, wanneer wij er door God niet toe geroepen werden. Elk moet op zijn plaats blijven wetend dat dit het beste is voor hem en voor de gemeenschap. Met andere woorden: ge hoorzaam zijn. gewillig en altijd klaar om de bevelen uit te voeren. Deel in het geheelmoeten wij zijn, en niet een we reldje op ons eigen, vol eigenzinnigheid, geest van critiek en opstandigheid. Slechts op deze wijze zullen wij groidlg en nuttig werk kunnen verrichten in den strijd om ons Katholiek geloof en ons we ten doelmatige kampers tegen de don kere machten, die onze Katholieke kui tuur van alle zijden belagen en bestormen. P. M. Smets, o. p. IBSXBSagBaaSEBSBBEiaSBHSHSXX VOOR FRANKRIJK 11,90 frank. op postchecknummer 15.570 van V. San- sen-Vanneste, drukker, Poperinge, en we kelijks wordt ons blad U door de postbode tehuis besteld. Vergeet niet uw volledig adres aan te geven en wel er bij te voegen: storting voor een abonnement op dit blad. POLITIEK ALLERLEI, door Volksvertegenwoordiger R.-D. De Man Gezien er geen voldoende klaarheid be stond over zekere bepalingen inzake het te werk stellen der werkloozen en het be talen door de gemeenten van de tien pro cent bijslag hebben we aan den heer Poul let, Minister van Binnenlandsche Zaken, enkele duidelijke vragen gesteld, waarop we antwoord ontvingen. We laten eerlijkheidshalve, hieronder volledig het schrijven volgen dat de heer Minister ons heeft willen sturen. Dit schrijven maakt de toestanden dui delijk en iedereen, zoo werklieden als ge meentebesturen, zullen er zich dus moeten naar schikken. Het schrijven van den Minister luidt als volgt: Brussel, den 26 Oogst 1933. Ministerie van Binnenlandsche Zaken en Volksgezondheid. tionaal Crisisfonds ondersteund wordt, onverschillig of hij al dan niet 'n de sta tutaire periode is is hij voor opeischiag vatbaar. Feitelijk echter zal hij in de meeste gevallen vrijgesteld zijn, vermits de werkduur alleen kan worden bepaald op grond van de tijdens de verloopen maand genoten vergoedin.-en. b Manier van te werk stellen. Zooals hierboven is gezegd en zooals ls voorzien in de instructies wordt de werk duur berekend op basis van de tijdens de verloopen maand genoten vergoedingen. Ik ga akkoord met U dat het tewerk stellen van werklooze arbeiders alleen moet geschieden voor doelmatige werken en niet voor willekeurige en onredelijke doeleinden. Ik kan. in dezen gedachtengang, best aannemen dat een gemeente van de haar gegeven gelegenheid gebruik make om een algemeene of gedeeltelijke reiniging en op smukking van de straten te verwezenlij ken. Het feit dat sommige gemeenten de werkloozen, die voor een achturenarbeid kunnen worden aangesproken, alle dagen slechts een uur werk opleggen met een verplaatsing van twee uur, kan door de arbeiders niet gegispt worden. Hier dient ruimschoots met de plaatselijke toestan den rekening gehouden, hoewel ik per soonlijk beter acht den arbeidsduur van een week op een paar dagen te verdeelen. Er kan geen bezwaar bestaan tegen het feit dat de opgeëischte arbeiders verplicht worden het noodige alaam mede te bren gen. Immers het verslijten ervan staat in verband met den werkduur, welke overi gens in verhouding is met de genoten vergoedingen. Ket gaat niet op in deze aangelegenheid een voordeeliger regiem dan het gewone arbeidregiem in te voeren. Waar echter arbeiders voor een werk wor den aangesproken waarvoor zij niet nor maal aangewezen zijn en dan ook niet over de noodige werktuigen en benoodig- heden beschikken, behoort het dat deze eventueel door het opeischend bestuur worden geleverd. Ik ben de meening toegedaan dat waar ln den aanvang er enkele wrijvingen kun nen ontstaan, deze naarmate de opgedane ondervinding en dank zij de gevoelens van rechtvaardigheid en van tegemoet koming waarmede overheid en onderge schikten bezield zijn, allengs zullen ver minderen en verdwijnen. Met mij zult gij het eens zijn dat de proefneming, met het oog op de zedelijke opbeuring van de arbeidersbevolking en het algemeen belang, dient aangemoedigd en doorgedreven. Jw dienstwillige, (get.) P. POULLET. [■SBHBBB^BSEBB£lBSiSBSBasa3:EkS£S!S[lE!aaiS3BEZi|[!IBB9aS3aaBSiiBi23Bk op heden Zondag 3 September TE BRUGGE Kabinet van den Minister. WAARDE COLLEGA, Ik heb de eer ET de ophelderingen te verschaffen gevraagd door brief van 18 Oogst 1933. De onderrichtingen gegeven door om zendbrief van 7 Juli 1933 hebben een voor- loopigen aard en dienen slechts als richt lijn, waarvan in sommige omstandigheden kan worden afgeweken en waardoor dan ook een zekere verscheidenheid in de toe- pr Ing mogelijk wordt gemaakt. Zij zijn echter van aard om eerstdaags door een Koninklijk Besluit te worden vastgelegd, aangevuld en gewijzigd volgens de uit slagen welke door de ondervinding zullen worden vastgesteld. Na deze algemeene overweging zal Ik elk der door U aangeraakte punten be handelen: a Bijslag: Waar het artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 31 Mei 1833 bepaalt dat de bijslag ten hoogste tien per honderd be draagt moet hieruit worden opgemaakt dat deze toeslag „ot nul kan herleid wor den en dus niet verplichtend is. Met U ben ik van meening dat een bijslag ge- wenscht ls, doch op grond van de bepalin gen van het organiek besluit blijkt het niet mogelijk ten deze verbindende beve len te geven. Voor het bereken van den werkduur moet het globaal bedrag van de genoten bewilligingen ln aanmerking worden ge nomen. De familievergoeding dient in de ze berekening gehumaniseerd voor een bedrag gelijkstaande met de gewone fa- mllievergoeding van een werkenden arbei der. (Wet betreffende de veralgemeening der gezinsvergoedingen). Van zoodra een arbeider door het Na- De Jeugddag wordt, volgens al de in gekomen berichten, een echte triomfdag der Katholieke Jeugd van West-Vlaan- fieren. De STUDENTEN vooreerst houden er aan dat AL hun mannen er tegenwoordig zouden zijn. Maar ook de BOEREN- JEUGD zorgt ervoor dat uit al de ge meenten der provincie hun kloeke jonge .terels aan den Jeugddag geestdriftig zou den deelnemen. De MIDDEN STAND 3- JEUGD die pas begonnen ls te leven wil van deze gelegenheid gebruik maken om al hun leden met ware geestdrift te be zielen voor hun verheven ideaal. En de KAJOTTERS? Die zullen het niet laten jggen tegenover de andere: zij zullen door hun aantal, hun tucht en hun geest drift de andere jeugdgroepen meeslepen en begeesteren. Bij duizenden verwachten wij ze. Wat zal het op dien dag een leven en een begeestering zijn te Brugge! Hoe zullen de ouderen fier en hoopvol staan te zien naar 't opkomende geslacht, dat zelfde geslacht dat men enkele jaren geleden als verloren beschouwde voor ae toekomst. Daar is iets veranderd in Vlaanderen in dezen laatsten tijd! Hoe zullen die duizende jongeren er deugd van hebben te zien hoe elke organisatie stil aan gegroeid is tot een tuchtvol en be geesterd leger, dat bewust van zijn ver antwoordelijkheid, sterk in zijn christe lijke overtuiging, het ideaal der Katho lieke Actie met hart en ziel nastreeft en bereiken WIL. Maar streven ze elk in hun organisatie naar 't verwezenlijken van hun ideaal, toch weten ze dat er ook GEMEEN SCHAPPELIJK te strijden valt, met een hart en één ziel voor de verwezenlijking van het hoogste ideaal: ons gansche volk cerugbrengen aan Christus. Hij moet heerschen als Liefdekoning, niet alleen in ons privaat leven, maar in onze gezinnen in ons burgerlijk, in ons maatschappelijk leven, waar men Hem heeft buitengelaten. Hij moet heerschen door de Liefde. Wi; haten niemand, maar bestrijden de ket terijen van liberalisme en socialisme die de liefde dooden onder de menschen. Wij strijden voor de Kerk, omdat zij alietr ons die liefde geven kan, ons die liefde voorhoudt en ons de middelen geeft om die liefde te onderhouden en te brengen onder de menschen. En daarom zullen wij op heden bon dag, 3 September, den God van Lielde aanbidden en verheerlijken ln Zijn on bloedig offer in zijn kathedraal van ons bisdom. Hem daar ons zeiven opdragen en onzen strijd, en Zijn zegen vragen ovei onze beweging. We gaan samen in onze sectievergaderingen de middelen beramen om de toestanden bij ons volk te ver beteren. En 's namiddags gaan wij in een grootse hen optocht hulde brengen, geestdriftig en fier, als trouwe zonen vai: de Kerk, aan Hem die in ons bisdom Gods Kerk leidt en bestuurt. Hem zullen we trouw beloven en onderdanigheid. Hem zullen we ons aanbieden als zijn leeke apostels, om door onze persoonlijke hei liging en ons apostolaat elk in zijn eigen midden, de anderen te winnen voor de Kerk. x Heil de Katholieke Actie in Vlaanderen Hell Pius XI, de groote Paus der K. A Heil onze Bisschop, de leider der K. A in Vlaanderen! ■■■BBSBBESBBaSUBBBBaBBSZSSBBSBBBBBHBaBBBaflSBaaXBaa; FRANSCHE ONDERZEEBOOTEN IN ONS LAND. Vrijdag avond en Zaterdag morgen, 25 en 26 Oogst, kwamen vier Fransche on derzeeërs op de reede van Antwerpen aan. 8. M. Danse bevelhebber Chaix, 43 manschappen, een vuurmond en een ton- nemaat van 600 ton. S. M. Eurydice bevelhebber AUion, 10 man aan boord, Insgelijks een vuur mond en een tonnemaat van 208 ton. Beide schepen werden gemeerd aan af dak 100 in afwachting van twee andere onderzeeërs die Zaterdag morgen om 6 u. op de reede aankwamen. 8. M. Medusekommandant Golse, 39 man aan boord, een vuurmond en een tonnemaat van 228 ton. S. M. Diane kommandant Gerardier, een bemanning van 42 man, een vuur mond en een tonnemaat van 200 ton. De vier schepen kwamen van Amster dam. Zaterdag namiddag kwamen de onder zeeërs aan te Brussel, in de wateren van de Yacht-Club, bij de Van Praetbrug. De duikbooten bleven er tot Woensdag en 9500 Brusselnaars gingen deze bezoeken. Maandag namiddag had er een plech tige ontvangst plaats ten stadhuize van Brussel DE FRANSCHE ONDERZEEËRS TE BRUSS5EL De verkeerde opvatting, dat de politiek van Rijkskanselier Hitier voor verste en bijzonderste doel had den stroom van het communisme tegen te houden en ln de plaats der heerschappij van de democratie het centraliseerend fascistisch gezag te stellen, verdwijnt stilaan en zij die op lettend de ontwikkeling van het Hitleri anisme hebben gevolgd, zijn van zelf tot het besluit moeten komen dat haar opzet veel verder reikt en de beweging uifcter- aard zich moet uitstrekken over de gren zen van het Duitsche Rijk. Deze eerste opvatting was ook al te sim- plistisoh. Het ls waar dat het samentrek ken van alle staatsmacht in de handen van een kleinen leidenden groep het meest opvallende en best-waarneembare uiter lijk verschijnsel was van het Hitlerianis me, maar zij die de leer en theorie van Hitier dieper hadden ingestudeerd, wisten reeds dat deze centraliseering van alle staatsmacht enkel een middel was voor de verwezenlijking van het eigenlijk Hit- leriaansch programma. We willen dezen keer één der voor naamste punten van dit programma be handelen omdat het in onmiddellijk ver band staat met ons eigen landsbelang. Het is bevreemdend dat zoo weinig aan dacht gewijd wordt aan de actie der Hit- ierianen in ons eigen land in verband met deze zijde van de politiek van Hitier en van het programma van het Nationaal- Socialisme. We zien dat onze binnenlandsche pers dag aan dag verslag uitbrengt over de ge weldige werking der Nationaai-Socialisten in Oostenrijk en sommige andere landen, en niet eens schijnt te bevroeden dat in onmiddellijke aansluiting en aanvoeling met Duitsche voormannen der hedendaag- sche Duitsche Rijkspolitiek ook in ons land en wel voornamelijk in West-Vlaan- deren eene ernstige propaganda is inge zet voor de verwezenlijking van dit doel der Hitleriaansche politiek. Het uitgangspunt van heel deze bewe ging is dat het Hitlerianisme er naai streeft om alle rasgenooten waaronder ook de Nederlanders en de Vlamingen ge- ."ekend worden onder ééne macht te brengen. Het kan nu wel zijn dat Hitier en zijne volgelingen nog niet scherp den vorm dezer gemeenschapsinrichting omlijnd hebben, maar het idee staat toch voorop dat geen staatsgrenzen ontzien worden om il deze rasgenooten onder éénen gemeen schapsvorm samen te brengen en dat inwerking op de politieke stroomingen ook van ons land, vanwege de Nationaai-So cialisten volop aan den gang is. Toonaan gevende personaliteiten uit Duitschland hebben hier leiders en manschappen voor de actie in Vlaanderen uitgekozen, niet bij den groep Leuridan, die enkel op vage wijze streeft naar een Nederlandsche ge meenschap maar wel bij den anderen groep Vlaamsche Nationalisten die reeds gewonnen zijn voor de idee van een al gemeen samenbrengen van Vlamingen, Nederlanders, Oostenrijkers en Duitschers onder ééne macht en één hoofdgezag. We zien dan ook dat deze vooruitstre vende groep onder bedekte en verdoken leiding van Duitschland zich organiseert volgens het stelsel der Nationaal-Soclalis- ten, ze hebben dezelfde kaders aangeno men, dezelfde strijdmethoden aangepast en het lijdt niet den minsten twijfel dat de geldelijken steun hun ook niet meer ontbreekt. De gematigde vleugel van het Vlaam- sche-Nationaiisme bereidt bewust of on bewust het terrein voor om dit mgrijpen van het Duitsch-Nationaal-Socialisme mogelijk te maken door het bestaans recht van den Belgischen Staat tot in de Kamer van Volksvertegenwoordigers toe te loochenen en te ontkennen en het Vlaamsche Vraagstuk uit te roepen tot een internationale kwestie. Toen Van Se veren nog in het parlement zetelde, heeft hij daar in eene redevoering het woord gevoerd alsof hij sprak tot eene vreemde mogendheid en Leuridan takelt daar regelmatig in ditzelfde parlement den Belgischen staat af en wijst erop te zul len arbeiden en niet te zullen rusten tot dat het tegenwoordige Belgische Staats verband uitgeroeid en vernietigd is. Dat is de werkelijkheid: aan de eene zijde, de rechtervleugel van het Vlaanrsch Nationalisme, dat streeft naar de ver dwijning van Belgie, met het verwijderde doel tot het vormen eener Nederlandsche gemeenschap Nooru-Nederland, Vlaan deren en Fransch-Vlaanderen en aan de andere zijde de Dinasos die verder gaan en ernaar trachten om deze Neder landsche gemeenschap in te lijven in de rasgemeenschap door het Hitlerianisme beoogd. Het is te verwonderen dat in onze bin nenlandsche pers niet het minste gewat werd gemaakt van de bijeenkomst welki onlangs zoude gehouden geweest zijn inj de omstreken van Brugge, tusschen zeer vooraanstaande Nationaai-Socialisten er- de voormannen der Dinasos. Volgens som mige geruchten zoude zelfs een hoofd leider, wiens naam iedereen bekend is, daar ook aanwezig geweest zijn. Het wordt zeer bedenkelijk dat in ons eigen land met medewerking van vreemde elementen, aldus een kern zoude gevormd worden wier bedoeling het is dezelfde propaganda en agitatie in te zetten welke gevoerd wordt in Oostenrijk en Nederland, door de Nationaai-Socialisten, en dat van bevoegde zijde daar niet de noodige aan dacht wordt aan geschonken. De Hitlerianen gebruiken voor de ver spreiding hunner ideën en het verwekken eener gunstige gedachtenstrooming dezelf de methode welke vroeger in zwang werd gebracht door het communisme, namelijk het vormen van cellen en kerngroepen. De goê gemeente neemt het zaakje nog al kalm op en slaat met een meewarigen glimlach het uiterlijk vertoon gade van dit soort Vlaamsch-Nationaal-Sociallsten in uniform. Maar het gevaar is minder denkbeeldig dan vermoed wordt. Achter dit schijnbaar kinderachtig ge doe staat de machtige en rijke invloed van een sterke vreemde mogendheid die een vast afgebakend en klaaromschreven doel heeft, namelijk: spijts alles en door alles heen, zonder rekening te houden met de souvereiniteit van een vreemden staat, hun plan der vereeniging van alle rasgenooten in één gemeenschap onder één centraal hoofdgezag door te zetten. Hun streven beoogt dus niet enkel meer de omvorming van het tegenwoordig staatsgezag door de invoering van be stuurlijke of politieke scheiding in het be staande Belgische Staatsverband, ook niet in het vernietigen van den Belgischen Staat om een onafhankelijken Vlaam- schen Staat tot stand te brengen en zelfs niet in het betrachten van een toekomstig Groot Nederland, maar reikt tot het In schakelen van dit Groot Nederland in de algemeene rasgemeenschap, gedroomd en voorgespiegeld door de Hitlerianen onder de opperheerschappij van een Duitsch hoofdgezag. Zekere handelingen en voetstappen van de Engelsche regeering laten vermoeden dat dit land niet onbezorgd blijft voor deze Duitsche agitatie en geven te kennen dat zij een klaarder Inzicht heeft in dit geval, dan onze staatslieden die, naar ons (Zie vervolg onderaan 7* kolom.) te Uytkerke-Blankenberge ZONDAG 17 SEPTEMBER 1933. Te Ultkerke-Blankenberge, ln de scha duw van het stemmige kerkje en in de schaduw van den kloeken toren, rust se dert 1928 H. Juliaan Vandepltte, terecht genaamd de pionier der Katholieke •Vlaamsche Radiobeweging. Juliaan Vandepltte was er een die zijn volk diende: die onvervaard en onver moeibaar de verspreider werd der radio- gedachte in ons Vlaanderen, op den huldigen dag is het niets wonderbaars te spreken of te hooren spreken over radio en radio-aktie: dat is nu zooveel als spre ken over koren in den oogst! Heel wat anders was het in de heldenjaren der radio-pioneering: de jaren 1922-'23, enz., toen niemand of niets aan onze Vlaam sche gemeenschap diets maakte welke wonderbare toepassingen er aan het groeien waren uit het mysterie der nieuw- gevondene draadlooze telefonie. Niets of niemand, tenzij die voorbeeldige en volks- lievende mensch Juliaan Vandepltte. Onder den oorlog, na zijne gezondheid verloren te hebben in de loopgraven te Diksmuide, was hij onderrichter gewor den in de krijgsradlo. Door studie en werkzaamheid geraakte hij thuis in dat vak en kwam uit den oorlog als een be slagen radiokenner. Liever dan die ken nis te houden voor zich alleen, en in de rust van zijn eigen huisje ervan te ge nieten..., ging hij los op werk en arbeid. Hij schreef in bladen en tijdschriften, stichtte in 1923 het maandschrift RA DIO», gaf volksvoordrachten en radio demonstraties. Zoovelen hebben uit zijn mond het eerste woord vernomen over net wondere radioding; zoovelen hebben bij zijne radio-demonstraties voor het eerst kennis gemaakt met de radio zelf en verbluft zitten luisteren naar die eer ste radiomuziek die hen tegenklonk uit Den Haag, Parijs of Londen!! Juliaan Vandepltte echter zag verder en wilde meer! Hij wilde uitzendingen in Ie radio voor zijn eigen volk, in zijn eigen taal en naar zijn eigen geest! Hij werkte daarvoor, God weet! waar en hoe veel!! En ze kwamen er, die uitzendin gen, als eene radio-verrassing, op 6 Ok- óober 1929. Het Katholieke Vlaanderen wist niet van waar het kwam, toen voor net eerst in den asther klonk: «Hier Vel- fcent, de Katholieke Vlaamsche Radio- Omroep! Hij, in elk geval, die dit heele ln beweging had gebracht..., hij lag teen met rust, onder de hoede van een ne derig grafkrulsje, op het kerkhof van Ultkerke-Blankenberge Maar Vlaanderen, het Kathoieke Vlaan deren, heeft dit graf gevonden..., en meerderen kwamen er alreeds, in piëteit volle hulde, bloemenkransen en gebeden nederleggen! Zoo een eerste maal op 6 December 1831, bij de stichting der eerste West-Vlaamsche Katholieke Radio-Ver- eeniging te Kortrijk. Zoo een tweede maal op 18 September 1932, bij gelegenheid van den K.V.R.O.-dag te Brugge; zoo een derde maal, op 6 November 1932, door toedoen van de Ve-eeniging der Vlaam sche Amateurs-Zenders. Bij gelegenheid dezer grafhulde sprak H. Ingenieur Roe- landts van K.V.R.O.: «We hopen hier aanstaande jaar met honderden trouwe vrienden te komen om een blijvend ge denkteken op te richten voor hem wiens stoffelijk overschot thans nog onder dit nederig houten kruisje rust... De steenen van het grafgedenkteeken rijzen reeds uit den grond op, ginds op den doodenakker van het stille Uitkerke. En de honderden vrienden maken zich klaar om op 17 September aanstaande ln dichte drommen op te stappen naar die plek en zich rond te scharen rordom dat symbool van Vlaamsch-Katholiek dooi- sicht en van Vlaamsch-Katholieken durf. Symbool nog, van waaruit de Kathol'-;-? tadiobezieling met sterkeren zir en mrt vernieuwde kracht over Vlaanderen r~: heengestuurd worden! T. jaEaassiSESsaiaaaaBB'ssasflaiSE... MACHADO ie ex-Voorzitter van Cuba ,die verplicht werd door zijn volk zijn ontslag te geven. Hij gelukte erin aan de oproermakers te ontsnappen en vluchtte uit Havanna per vliegmachien. Men ziet hem hier (bloots hoofds) bij zijne aankomst te Nassan in Indië. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB LEENING 5 p. c. met LOTEN 1932 18" Trekking van 21 Aug. 1933 Reeks 105.888 is uitkeerbaar met 250.000 fr. De volgende reeksen zijn uitkeer- baar met 25.000 fr.: 203.750 235.028 227.113 258.065 159.588 244.062 106.188 143.626 256.033 113.983 238.936 103.978 278.550 239.137 212.980 131.508 192.935 161.665 181.195 182.030 194.172 177.422 226.144 186.029 258.380 243.661 159.447 255.385 229.394 122.195 109.796 115.257 104.057 213.998 157.674 IBBSBBBBSBBEBB3BS5S9HBÜIEBBSB inzicht, niet genoegzaam rekening houden met dit gevaar betrekkelijk de integriteit onzer binnenlandsche politiek en de onaf hankelijkheid van ons land. Het is meer dan tijd dat zij die het staatsroer in handen hebben, een oplet tend oog open houden voor de thans be dekte bijeenkomsten tusschen vooraan staande Duitschers en een groep Hitleri aansche Vlamingen vooral in West-Vlaan- deren en de spreuk indachtig te blijven: Principiis obsta Het kwaad in da kiem te smoren Het is noodig dat ons volk weet waar heen dit laatste, zoogezeid Vlaamsch extremisme, het wil brengen, want het gebeurt maar al te vaak dat de menigte zich laat verblinden door machtspreuken en schijnbaar onschuldige leuzen, waar achter de eigenlijke bedoeling verborgen blijft. X. «BB9aBBEBHBflBBBBBBBaBEBBBEa« Belgische fabriek van Chicorei Wyppelier-Taffitw

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1933 | | pagina 1