Herwording De Verkiezingen in Spanje VROUWENHOEKJE DE PASSIESPELEN TE OBER-AMMERGAU EEN NUTTIG WERKJE AAN BELGIE'S BESTEN RENNER NOVEM3ER - SLACHTMAAND 26 Z 25* en laatste Zondag na Sinksen, H. Joannes Berchmar.s. 27 M H. Petrus van Alexandrië. H. Aiber- tus van Luik. 28 D H. Acarius. 29 W H. Saturninus. 30 D H. Andreas. DECEMBER - WINTERMAAND 1 V H. Eligius. 2 Z H. Bibiana. Z. Jcannes v. Ruysbr. Wil nooit iets leveren, dat op dat oogen- blik ligt buiten de grenzen van uw kun nen. De klip. waarop vele handelsrebdgers en specialiteitsverkoopers stranden, is die der verstrooidheid en slordigheid, met andere woorden: gebrek aan grondigheid. Tast nooit den persoon aan, omdat gij het niet eens zijt met zijn meening. IIIHIIIIIilllllllllSJZIIII* bETMANNEKE A\AAN s voor Hit ons volk. Voor ons volk. roman door EDWARD VERMEULEN In 1910 bekroond met den 1" prijs van Brabant. De zonne glariede en blakerde en roos terde den rug der pikkers, die een heele donker-roode streep vertoonde in de spleet van hun hemde en hun hals was zwart gebrand en hong dik-vol rogge baarden in 't vet zweet gelijmd; ze gin gen maar altijd voort en daar achter het vrouwvolk, met den neus tegen den grond, aan 't binden, ofwel te vluchte aan het toedragen. Soms rechtten de pikkers zich voor een etond, voorzichtig, een weinig t'eenegaar en dat ging lastig, met hard gestecn en dan staken ze even de ellebogen naar malkakr, al achter, om het ventje weg te jagen, dat schereling op hunne leên zat en zoo hard peerdje reed en dan: n'Zingl de wetsteen over de sneê en de sneê langs den pikhaaksteert en weerom slagwater de pikke door 't ruischende 6trooi gesaveld. Mon was in zijn weer en 't volk meteen, uitgenomen de twee koppigaards, die buk ten en zwegen, tenzij als ze huns getween alleen waren. Voor 't ander volk was Mon wcêrom de god der bende, de ruwe maar hertelijke kerel, de kluchtige meêwroeter en de vol doende baas en als ze zich oprechtten, was hun eerste blik voor hem, snuisterend of hij het zag, hoe ze wrochten en pug- den en zweetten en ja, Mon zag het en hij sprak aanmoedigend een goed woord, hij veegde 't zweet uit zijne oogen en laveide zijne hemdemouwen nog wat hoo-

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1933 | | pagina 6