INHULDIGING VAN HET
BELFORT
TEN
peter benoit-
TE HARELBEtt
IEPER IN FEEST
Een paar
zijkantjes
\n\& -
De vooravond van den grooten dag
De groote dag
WERKELIJKE V00RDEELEN
poort Insgelijks eene bloemengarve neer
leggen.
Onder het gejuich der overtalrijke
menigte, vertrekt de koninklijke auto.
Om 11 uur grijpt dan op de Van den
Peereboomplaats een prachtig concert
plaats, uitgevoerd onder de kundige lei
ding van M. Bernast. Het was iets eenlgs,
iets dat ieders bewondering afdwong. Ook
juichte de talrijke menigte geestdriftig
toe.
Verder kregen we nog een smaakvol
beiaardconcert, uitgevoerd door den heer
Staf Nees, stadsbeiaardier van Mechelen
en de heer Ghysellnc van leper.
Deze eenige dag voor leper blijft een
onvergeetbaar iets voor de Ieperlingen,
een dag die sloot met een Venetiaansch
nachtfeest.
HET GROOT NACHTFEEST
's Avonds te 9.30 uur, begon het Groote
Nachtfeest op de Majoorgracht. Men zou
zich oprecht in Venetië gewaand hebben.
Schuitjes, zwanen verbeeldende, allen met
elektrieke lampjes verlicht. Prachtige
gondels, waarin mandolinisten speelden,
dobberden zacht op het stille water. De
oevers waren met elektrische lichten ver
sierd die zich in het water kwamen spie
gelen. Nu en dan kwam een schijnwerper
zijn schitterend licht op de gondels en
op de oevers werpen. Er was volk bij de
vleet die dicht gedromd, de tribuun, de
wandelingen en de oevers vulden.
Al meteens zagen we Dolf's Eiland ver
licht en eene prachtige scène tooverde
zich voor onze oogen. Het was een pracht
GEMIS AAN VLAAMSCHE FIERHEID.
Wie Zondag te leper was, zal bekennen
dat onze jonge Vorst er hertelijk welkom
is geweest.
Maar waarom al die kreten Vive le
Roivan menschen die in hun gaan en
doen steeds Vlaamsch spreken?
Waarom niet: Leve de Koning! - ge
lijk men wel tusschenin ook nu en dan uit
een groep hoorde!
Vlamingen, eerbiedigt U zelf! De Ko
ning gaf U het voorbeeld: In valleden
sprak hij aan in 't Vlaamsch: zijne aan
spraak was in het Vlaamsch; de rede
van den Heer Burgemeester insgelijks!
Volgt dit voorbeeld!
In Vlaanderen Vlaamsch!
«Leve de Koning! Leve de Koningin!
van kleurige teekcnlngen en bloenw-
elektrisch verlicht. Een Ballet
feërlsch uitgevoerd door de Ieper^
Reuzinnetjes vangt aan. Hunne dar,>t.
worden begeleid door de Symptó^
Ypriana. Rythme en opvoering praS
Dan kregen we M. Sales, baryton aan tZ
Koninklijken Muntschouwburg te hoor»
Zijn - Sole Mio liep over het water*
over het volk, men zag zich in VeneS
verplaatst. Eene prachstem die waanitj
alle geruchten stil legde. Dan vin;
nieuw Balletaan. Alle dansters droT
gen de Iepersche kleuren en mie«r. j'
kronkelen en dansen he* golven na yJ
het Iepersche vaandel. Iets tooverari/"?
Dan kregen we wederom heer Salè3 w»
de beurt. Met zijne machtige stem
hij de stilzwijgendheid af te dwin^'lj
Men is verplicht hem te aanhooren. h
de men het stille water en de v.eer:;;."'
géiing van al die lichten niet geziea,
zou zich in een Theatergewaand heb
ben met het verlichte Belforty,
fond Prachtig! Prachtig! Het vut-,
werk werd ontstoken door M. Richarj
vuurwerkmaker van den Koning. In «3
oogwenk «theater», «scène», alles 1,
herschapen in een zee van licht en vu--
Het eiland verdwijnt letterlijk onder het
geknetter der vlammen, de gekleurde lich.
ten en het geschot.
Het was eene apotheoseeej
droom 1 Een woord van dank dient toe.
gestuurd aan allen die het hunne bijdroe.
gen om de feesten tot zulke prachtig»
uitvoering te brengen.
ACHTER DE LEEUWENVLAG!
Het was een puik deel in den stoet. 4»
36 Graven en Gravinnen te paard nt;
vorenop eene groote leeuwenvlag.
Hoe jammer dat al die Graven m
Gravinnenen hun families niet vaa
over 15 Jaar hun Volk hebben voren ga,
gaan onder de plooien der Vaderlandse!»
en Vlaamsche Leeuwenvlag!
Hoeveel leed ware vermeden.
Hoeveel hadden België en Vlaandaraa
erbij gewonnen!
Mocht de eerste stap van Zondag blij.
vende gevolgen hebben, dit tot welzijn
van ons Land, van ons Vorstenhuis ca
van ons Vlaamsche Volk.
God geve het!
DE KONINGIN KON NIET MEEGAAN
MOEDERPLICHT GAAT VOOR
Wegens de ongunstige weergesteldheid,
hebben de Koning en de Koningin er
moeten aan verzaken, op het laatste
oogenblik, cm zich per vliegtuig naar
leper te begeven.
Hierdoor heeft de Koningin haar ge
maal ook niet kunnen vergezellen. Zij
wordt door haar moederlijke plichten te
Brussel weerhouden, bij het jongste
prinsje. De Koning is dan ook, zonder
door de Koningin vergezeld te zijn, om
12 uur per extra-trein naar leper vertrok
ken.
DE OPTOCHT
tA. S W'.YYX - S Y>e £yj.e* ve&*
V-CAW V>t uVV
wVjg 0<°°
kinderen bieden den Koning bloemen aan.
De Vorst heeft voor elk een vriendelijk
woord.
Na zijn onderhoud mat de oud-strijders
en oorlogsverminkten stijgen de Koning
en zijn gevolg in de auto's. In den auto
van Koning Leopold neemt ook eerste
minister de Broqueville plaats. De vorste
lijke stoet wordt geopend door een esta
fette van de rijkswacht per motor.
Dan volgt een afdeeling bereden gen
darmen. Een andere afdeeling bereden
gendarmen plaatst zich achter de offi-
cieele 'auto's. Dan volgen de oud-strij-
dersvereenigingen en de burgerlijke ge
nootschappen van de stad.
De stoet door de stad naar het Belfort
werd voor dan jongen vorst een ware
triomftocht. Onafgebroken werd hij toe
gejuicht. Van uit vensters en balkons
werden bloemen in zijn open auto ge
worpen. Herhaaldelijk werd hij opgehou
den om bloemen in ontvangst te nemen.
Wanneer eindelijk de vorstelijke stoet het
Belfort bereikt, weerklinkt op den Halle
toren het Vaderlandsch Lied, neerpare-
lend uit den beiaard.
De ordedienst heeft zijn handen vol
want elkeen wil den vriendelPken Koning
van dichtbij zien. Alle kerkklokken luiden.
De aankomst van den Koning ter St-.tie. Ann xïin linkerkant Heer Baels,
Gouverneur van West-V'aanderen; rerkt« Heer I. V-n der C.Kote, Burgemeester
van leper. Op tweede rii Graaf dn Broque-ille, Eerste Minister; Heer Clin-
ckemaiilie, Arrondissementskommissaris.
REUS GOLIATH DOET ZIJN INTREDE
TE IEPER
Zaterdagavond keerde reus Goliath te
leper terug, na een raadselachtige ver
dwijning van twintig Jaar! Wie dacht er
aan hem, bij de bange vlucht in 1914?
Goliath moet ook onbarmhartig door het
oorlogsvuur verbrand zijn. Maar hij is
dan uit zijn asch herrezen en plechtig
keert hij in de nieuwe en toch aloude
stede terug, want zijn er steenen gevallen
en steenen weer samengemetst, de ziel
van leper is nooit gestorven.
Rond 7 uur, zooals aangekondigd, deed
de reus Goliath, in zijn splinternieuw
Turksch pak, zijn blijde intrede. Zijn
naam heeft hij waarlijk niet gestolen,
want hij meet 7 m. 50 en wordt door vier
kloeke mannen gedragen.
Op het stadhuis wordt hij opgewacht
door den gemeenteraad, waarbij zich veel
notabelen der stad hadden gevoegd. Be
geleid door de Harmonie «Yprianade
fraaie groep «Reuzinnetjes», zijn lijf
wacht roode en blauwe kabouters, voerde
hij er de mooiste zijner rondedansen uit.
Naar oud gebruik kwam de Iepersche
Reus langs de Torhoutstraat binnen,
waar eertijds de Thorrepoort(Tor
houtpoort) stond en waarnaar dan ook
het Reuzenliedje gemaakt werd. Het luidt
als volgt:
Reusje kom de Thorrepoort in, de
LThorrepoort in.
Al dansen In.
Keer U eens om, Reusje, Reusje,
Keer U eens om, Reusie kom.
De stoet trekt dan van aan het Stad
huis door de bijzonderste straten van de
stad, om daarna stil te houden op de
Van den Peereboomplaats. Na eenige
oogenblikken valt het rumoer stil, daar
zich de eerste klokkentonen van het
Beiaardconcert laten hooren, dat prachtig
over de stede weergalmde onder de kun
stige handen van den Heer Victor Van
Geyseghem, uit Mechelen, die met de
Rubensmarschvan Peter Benoit, het
concert inzet. Daarna kwam «'t Visscher-
tje en Van twee Coninckskinderen
van Van Duyze, dat veel bijval genoot
etj dat op vele plaatsen door de geest
driftige menigte medegezongen werd.
Volgden twee Engelsche liederen van Ste
phen O. Foster, die de Engelsche Kolonie
medezingt, om daarna te eindigen met
de Eerste Sonatina van Ignace Pleyel
Om 21 uur vergastte ons de harmonie
Ypriana op een puik en uitgelezen pro'
gramma. We kregen menige mooie stuk
jes te hooren, waaronder we kunnen aan
stippen Guillaume Teil», openingstuk,
door Rossini; Droomerijvan Peter Be
noit, en Scènes Alsaciennes van Mas
senet. De heer Frans De Ridder, eerste
prijs aan het Koninklijk Conservatorium
van Gent, bestuurder der harmonie, heeft
onder zijne leiding de harmonie reeds
hoog opgevoerd. Het programma was fijn
gekozen, wel verzorgd en ten volle in den
smaak van het volk.
Om 21.45 ure zien wij den grijzen bei
aardier Jef Denijn, uit Mechelen, waar
van het niet meer noodig is den lof te
verkondigen, den wenteltrap van den sta-
tigen Belforttoren bestijgen en menige
menschen van zijne jaren herinneren
zich nog zijne concerten van voor den
wereldoorlog en zien hem daarom ook
graag terugkeeren, want ze weten dat hij
kan en wat hij vermag. We moeten dan
ook niet lang wachten of daar vallen van
uit de bronzen klokjes teere tonen naar
beneden, als diamanten paarlen over de
hoofden uitgestrooid. Het is immers het
gekende stuk Ds liefde op 't IJs door
F. Houbin, dat gespeeld wordt. We hooren
dan nog 't Roosje uit de Dalen», van
Volckerick, dat ons menige jaren doet te
rugblikken op ons Jeugdig lenteleven, om
daarna een mooien, aangenamen «Hut
sepot» van oude Vlaamsche liederen ten
gehoore krijgen. En het kunstig concert
eindigt met het Fransche, Engelsche en
Belgische volkslied.
Om 22.15 ure grijpt de taptoe van het
jaar 1830 plaats, die bestaat uit mannen,
gekleed als de soldaten van de omwente
ling, met de blauwe bloes en den rcoden
halsdoek, voorafgegaan door trompers en
trommelaars. v
Intusschen is het maantje aan het
pinkoogen gegaan en heeft de stad in
duisternis gedompeld. In eens worden de
22 schijnwerpers aangestoken en hunne
verblindende stralen worden al over het
Belfort uitgegoten. De prachtige gekant
werkte toren baadt in een zee van licht
dat sterk afteekent tegen den donkeren
hemel. Een onvergetelijk apotheose
Menig glaasje werd daarna nog gedron
ken op het goede verloop der feestelijk
heden en in de hoop dat 's anderendaags
de kroon op het werk zal gezet borden.
IIET VOLK STROOMT TOE
Van 's morgens vroeg komen de treinen
en trams de statie binnengestroomd met
geheele zwermen volk, terwijl autobus
sen en auto's niet ten achter blijven, om
het hunne bij te brengen. Bij het binnen
komen der stad staan palen opgericht,
met de nationale driekleur, de Iepersche
én de Leeuwenvlaggen versierd. De stra
ten zijn algemeen bevlagd, hetgeen toch
wel getuigt van de trouw der Iepersche
bevolking voor haar vorstenhuis.
IN ST MAARTENSKATHEDRAAL
Oeroude tradities getrouw, wil de ka
tholieke bevolking den zegen en de gun
sten van den goeden God afsmeeken, op
dat Hij ze overvloedig en kwistig zou
mogen uitstrooien over onze duurbare
Vorsten. Daarom wordt om 9.30 ure in
St Maartenskathedraal eene Pontificale
Mis opgedragen door Z. Exc. Mgr. Lami-
roy, bisschop van Brugge, bijgestaan door
den Z. E. H. Deken Vermaut en de andere
geestelijkheid der stad. Het muzikale ge
deelte wordt toevertrouwd aan het ge
mengd koor der kathedraal, dat, begeleid
door orgel en orkest, de vierstemmige Mis
uitvoerde van Jos. Rheinberger. Het koor
staat onder de leiding van den heer M.
Baert, die dient geluk gewenscht om de
puike uitvoering, daar klank en dictie
ten volle tot hunne waarde kwamen. Het
orgel wordt gehouden door den vermaar
den orgelist Mr Hanoulle.
Veel volk was er aanwezig, een 3000 tal
personen, waaronder we talrijke perso
naliteiten bemerkten, o. a.: de heeren
schepenen Van der Mersch, Delahaye en
Lemahieu, alsook de heer V. Seys, provin
cie- en gemeenteraadslid: H. Biebuyck en
Juffrouw Cornellie, gemeenteraadsleden;
alsook den kerkraad der kathedraal. De
E. H. Deken beklom den predikstoel en
stuurde een hartelijk dankwoord toe om
de welwillendheid en de groote genegen
heid, die Mgr Lamiroy ons betoont met
deze Pontificale Hoogmis te celebreeren.
Hij herinnerde ons aan de plechtige toe
wijding van de stad aan het H. Hart en
doet uitkomen welke groote eer leper te
beurt zal vallen, ais Zijne Majesteit den
Koning 's namiddags de kathedraal zal
komen bezoeken, waar hij den Heerscher
der heerschers zal komen aanbidden en
sterkte en steun vragen in den grooten
plicht, die hem dit ambt oplegt.
Gedurende het Offertorium werd het
Praeludium van Bach in mi B uitgevoerd
op het orgel. Om te eindigen wordt het
Tuindaglied, de Patrones van leper ter
eere, gezongen door het koor, waarna het
orgel de Sortie Toccata in ut van Bach
speelt, terwijl Mgr Lamiroy stoetsgewijs
naar de dekenij geleid wordt.
Om 12 ure krijgen we een mooi beiaard
concert te hooren door heer Victor Van
Geyseghem, Jef Denijn, zoon, enz.
DE AANKOf.-ST VAN DEN KONING
Verscheidene uren op voorhand is een
dichte massa samengestroomd langsheen
den doortocht van den vorstelijken stoet.
De geestdriftige toeschouwers slaan op
een tot twaalf rijen. Alle ramen zijn ver
sierd en overvol van kijklustigen. Op hst
Statieplein slaan afvaardigingen van de
plaatselijke oud-strijdersbonden met hun
vaandels, de verminkten en afvaardigin
gen van plaatselijke vereenigingen. Er is
een goed verzorgde ordedienst van politie
en gendarmen, zoodat de menigte gedul
dig wacht.
Omstreeks 3 uur 10 komt de konink
lijke trein binnen. Kanonschoten daveren,
paarden trappelen. Er komt beweging on
der de duizendkoppige menigte. Een
deurtje gaat open. De Koning in zijn ge
wonen eenvoud, stapt buiten, begroet door
het Vaderlandsch lied, gespeeld door een
plaatselijke muziekvereeniging, donderend
toegejuicht door de menigte. De Koning
is onder meer vergezeld door graaf de
Lannoy, grooimaarschalk van het Hof;
gouverneur Baels, generaal Lemercier, ko
lonel de Henin de Boussu-Walcourt, eer
ste minister de Broqueville, graaf de Lich-
tervelde, baron Jacques de Dixmude, ka
nunnik Cool, aalmoezenier van het Hof.
Kinderen bieden den Koning bloemen aan
en dan begint de rondgang op het Statie
plein.
De Koning onderhoudt zich minzaam
in het Nederlandsch, met de zwaarver-
minkten, en vertegenwoordgers van oud-
strijdersvereenigingen, die hem voorge
steld worden door burgemeester Vander
Ghote. Nog verscheidene groepen van
2. M. A'\ Hjrains,
Z. Exc. Mgr. Lem'roy en Z. E. H. Deken Veroiaut
in gebed in de bint Miuunikerk.
REDEVOERING VAN DEN
BURGEMEESTER
De heer burgemeester sprak de volgende
redevoering uit:
SIRE,
Het is voor leper eene groote eer Z. M.
den Koning der Belgen hier ten Stad-
huize te ontvangen. Ik ben gelukkig, in
naam van het Stadsbestuur en van de
bevolking Z. M. welkom te heeten in onze
goede stede en te bedanken voor de wel
willendheid waarmede Hij, de belofte
van onzen betreurden Vorst, Koning Al-
bert, getrouw, aanvaard heeft, ter gele
genheid van de Inhuldiging van ons Bel
fort, zijn eerste officieel bezoek aan onze
geteisterde martelaarstad te wijden.
Dat de bevolking van leper ons geluk
en onze vreugde deelt, bewijzen beter dan
de meest welsprekende redevoering en het
feesttooi onzer huizen en straten, en het
geestdriftig feestrumoer onzer stede. He
den zingen en kloppen blij onze harten,
even blij, even geestdriftig als straks de
blijde en heldere welkomgroet van onzen
beiaard.
Ik groet, Sire, in Uwe Majesteit, den
waardigen opvolger van de heerlijke reeks
groote Vorsten, die, in de tijdspanne van
honderd jaar, Belgie hebben zelfstandig
en groot gemaakt en onafhankelijk be
houden. In deze bange tijden sluiten wij,
Sire, rondom uw Troon, hou en trouw, in
heil en wee, de gelederen dicht.
LEVE DE KONING!
Na deze redevoering teekende de Ko
ning het guldenboek en trekt daarna nog
maals stoetsgewijze naar de tribuun waar
volgende personen plaats nemen:
Graaf de Broqueville, eerste minister;
Mgr Lamiroy, bisschop van Brugge; M.
Baels, gouwheer van West-Vlaanderen;
M. Vinck, ondervoorzitter van den Se
naat; Graaf de Lichtervelde, kabinets
overste; Maarschalkin Lady Haig; graaf
de Laubespin; M. Sobry, oud-burgemees
ter van leper; Paul Claudel, gezant van
Frankrijk te Brussel; luitenant-generaal
William Putteney; M. Guillon, prefect
du Nord van Frankrijk; M. Papinot, on
der-prefect; M. Moulaers, alg. consul voor
België te Rijsel; luitenant-colonel Hig-
ginson, W. G. C. Engeland; Major Cret-
te, W. G. C. Engeland; de heer burge
meester Jan Vander Ghote; de magistra
tuur van de rechtbank van leper, voor
zitter Matton en de prokureur des Ko-
nings van Thorenburg; M. Lommez, best.
afgev.; M. Clinckemaillie, arrondisse
mentskommissaris; Z. E. H. Vermaut, de
ken; Baron Ligy; MM. Bossuyt en Mullie,
senators; De Man en Missiaen, volksver
tegenwoordigers; de heeren gemeente
raadsleden van leper; de heeren Alb.
Biebuyck, R. Colaert, Coppieters, De Gib
son, baron De Coninck de Merckem; MM.
J. en Ch. de Hemptinne, de Pierpont,
Surmont de Volsberghe, P. de Vinck, Mgr
Dugardyn, burggraaf Alain du Pare,
Iweins d'Eeckhoute, Iweins de Wavrans,
Ridder Hynderich de Theulegoet, Robert
Merghelynck, Jonkheer F. Struyve, enz.
INHULDIGING VAN HET BELFORT
Ds heer burgemeester spreekt de vol
gende rede uit:
SIRE,
De bevoking van leper viert vandaag
met blij gemced de Inhuldiging van het
Belfort, zinnebeeld van de verrijzenis van
hare stede.
In naam van de Iepersche gemeenschap,
ben ik gelukkig een woord van innigen
dank te mogen richten tot onze beminde
Vorsten die aanvaard hebben deze plech
tigheid voor te zitten en zoodoende blijk
geven van hunne belangstelling jegens
onze dierbare martelaarstad.
Indien wij ons met trotschheid de ko
ninklijke bezoeken mogen herinneren van
Z. M. Leopold I, in 1860 ter gelegenheid
van de inhuldiging in de gevels van de
Lakenhalle der beelden der Graven cn
Gravinnen van Vlaanderen; de blijde in
trede van Z. M. Leopold II in 1868; de
talrijke bezoeken welke onzen betreurden
Vorst, Z. M. Koning Albert, in 1921, in
1925 en 1927 aan onze stad gebracht, dan
is het ook met weemoed dat onze bevol-
kng zich de bereidwilligheid herinnert
waarmede Koning Albert aanvaard hsd
op 20 Mei laatstleden de inhuldiging var.
het Belfort van leper voor te zitten. Onze
stad heeft in den persoon van Koning
Albert een voornamen voorspreker en
beschermer verloren tot wiens tusschen-
komst zij nooit te vergeefs haar toe
vlucht nam. Ook heeft leper, de traditie
onzer voorvaderen getrouw, op het Bel
fort het beeld getild van den Vorst, die
zoowel voor de stad als voor Belgie, steeds
wa3 le drolcturier Seigneur du pays
SIRE,
Het weze mij hier toegelaten Uwe Ma
jesteit de stellige verzekering te geven
dat gansch de bevolking de pijnlijke rouw
van het Vorstenhuis van Belgie heeft ge
deeld; dat zij ook, met gerust gemced, in
Uwe Majesteit, Sire, zooals voorheen in
Hem, hare blijde verwachtingen heeft
gesteld.
Het belang dat steeds de Dynastie van
Belgie aan ons Belfort en Lakenhalle
heeft gehecht is niet alleenlijk te wijten
aan de merkwaardigheid van zijn bouw
trant, aan de eigenaardigheid van zijne
opvatting, aan de kunst van zijne uitvoe
ring, die dit gebouw als het merkwaardig
ste der burgerlijke praalgebouwen van
Belgie en Europa kenmerken, maar voor
al aan zijne grootsche betrekenis in de
geschiedenis van onze stad en van ons
Land. Zooals de Lakenhalle de prach
tige bevestiging is van de macht van
onze verdwenen Lakennijverheid, van
hare ongeëvenaarde ontwikkeling, van
den onmetelijken voorspoed van leper in
de Middeleeuwen, zco is het Belfort met
haren gulden draak de bevestiging van
de burgerlijke fierheid onzer voorvaderen,
van hunne gemeentelijke zelfstandig
heidsgeest, het heerlijk zinnebeeld van
de vrijheden, keuren en voorrechten,
waarvan leper door hare Vorsten zoo
mild was begiftigd. Midden de Groote
Markt, het poppelend hart van het be
drijvige leper, rees het Belfort, de in
steen gebeitelde ziel van den hoogmoed
en d« trots pnzer i'Pfirïastêï.e«*^
w
laBixaaaassssEEBaHEisssaaaffESsaaEiBBBHBxgBiiBeflBiBaviiif
De omstandig uitgedachte aan den
Mélotte ontroomer aangebrachte ver
beteringen zijn onbetwistbaar van
groot nut voor de landbouwers. Zij
zijn niet te vergelijken met de luid
ruchtig uitgeblazen schijnvoordeelen
zooals namelijk die der zoogenoem
de onroestbare bollen die vervaardigd
zijn met een vertind kopermengsel
dat spoedig roest, zooals sommige
landbouwer; er de kostelijke ervaring
van hebben gemaakts
VALSCHE STUKKEN
VAN 20 FRANK EN 25 CTM.
IN HET BRUSSELSCHE
Sedert enkelen tijd heeft men bfs(*'
tigd dat in het Brusselsche meerdere **j"
sceh stukken van 20 fr. en 25 cW-
omloop werden gebracht. De valsch"""1*
ters worden ijverig opgezocht.
iBsiKSBSEsagiisaEaEflsiiBSZü'1'
BELGISCHE FABRIEK VA*
CHlCQREIVVYPPLLILR-IAff
Da wagen van O. L. Vrouw van de Halle,
Het begin van den Hijtorischen Stoet: leper herrezen.
Het Belfort heeft g:nsch de geschiede
nis van leper medegemaakt.
Na de jaren van weelde en van macht,
van voorspoed en zegen, heeft het ock
den ondergang van leper medegeleefd:
de ondergang van leper gesproten uit
broedertwist en burgeroorlog en vanaf de
15* eeuw door eene lange reeks van oorlog,
plunderingen en veroveringen bestendigd.
leper, die in de pracht van hare groot
sche praalgebouwen en kerken rond haar
statig Belfort als eene rijke schat, als
eene aanlokkelijke prooi, in het weelde
rig Vlaamsche landschap te prijken lag
aan het kruiscunt der strategische wegen,
werd en bleef de ecuwen door. het weer
loos slachtoffer der begeerighsld der heen
en weer schommelende vijandelijke heir-
scharen, het steeds bestormd en gefol
terd bolwerk der naeenvolgende striidlus-
tige regeeringen. Haar noodlot heeft dan
ook gewild dat, in 1914, met haren gordel
van water, steen en aarde, leper, als on-
knakbaar bolwerk van Landsbestaan, als
sleutelsteen van Landsverdediging, het
weemoedig slachtoffer werd van den strijd
voor Vrijheid, Recht en Beschaving, die
onze haardstede in puinen sloeg en de be
volking den ballingsweg opjaagde.
Belgie heeft eene prachtige krachtin
spanning gedaan om het uiterste offer te
vergoeden dat leper voor het Gemeene-
best gaf. En al prijken vandaag onze hul
zen, winkels en praalgebouwen, met hun
ne kunstige gevels, als juweelen in de
zon, in een verrukkelijk feestgewaad, toch
zijn onze oorlogswonden niet geheeld,
leper blijft kwijnen onder den druk van
economischen nood. De bronnen van
voorspoed waarop zij eertijds als oude
versterkte stad mocht bogen, zijn ver
dwenen.
Belgie die leper uit den naoorlogschen
chaos herschiep, zal ongetwijfeld door
eene degelijke uitbreiding van de econo
mische uitrusting van ons gewest aan
onze bevolking de middelen ter hand
stellen om den voorspoed van vroeger in
eene breede mate te herwinnen.
De aanwezigheid op deze plechtigheid
van Z. M. den Koning der Belgen, van
Graaf de Broqueville, vertegenwoordiger
van de Regeering, van talrijke gezag
voerders van Provincie en Staat, van de
Vertegenwoordigers van de Landen die
ons in de bange uren van nationale ge
schiedenis, hou en trouw ter zijde ston
den, deze aanwezigheid bevestigt ons de
waardeering waarin leper algemeen ge
houden blijft. Deze waardeering is ons
borg dat de rechtmatige verwachtingen
van onze bevolking niet zullen teleurge
steld worden.
De plechtige iinhuldiging van ons Bel
fort is dus niet alleenlijk de belijdenis
van innig vertrouwen in eene betere toe
komst, maar vooral de bevestiging van
onzen hardnekkigen 'wil, leper in de toe
komst waardig te maken van haar glans
rijk verleden.
volgens den historlschen stoet in cogen-
schouw te nemen.
DE HISTORISCHE STOET
Op dit oogenblik weerklinken de The-
baansche trompetten en de historische
stoet, ingericht ter verkondiging van
leper's roem, verschijnt voor het belfort.
De stoet herinnert aan een der voor
naamste tijdperken uit de geschiedenis
van de stad, te weten het beleg van leper
in 1383 door de Engelsche troepen van
Henry Spencer en door de Gentsche mui
ters. De Iepersche strijdkrachten waren
geplaatst ender de bevelen van ridder
Jan van Oultre, heer van Weldene, bij
gestaan door zijn zoon Boudewijn en door
Jan van Komen. Deze drie helden zijn
in den stoet verpersoonlijkt door MM. J.
Bruneel de la Warande, G. Petit en P.
Wyseur. Het beleg werd na negen weken
geheven en leper schreef zijn overwin
ning toe aan O. L. Vrouw van Thuine.
Aan den kop van den stoet stappen
vaandrigs, omringend de maagd van leper,
verpersoonlijkt door Mej. Berghman. Op
deze groep volgt het eigenlijk historisch
gedeelte, herinnerend aan den triomfan
telijken terugkeer van de Iepersche mili-
cie, begroet door de juichende kinderen,
de wethouders en de monnikken van St
Augustinus. Men ziet de gilden en neerin-
gen deflleeren in kleurenrijke groepen,
samengesteld door de maatschappijen van
de stad.
Het laatste deel is de verheerlijking
vah O. L. Vrouw der Halle, wier beeld
tegen het Belfort geplaatst is tusschen de
standbeelden van Boudewijn van Kon-
stantinopel, Maria van Champagne, Al-
bert en Elisabeth van België. Een praal
wagen, gevolgd van de graven en gravin
nen van Vlaanderen, verheerlijkt de
Iepersche Maagd waaraan, in den stoet,
de dames der konfrerie van O. L. Vrouw
der Haile, een plechtige hulde brengen.
SIRE,
Ik heb de eer Uwe Majesteit te verzoe
ken het Belfort van leper te willen in
huldigen.
TOESPRAAK VAN DEN KONING
De Koning voert daarna het woord en
zegt:
In de geboortestad van onzen grooten
Vlaamschen Meester had Zondag 1.1. een
puik feest plaats ter zijner herdenking
en hulde. Rechtover het huis waar den
genialen musikus Peter Benoit geboren
werd, heeft men een standbeeld ter zij
ner eere opgericht en Zondag 1.1. onthuld.
Machtig veel volk woonde de feesten
bij. 's Morgens werd een H. Mis ter zijner
nagedachtenis opgedragen en 's namid
dags, voor de onthulling, had een vlaggen-
stoet plaats.
Hiernevens: het borstbeeld van dm
grooten Meester, pas onthuld door frot,
Maurits Sabbe.
Hieronder: Algemeen zicht op de volk*
massa rond het beeld van den genialen
Meester.
MIJNHEER DE BURGEMEESTER,
De wijze waarop leper mij onthaalt
vervult mijn hart met een levendig ge
voel van dankbaarheid. Als tolk van de
stad, waart ge zoo goed mijne voorgan
gers te herdenken en in het bijzonder
hebt gij hulde gebracht aan mijn diep
betreurden Vader die dees bezoek had
toegezegd en dien ik hier met aandoening
vervang.
De Lakenhalle heeft door de eeuwen
een getuigenis gebracht van vroegere
macht en grootheid. Haar monumentaal
belfort dat door geen ander in Europa
werd geëvenaard rees boven de vlakten
van Vlaanderen als de steenen belicha
ming van het onsterfelijk vrijheidsideaal.
Omdat zulk vrijheidsideaal thans weer
onze grondwet bezielt verouderen onze to
rens nooit. Zij verjongen in onze volks
fierheid en in 011s zelfbetrouwen.
Uwe beproefde stad heeft in het verle
den tijden van inzinking en verval ge
kend. Eens was zij een der srerkste burch
ten van de ijverige gemeente. De laatste
oorlog heeft haar met algeheele verwoes
ting badreigd. Maar zooals het Belgische
Vaderland zegevierend zijn levensbestem
ming heeft herwonnen, zoo is ook leper
uit hare puinen opgestaan en nu herrijst
uw Eelfort in zijn nieuwe glorie, symbool
van België's onverwoestbaarheid. Ik ben
trots over de eer deze wedergeboorte in
te wijden. Een taai en moedig volk dat
op zijn rechten steunt zal niet ten onder
gaan. Vcortaan zal weer de bronzen stem
van uwen beiaard dien levenswil doen
luiden.
Mijnheer de Burgemeester, Ik berust in
de vaste hoop dat de nog drukkende
moeilijkheden zullen worden bedwongen
en dat leper eindelijk cp elk gebied den
voorspoed zal heroveren die haar in een
nieuwe wereld den ouden roem weerschen-
ken zal.
De rede van den Verst werd langdurig
en luide toegejuicht.
Onder het spelen van oude Vlaamsche
mclodiën op den beiaard, gingen de Ko
ning en de overheden nu naar het Belfort
en woonde de onthulling bij der beelden,
welke er zijn aangebracht van onzen be
treurden Koning Albert en Koningin Eli
sabeth, van Boudewijn van Constan'i-
nopel en Marie van Champagne, beelden
welke den gevel van he. herrezen Belfort
versieren.
De vaandels der oudstri jdersmaatseh 9 p-
pijen cn vereenigingen groeten. De Ko
ning begeeft zich dan naar de tribuun,
waar hij zich met de plaatselijke oud
strijders vriendelijk onderhoudt, om ver-
Het verlicht Beifort.
HET GESCHE5 A AAN BE VORSTEN
Dadelijk na den doortocht van den
stoet kwamen «.e kinderen der leden van
den gemeenteraad den tafellooper in
Iepersche kant aanbieden, geschenk van
de stad aan de Vorsten. In het midden
van den tafellooper is een afbeeldsel van
het Eelfort ingewerkt, en eromhean de
wapenschilden van het oude en het nieu
we leper, van West-Vla anderen en België.
Alles met valencienne afgeborduurd.
De heer Coomans, bouwkundige van
het Belfort, de heeren Van de Kerkhove
vader en zoon, aannemers, Jef Denijn,
beiaardier, de heer Michaux, klokkengie
ter en de heer Sommers die de installa
tie deed, worden dan aan den Koning
voorgesteld.
De Koning begeeft zich nadien naar het
gedenk;eeken der Iepersche gesneuvelden,
waar hij eene bloemengarve neerlegt, om
vervolgens naar de kathedraal zijn schre
den te richten, waar hij ontvangen wordt
door Mgr Lamiroy, de E. H. Deken Ver
maut en de geestelijkheid der stad.
Bij de intrede van den Koning wordt
het gebed Salve Regina door het ge
mengd koor aangeheven. De Koning
neemt plaats op een bidbank in het hoog
koor en Z. Exc. Mgr Lamiroy geeft den
zegen met het Allerheiligste.
De Koning begeeft zich vervolgens naar
de gedenkplaat der Fransche gesneuvel
den, waar hij eene bloemengarve neder-
legt. HIJ verlaat de kerk langs den bij-
zonderen ingang en gaat dan naar de
Engelsche school waar hij ontvangen
wordt door den kapelaan, M. Millner. Na
de gebouwen bezocht te hebben zal de
hooge bezoeker aan het gedenkteeken der
Engelsche gesneuvelden aan de Meenen-
m
1?
■Bi