UIT LEUT EG EM
11^—
HET BETALEN VAN
NAVETTEN
DE WOESTIJN TUSSCHEN IEPER EN POPERINGE EN
DE KEURE VAN 1161, ZGZ. VOOR DE ACHT PAROCHIËN
KOMITEIT
DER IJZERBEDEVAART
UIT DE PERS
HET JUBILEUM DER MISSIE
DER E. E. P.P. JEZUITEN IN INDIE
DE KOLONIALE LOTERIJ
Jantje moest mar de brouwerij eenp
tonne bier gaan vragen. Hij wierd binnea
geroepen en beschonken met eene plnto
van 's brouwers beste bier. Hij zat in den
keuken en Wantje, het melsen, was bezia
aan haar werk. Terwijl hij daar zat sloej
hij zijn oogen rond en zag achter hert)
beeld van den H. Antonius een lotje van
de Koloniale Loterij zitten.
Wantje, zei hij alzoo. is dat uw lotje
daar bachten St Antonius?
Ja 't, Jantje, zei Wantje, ik zou geer-
ne rijke worden; 't en moeten niet altijd
dezelfden zijn.
Eh wel, Wantje, ik weet een middel
omdat uw lot zeker zou uitkomen.
Oh, kluchtigaard, loech Wantje, wat
zoudt gij gaan weten, da en kan niemand.
Ik kan dat, zei Jantje en hij sloeg op
zijne borst, en ik zal het U uiteendoen;
maar... op twee voorwaarden. De eerste
voorwaarde is dat gij het aan niemand
moogt voortvertellen. Belooft gij dat?
Ja, ja, ik zal sluiten gelijk een graf,
antwoordde Wantje die begon belang te
stellen in Jantjes kunste.
De tweede voorwaarde en de belang
rijkste is dat gij moet trouwen met mij
als uw lot uitkomt. Wat antwoordt gij
daarop, Wantje?
Als mijn lot uitkomt, zegt gij, an
derszins niet, is 't geen waar?
Ja, zoo is 't Wantje, als uw lot uit
komt, gij hebt het goed verstaan?
Eh wel, zei Wantje, word ik rijk, het
ware toch aan U te danken, Jantje. Uit
dankbaarheid zou ik dat om wel te zijn
moeten doen. Ik sla toe, Jantje, zei
Wantje.
Ja maar, is 't gemeend? zei Jantje,
Gemeend Jantje, antwoordde Wantje.
En wel, luistert goed Wantje. Pakt
uw lot en eet het op en morgen nuchtend
komt het zeker uit, en morgen avond
gaan wij naar Mijnheer de Pastoor om
ondertrouw te doen.
En weg was Jhintje, en 't was tijd ook.
A
IS DAT TOCH VERSCHIETEN!
Te Roeselare over eenige jaren aan de
kaaie, al een schip lossen, viel er een
zakkendrager van de planke met een zak
terwe op zijn hoofd en verdronk.
Dokter H... moeste komen om het lijk
te schouwen en bleef nog wat klappen met
de andere zakkendragers en daar was een
die zei tot vrouwe van den verongelukt*
nog van niets en wiste.
En wel, zei de dokter, een van ulie-
den zou de goedheid moeten hebben het
te gaan zeggen.
Die vrouwe, zei een ander, is in geze
gende n staat en dat zal moeten met veel
voorzichtigheid gedaan worden; ik en zal
alleszins niet gaan.
En ik ook niet, zeiden al de anderen,
zoodat de Dokter wel gedwongen was zel
ve te gaan.
Ze woonde op Spanje en hij kende wel
die menschen. Hij ging dus en el gaan
miek hij hem gereed om dat schrikkelijk
nieuws te gaan melden.
Al peinzen en gaan gerocht aan het
huis en hij trok binnen. De vrouwe zat
papatten schillen en een jongentje van
iets meer als een jaar oud, speelde in
den vloer.
Wat geluk van U te zien, riep de
vrouwe hem tegen, als hij de deur open-
stak.
Geluk, geluk, zei de doktor, wij en
zijn bijna altijd maar ongeluksvogels, ala
wij levers binnengaan, 't is altijd voor
ziekte of...
Gij zijt dan gemist van deure, heer
Dokter. Hier en is niemand ziek: vier
mijner kinders zijn naar schole en het
vijfde zit daar te spelen en ik, God zij
gedankt, ben ook niet ziek en Tc zit hier
patatten te schillen tegen te noene.
En uw man, zei de dokter, gij en
spreekt van uwen man niet.
Mijn man, dat is een ijzeren vent.
Van al den tijd dat wij getrouwd zijn, het»
ik hem nooit ziek of onpasselijk geweten.
Ja maar, vrouwe, uw vent kan vallen,
hem bezeeren en ja... een ongeluk tegen
komen en...
Wat is er gebeurd, doktor, gij schijnt
lijk moeilijk uwe woorden te vinden.
Een beetje geduld, vrouwe, gij zult
alles weten, een beetje geduld... Uw man
ls zakkendrager, niet waar? En hij was
bezig met zakken terwe van honderd klloa
van het schip te lossen, hij deed een on-
gelukkigen stap, glots van de planke en
viel in 't water met dien zak op zijn hoofd.
De zakkendragers kwamen hem seffens
ter hulpe, maar...
Ja, ik hoof het al, doktor, hij is
dood... verdronken in de kaade, zuchtte
de vrouw.
En wel ja, hij, zei hij bijna onhoor
baar.
De vrouwe boog al met eens over de
seule waarin de geschelde patatten waren,
roerde ze wat met haar mes en sprak:
Als het alzoo is, ik heb er al ge
noeg... en 't was al.
De dokter mlek het kort en als hij bui
ten was en kon hij hem niet meer inhou
den en onder zijnen, zwanen knevel grol
de hij: Is dat toch verschieten!!!
EEN LEUTEGEMNAAR.
u»Bii»iBiiiaiiiiaii»»M
DE OBER-AMMERGAU-SPELEN
WAREN EEN GROOT SUKSES
Naar verluidt waren de Ober-Ammergau
spelen in 1934 een groot sukses. De winst
zou ongeveer 11 millioen bedragen. Met
deze som zal o. m. een school en een
badinrichting gebouwd worden.
iaaBaaaaaiauaaaaaa8BBaBaa)w
HET CIRCUSKIND
EN DE CIRCUSPAARDEN
Een eigenaardig geval heeft zich voor
gedaan te Amiens, waar de bekende Fran-
sche dresseur Rancy, bijgenaamd de Ko
ning der Chambrièremet zijn vrij-
heidspaarden gewerkt had.
De paarden stonden buiten gereed om
na afloop van de voorstelling naar den
trein gebracht te worden, op transport
naar een volgende stad, waar Rancy we
derom zou optreden. Twee der vurige
paarden schrokken plotseling voor een
kat, die tusschen hun beenen doorliep: zij
rukten zioh los en wierpen den paarden
knecht tegen den grond. Een aantal an
dere paarden voegden zich bij hen en hol
den in woeste vaart döor de straten. Het
gelukte niet de dieren op te vangen.
Madame Rancy en haar dochtertje, dia
Juist van het hotel kwamen, zagen de die
ren in wilden ren naderen, toen plotseling
het kleine meisje, tot groote ontzetting
van de moeder, midden op straat ging
staan. Zonder eenige vrees stond ze daar,
en riep de paarden bij hun naam: - Maes
toso "Tankred», «Don Juanklonk
het uit den kleinen kindermond en ziet,
de paarden hielden halt bij haar, staken
him kleine meesteresje snuivend de hoof
den toe en maakten rechtsomkeer met
het kind. Gedwee, zonder hoofdstel of
halster om. volgden zij haar naar de an
dere paarden terug.
waa^BHBaaaHuuiBHoaHa
HET HERRINGEN VAN POSTDUIVEN
De Rechtbank te Luik heeft personen
vrijgesproken, die zich schuldig hadden
gemaakt ean het herringen van duiven.
Dit vonnis heeft tot gevolg dat het
eigendomsrecht van de duif in het ge
drang komt, dat de zwendel met de post
duiven in de hand wordt gewerkt, dat het
middel aan de hand wordt gedaan om de
forfaitaire taks te ontduiken, dat ten
slotte de spionnage met de duiven begun
stigd wordt.
In deze omstandigheden rijst de vraag
of de regeering het herringen van post
duiven volkomen onmogelijk zal maken
door, bij voorbeeld, de invoering van on
schendbare aluminium-ringen.
De Minister van Financiën verklaarde
dat de bestuursdiensten bedoeld vonnis
zullen onderzoeken en desgevallend de
vereischfce maatregelen treffen.
KAPITEIN LINDBERGH
GETUIGE
PRIJSKAMP VOOR DEN PLAKBRIEF
XVI* IJZERBEDEVAART
Wij herinneren tevens dat een prijs
kamp uitgeschreven is voor het vervaar
digen van een plakbrief voor de XVI*
Ijzerbedevaart, uitvoerbaar op steen met
maximum drie kleuren.
Alle Vlaamsche kunstenaars worden
uitgenoodigd. De ontwerpen zullen ge
maakt worden op uitvoerbare grootte:
0,62 x 1 m. De duur van den prijskamp
is vastgesteld op uiterlijk 10 Januari 1935.
Reeds talrijke deelnemers zijn inge
schreven.
Voor alle inlichtingen, reglement, enz.
Sekretariaat der IJzerbevaarten, Wil-
fordkaai, 16, Temsche.
DE FELSTE KRISIS
CATASTROFALE TOESTAND DER
EUROPEESCHE BEWAPENINGEN
Hier volgt de aanhef van een ar
tikel in «De Maasbode*:
Een Engelsche schrijver maakte de
zer dagen een aardige vergelijking, wel
ke den toestand, zooals die door het ont-
wapeningsproblcem geschapen is, zeer
goed belicht. Op economisch gebied zijn
er, meende hij, op het oogenblik nog
slechts twee klassen van menschen: zij
die meer eten dan honger hebben en de
andere klasse, die meer honger dan eten
heeft. De normale gang van zaken is dan
een revolutie, welke de ellende van allen
vergroot, en slechts één klasse doet over
blijven van menschen, die allen meer
honger dan eten hebben.
Zoo zijn er momenteel ook twee klas
sen van natiesde eene, welke meer wa
penen dan menschen om ze te dragen
en te bedienen heeft; cn de andere, die
meer menschen heeft dan wapenen. Deze
toestand moet vroeg of laat tot een ge
welddadige uitbarsting leiden als de partij
met de meer menschen gewelddadig naar
een evenwicht gaat zoeken, en dan ook
in de situatie van meer wapenen dan
menschen is gekomenwant een derge
lijke toestand is catastrofaal zoowel voor
het economisch leven als voor de lands-
financiën en legt zulke ondraaglijke las
ten op, dat elk land er naar zal streven
door overweldiging van de tegenpartij op
later termijn zijn onhoudbare zorgen te
verlichten.
Tot dusverre is deze opzet nog nooit
gelukt, uit den eenen oorlog is altijd
eer een nieuwe oorlog voortgekomen,
nog gruwelijker in afmetingen en offers I
dan de voorafgaande. En zoo is de
menschheid, welke steeds dieper beseft,
dat een nieuwe volkerenstrijd de laatste
resten der beschaving zou vernietigen, op
de heilzame idee gekomen om te pogen
door een vrijwillige, in verdragen vast
gelegde overeenstemming de bewapening
en de daaruit voortkomende lasten te
beperken en te verminderen.
Er is geen keuze. Of wel men beperkt
en vermindert de bewapeningen door
overeenkomst Of wel men gaat een
verdragsloozen tijd tegemoet, welke door
een onbegrensden bewapeningswedren zal
gekenmerkt worden, en, welke hetzij in
een verschrikkelijke financieele en eco
nomische catastrofe, hetzij in een oorlog
tot de volkomen vernietiging moet en
zal eindigen.
Ter gelegenheid van de 25® verjaring wan het overvliegen van den Eifeltoren
te Parijs werd de Heer De Lambert op het Stadhuis te Parijs ontvangen.
Hier ziet men hem wijl hij het Gulden Boek onderteekent.
IBBBBSaBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBEIBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBfll
EENE ONAANGENAME VERRASSING
Verdwaalde visschers hadden 's avonds, bij hoog water, hun boot verlaten in zee.
Oordeel hoe ze verrast waren bij hun terugkeer 's anderendaags morgens bij
laag water hun boot te zien staan boven op eene rots.
Een geschiedkundig tijdschrift van
Brugge komt eene studie uit te geven
van een inboorling dezer streek, waarin
cte thesis of liever de leugen van veel his
torie boeken, zoo het schijnt, aegenpralend
weerlegd wordt.
Over 800 jaar was de streek tusschen
Poperinge en leper geen woestenij meer.
Omdat zooveel dorpen, waar De Pope-
ringenaiar gelezen wordt, hierin met
hun geboorte akt en datumverschijnen,
drukken wij deae verhandeling over, maar
zonder aanduiding der bronnen. Deze zijn
wel 't bijzonderste in zulke studiën, maar
in een weekblad zijn ze minder passend.
DE WOESTIJN TUSSCHEN IEPER EN
POPERINGE EN DE KEURE VAN 1161
ZGZ. VOOR DE ACHT PAROCHIËN
Was de streek tusschen leper en Po-
peringe midden de twaalfde eeuw nog eer.e
onbewoonde, eenzame, eindelooze woeste
nij? Zoo beweren de meeste geschied
schrijvers, o.a. Eümond Poullet en Victor
Brants. Dat die bewering echter niet al
leen onwaarschijnlijk, maar onwaar is,
zullen we In deze korte verhandeling
trachten dletech te maken.
Als bewijs van zijn gezegde haalt Edm.
Poullot den vermaard:n bevrijdóigsakt
aan, de keure van 1161, door Dirk en
Philips van den Elzas verleend aan de
solitudo Reningensis.
In dien belangrijken akt ziet hij, zooals
Sanderus, Gill:cdts-van veren en veel
anderen, den wëttelijken. oorsprong van
den beroemden groep der Acht Parochiën
van Veurne Ambacht, gelegen in de streek
Poperinge-Ieper. Die dorpengroep miek
samen een zeker onafhankelijk bestuur
uit tot aan de Fransche Omwenteling.
De Graven, zegt die keure, ontslaan van
dienstbaarheden, lasten en verplichtingen,
buiten het geval van 's lands verdediging,
al deze die zich zouden komen vestigen op
de woestenij van Reninge: solitudinem
Reningensem vietui nostro specialiter de-
putatam. Zij zullen aan geen andere pa
rochie behooren en daar zullen de Graven
eene kerk doen bouwen en zelf een pries
ter onderhouden.
Uit dat woord solitudinem Reningensem
komt de vergissing.
Meest al de laatste uitleggers van den
akt van 1161, later in 1260, ln 1312 en
in 1367 vernieuwd, willen er den oorsprong
van Reningelst in zien. Maar het is zoo
goed als zeker dat er hier spraak is van
de woestine, die tot dan deel had uitge
maakt van Reninge, en die alzoo op haar
eigen ingericht, van Reninge afgesneden,
eene der Acht Parochiën wierd van Veur-
ne-Ambacht, te weten, het dorp Woesten.
Hier en daar lagen dan nog uitgestrekte
woestenijen, moerassen en wouden, die de
Graven aan een bepaald doel toewezen:
Victui nostro specialiter deputatum, of
milde uitdeelden. Maar voor 1161, lang
voor 't midden der twaalfde eeuw, zijn al
de dorpen van de Generaliteit der Acht
Parochiën vermeld, buiten Woesten, dat
volgens Gilliodts nooit noch foncier, noch
achterleenen. noch heerlijke renten heeft
gehad ba wijs van lateren oorsprong.
Woesten, als 't later aan Keizer Karei
erkenning en bevestiging vraagt en be
komt van zijn voorrechten, rteunt zich
op deze oorkonde van Dirk en Philips van
den Elzas nopens de solitudo Reningen
sis
Daartegen werpt Gilliodts op dat Re
ninge van de kasselrij van Veurne nooit
afgescheiden geweest ls. Zeker, Reninge
bleef afhangen van de kasselrij van Veur
ne maar de woeste brok er van, voortaan
Woesten genoemd, wierd, zooals nog met
andere doelen van Reninge gebeurde, er
méér onafhankelijk van. wierd eene van
de Acht Parochiën van Veurne-Ambacht,
maar niet meer met Veurne kasselrij als
hoofdbank.
Dit komt gansch overeen met den tekst
van de oorkonde: Icgibus sive jusi 'iis...
communie Furnensis... nullatenus subja-
cebunt... de nulla usquam querela... in
eausum ducentur nisi in nostra presentia.
Welnu Gilliodts haalt een staat aan van
1694 waarin de rechterlijke inrichting der
Acht Parochiën uiteengedaan wordt, en
waarin van Woesten gezeid wordt: sel-
gneurie relevant de la Chambre légale de
F'andre. Welnu, zegt Gilliodts zelf, cette
Chambre jugeait au premier degré les
Cours du prince et les hautes seigneuries
qui avaient été affranchies de ces cours,
et au second degré ou d'appel les justices
subalternes.
Woesten, de laatst gekonene, was on
getwijfeld de minst belangrijke der Acht
Parochiën, en hing nochtans rechtstreeks
af van Gravsn's Wetachtige Kamer, zoo
als nog alleen Elverdinge, die de eerste
vassaal en de belangrijkste was onder de
Acht, maar géénszins Reningelst.
Wat ons besluit nog versterkt is, dat er
uit de solitudo Reningensis, uit Reninge
reeds 100 jaar vroeger j heerlijkheid van
Hoflandt tot stand gebracht wierd, in
1C65, door graaf Baudewijn net den schoo-
nen baard, met 't oogwit van betere uit
bating der landerijen, alsook het vrije
Laatschap, dat ook eene Brank wierd
der Generaliteit der Acht Parochiën. Al
de andere dorpen en heerlijkheden dier
streek waren in volle leven midden de
twaalfe eeuw, Woesten Was het laatst om
in 1161 in leven te komen. Men zou kun
nen zeggen: de elfde eeuw bracht zeven
maal hongersnood mede in Vlaanderen,
de twaalfde wel elfmaal: voeg daarbij de
nog al belangrijke uitwijkingen van Vla
mingen naar het Oosten:
Naar OostJand willen wij rijden
Naar Oostland willen wij meê!...
Daaruit ja, is te verstaan dat onze Gra
ven in de elfde en twaalfde eeuwen alle
middels inspannen om den grond meer te
doen opbrengen tegen dien nood, en om
nieuw volk te trekken op sommige der
slechtsite hoeken, maar daarmede is niet
bewezen dat heel de streek tusschen Po-
peringe en leper dan ontvolkt en nog
eene eenzame woestenij was.
De jaarboekschrijvers der streek daar
gelaten, pastor Jacobus de Meyer Ballio-
ianus, van Vleteren-bij-Belle, en zijn
voortzetter Nicolaas Despars, kunnen we
verder ons gezegde uit wel aanvaarde
bronnen staven en bewijzen dat we hon
derd jaar voor het midden der twaalfde
eeuw reeds voor eene levende streek staan,
die al lang uit de wieg is. Laat ons de
jaren eens volgen en de verschlllige dor
pen der streek.
In 961, giften van tierden en land te
Dikkebusch. Kemmel. Wijtschate en Voor-
mezele. Lang voor 1161 bestond het woud
van Dikk&busch, Thiggabusca, waarop ont-
82EEB323HBBEaBiiflHaSBBBBBHBB5!
stonden leper, Zonnebeke, Voormezele,
PasschendaJe en een verdwenen dorp Ru-
metra. De Meyer stelt 't begin van T
Klooster van Zonnetoeke in 1072. In 1066
dus 100 jaar nog voor de keure van
1161, werden reeds giften en tienden
toegestaan te Elverdinge en te Vlamer-
tinge, aan het kapittel van St Pieters ts
Rij.se! en vijf hoeven te Kemmel, in ter-
ritorio Iprensi in villa Quemble (var.
Kembles) quinque mansos terrae. De
mansa was verschillige hectaren groot, min
of meer, volgens de verschillige streken (1)
In 1089, nieuwe giften: de kerken van
Kemmel en Wijtschate met tienden en
méégaande land, alsook nog gronden te
Dikkebusch, Voormezele en leper aan het
kapittel of den Proost van St Donaas te
Brugge, den Kanselier van Vlaanderen.
In 1107, geeft Jan I, bisschop van Teren
burg, het altare, de kapel van Elverdinge
aan de kerk van Voormezele, en in 1117,
nog een prebende. Daarenboven, voor wat
Elverdinge betreft, de akt zelf door Edm.
Poullet ingeroepen om te bewijzen dat
geheel deze streek midden de twaalfde
eeuw nog eene woestenijwas, draagt het
handteeken van Drogo de Eiverdinghem.
In 1110 wordt aan het kapittel van Sint
Donaas te Brugge door Paus Pascal II
't bezit toegekend van Kemmelkerk, ge
kregen in 1089, en in 1145 zegt Paus
Eugenius n erover: Kemmel met al de
tienden die ervan afhangen, alsook twee
deelen van de tienden van Voormezele en
Dikkebusch, et de novalibus ejusdem
terrae.
In 1119, den 14 December, worden de
kerk van Reningelst 42 jaar vóór dat
de Graven eene kerk beloven te bouwen
op de solitudo Reningensis! zooals ook
de kapel van Zuidschote en de kerk van
Boezinge gegeven aan de reguliere ka-
nonnikken van St Maartens ts leper. Be
merkt wel daar ln dien akt, dat Re-
ninhels reeds zoo geschreven staat ln
1119 dus geenszins zooals in solitudi
nem ReningeNsem.
Zuidschote was in 1119 genomen ge
weest uit Boezinge door tusschenkomst
van Jan van Theenburg en deze gift werd
in 1120 (we zijn nog een geheel einde voor
1161) bevestigd door den aartsbisschop
van Reims, Raoul.
In 1127 had te Reningelst een tweege
vecht plaats ten gevolge der marteldood
van Karei den Goede, waarin Wido van
Steenvoorde, een der moordenaars van
Karei den Goede, gedood wordt door
Herman den Iseren.
In 1147 bevestigt Paus Eugenius III de
giften die vroeger aan de Abdij van Mee-
sen gedaan waren geweest door gravin
Adela, de gemalin van Baudewijn met
den schoonen baard. Onder deze komt de
Villa.de Scotis: Noord- en Zuidschote.
Watou, ln 1159, volgens Haigneré en
O. Bied: Watawawaardoor een ro-
meinsche verbindingsweg liep, is ontstaan,
zegt Rubbrecht in den eersten tijd van
het leenroerig tijdvak.
Vlamertinge, Flambertenges, villa de
Flamertingha in 1055, had reeds eene ka
pel, een altare, in de negende eeuw.
Daar ligt nog Dikkebusch wiens naam
meest van al aan eenzame woestenij den
ken doet. In 961 (juist 200 jaar voor de
keure van 1161), geeft graaf Arnold aan
't kapittel van St Donaas van Brugge,
tienden en goederen gelegen te Thicabus-
ca. Tusschen 1072 en 1080 bezit de Abdjj
van Watten reeds een eigendom van Ï0
gemeenten in Villa Thiggabusc en Thig-
gabusch staat vermeld op de kaart van
Olivier de Vrée zegt De Baecker.
Als de gelukzalige Idesbaldus in 1167
sterft 't ls een Dikkebuschnaar die hem
als 4® Abt van den Dulne opvolgt en hij
was het die den 1° Abt aanstelde van
Ter Doest
In 't cartularium der Abdij van Watten,
dat loopt van 1060 tot 1090, en berust ln
de stadsbibliotheek van St Omaars, wor
den vermeld als getuigen Hugo, Renier
en Roger van Loker. In 1119 teekenen als
getuigen: Gualterus de Lochra en Lam-
bertus de Reninchels.
In 1127 sterft te Brugge met zijn mees
ter Karei den Goede ln de St Donaas
kerk. Wouter van Loker, 's Gravens se-
neschaik (2). Zijn broeder ontsnapte met
moeite, 's Gravens kapelaan was Staas
van Loker, en twee andere hofridders
worden daar nog bij vermeld ln 't verhaal
van Galbertus van Brugge, Hendrik en
Walter van Loker.
Naderhand werden een ontelbaar getal
akten onderteekend door mannen van dit
heerlijk geslacht van Loker, de Locris,
dat van groot gezag bleef bij Dirk en
Philips van den Elzas en zeer waarschijn
lijk zijn middeleeuwsch kasteel, domus
dcfensabilis, had te Loker op de Galoye.
Wij hebben dus uit zekere bronnen lang
voor 't midden der twaalfde eeuw, eene
levende streek met al de dorpen die er
nog staan, ln leven zien verschijnen.
We zijn in deze streek, niet langs de
Leie of de Schelde of langs bijzondere
romeinsche heirbanen, waar dan de bij
zonderste verzamelingen van woonsten
lagen, maar vóór de twa ilfde eeuw was
deze Teper-Poperinge streek reeds in vil
la's verdeeld of landbouwdomeinen.
Daarnevens, daartusschen. daarrond,
kleinere ontginningen, ook nog wouden
en moerassen die zeer langzaam na hon
derden jaren zullen verdwijnen.
Meestal die dorpen daar, die in de
twaalfde eeuw reeds bestonden, waren
ontstaan en voortgekomen uit de villa's
of dorphoven met een keten van landen
en personen die ervan afhangende bleven.
Nevens Edm. Poullet, Victor Brants en
Gilliodts van Severen hebben meest al de
schrijvers over boerenstand en landont-
ginnlng die dwaling opgenomen zooals
b. v. Fr. De Potter en Jan Broeckaert.
maar we meenen bewezen te hebben dat
het eene historische ketterij is en dat die
streek midden de twaalfde eeuw bij ver
na geen onbewoonde, eenzame, eindelooze
woestenij was. Eén enkel dorp is dan
slechts ontstaan: Woesten.
Wingene. Ach. SIX.
(1) Maar in 1072, 't jaar van de eerste
oorkonde van bisschop Dragon, bestond
reeds een O. L. Vr.-kerk ln de villa nomi-
nata Sinnebecche aan dewelke de stichter
Fulpold 24 gemeten land gaf en andere
inkomsten tot onderhoud var. drie kano-
nikken waaronder één pastor was. C Oal-
lewaert, Chartes anciennes de l'abbaye
de Zonnebeke, 1925, p. 3. Dus drie ka-
nonikken en een kerk 100 Jaar voor de op
richting der Acht Parochiën.
J. Warichez. Les origines de 1'église de
Tournai, Louvain, 1902, bl. 125.
(2) Heerlijk verbeeld in de brandven-
sters van Loker kerk sedert 1931.
Steeds zweeft een duistere sluier over
d: pijnlijke verdwijning van het eerste
kindje van kapitein Lindbergh. Zooals
we reeds meldden, komt nu in de Ver-
eenigde Staten een kerel aangehouden te
worden die een groot deel der bank
briefjes, destijds door kapitein Lindbergh
als «losgeld» betaald, op hem droeg. Het
is zekere «Hauptmana», t Duitscher.
Daarmede is het c:- ~?k weer ge
opend cn hier ziet nicn kapitein Lind
bergh die zich naar de ondcrzoekszaal
begeeft om als getuige op te treden. Ne
vens hem stapt de politie-opzicner van
New-Jersey.
Intusschen is het onderzoek gevorderd
en werd Hauptmana door het gerecht
beschuldigd van moord.
Mocht die zaak opgeklaard worden en
de vuige kindermoordenaar naar verdien
ste gestraft.
(■BB3ESHaiBBB3BDi*B9aiBBBSBBBaB
BEROEMD STAATSMAN
OP WANDEL
Sir Austen Chamberlin, de beroemde
.Engelsche Staatsman, maakt deel van
het Engelsch parlement sedert 42 jaar.
Hier ziet men hem op zijn dagelijksche
morgen-wandeling, op zijn 71e verjaardag.
(■ESiSEKSSBiaSSBISBSilSBBflaHBBaa
MARTHA EGGERT
de mooie Iloiigaarsche Operetten-zange-
res die met haar prachtige stem thans
evenveel bijval in de zingende film dan
eertijds op liet tooneel in Duitschland,
Oostenrijk en Hongarie, verwerft.
laBBEaDEsaasaaasisBHaEsaEBaEB
GA5-OORLGG
DE GROOTE NATIONALE CROSS-WEDSTRIJD TE BRUSSEL
Een kijkje tijdens de groote leger-
oefeningen in Japan. Vliegeniers had
den de stad Osaka met «giftige» gassen
beschotensoldaten van het stadsgarni-
zoen zijn hier aan 't werk om de ge
volgen der gas te neutraliseeren, 't is te
zeggen, om deze met ander gas onscha
delijk te maken.
(BBBBBMBBBBBBBBBBBBBBZBBBSBB
EEN EINDE4-OOZE
CHINEEZENMARSCH
PRIJSKAMP VOOR DRIE PLAKETTEN
VOOR HET IJZERMONUMENT
DE 4 GROOTE IJZERBEELDEN GE
MAAKT een prachtige leerrijke film.
Verder ook deze over de twee gehuldig
de helden van den laatstsn Bedevaart,
nl. L. De Boninge en Fr. Vander Lin
den, 400 m.
Voor speciale muziekaanpassing kan ge
zorgd worden. Wa'ar geen kinema is, be
schikt het sekretariaat voordeeilg over
toestel met operateur.
Waar reeds een filmavond gegeven
werd, kan men een gansch nieuw pro
gramma bezorgen, aangevuld met Vlaam
sche gebeurtenissen, b. v. de laatste Ijzer
bedevaart, enz...
Talrijke aanvragen kwamen reeds bin
nen. Vraagt inlichtingen op het Sekreta
riaat; bijzondere krisis-voorwaarden.
EBBSB&BBSBSSSBHSIIBBaBEBiaSIK'
Hier ziet men M. Schuschnigg (in het midden), buigend voor het Graf van den
Italiaanschen Onbekenden Soldaat.
IBBBBBBBBBflBaaSSlBBEBaBBaEBa&gBBBBBBEBBBflBBaOBBflflBBBBBBBB
ROND DEN EIFELTOREN
OF ER CHINEEZEN OP DEZE AARDE
WONENT
Naar het schijnt wordt de pacht
wet van 20 Maart 1929, nog al eens
verkeerd uitgelegd en toegepast bij
het veranderen van pachten op de
hofsteden gelegen in de streek waar
er geene navetten te betalen zijn.
Velen denken dat de hooger aange
haalde wet de verplichting navetten
te vergoeden algemeen heeft gemaakt
zonder meer, doch weten niet dat er
een uitzonderingsartikel bestaat dat
zegt: «De bepalingen van deze wet
worden niet toegepast op de pachten
van landbouweigendommen gesloten
vóór hare ln werklngtreding, enz.
Deze beperking draagt op de kwestie
van het betalen van navetten.
Iemand die eene hofstede verlaat
welke hij in pacht had vóór 20 Maart
1929, heeft, indien die hofstede gele
gen is in de streek waar 't gebruik
niet bestond navetten te betalen, geen
recht ervoor vergoeding te vragen.
Die streek is gelegen ten Westen
eener lijn loopende van Dranouter
langs Kemmel, Dikkebusch, een deel
van Vlamertinge; Brielen, Boezinge,
Bikschote, een deel van VVoumen.
over Klerken, enz.
Indien de aftredende landbouwer
bewijs levert dat hij zelf navette be
taalde bij zijn optreden, dan is er
natuurlijk ook bij het aftreden te
vergoeden.
Het komt dan hier op neer dat er
bij gebrek aan bewijs, in gemeenten
als Poperinge, Elverdinge, Oostvlete-
ren, Pollinkkove, enz. geen navetten
te vergoeden zijn, op hofsteden die
vóór 20 Maart 1929 in pacht waren
gehouden.
De wet voorziet dat er overal na
vetten te vergoeden zijn, ook daar
waar het niet gebruikelijk was. Al
leen wordt gezegd dat ln dit laatste
geval er uitzondering bestaat voor de
hofsteden die verlaten worden, na
een pacht gesloten vóór het ln voege
treden der wet.
Wordt de hofstede verlaten na een
pacht gesloten na het in voege tre
den der wet, dan is er overal navette
te vergoeden, zonder uitzondering,
tenware de eigenaar bewijst dat de
hofstede begaan werd zonder navet
ten te betalen.
IBBBBBBBBS9BBB9BBBBBBBBBBBHB
Op 28 November IJ. vierde de Indische Missie der Belgische Paters Jezuiten de
75-jarige stichting hunner Missie oo grondgebied van Engelsch-Indie. Tijdens
de jubelfeesten werden volgende Zendelingen bijzonder gevierd of herdacht
1. - Mgr Ferdinand Pcrier, S.J., Aartsbisschop van Calcutta sinds 1924.
2. - Mgr Louis Van Hoeck, eerste Bisschop van Rancbi, 1927-1933.
3. - Mgr Oscar Sevrin, Bisschop van Rancbi, welk bisdom deel uitmaakt van de
Missie der Paters Jezuiten.
4. - E. P. Jos. Fallon, Overste der Missie van de Paters Jezuiten in Britsch-Indië.
5. - Mgr Brice Meuleman, Aartsbisschop van Calcutta, 1902-1924.
6. Z. Exc. Mgr Paul Goethals, S. J., eerste Aartsbisschop van Calcutta, na de
inrichting van de Hiërarchie in Indië, in 1886.
7. E. P. Depelchin, Stichter der Missie van de Paters Jezuiten in Bengalen, die
te Calcutta ontscheepte op 28 November 1859.
lBBB3iSBldiSSEB3B8BSBEI9BEBEESaSSBEBBi!BBBB3BiBSi3fiBEB3BBESiSBBfl
BELGISCHE OUDSTRIJDERS TE PAKIJS
Met deze herinneren wij dat door het
werk Ijzerbedevaart, sekretariaat, Wll-
fordkaai, 16, Temsche, een prijskamp uit
geschreven wordt voor het vervaardigen
van drie bronzen plaketten die ln volledig
proflei de beeltenis (portret) geven van:
a) Z. E. H. C. Verschaeve; b) wijlen Dr
Oscar de Gruyter; c) wijlen Dr Alfons
van de Perre.
Alle Vlaamsche beeldhouwers worden
uitgenoodigd. De duur van den prijskamp
blijft vastgesteld op uiterlijk 10 Januari
1935.
Alle inlichtingen, reglement van den
prijskamp, fotomateriaal, enz. te bevra
gen aan het sekretariaat van de Ijzer
bedevaarten, Wilfordkaai,, 16, Temsche,
waar reeds talrijke aanvragen zijn Inge
komen.
Een groep Belgische Oudstrijders bracht deze laatste dagen een bezoek aan de
stad Parijs. De Belgische Gezant te Parijs, Heer Gaiffier D'Hestroy, stelde de
groep voor aan den Heer Lebrun, Voorzitter der Fransche Republiek. Men
ziet op onze foto de Oudstrijders geschaard rondom den H. Gaiffier D'Hestroy,
aan den ingang van het Palais de L'EIysée
aaaa!BZEBBSaBCBCB9BS4a!a8SBB3raiiasaS£2£3BaSEBBSaB9BBaBBaafl
DE KANSELIER VAN OOSTENRIJK TE ROME
Onlangs werd de Groote Nationale Cross-Wedstrijd gewonnen door Hono-
rez, uit Doornik, vóór Vincent R., uit Mechelen. Hier geven wij beiden na
den wedstrijd, op de schouders gedragen door hun bewonderaars.
Wanneer ze vier aan vier voorbij een
gegeven punt moesten marcheeren, dan
zou er aan hun marsch nimmer een einde
komen! De 600 millioen Chineezen met
hun dames en kinderen zouden 22 jaar en
32 dagen noodig hebben om dat punt
achter zich te laten, 24 km. per dag afleg
gend. Intusschen zouden jaarlijks nage
noeg 30 millioen nieuw-geborenen de
rijen komen versterken. Per Jaar kwamen
er ruim 26.000.000 het gegeven punt voor
bij. Aan het marcheeren zou dus geen
einde komen!