De Tien
Net Grillige Spciaje
HoMe Klnema - Poperlnge
EDI PASS li VAN
ONZEN LIEVEN HEER
Golgotha»»
Hoe kan hei kiezerskorps zelf zijn
mandatarissen kiezen
KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER
E©ra NieuwpoortscEi Visscher
cas^ün de eer
Reden verschijnt ons Bind
cp 12 btadzijden
KATHOLIEKE UNIE VAN BELGIE
INTERNATIONAAL OVERZICHT,
WE ZENDEN ONS BLAD
Acht
Vertooningen
botert le Vigon
UAëföY BAÏ3R
Fonds voor Meestbegacfden
ZONDAG 2 FEBRUARI 1936
12 BLADZIJDEN: 35 CENT.
4' JAAR. N' 5.
«DE HALLE
Katholiek Weekblad eau leper
Bareel:
Boteratraat, 17, 1EPER.
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (per post)
Binnenland 19,— fr.
Belgisch Conga 40,fr.
Frankrijk 40,— fr.
Alle andere landen 60,fr.
TARIEF VOOR BERICHTEN.
I Kleine berichten per regel 1,00 fr.
Kleine berichten (minimum) 4,06 ir
2 fr. toel. r. ber. m. adr. t bur.
Rouwber. en Bedank, (min.) 5,06 fr.
■AN SEN rUWTSTS.
TeL Pope-' 4
fraaklïecfcmfcenlng 15.510|
Te herhalen aankondigingen I
prijs op aanvraag.
Annoncen rijn vooraf te betalen en
moeten tegen den Woensdag avond
ingezonden worden. Kleine be-
j richten tegen den Donderdag noen.
ESI
waarin de
UURTABEL DER TRE1NS EN TRAMS
onzer «treek,
Tien jonge dochters namen hun
lampen en gingen den bruidegom te
gemoet, t.t.z. dat ze als vriendinnen
naar het huis van de bruid gingen,
's avonds, om daar de komst van den
bruidegom af te wachten en dan in
stoet of blijden fakkeltocht, met mu
ziek en zang. naar het feestmaal te
gaan bij HEM
Die lampen waren kleine dingetjes
ln gebakken eerde en werden met
olijfolie gevuld waarin men een la-
ment je stak en ontstak.
De bruidegom kwam niet af. Zou
het een beelzijn? In afwachting
verveelden zich de genoodigden, ze
begonnen te gapen en te geeuwen en
vielen weldra in slaap en droomden
van bruiloften.
Opeens rond middernacht werden
allen wakker gemaakt door den jubel
kreet: «Hij is daar!
Viif lamoen waren leege van olie
en de «veilleuse» flikte oogjes altijd
te wege uit te gaan.
Wat nu gedaan?
Hadden ze hun lampen niet genoeg
gevuld? Hadden ze meer op hun toi
lette gepeinsd dan op licht? Meer olie
op hun haar gestreken dan in de
lamo gebote"? In alle geval waren
de nacMliebties ln somberen staat.
Tot de vijf die wijs en voorzienig
geweest waren en boordevol hun
lampie gevuld hadden, wendden zich
nu de onvoorzichtigen«Geeft ons
van uwe olie a.u.b. want onze lam
pen gaan uit.».
Doch de wijzen die blijde waren
dat hun lichtje in leven bleef, wilden
hun ohare»» niet uitdooven. ze ant
woordden: «Zeker zou er niet genoeg
olie zijn voor ons en voor U. gaat
liever naar den winkel en koopt er.
Ze moesten dus zelf hun bood
schappen doen, de dwaze maagden.
Terwijl ze nu gingen naar den bazar,
kwam de bruidegom en zij die gereed
waren, gingen met hem de bruilofs
zaal binnen en de deur werd geslo
ten, terwijl de winkeldochter van de
Sarma nog aan 't bestellen was.
Daarna kwamen de andere en klop
ten en zeiden: Heere, Heere open
ons.Ze dachten dat het maar te
kloppen was. Maar de Heer antwoord
de: Ik ken U niet.
En zoo werden de laatkomers buiten
gesloten. Schamel dingen voor maag
den alleen in den nacht.
In de bovennatuurlijke orde moe
ten we ook elk voor zich onze com-
missiën doen, elk voor zijn eigen re
kening en het zal niet baten in 't
•ordeel als de bruidegom komt, schoon
te spreken tot vrienden en kennissen:
Geef ons eens lijk een fraaien, een
beetje van uw olie. Geen avance
van olie en geen olie van avance.
We moeten altijd gereed zijn, we
weten noch dag noch uur. We weten
dat de Bruidegom komen zal, maar
geiooven het niet.
De dwaze maagden kenden den juis-
ten dag, maar ze wisten het uur niet
en werden toch verrast.
Dat laatste moment van 't leven is
niet zonder belang, als gij het wel
ingaat. Niemand krijgt gaarne de
deur voor zijn neus als er binnen ge
feest wordt en buiten geweend.
Op dat moment geen olie en geen
licht meer hebben om den donkeren
tunnel te passeeren is een schamel
dingen. En er zullen daar ook geen
winkels zijn om zijn voorraad te gaan
vernieuwen, 't is te peinzen.
We moeten dus zien dat we niet
op 't onverwachts gepakt worden,
want we zouden kunnen voor een ge
sloten deur staan en een stem hoo-
ren: «Ik ken TJ niet.».
De hoofdzaak is alleszins binnen te
geraken. We moeten wakker blijven,
we kunnen er niet van tusschen.
«Tien maagden», zegt de parabel
't is een ronu getal, ivtaar welke ver
houding! Vijf op tien, worden slechts
onaer ue wijzen gerekend.
ine waren nog jong, 't is waar; kon
een mensch ter wereld komen aan
bü jaar hij zou zijn olie niet vergeten.
Het leven is een woestijn en om er
door te geraden», zei er een, «is de
vrouw de kernei.
Geen vrouw op de wereld zou er
mee gediend zijn nochtans met dit
wooru in 't Fransch te vertalen cha-
meauHij die veroordeeld was om
dat te zeggen tegen zijn madam vroeg
aan den rechter of hij mocht madam
zeggen tegen een kemel. Ja zei de
reenter, en mijnheer keerde zich tot
zijn achtbare wederhelft en zei: ma
dam.
m
Er is een kerk in Veurne-Ambacht
waar in een brandvenster, al de kant
van den epistel, het tafereel der tien
maagden verbeeld staat. Gij ziet het
voor uw oogen en het spreekt boek-
Jjeelen.
En moest gij vragen aan den leu
ken Herder der parochie:
Mijnheer de Pastoor, waarom die
dwaze maagden juist al den mannen-
kant? Gij zoudt hem gelijk geven na
zijn antwoord gehoord te hebben. Dan
zou hij U immers antwoorden gelijk
aan mij:
't Zijn maar de dwaze maagden
die v.-;!:on bij 't mamrevolk zijn.
«Maak me redelijk, Heer», t.t.z.
niet dwaas, van 't getal der wijzen,
was het gebed van Psichari, klein
zoon van Renan, bekeerling, gesneu
veld als officier, te Rossignol (Belgie)
ln 't jaar '14.
Maar nog schooner klinkt het schiet
gebed van Therese Neumann, de wijze
maagd van Konnersreuth ais zij een
gunst vraagt:
s Segr, jvges redelijk.
De partijgangers der afschaffing
van het hoofdvak verrechtvaardigen
hun streven door de verklaring dat,
bij het huidig kiessysteem, de aan
duiding der gekozenen feitelijk het
werk is der politieke arrondissements-
comiteiten; dat de kiezers onmachtig
zijn om de orde van voorstelling der
kandidaten, zooals deze bepaald wordt
door de kleine groepen, geleid door
de gekozenen zelf, te wijzigen.
Alzoo, beweren zij, worden de man
datarissen door de mandatarissen zelf
gekozen en niet door de kiezers.
Er moet erkend worden dat deze
kritiek gegrond is en dat zij het ge
voelen van de overgroote meerderheid
der openbare opinie uitdrukt.
Deze kritiek is daarbij niet nieuw.
Reeds in 1899, werd zij door Bara in
de volgende bewoordingen in den Se
naat geformuleerd:
Het was werkelijk niet de moeite
waard om zich zóó in te spannen
tot het bekomen van een stem voor
elke burger, opdat daarna de Even-
redige Vertegenwoordiging van den
kiezer een paljas zou maken waar-
van de koordjes door enkele intri-
ganten zouden getrokken worden.
(Senaat, 15 December 1899.)
Dit misbruik, dat reeds een halve
eeuw, in alle arrondissementen en in
alle partijen, bestaat, is thans zoo
schreeuwend geworden dat men mag
vaststellen dat, de bevoordeeligden die
van het systeem genieten uitgezon
derd, iedereen akkoord is om te er-
kenren dat het noodig is dat aan
den kiezer het recht wordt herschon-
ken om zelf zijn mandatarissen te
kiezen.
De vraag moet gesteld worden of
de afschaffing van het hoofdvak hier
door het aangeduide middel is.
De partijgangers van de afschaffing
van het hoofdvak bevestigen het. Een
aandachtig onderzoek van het vraag
stuk laat ons toe te geiooven dat zij
zich vergissen. Laten wij trachten dit
te bewijzen.
Veronderstellen wij even dat het
hoofdvak is afgeschaft. Hoe gaat men
dan handelen? Drie systemen schij
nen ons mogelijk.
EERSTE SYSTEEM
Het hoofdvak is afgeschaft. In elk
arrondissement beschikt elke kiezer
over evenveel stemmen als er man
datarissen te kiezen zijn en hij kan
zijn stemmen naar goeddunken over
de verscheidene lijsten verdeelen.
Dezé formule verzekert zonder twij
fel een absolute vrije keus aan den
kiezer. Maar dit voordeel wordt ver
kregen ten nadeele van groote be
zwaren.
1. - De gelijkheid van het kiesrecht
wordt op de meest willekeurige wijze
verbroken, daar de kiesmacht van el-
ken kiezer verschillend is van het een
arrondissement tot het andere, vol
gens het aantal te kiezen mandata
rissen.
In het arrondissement Brussel, zal
de kiezer een kiesmacht hebben van
26 stemmen, terwijl hij in het arron
dissement Aarlen er slechts een zal
hebben van 3 stemmen.
2. - Heel het kiesstelsel wordt door-
eengeworpen. Het onvermijdelijk ge
volg van het panacheeren is immers
dat het kiescijfer van elke lijst niet
meer kan bepaald worden door het
getal kiezers dat voor die lijst ge
stemd heeft, maar door het getal
stemmen dat hierop werd uitgebracht.
Welnu, deze twee noties zijn zeer ver
schillend vermits, in sommige arron
dissementen, een enkel kiezer over 26
stemmen zal kunnen beschikken.
Volgens onze berekeningen, zal het
systeem toegepast op het arrondisse
ment Luik, en verondersteld dat alle
kiezers al hun stemmen zouden sa
menbrengen op de lijsten waarop zij
zich hebben uitgesproken in 1932, een
zetel doen winnen aan de Socialisten
ten nadeele der Communisten.
Feitelijk zouden de Socialisten er
nog meer winnen ten nadeele der Ka
tholieken en Liberalen want iedereen
weet dat, indien de socialistische kie
zer de algeheelheid zijner stem aan
zijn partij schenkt, dit niet het geval
is voor den katholieken of liberalen
kiezer die gemachtigd is om te pa
nacheeren. Vandaar een groote ver
zwakking der kiesmacht der katho
lieke en liberale partij.
3. - Hieraan moet toegevoegd wor
den dat, voor de partijen die geen
partijen van klassen zijn, dus voor
de katholieke partij, het systeem als
gevolg zou hebben dat het monopool
der vertegenwoordiging in de partij
zou voorbehouden zijn aan de sociale
groepeering die in aantal de sterkste
zou zijn, met uitsluiting van elke ver
tegenwoordiging der andere groepen.
In het eene arrondissement zou de
katholieke vertegenwoordiging uitslui
tend bestaan uit werklieden, in het
andere, uitsluitend uit burgers. Dit
zou, naar korten termijn, onvermij
delijk de vernietiging der partij tot
gevolg hebben.
TWEEDE SYSTEEM
aan de minderwaardigen. De mannen
van waarde zullen alleen de stemmen
hunner partijgangers hebben omdat
zij in het teeken der betwisting staan.
Daar de minderwaardigen door ieder
een kunnen aangenomen worden, zul
len zij de laatste stemmen der kiezers
kunnen verkrijgen omdat deze toch
stemmen genoeg hebben die zij moe
ten trachten te gebruiken. Wanneer
men de rekening zal maken, zal men
vaststellen dat de minderwaardigen,
hoewel laatst bediend, toch de eersten
van het klassement zullen zijn dat
niet wordt geregeld door het getal
EERSTE prijzen maar alleen door het
GETAL prijzen.
DERDE SYSTEEM
Het hoofdvak is afgeschaft: de kie
zer mag niet panacheeren en hij be
schikt slechts over een of meerdere
voorkeurstemmen.
Het bezwaar met betrekking op de
uitsluiting van de vertegenwoordiging
van zekere groepen blijft bestaan met
al 7,ijn gevolgen.
Hieraan moet toegevoegd word n
dat, Indien de kiezer, die zes en twin
tig kamerleden moet kiezen, maar
over een of twee voorkeurstemmen
beschikt, zijn kiesmacht tot zeer wei
nig herleid wordt en maar een een
voudige begoocheling wordt.
Er moet dus worden vastgesteld dat
de praktische formule der afschaffing
van het hoofdvak nog moet gevonden
worden en dat, in tegenstelling met
wat de ni-omotors van deze hervor
ming blijken te geiooven, deze af
schaffing geenszins aan de kiezers
een praktisch middel verschaft om
'elf hun mandatarissen aan te dui
den.
Moet men hieruit besluiten dat er
niets te doen is om dezen toestand,
waartegen de gansche nubiieke opinie
in opstand komt, te wijzigen? Geens
zins.
Wat wil men?
Dat de gekozenen door het kiezers
korps en niet door politieke arron-
dissementsgroepen worden aangeduid.
Het middel om dit te bereiken, be
staat, is zeer eenvoudig en heeft het
groot voordeel onmiddellijk te kun
nen toegepast worden, zonder te moe
ten wachten op een parlementaire
meerderheid.
Om te komen tot het gewenschte
resultaat in de katholieke partij
de eenige die ons in deze zaak inte
resseert is het voldoende te be
slissen dat de kandidaten op de'ka
tholieke lijsten niet meer zullen aan
geduid worden door de politieke ar-
rondissementscomiteiten maar door
het kiezerskorps zelf dat hierdoor de
volheid zijner rechten zal terug krij
gen.
Ziehier hoe wii de zaak beschouwen:
In elk arrondissement, wordt de ver
deeling der kandidaturen onder de
aroepen gedaan en hun plaats op de
gemeenschappelijke lijst aangeduid
door de Katholieke Unie van het ar
rondissement, met dezen verstande
dat, in geval van moeilijkheden, men
beroep moge doen op scheidsrechter
lijke uitspraak.
In elke groepeering zal de aandui
ding der personen voor elke plaats
die haar werd toevertrouwd, gebeuren
door middel van een poll met alge-
meene en geheime stemming.
Aan dezen poll zullen, niet enkel
uitgekozen afgevaardigden, maar alle
katholieke kiezers leden van de groe
peering, deelnemen.
De formule waarborgt alle voordce
len die worden verwacht van de af
schaffing van het hoofdvak; zij geeft
aan de kiezers het praktisch en heil
zaam middel om zelf hun madata-
rissen te kiezen.
Zij sluit de nadeelen van de af
schaffing van het hoofdvak uit en
waarborgt, in alle arrondissementen,
een rechtvaardige vertegenwoordi
ging van alle wettelijke belangen.
Men vindt er in het middel om aan
den kiezer de vrijheid van keuze zij
ner mandatarissen terug te bezorgen.
Het overige is literatuur.
J. BODART,
Lid van het Bureel der K. U.
iBHHBHaaHHHHisaaaMki»
DE «T.S.F.-STAD» te NEW-YORK
Het hoofdvak is afgeschaft. In elk
arrondissement beschikt elke kiezer
over zooveel stemmen als er manda
tarissen te kiezen zijn, maar hij mag
niet panacheeren.
De bezwaren van het eerste systeem
verdwijnen, voor wat betreft het kies
cijfer van elke lijst. Daar de moge
lijkheid tot panacheeren is afge
schaft, belet immers niets dat het
kiescijfer van elke lijst bepaald blijve
door het getal kiezers dat voor de
lijst gestemd heeft.
Het bezwaar nopens het monopool
der vertegenwoordiging voorbehouden
aan den groep die het sterkst is in
aantal en het best georganiseerd,
blijft bestaan indien het grootst ge
tal kiezers slechts een gedeelte der
stemmen, waarover het beschikt, ge
bruikt.
In het tegenovergesteld geval, leidt
het systeem tot een ander bezwaar
dai gig£ minder groot fe premie
De Spaansche Republiek is bijna
vijf jaar oud, vijf ji ren van onrust
en agitatie, vijf jaren van hevige
katholiekenvervolging, van krachtige
geloofsverdediging en van grillige po
litieke wendingen. Die vijf jaren heb
ben de Spanjaarden veel geleerd, maar
hebben ook ons, buitenlanders, 'n be
tere kijk gegund in het leven van dat
volk, dat we zoo slecht kenden.
Wie had vóór 1931 vermoed dat dit
zonnige volk gehecht aan Vorstenhuis
en aan Kerk zich in eens zou ont
poppen als 'n volk, dat ditzelfde Vor
stenhuis en diezelfde Kerk zou ver
werpen als hinderlijke ballast. Spanje
immers was in de geschiedenis de
kampioen van het katholicisme tegen
het opkomend protestantisme. Het
heeft ons Vlaamsche volk weliswaar
doen bloeden en is oorzaak geweest
van onze eeuwenlange verdrukking en
achterlijkheid, maar het heeft toch
ook Vlaanderen voor de H. Kerk ge
red. Uit het Spaansche volk treden tot
ons de gestalten van prachtige heili
gen. De eerste Jezuïetenkloosters ont
stonden in Spanje, woar hun stichter,
de H. Ignatius van Loyola woonde.
Thans zijn de Jezuïeten uit Spanje
verbannen.
De Spaansche Revolutie in 1931 was
een koorts die het volk deed ijlen.
Priesters werden vervolgd en r- rban-
nen, kerken geplunderd en verbrand.
De vroegere Katholieken werden in
een ommezien liberalen en socialisten
en stemden een grondwet, die alle
godsdienst uit het openbaar leven
moest verdrijven. Het godsdienston
derwijs werd in de officieele scholen
verboden, het recht van onderwijs
werd.de godsdienstige orders ontzegd,
alle subsidies van Staat, Provincie of
Gemeenten aan confessianeele inrich
tingen werden afgeschaft, de Jezuïe
ten werden verbennen. Verder komen
nog een heele reeks bepalingen die
getuigen van 'n verdoorgedreven we-
reldsche levensbeschouwing en die
zooals het gemak van echtscheiding
'n bedreiging beteekenen voor het
familieleven.
De koorts nam geleidelijk af en
reeds bij de verkiezingen van Novem
ber 1933 bemerkten we een totale om
mekeer door de ovenoinning van Gil
Robles met zijn Federatie van de
Spaansche onafhankelijke rechtsche
Partijen (C.e.d.a.), die met andere
gunstige gezinde groepen 'n meerder
heid van 40 stemmen vertegenwoor
digde in de Cortes (Spaansch Parle
ment).
Robles de grootste partij was van de
Cortes, werd hij zelf niet opgenomen
in de achtereenvolgende Kabinetten
Lerroux (radikaal liberaal) die tot
stand kwamen. Met de macht waar
over hij beschikte kon hij nochtans
gemakkelijk de teugels van de regee
ring in handen nemen. Maar hij
wachtte! Er werd in dien tijd beweerd
dat hij zelf niet wilde regeeren, om
dat het leven van alle regeeringen
in Spanje gewoonlijk van korten duur
is en noodzakelijk met zich brengt
'n groote verzwakking van de regee-
rende partij. Maar Gil Robles wacht
te om heel andere redenen. Eerst en
vooral streefde hij er naar om de
banden met de hem gunstig gezinde
partijen zoo dicht mogelijk toe te ha
len en daardoor zooveel mogelijk alle
faktoren van onzekerheid te verwij
deren. Daardoor durfde hij niet sa
men te werken met de monarchisten,
omdat dit hierdoor het Spaansche
volk het gevaar van Restauratie zou
gevreesd hebben. Hij moest heel voor
zichtig te werk gaan en zich gema
tigd toonen, om zich niet de tegen
werking van het Centrum (liberalen
en demokraten) op den hals te halen
en in de kaart te spelen van de link-
sche groepen (socialisten en commu
nisten). Maar zijn hoofddoel lag na
tuurlijk in de herstelling van de vrij
heid van eeredienst en daarom moest
de grondwet herzien worden en hier
vooral was overhaasting te mijden.
De herziening van de grondwet is
een zeer ingewikkelde rechtspleging
en zou moeilijk kunnen doorgedreven
worden voor 9 December 1935. Vóór
deze datum immers moest de her
ziening van de grondwet goedgekeurd
worden door 'n meerderheid van de
twee derden van de Cortes, en zoo'n
meerderheid kon Gil Robles niet bij
eenkrijgen. Na 9 December echter was
hiervoor alleen de eenvoudige meer
derheid vereischt (de helft plus een)
Intusschen nochtans verslapte de
geestdrift van de aanhangers van Gil
Robles, die met ongeduld de beloofde
roijzigingen tegemoet zagen. Het was
tijd dat Gil Robles 'n deel van het
gezag eischte en zoo nam hij in Mei
1935 deel aan 'n nieuwe regeering
Lerroux. Reeds einde Juni ondertee-
kende de President van de Republiek
'n dekreet waardoor aan de Cortes
de basis voor 'n grondwetsherziening
werd onderworpen. Naast enkele po
litieke omvormingen zijn ook vermeld
de bijzonderste artikelen die de gods
dienstige vriiheden belemmeren en
die we reeds hooger genoemd hebben.
Dat was in ieder geval 'n groote stap
maar de wereldsche opvatting bleef
nog, en ook de neutraliteit van de
Staat tegern 'er de Kerk. Gil Robles
hoonte na 9 December zijn plan dui
delijker af te werken.
Maar weldra ontstonden moeilijk
heden. Rond het einde van Septem
ber 1935 viel het Kabinet Lerroux. Het
werd zonder groote wijzigingen her
opgericht onder de leiding van Cha-
paprieta. Doch tegen hall-October
werd het volle storm. Daniël Strauss,
'n inrichter van spelen, die bedrogen
werd in de verwachting van zekere
toelatingen, verklikte enkele hooge
ambtenaren en politieke persoonlijk
heden betrokken in spélschandalen.
De ministercrisis die nu volgde werd
zoo gemakkelijk niet opgelost. Cha-
paprieta gelukte erin 'n nieuw Ka
binet te vormen, maar. het was er een
zeer wankel. Het werd maar erger en
rond half December moest ook dit
nieuto Ministerie Chapaprieta begeven.
Maar nu werd 'n minderheidskabinet
Niettegenstaandtk-de -zwn tAj van Gil gevormd, met de miafhxxikelijke Por-
tela Valladares, waarin Gil Robles niet
opgenomen werd. Dat is hier 'n zet
van de President Alcala Zamora, die
hoewel in zijn privaat leven voorbeel
dig katholiek, dikwijls neigingen ver
toont om op politiek gebied de Ka
tholieken een voetje te lichten. Voor
al die Gil Robles mocht hij niet goed
lijden.
Thans is het uur kritisch. De da
tum van 9 December is thans ver
streken maar Gil Robles maakt geen
deel uit van de regeering. Verder wor
den reeds de aanstaande Kamerver
kiezingen aangekondigd, terwijl de
linksche groepen, die na de mislukte
opstand van 1934 zeer verzwakt wa
ren, thans weer het hoofd opsteken.
Gil Robles staat voor 'n moeilijke
taak. Hij heeft het heil van het ka
tholicisme in Spanje te verdedigen.
Nu vreest men dat hij te lang ge
wacht heeft om van zijn macht ge
bruik te maken, maar van een succes
volle verkiezingsveldtocht wordt het
beste verwacht.
(Verboden nadruk.) ROSKAM.
iBEBaBBBBBHBBBBBBBBBBBBEEBBiHBBBBBSBHïIïlBBHBBHBBBBBBSBïlHBS
UIT ST IDESBALD
Onder den corlog redde hij 42 Fransche soldaten
:n komt daarvoor nu vereeremerkt te worden
Dit is de nieuwe wolkenkrabber van
New-York waar de T.S.F. station inge
richt is. Deze T.S.F.-stadkostte
aan de stad New-York 250 miljoen dol
lar en staat gebouwd op grond toebe-
hoorende aan Rockefeller.
isaxMxiafisiaBEZiHEaHBBaiH
in België, van nu tot einde jaar, aan wie
ons zendt in postzegels of stort op post-
checkrekening 155.70 van V. Sansen-Van-
neste, Drukker, Poperinge. de som van
I-S,80 FRANK.
Voor het Buitenland zende men on* per
internationaal Postmandaai:
Uit Frankrijk: 38 frank.
JJit Amerika:. 5§ frank.
Een groote onderscheiding viel te beurt
aan onzen ouden zeebonk Hendrik Ghys,
bijgenaamd Kosom zijn heldhaftig
heid gedurende den wereldoorlog. Hij
werd vereerd met de Eeremedaille van
het Ministerie van Buiten'zndsche Za
ken
Ziehier hoe de feiten zich voordeden:
Men teekende November 1914. Een deta
chement Fransche soldaten, bestaande uit
42 man, werd achtervolgd door de Duit-
schers. Zij stonden op het punt te sneu
velen of zich krijgsgevangen te geven.
Ghys, onder het doodend vuur van de
Duitschers, vaarde met zijn boot naar den
overkant van de IJzermonding, nam
ijlings de Franschen aan boord en ge
lukte erin zonder een man te verliezen
■bs aan veilige wal te zetten. Zijn zoon
Henri echter stierf een jaar later als ge
volg van ziekte bij deze koene daad op-
geloopen.
Henri Ghys verblijft thans te Idesbal-
dus en vaart nog immer.
Wij wenschen hem dan ook hartelijk
proficiat voor die hooge onderscheiding.
Ministère des Affaires Étrangèrcs
Le Président de la République Frp.n-
?alse. Sur la proposition du Ministre des
Affaires Etrangères
DÉCRÈTE
Une Médaille d'honneur en vermeil est
déoernée Monsieur Ghys Henri, sujet
Beige, pêcheur a Coxyde.
Fait a Paris, le 13 décembre 1935.
Signé: A LEBRUN.
Cont. S.: P. LAVAL.
Toen we dit vernamen moesten wij
daar natuurlijk meer over weten. Hoe!
Hier te Koksijde leeft een man, eenvoudig
en als verdoken, iemand door allen zoo
goed gekend, en nog nooit heeft hij ons
over zijn heldendaad gesproken. Dat is al
le ver gaande bescheidenheid. Nu we
kennen onze visschers, zij zijn zoo een
voudig en zoo gewoon aan moedige daden,
dat ze dit als heel natuurlijk opnemen,
Henri ten andere is een dier mannen.
Doch nu wilden we er het fijnste van
weten.
A
OP INTER VIEtm.
Door (slingerpaadjes gaat het tusschen
R *1
Tel. 79. VOLKSHUIS, Ieperstraat, 29 Tel. 79.
van het grootste
wereldgebeuren
het boeiendste
werelddrama
Zaterdag 1 Februari, te 8 uur.
Zondag 2 Februari, te 2, te 5 en te 8 uur.
Maandag 3 Februari, te 5 en te 8 uur.
Dinsdag 4 Februari, te 8 uur.
Woensdag 5 Februari, te 8 uur,
Een der schoonste films van 't jaar.
RasBEriEBEaaBBasBsassBKSBEsi
in c!e sprekende fi(m
Met spelers als
in de hoofdrollen
laan Ga&Sn
EEN FILM met machtije insceneering. flawftna Pfii-roi»
EEN FILM voor iedereen, jong en oud. üeWUDe IïlJZ«l
HENRI GHYS, ZOON,
die stierf tengevolge ziekte bij die red
dingswerken opgeloopen*
HENRI GHYS
De moedige vicscher
prachtige duinen, waar lachende villa's
als paddestoelen oprijzen, loopt de weg
langs het kapelletje van den H. Idesbal-
dus naar de woonplaats van onzen held.
Nu slijt hij zijn dagen in welverdiende
rust, bij een zijner dochters, Gabrielle,
die een mooien, welbeklanten visch-
winkel houdt op Idesbaldus-Baden.
De ontmoeting is gulhartig zooals het
gaat onder bekenden.
Henri, ik moet u oprecht geluk wen
schen. 't Is prachtig.
Dank u, 't is wel nietwaar, ik ben
er oprecht gelukkig om. 't Is wat laat
gekomen, maar beter laat dan nooit, is
't niet?
Zeker, zeker Henri, en 't is verdiend.
Maar zou het nog gaan om dit alles
eventjes te vertellen?
Zeker, want zulke dingen vergeet
men nooit, zegt onze stoere yisscher.
ZIJN LEVEN.
Onze stoere visscher Is nog in de volle
kracht van zijn leven, breed geschouderd,
sterk gespierd, een door zon, weder en
wind gebruind gericht en in volle ge
zondheid, een echte visscherstype.
Op 12 jarigen ouderdom ging ik in
dienst: Mijn-oudors waren visschers zoo
als ik. De zee dat is mijn leven en nu
ben ik om zeggens altijd aan het strand.
Op 17 jarigen ouderdom begon ik als
meester of baas. Nauurlijk heb ik hard
moeten werken, want ik heb twaalf kin
deren gehad, waarvan er nog zes in leven
zijn, maar ge ziet, met den zegen van
Ons Heere heeft het altijd gegaan en
alles is goed verloopen. Op den ouderdom
van 64 jaar werd ik afgemonsterd en nu
rust ik hier sedert Juni 1935. Mijn zoon
Lucien zal mijn beroep voortzetten, maar
eerst most hij goed leeren. Overlaatst
kwam hij eerste uit.
DE REDDING.
In het jaar 1914 werden alle visschers
van Nieuwpoort bevolen de stad te ver
laten. We trokken met ons schip naar
Duinkerke. Na aanvraag en inlichtingen
genomen te hebben, kregen we de zeker
heid dat Nieuwpoort vrij was. Het was
voor ons een gTOote vreugde te mogen
terug keeren. Veel spel mieken we niet,
we brachten ons schip in orde en vaarden
onze geboortestreek te gemoet. Onder weg
hadden we slecht weder, doch verder
ging alles goed en zonder ongelukken
staken we te Nieuwpoort aan wal, t.t.z.
we vaarden bij de stakkaden (tijvuur)
waar we het anker wierpen. Dit moesten
we, want verder konden we niet door de
vele trossen welke de pontiniers daar
gespannen hadden. Aan den Westkom
hadden we de Fransche soldaten en aan
den Oostkant de Duitschers,
't Was in den nacht van 10" op lln...
De vijand kwam langs den IJzer op de
stakkaden. Door de geweldige storm die
was losgebroken, hadden we meer of werk
met ons schip, en hadden we de Duit
schers niet zien aankomen. Regen, sneeuw
en hagel wisselden af en de baren mar
telden geweldig ons schip. Opeens zag
ik de Duitschers, doch gebaarde van niets,
ik stak me weg en loerde. Een Duitsch
officier legde aan om op mijn schip te
komen. Hij kroop over twee half stuk
geschoten booten die daar lagen en wilde
over het ijzer dat van mijn schip uitstak
op mijn schip klimmen. Door het slin
geren van mijn boot en het gevaar dat
hij liep door de golven mede gesleurd
te worden, begaf hem den moed. Hij
durfde niet en keerde terug. Gelukkig
voor hem. De eene maal werden we dicht
bij de Duitschers geslingerd, de andere
maal ervan verwijderd. De officier riep
soldaten en gaf hun het bevel op mijn
schip te springen zoodra het ln hun
nabijheid kwam. Zoo toch verstond ik het.
Ik had heel zeker die soldaten moeten
overbrengen. We waren op een tiental
meter van den vijand. Ik bleef koel
bloedig. Doch de Duitsche soldaten had
den niet veel goesting om op mijn schip
te klimmen. Ik verstond zoo iets van als
er gevaar is voor u, dan is er ook voor
ons». Dit riepen ze naar hun overste.
Mijn zoon Henri had ook zijn handen
vol werk, ge kunt wel denken, en de brave
jongen zegde niets.
Da dag brak aan, en wat zou het nu
worden?
De Duitschers hadden me gezien en
riepen zoo iets van Alhier komen, brave
manMaar de brave man hoorde niet
op dat oor. Toen ze z:-gen dat overkomen
onmogelijk was, gaf de officier een signaal
en wel 3.000 soldaten sprongen op. Ze
hadden daar gelegen, zij aan zij, gereed
om over gezet te worden. Nu trekken ze
de duinen in, Lombarcisijde op. Wat een
verlichting, ze waren weg.
Na eenigen tijd kwam er weer een
bende in stormloop. Verduiveldzegde
ik tot mijn zoon, daar nog een bende,
en dia komen om ons te halen. Gij, jon
gen, naar bsneden, draai u in een visch-
net en zorg dat ze u niet vinden. Naar
mij moet ge niet zien, en nu vlug en
stil, verstaan! Ik zelf ging achter de
stoof en dook me met een zeil. We
hoorden een man in 't water ploffen of
springen en wat later was hij op het
schip. Hij kwam beneden, zocht rond en
voelde in de kooien.
Malheur, il n'y a personnehoorde
ik hem al met eens zeggen. Eenige andere
hadden de twee andere booten onderzocht
en we hoorden roepen II n'y a personne,
nous sommes perdus!
Hé! Vader, hoort ge 't, 't zijn Fransche
soldaten, we moeten helpen. Zek°r
jongen, hop!We liepen naar 't dek
en de Franschen jubelden
SAUVÉS!
Ze boden me hun geld aan: «Help o:
an gij moogt het hebben
Neen. houdt uw geld, ik zal u redden,
want ik ben een Belg!
Vlug smeet ik een koord en weldra was
ons schip tot zinkens toe geladen. Twee
en veertig man met pak en zak. Zes
waren er nog over, ze aarzelden en 't was
hun ongeluk, een werd doodgeschoten,
de andere werden krijgsgevangen ge
nomen. U moet weten, alles ging bliksem
snel. Mijn boot was vol, onder in en op
het dek lagen de mannen plat.
DE BESCHIETING.
Opeens begonnen de Duitschers ons
geweldig te beschieten. Obussen vlogen
voor, achter en langs beide flanken van
ons schip. Zelfs tot op twee meter afstand.
Wij moesten weg, 't was hoog tijd. Doch
overal waren er trossen en koorden, weg
konden we niet. Onder een bommenregen
liet ik me met het hoofd voren langs mijn
schip zinken, soldaten hielden me bij
de beenen vast en met een groot mes
sneed ik de koorden door. We vaarden om
zeggens door het vuur naar onzen kant.
Het schip werd niet getroffen. Ik gaf
mijn zoon bevel een koord gereed te
houden, aan wal te springen en er met
de koord te büjven tot al de mannen
gered waren.
Een obus vloog krakend op onze stak
kaden, mijn zoon plofte in esn put en
werd als bedolven. Hij' grabbelde eruit en
deed zijn werk. Op 10 minuten tijds
waren nu alle mannen gered en liepen
naar de statie van Nieuwpoort-Baden. Ik
bleef op mijn schip. Een half uur later
kwamen nog eens de Duitschers aan-
geloopsn en begonnen naar me te schie
ten met hun geweren, 'k Peisde, dat is
nu hun koleire die ze uitwerken. Ik sprong
over boord, zoo, dat ik aan den voorsteven
van mijn schip hing, met de voeten in
't water. Het schip dreef gelukkiglijk wat
af en kwam wat verder aan den trap.
Met een wip was ik er op en met mijn
zoon die daar ook kwam, liep ik in de
eerste Fransche loopgraven. Daar ver
bleven we tot na het bombardement, zoo
van 9 tot 3 uur, dus 6 uur. Mijn 'jongen
was doornat, had kou gevat en kon zich
niet meer verwarmen. Daarna trokken
we naar Nieuwpoort-Baden.
SPIOENEN.
Opeens ontmoetten we drie schild
wachten. Die dachten met spioenen te
doen te hebben. Ja, we waren nat en vuil
en we moesten er ook vreeselijk uitgezien
hebben. Ik zegde wel dat is nu nog
het mooiste van alNu praten hielp
niet en we moesten mede. We werden
bij een officier geleid, maar daar ver
anderde de zaak. We werden geluk ge-
wenscht. Sapristie, 't deed oprecht deugd.
Dan gingen we rap naar huis. De jongen
was ziek, in 24 uren waren de helft zijner
haren wit-grijs geworden. Sedert toen
heeft hij altijd gesukkeld. Toch trok hij
in 1916 op als soldaat, doch stierf op
17 April 1917. Allen waren gered, mijn
zoon alleen stierf er van. Arme jongen.
Hier pinkt Henri een traan weg.
MIJN SCHIP.
Met mijn rapport over de redding trok
ik naar een Majoor te Oostduinkerke, om
de toelating bekomen om mijn schip
te redden.
Daar werd ik goed ontvangen. Hij belde
en een der geredden kwam binnen. Hij
herkende me terstond. Ik kreeg de
noodige bewijzen om overal door te
moger_. Een soldaat ging met me mede.
Weet gij zoo zegde hij, dat we recht
naar onzen dood loopen! Zie ik zal er
u het bewijs van geven. Ziet ge daar die
villa, wel van daaruit kunt ge uw schip
zien. Als ge daar uw hoofd durft toonen,
dan zit er een bal in, 'k late varen van
bij uw scllip te gaan
Goed, we gaan in de villa. Zoo gezegd,
zoo gedaan. Voor een der vensters was een
ijzeren plaat. Voorzichtig stak ik mijn
hoofd erboven en pan! Gelukkig had
de soldaat mij met een ruk weg getrokken.
Goed, ge hebt gelijk, we keeren
terug
En zoo heb Ik mijn schip in den steek
moeten laten.
Nu ber, ik gedekoreerd, na 22 jaar. Zie
Ik ben er oprecht gelukkig door
Dat geloof ik Henri, en ik wenseh er
u nog eer,s hartelijk geluk om, nu nog
te meer, daar ik nu uw mooie daad van
A tot Z ken. Ge moogt geiooven dat alle
Koksijde na ren echt fier zijn over u en
dat het heel zeker daarbij niet zal
blijven
Na nog wat'gepraat te hebben, scheid
den we en laten Henri overgelukkig, mid
den zijne gelukkige kinderen.
Wat we ongelukkig vinden is dat zulke
menschen, die gansch hun leven wroeten
en zooveel goed doen. nog niet mogen
bogen p een pensioentje, dat hun zou
helpen en steunen in hun ouden dag.
UB9i&2aBEXEBEEBBB«igXHBEBBBEB
Ingevolge artikel 20 van het Koninklijk
Besluit van 26 Juni 1927, dienen de beurs-
aanvragen vóór 15 Maart aanstaande naar
den Gouverneur gezonden te worden.
De schoolhoofden of de aanvragers kun«
nen formulieren verkrijgen ten stadninz^