De Tien Net Grillige Spciaje HoMe Klnema - Poperlnge EDI PASS li VAN ONZEN LIEVEN HEER Golgotha»» Hoe kan hei kiezerskorps zelf zijn mandatarissen kiezen KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER E©ra NieuwpoortscEi Visscher cas^ün de eer Reden verschijnt ons Bind cp 12 btadzijden KATHOLIEKE UNIE VAN BELGIE INTERNATIONAAL OVERZICHT, WE ZENDEN ONS BLAD Acht Vertooningen botert le Vigon UAëföY BAÏ3R Fonds voor Meestbegacfden ZONDAG 2 FEBRUARI 1936 12 BLADZIJDEN: 35 CENT. 4' JAAR. N' 5. «DE HALLE Katholiek Weekblad eau leper Bareel: Boteratraat, 17, 1EPER. ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) Binnenland 19,— fr. Belgisch Conga 40,fr. Frankrijk 40,— fr. Alle andere landen 60,fr. TARIEF VOOR BERICHTEN. I Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum) 4,06 ir 2 fr. toel. r. ber. m. adr. t bur. Rouwber. en Bedank, (min.) 5,06 fr. ■AN SEN rUWTSTS. TeL Pope-' 4 fraaklïecfcmfcenlng 15.510| Te herhalen aankondigingen I prijs op aanvraag. Annoncen rijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. Kleine be- j richten tegen den Donderdag noen. ESI waarin de UURTABEL DER TRE1NS EN TRAMS onzer «treek, Tien jonge dochters namen hun lampen en gingen den bruidegom te gemoet, t.t.z. dat ze als vriendinnen naar het huis van de bruid gingen, 's avonds, om daar de komst van den bruidegom af te wachten en dan in stoet of blijden fakkeltocht, met mu ziek en zang. naar het feestmaal te gaan bij HEM Die lampen waren kleine dingetjes ln gebakken eerde en werden met olijfolie gevuld waarin men een la- ment je stak en ontstak. De bruidegom kwam niet af. Zou het een beelzijn? In afwachting verveelden zich de genoodigden, ze begonnen te gapen en te geeuwen en vielen weldra in slaap en droomden van bruiloften. Opeens rond middernacht werden allen wakker gemaakt door den jubel kreet: «Hij is daar! Viif lamoen waren leege van olie en de «veilleuse» flikte oogjes altijd te wege uit te gaan. Wat nu gedaan? Hadden ze hun lampen niet genoeg gevuld? Hadden ze meer op hun toi lette gepeinsd dan op licht? Meer olie op hun haar gestreken dan in de lamo gebote"? In alle geval waren de nacMliebties ln somberen staat. Tot de vijf die wijs en voorzienig geweest waren en boordevol hun lampie gevuld hadden, wendden zich nu de onvoorzichtigen«Geeft ons van uwe olie a.u.b. want onze lam pen gaan uit.». Doch de wijzen die blijde waren dat hun lichtje in leven bleef, wilden hun ohare»» niet uitdooven. ze ant woordden: «Zeker zou er niet genoeg olie zijn voor ons en voor U. gaat liever naar den winkel en koopt er. Ze moesten dus zelf hun bood schappen doen, de dwaze maagden. Terwijl ze nu gingen naar den bazar, kwam de bruidegom en zij die gereed waren, gingen met hem de bruilofs zaal binnen en de deur werd geslo ten, terwijl de winkeldochter van de Sarma nog aan 't bestellen was. Daarna kwamen de andere en klop ten en zeiden: Heere, Heere open ons.Ze dachten dat het maar te kloppen was. Maar de Heer antwoord de: Ik ken U niet. En zoo werden de laatkomers buiten gesloten. Schamel dingen voor maag den alleen in den nacht. In de bovennatuurlijke orde moe ten we ook elk voor zich onze com- missiën doen, elk voor zijn eigen re kening en het zal niet baten in 't •ordeel als de bruidegom komt, schoon te spreken tot vrienden en kennissen: Geef ons eens lijk een fraaien, een beetje van uw olie. Geen avance van olie en geen olie van avance. We moeten altijd gereed zijn, we weten noch dag noch uur. We weten dat de Bruidegom komen zal, maar geiooven het niet. De dwaze maagden kenden den juis- ten dag, maar ze wisten het uur niet en werden toch verrast. Dat laatste moment van 't leven is niet zonder belang, als gij het wel ingaat. Niemand krijgt gaarne de deur voor zijn neus als er binnen ge feest wordt en buiten geweend. Op dat moment geen olie en geen licht meer hebben om den donkeren tunnel te passeeren is een schamel dingen. En er zullen daar ook geen winkels zijn om zijn voorraad te gaan vernieuwen, 't is te peinzen. We moeten dus zien dat we niet op 't onverwachts gepakt worden, want we zouden kunnen voor een ge sloten deur staan en een stem hoo- ren: «Ik ken TJ niet.». De hoofdzaak is alleszins binnen te geraken. We moeten wakker blijven, we kunnen er niet van tusschen. «Tien maagden», zegt de parabel 't is een ronu getal, ivtaar welke ver houding! Vijf op tien, worden slechts onaer ue wijzen gerekend. ine waren nog jong, 't is waar; kon een mensch ter wereld komen aan bü jaar hij zou zijn olie niet vergeten. Het leven is een woestijn en om er door te geraden», zei er een, «is de vrouw de kernei. Geen vrouw op de wereld zou er mee gediend zijn nochtans met dit wooru in 't Fransch te vertalen cha- meauHij die veroordeeld was om dat te zeggen tegen zijn madam vroeg aan den rechter of hij mocht madam zeggen tegen een kemel. Ja zei de reenter, en mijnheer keerde zich tot zijn achtbare wederhelft en zei: ma dam. m Er is een kerk in Veurne-Ambacht waar in een brandvenster, al de kant van den epistel, het tafereel der tien maagden verbeeld staat. Gij ziet het voor uw oogen en het spreekt boek- Jjeelen. En moest gij vragen aan den leu ken Herder der parochie: Mijnheer de Pastoor, waarom die dwaze maagden juist al den mannen- kant? Gij zoudt hem gelijk geven na zijn antwoord gehoord te hebben. Dan zou hij U immers antwoorden gelijk aan mij: 't Zijn maar de dwaze maagden die v.-;!:on bij 't mamrevolk zijn. «Maak me redelijk, Heer», t.t.z. niet dwaas, van 't getal der wijzen, was het gebed van Psichari, klein zoon van Renan, bekeerling, gesneu veld als officier, te Rossignol (Belgie) ln 't jaar '14. Maar nog schooner klinkt het schiet gebed van Therese Neumann, de wijze maagd van Konnersreuth ais zij een gunst vraagt: s Segr, jvges redelijk. De partijgangers der afschaffing van het hoofdvak verrechtvaardigen hun streven door de verklaring dat, bij het huidig kiessysteem, de aan duiding der gekozenen feitelijk het werk is der politieke arrondissements- comiteiten; dat de kiezers onmachtig zijn om de orde van voorstelling der kandidaten, zooals deze bepaald wordt door de kleine groepen, geleid door de gekozenen zelf, te wijzigen. Alzoo, beweren zij, worden de man datarissen door de mandatarissen zelf gekozen en niet door de kiezers. Er moet erkend worden dat deze kritiek gegrond is en dat zij het ge voelen van de overgroote meerderheid der openbare opinie uitdrukt. Deze kritiek is daarbij niet nieuw. Reeds in 1899, werd zij door Bara in de volgende bewoordingen in den Se naat geformuleerd: Het was werkelijk niet de moeite waard om zich zóó in te spannen tot het bekomen van een stem voor elke burger, opdat daarna de Even- redige Vertegenwoordiging van den kiezer een paljas zou maken waar- van de koordjes door enkele intri- ganten zouden getrokken worden. (Senaat, 15 December 1899.) Dit misbruik, dat reeds een halve eeuw, in alle arrondissementen en in alle partijen, bestaat, is thans zoo schreeuwend geworden dat men mag vaststellen dat, de bevoordeeligden die van het systeem genieten uitgezon derd, iedereen akkoord is om te er- kenren dat het noodig is dat aan den kiezer het recht wordt herschon- ken om zelf zijn mandatarissen te kiezen. De vraag moet gesteld worden of de afschaffing van het hoofdvak hier door het aangeduide middel is. De partijgangers van de afschaffing van het hoofdvak bevestigen het. Een aandachtig onderzoek van het vraag stuk laat ons toe te geiooven dat zij zich vergissen. Laten wij trachten dit te bewijzen. Veronderstellen wij even dat het hoofdvak is afgeschaft. Hoe gaat men dan handelen? Drie systemen schij nen ons mogelijk. EERSTE SYSTEEM Het hoofdvak is afgeschaft. In elk arrondissement beschikt elke kiezer over evenveel stemmen als er man datarissen te kiezen zijn en hij kan zijn stemmen naar goeddunken over de verscheidene lijsten verdeelen. Dezé formule verzekert zonder twij fel een absolute vrije keus aan den kiezer. Maar dit voordeel wordt ver kregen ten nadeele van groote be zwaren. 1. - De gelijkheid van het kiesrecht wordt op de meest willekeurige wijze verbroken, daar de kiesmacht van el- ken kiezer verschillend is van het een arrondissement tot het andere, vol gens het aantal te kiezen mandata rissen. In het arrondissement Brussel, zal de kiezer een kiesmacht hebben van 26 stemmen, terwijl hij in het arron dissement Aarlen er slechts een zal hebben van 3 stemmen. 2. - Heel het kiesstelsel wordt door- eengeworpen. Het onvermijdelijk ge volg van het panacheeren is immers dat het kiescijfer van elke lijst niet meer kan bepaald worden door het getal kiezers dat voor die lijst ge stemd heeft, maar door het getal stemmen dat hierop werd uitgebracht. Welnu, deze twee noties zijn zeer ver schillend vermits, in sommige arron dissementen, een enkel kiezer over 26 stemmen zal kunnen beschikken. Volgens onze berekeningen, zal het systeem toegepast op het arrondisse ment Luik, en verondersteld dat alle kiezers al hun stemmen zouden sa menbrengen op de lijsten waarop zij zich hebben uitgesproken in 1932, een zetel doen winnen aan de Socialisten ten nadeele der Communisten. Feitelijk zouden de Socialisten er nog meer winnen ten nadeele der Ka tholieken en Liberalen want iedereen weet dat, indien de socialistische kie zer de algeheelheid zijner stem aan zijn partij schenkt, dit niet het geval is voor den katholieken of liberalen kiezer die gemachtigd is om te pa nacheeren. Vandaar een groote ver zwakking der kiesmacht der katho lieke en liberale partij. 3. - Hieraan moet toegevoegd wor den dat, voor de partijen die geen partijen van klassen zijn, dus voor de katholieke partij, het systeem als gevolg zou hebben dat het monopool der vertegenwoordiging in de partij zou voorbehouden zijn aan de sociale groepeering die in aantal de sterkste zou zijn, met uitsluiting van elke ver tegenwoordiging der andere groepen. In het eene arrondissement zou de katholieke vertegenwoordiging uitslui tend bestaan uit werklieden, in het andere, uitsluitend uit burgers. Dit zou, naar korten termijn, onvermij delijk de vernietiging der partij tot gevolg hebben. TWEEDE SYSTEEM aan de minderwaardigen. De mannen van waarde zullen alleen de stemmen hunner partijgangers hebben omdat zij in het teeken der betwisting staan. Daar de minderwaardigen door ieder een kunnen aangenomen worden, zul len zij de laatste stemmen der kiezers kunnen verkrijgen omdat deze toch stemmen genoeg hebben die zij moe ten trachten te gebruiken. Wanneer men de rekening zal maken, zal men vaststellen dat de minderwaardigen, hoewel laatst bediend, toch de eersten van het klassement zullen zijn dat niet wordt geregeld door het getal EERSTE prijzen maar alleen door het GETAL prijzen. DERDE SYSTEEM Het hoofdvak is afgeschaft: de kie zer mag niet panacheeren en hij be schikt slechts over een of meerdere voorkeurstemmen. Het bezwaar met betrekking op de uitsluiting van de vertegenwoordiging van zekere groepen blijft bestaan met al 7,ijn gevolgen. Hieraan moet toegevoegd word n dat, Indien de kiezer, die zes en twin tig kamerleden moet kiezen, maar over een of twee voorkeurstemmen beschikt, zijn kiesmacht tot zeer wei nig herleid wordt en maar een een voudige begoocheling wordt. Er moet dus worden vastgesteld dat de praktische formule der afschaffing van het hoofdvak nog moet gevonden worden en dat, in tegenstelling met wat de ni-omotors van deze hervor ming blijken te geiooven, deze af schaffing geenszins aan de kiezers een praktisch middel verschaft om 'elf hun mandatarissen aan te dui den. Moet men hieruit besluiten dat er niets te doen is om dezen toestand, waartegen de gansche nubiieke opinie in opstand komt, te wijzigen? Geens zins. Wat wil men? Dat de gekozenen door het kiezers korps en niet door politieke arron- dissementsgroepen worden aangeduid. Het middel om dit te bereiken, be staat, is zeer eenvoudig en heeft het groot voordeel onmiddellijk te kun nen toegepast worden, zonder te moe ten wachten op een parlementaire meerderheid. Om te komen tot het gewenschte resultaat in de katholieke partij de eenige die ons in deze zaak inte resseert is het voldoende te be slissen dat de kandidaten op de'ka tholieke lijsten niet meer zullen aan geduid worden door de politieke ar- rondissementscomiteiten maar door het kiezerskorps zelf dat hierdoor de volheid zijner rechten zal terug krij gen. Ziehier hoe wii de zaak beschouwen: In elk arrondissement, wordt de ver deeling der kandidaturen onder de aroepen gedaan en hun plaats op de gemeenschappelijke lijst aangeduid door de Katholieke Unie van het ar rondissement, met dezen verstande dat, in geval van moeilijkheden, men beroep moge doen op scheidsrechter lijke uitspraak. In elke groepeering zal de aandui ding der personen voor elke plaats die haar werd toevertrouwd, gebeuren door middel van een poll met alge- meene en geheime stemming. Aan dezen poll zullen, niet enkel uitgekozen afgevaardigden, maar alle katholieke kiezers leden van de groe peering, deelnemen. De formule waarborgt alle voordce len die worden verwacht van de af schaffing van het hoofdvak; zij geeft aan de kiezers het praktisch en heil zaam middel om zelf hun madata- rissen te kiezen. Zij sluit de nadeelen van de af schaffing van het hoofdvak uit en waarborgt, in alle arrondissementen, een rechtvaardige vertegenwoordi ging van alle wettelijke belangen. Men vindt er in het middel om aan den kiezer de vrijheid van keuze zij ner mandatarissen terug te bezorgen. Het overige is literatuur. J. BODART, Lid van het Bureel der K. U. iBHHBHaaHHHHisaaaMki» DE «T.S.F.-STAD» te NEW-YORK Het hoofdvak is afgeschaft. In elk arrondissement beschikt elke kiezer over zooveel stemmen als er manda tarissen te kiezen zijn, maar hij mag niet panacheeren. De bezwaren van het eerste systeem verdwijnen, voor wat betreft het kies cijfer van elke lijst. Daar de moge lijkheid tot panacheeren is afge schaft, belet immers niets dat het kiescijfer van elke lijst bepaald blijve door het getal kiezers dat voor de lijst gestemd heeft. Het bezwaar nopens het monopool der vertegenwoordiging voorbehouden aan den groep die het sterkst is in aantal en het best georganiseerd, blijft bestaan indien het grootst ge tal kiezers slechts een gedeelte der stemmen, waarover het beschikt, ge bruikt. In het tegenovergesteld geval, leidt het systeem tot een ander bezwaar dai gig£ minder groot fe premie De Spaansche Republiek is bijna vijf jaar oud, vijf ji ren van onrust en agitatie, vijf jaren van hevige katholiekenvervolging, van krachtige geloofsverdediging en van grillige po litieke wendingen. Die vijf jaren heb ben de Spanjaarden veel geleerd, maar hebben ook ons, buitenlanders, 'n be tere kijk gegund in het leven van dat volk, dat we zoo slecht kenden. Wie had vóór 1931 vermoed dat dit zonnige volk gehecht aan Vorstenhuis en aan Kerk zich in eens zou ont poppen als 'n volk, dat ditzelfde Vor stenhuis en diezelfde Kerk zou ver werpen als hinderlijke ballast. Spanje immers was in de geschiedenis de kampioen van het katholicisme tegen het opkomend protestantisme. Het heeft ons Vlaamsche volk weliswaar doen bloeden en is oorzaak geweest van onze eeuwenlange verdrukking en achterlijkheid, maar het heeft toch ook Vlaanderen voor de H. Kerk ge red. Uit het Spaansche volk treden tot ons de gestalten van prachtige heili gen. De eerste Jezuïetenkloosters ont stonden in Spanje, woar hun stichter, de H. Ignatius van Loyola woonde. Thans zijn de Jezuïeten uit Spanje verbannen. De Spaansche Revolutie in 1931 was een koorts die het volk deed ijlen. Priesters werden vervolgd en r- rban- nen, kerken geplunderd en verbrand. De vroegere Katholieken werden in een ommezien liberalen en socialisten en stemden een grondwet, die alle godsdienst uit het openbaar leven moest verdrijven. Het godsdienston derwijs werd in de officieele scholen verboden, het recht van onderwijs werd.de godsdienstige orders ontzegd, alle subsidies van Staat, Provincie of Gemeenten aan confessianeele inrich tingen werden afgeschaft, de Jezuïe ten werden verbennen. Verder komen nog een heele reeks bepalingen die getuigen van 'n verdoorgedreven we- reldsche levensbeschouwing en die zooals het gemak van echtscheiding 'n bedreiging beteekenen voor het familieleven. De koorts nam geleidelijk af en reeds bij de verkiezingen van Novem ber 1933 bemerkten we een totale om mekeer door de ovenoinning van Gil Robles met zijn Federatie van de Spaansche onafhankelijke rechtsche Partijen (C.e.d.a.), die met andere gunstige gezinde groepen 'n meerder heid van 40 stemmen vertegenwoor digde in de Cortes (Spaansch Parle ment). Robles de grootste partij was van de Cortes, werd hij zelf niet opgenomen in de achtereenvolgende Kabinetten Lerroux (radikaal liberaal) die tot stand kwamen. Met de macht waar over hij beschikte kon hij nochtans gemakkelijk de teugels van de regee ring in handen nemen. Maar hij wachtte! Er werd in dien tijd beweerd dat hij zelf niet wilde regeeren, om dat het leven van alle regeeringen in Spanje gewoonlijk van korten duur is en noodzakelijk met zich brengt 'n groote verzwakking van de regee- rende partij. Maar Gil Robles wacht te om heel andere redenen. Eerst en vooral streefde hij er naar om de banden met de hem gunstig gezinde partijen zoo dicht mogelijk toe te ha len en daardoor zooveel mogelijk alle faktoren van onzekerheid te verwij deren. Daardoor durfde hij niet sa men te werken met de monarchisten, omdat dit hierdoor het Spaansche volk het gevaar van Restauratie zou gevreesd hebben. Hij moest heel voor zichtig te werk gaan en zich gema tigd toonen, om zich niet de tegen werking van het Centrum (liberalen en demokraten) op den hals te halen en in de kaart te spelen van de link- sche groepen (socialisten en commu nisten). Maar zijn hoofddoel lag na tuurlijk in de herstelling van de vrij heid van eeredienst en daarom moest de grondwet herzien worden en hier vooral was overhaasting te mijden. De herziening van de grondwet is een zeer ingewikkelde rechtspleging en zou moeilijk kunnen doorgedreven worden voor 9 December 1935. Vóór deze datum immers moest de her ziening van de grondwet goedgekeurd worden door 'n meerderheid van de twee derden van de Cortes, en zoo'n meerderheid kon Gil Robles niet bij eenkrijgen. Na 9 December echter was hiervoor alleen de eenvoudige meer derheid vereischt (de helft plus een) Intusschen nochtans verslapte de geestdrift van de aanhangers van Gil Robles, die met ongeduld de beloofde roijzigingen tegemoet zagen. Het was tijd dat Gil Robles 'n deel van het gezag eischte en zoo nam hij in Mei 1935 deel aan 'n nieuwe regeering Lerroux. Reeds einde Juni ondertee- kende de President van de Republiek 'n dekreet waardoor aan de Cortes de basis voor 'n grondwetsherziening werd onderworpen. Naast enkele po litieke omvormingen zijn ook vermeld de bijzonderste artikelen die de gods dienstige vriiheden belemmeren en die we reeds hooger genoemd hebben. Dat was in ieder geval 'n groote stap maar de wereldsche opvatting bleef nog, en ook de neutraliteit van de Staat tegern 'er de Kerk. Gil Robles hoonte na 9 December zijn plan dui delijker af te werken. Maar weldra ontstonden moeilijk heden. Rond het einde van Septem ber 1935 viel het Kabinet Lerroux. Het werd zonder groote wijzigingen her opgericht onder de leiding van Cha- paprieta. Doch tegen hall-October werd het volle storm. Daniël Strauss, 'n inrichter van spelen, die bedrogen werd in de verwachting van zekere toelatingen, verklikte enkele hooge ambtenaren en politieke persoonlijk heden betrokken in spélschandalen. De ministercrisis die nu volgde werd zoo gemakkelijk niet opgelost. Cha- paprieta gelukte erin 'n nieuw Ka binet te vormen, maar. het was er een zeer wankel. Het werd maar erger en rond half December moest ook dit nieuto Ministerie Chapaprieta begeven. Maar nu werd 'n minderheidskabinet Niettegenstaandtk-de -zwn tAj van Gil gevormd, met de miafhxxikelijke Por- tela Valladares, waarin Gil Robles niet opgenomen werd. Dat is hier 'n zet van de President Alcala Zamora, die hoewel in zijn privaat leven voorbeel dig katholiek, dikwijls neigingen ver toont om op politiek gebied de Ka tholieken een voetje te lichten. Voor al die Gil Robles mocht hij niet goed lijden. Thans is het uur kritisch. De da tum van 9 December is thans ver streken maar Gil Robles maakt geen deel uit van de regeering. Verder wor den reeds de aanstaande Kamerver kiezingen aangekondigd, terwijl de linksche groepen, die na de mislukte opstand van 1934 zeer verzwakt wa ren, thans weer het hoofd opsteken. Gil Robles staat voor 'n moeilijke taak. Hij heeft het heil van het ka tholicisme in Spanje te verdedigen. Nu vreest men dat hij te lang ge wacht heeft om van zijn macht ge bruik te maken, maar van een succes volle verkiezingsveldtocht wordt het beste verwacht. (Verboden nadruk.) ROSKAM. iBEBaBBBBBHBBBBBBBBBBBBEEBBiHBBBBBSBHïIïlBBHBBHBBBBBBSBïlHBS UIT ST IDESBALD Onder den corlog redde hij 42 Fransche soldaten :n komt daarvoor nu vereeremerkt te worden Dit is de nieuwe wolkenkrabber van New-York waar de T.S.F. station inge richt is. Deze T.S.F.-stadkostte aan de stad New-York 250 miljoen dol lar en staat gebouwd op grond toebe- hoorende aan Rockefeller. isaxMxiafisiaBEZiHEaHBBaiH in België, van nu tot einde jaar, aan wie ons zendt in postzegels of stort op post- checkrekening 155.70 van V. Sansen-Van- neste, Drukker, Poperinge. de som van I-S,80 FRANK. Voor het Buitenland zende men on* per internationaal Postmandaai: Uit Frankrijk: 38 frank. JJit Amerika:. 5§ frank. Een groote onderscheiding viel te beurt aan onzen ouden zeebonk Hendrik Ghys, bijgenaamd Kosom zijn heldhaftig heid gedurende den wereldoorlog. Hij werd vereerd met de Eeremedaille van het Ministerie van Buiten'zndsche Za ken Ziehier hoe de feiten zich voordeden: Men teekende November 1914. Een deta chement Fransche soldaten, bestaande uit 42 man, werd achtervolgd door de Duit- schers. Zij stonden op het punt te sneu velen of zich krijgsgevangen te geven. Ghys, onder het doodend vuur van de Duitschers, vaarde met zijn boot naar den overkant van de IJzermonding, nam ijlings de Franschen aan boord en ge lukte erin zonder een man te verliezen ■bs aan veilige wal te zetten. Zijn zoon Henri echter stierf een jaar later als ge volg van ziekte bij deze koene daad op- geloopen. Henri Ghys verblijft thans te Idesbal- dus en vaart nog immer. Wij wenschen hem dan ook hartelijk proficiat voor die hooge onderscheiding. Ministère des Affaires Étrangèrcs Le Président de la République Frp.n- ?alse. Sur la proposition du Ministre des Affaires Etrangères DÉCRÈTE Une Médaille d'honneur en vermeil est déoernée Monsieur Ghys Henri, sujet Beige, pêcheur a Coxyde. Fait a Paris, le 13 décembre 1935. Signé: A LEBRUN. Cont. S.: P. LAVAL. Toen we dit vernamen moesten wij daar natuurlijk meer over weten. Hoe! Hier te Koksijde leeft een man, eenvoudig en als verdoken, iemand door allen zoo goed gekend, en nog nooit heeft hij ons over zijn heldendaad gesproken. Dat is al le ver gaande bescheidenheid. Nu we kennen onze visschers, zij zijn zoo een voudig en zoo gewoon aan moedige daden, dat ze dit als heel natuurlijk opnemen, Henri ten andere is een dier mannen. Doch nu wilden we er het fijnste van weten. A OP INTER VIEtm. Door (slingerpaadjes gaat het tusschen R *1 Tel. 79. VOLKSHUIS, Ieperstraat, 29 Tel. 79. van het grootste wereldgebeuren het boeiendste werelddrama Zaterdag 1 Februari, te 8 uur. Zondag 2 Februari, te 2, te 5 en te 8 uur. Maandag 3 Februari, te 5 en te 8 uur. Dinsdag 4 Februari, te 8 uur. Woensdag 5 Februari, te 8 uur, Een der schoonste films van 't jaar. RasBEriEBEaaBBasBsassBKSBEsi in c!e sprekende fi(m Met spelers als in de hoofdrollen laan Ga&Sn EEN FILM met machtije insceneering. flawftna Pfii-roi» EEN FILM voor iedereen, jong en oud. üeWUDe IïlJZ«l HENRI GHYS, ZOON, die stierf tengevolge ziekte bij die red dingswerken opgeloopen* HENRI GHYS De moedige vicscher prachtige duinen, waar lachende villa's als paddestoelen oprijzen, loopt de weg langs het kapelletje van den H. Idesbal- dus naar de woonplaats van onzen held. Nu slijt hij zijn dagen in welverdiende rust, bij een zijner dochters, Gabrielle, die een mooien, welbeklanten visch- winkel houdt op Idesbaldus-Baden. De ontmoeting is gulhartig zooals het gaat onder bekenden. Henri, ik moet u oprecht geluk wen schen. 't Is prachtig. Dank u, 't is wel nietwaar, ik ben er oprecht gelukkig om. 't Is wat laat gekomen, maar beter laat dan nooit, is 't niet? Zeker, zeker Henri, en 't is verdiend. Maar zou het nog gaan om dit alles eventjes te vertellen? Zeker, want zulke dingen vergeet men nooit, zegt onze stoere yisscher. ZIJN LEVEN. Onze stoere visscher Is nog in de volle kracht van zijn leven, breed geschouderd, sterk gespierd, een door zon, weder en wind gebruind gericht en in volle ge zondheid, een echte visscherstype. Op 12 jarigen ouderdom ging ik in dienst: Mijn-oudors waren visschers zoo als ik. De zee dat is mijn leven en nu ben ik om zeggens altijd aan het strand. Op 17 jarigen ouderdom begon ik als meester of baas. Nauurlijk heb ik hard moeten werken, want ik heb twaalf kin deren gehad, waarvan er nog zes in leven zijn, maar ge ziet, met den zegen van Ons Heere heeft het altijd gegaan en alles is goed verloopen. Op den ouderdom van 64 jaar werd ik afgemonsterd en nu rust ik hier sedert Juni 1935. Mijn zoon Lucien zal mijn beroep voortzetten, maar eerst most hij goed leeren. Overlaatst kwam hij eerste uit. DE REDDING. In het jaar 1914 werden alle visschers van Nieuwpoort bevolen de stad te ver laten. We trokken met ons schip naar Duinkerke. Na aanvraag en inlichtingen genomen te hebben, kregen we de zeker heid dat Nieuwpoort vrij was. Het was voor ons een gTOote vreugde te mogen terug keeren. Veel spel mieken we niet, we brachten ons schip in orde en vaarden onze geboortestreek te gemoet. Onder weg hadden we slecht weder, doch verder ging alles goed en zonder ongelukken staken we te Nieuwpoort aan wal, t.t.z. we vaarden bij de stakkaden (tijvuur) waar we het anker wierpen. Dit moesten we, want verder konden we niet door de vele trossen welke de pontiniers daar gespannen hadden. Aan den Westkom hadden we de Fransche soldaten en aan den Oostkant de Duitschers, 't Was in den nacht van 10" op lln... De vijand kwam langs den IJzer op de stakkaden. Door de geweldige storm die was losgebroken, hadden we meer of werk met ons schip, en hadden we de Duit schers niet zien aankomen. Regen, sneeuw en hagel wisselden af en de baren mar telden geweldig ons schip. Opeens zag ik de Duitschers, doch gebaarde van niets, ik stak me weg en loerde. Een Duitsch officier legde aan om op mijn schip te komen. Hij kroop over twee half stuk geschoten booten die daar lagen en wilde over het ijzer dat van mijn schip uitstak op mijn schip klimmen. Door het slin geren van mijn boot en het gevaar dat hij liep door de golven mede gesleurd te worden, begaf hem den moed. Hij durfde niet en keerde terug. Gelukkig voor hem. De eene maal werden we dicht bij de Duitschers geslingerd, de andere maal ervan verwijderd. De officier riep soldaten en gaf hun het bevel op mijn schip te springen zoodra het ln hun nabijheid kwam. Zoo toch verstond ik het. Ik had heel zeker die soldaten moeten overbrengen. We waren op een tiental meter van den vijand. Ik bleef koel bloedig. Doch de Duitsche soldaten had den niet veel goesting om op mijn schip te klimmen. Ik verstond zoo iets van als er gevaar is voor u, dan is er ook voor ons». Dit riepen ze naar hun overste. Mijn zoon Henri had ook zijn handen vol werk, ge kunt wel denken, en de brave jongen zegde niets. Da dag brak aan, en wat zou het nu worden? De Duitschers hadden me gezien en riepen zoo iets van Alhier komen, brave manMaar de brave man hoorde niet op dat oor. Toen ze z:-gen dat overkomen onmogelijk was, gaf de officier een signaal en wel 3.000 soldaten sprongen op. Ze hadden daar gelegen, zij aan zij, gereed om over gezet te worden. Nu trekken ze de duinen in, Lombarcisijde op. Wat een verlichting, ze waren weg. Na eenigen tijd kwam er weer een bende in stormloop. Verduiveldzegde ik tot mijn zoon, daar nog een bende, en dia komen om ons te halen. Gij, jon gen, naar bsneden, draai u in een visch- net en zorg dat ze u niet vinden. Naar mij moet ge niet zien, en nu vlug en stil, verstaan! Ik zelf ging achter de stoof en dook me met een zeil. We hoorden een man in 't water ploffen of springen en wat later was hij op het schip. Hij kwam beneden, zocht rond en voelde in de kooien. Malheur, il n'y a personnehoorde ik hem al met eens zeggen. Eenige andere hadden de twee andere booten onderzocht en we hoorden roepen II n'y a personne, nous sommes perdus! Hé! Vader, hoort ge 't, 't zijn Fransche soldaten, we moeten helpen. Zek°r jongen, hop!We liepen naar 't dek en de Franschen jubelden SAUVÉS! Ze boden me hun geld aan: «Help o: an gij moogt het hebben Neen. houdt uw geld, ik zal u redden, want ik ben een Belg! Vlug smeet ik een koord en weldra was ons schip tot zinkens toe geladen. Twee en veertig man met pak en zak. Zes waren er nog over, ze aarzelden en 't was hun ongeluk, een werd doodgeschoten, de andere werden krijgsgevangen ge nomen. U moet weten, alles ging bliksem snel. Mijn boot was vol, onder in en op het dek lagen de mannen plat. DE BESCHIETING. Opeens begonnen de Duitschers ons geweldig te beschieten. Obussen vlogen voor, achter en langs beide flanken van ons schip. Zelfs tot op twee meter afstand. Wij moesten weg, 't was hoog tijd. Doch overal waren er trossen en koorden, weg konden we niet. Onder een bommenregen liet ik me met het hoofd voren langs mijn schip zinken, soldaten hielden me bij de beenen vast en met een groot mes sneed ik de koorden door. We vaarden om zeggens door het vuur naar onzen kant. Het schip werd niet getroffen. Ik gaf mijn zoon bevel een koord gereed te houden, aan wal te springen en er met de koord te büjven tot al de mannen gered waren. Een obus vloog krakend op onze stak kaden, mijn zoon plofte in esn put en werd als bedolven. Hij' grabbelde eruit en deed zijn werk. Op 10 minuten tijds waren nu alle mannen gered en liepen naar de statie van Nieuwpoort-Baden. Ik bleef op mijn schip. Een half uur later kwamen nog eens de Duitschers aan- geloopsn en begonnen naar me te schie ten met hun geweren, 'k Peisde, dat is nu hun koleire die ze uitwerken. Ik sprong over boord, zoo, dat ik aan den voorsteven van mijn schip hing, met de voeten in 't water. Het schip dreef gelukkiglijk wat af en kwam wat verder aan den trap. Met een wip was ik er op en met mijn zoon die daar ook kwam, liep ik in de eerste Fransche loopgraven. Daar ver bleven we tot na het bombardement, zoo van 9 tot 3 uur, dus 6 uur. Mijn 'jongen was doornat, had kou gevat en kon zich niet meer verwarmen. Daarna trokken we naar Nieuwpoort-Baden. SPIOENEN. Opeens ontmoetten we drie schild wachten. Die dachten met spioenen te doen te hebben. Ja, we waren nat en vuil en we moesten er ook vreeselijk uitgezien hebben. Ik zegde wel dat is nu nog het mooiste van alNu praten hielp niet en we moesten mede. We werden bij een officier geleid, maar daar ver anderde de zaak. We werden geluk ge- wenscht. Sapristie, 't deed oprecht deugd. Dan gingen we rap naar huis. De jongen was ziek, in 24 uren waren de helft zijner haren wit-grijs geworden. Sedert toen heeft hij altijd gesukkeld. Toch trok hij in 1916 op als soldaat, doch stierf op 17 April 1917. Allen waren gered, mijn zoon alleen stierf er van. Arme jongen. Hier pinkt Henri een traan weg. MIJN SCHIP. Met mijn rapport over de redding trok ik naar een Majoor te Oostduinkerke, om de toelating bekomen om mijn schip te redden. Daar werd ik goed ontvangen. Hij belde en een der geredden kwam binnen. Hij herkende me terstond. Ik kreeg de noodige bewijzen om overal door te moger_. Een soldaat ging met me mede. Weet gij zoo zegde hij, dat we recht naar onzen dood loopen! Zie ik zal er u het bewijs van geven. Ziet ge daar die villa, wel van daaruit kunt ge uw schip zien. Als ge daar uw hoofd durft toonen, dan zit er een bal in, 'k late varen van bij uw scllip te gaan Goed, we gaan in de villa. Zoo gezegd, zoo gedaan. Voor een der vensters was een ijzeren plaat. Voorzichtig stak ik mijn hoofd erboven en pan! Gelukkig had de soldaat mij met een ruk weg getrokken. Goed, ge hebt gelijk, we keeren terug En zoo heb Ik mijn schip in den steek moeten laten. Nu ber, ik gedekoreerd, na 22 jaar. Zie Ik ben er oprecht gelukkig door Dat geloof ik Henri, en ik wenseh er u nog eer,s hartelijk geluk om, nu nog te meer, daar ik nu uw mooie daad van A tot Z ken. Ge moogt geiooven dat alle Koksijde na ren echt fier zijn over u en dat het heel zeker daarbij niet zal blijven Na nog wat'gepraat te hebben, scheid den we en laten Henri overgelukkig, mid den zijne gelukkige kinderen. Wat we ongelukkig vinden is dat zulke menschen, die gansch hun leven wroeten en zooveel goed doen. nog niet mogen bogen p een pensioentje, dat hun zou helpen en steunen in hun ouden dag. UB9i&2aBEXEBEEBBB«igXHBEBBBEB Ingevolge artikel 20 van het Koninklijk Besluit van 26 Juni 1927, dienen de beurs- aanvragen vóór 15 Maart aanstaande naar den Gouverneur gezonden te worden. De schoolhoofden of de aanvragers kun« nen formulieren verkrijgen ten stadninz^

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1936 | | pagina 1