De Stem m tiet Dart
DE WOLHANDKRAB
ENSDE STROOP
Een gevaar
voor enze Visscherij en enze Dijken
GEDACHTEN
I Dat de ooge niet en ziet
en bekommert het herte niet.
I 1) Ge krijgt het geld op tijd terug, zon
der aandringen... Uw vriend zal dan ln
het vervolg iets ln zijn toon hebben of hij
V een dienst bewezen heeft.
k 2) Ge krijgt het geld op tijd terug met
fcandringen. Uw vriend zal U terstond het
bock dat gij van hem te leen hebt, op hoo-
pen toon terugvragen!
II. COURTHS-MAHLER
MINISTERIE Tan LANDBOUW
IN DEN NEGER
'14% redenen om de voor
ga keur te geven aan de
Gemengde Stroop.
WEET GÏJ...
ANKER -Naaimachienen
'T ROOS KRUIS
Een Chineesche ECrcsb in Europa
WEKELIJKSCH
LITURGISCH RULLETIJN
BIJVOEGSEL AAN DE POPERINGEN'AAR EN DE HALLE VAN ZONDAG 14 FEBRUARI 1537. Nr 7.
te vele scheurt den zak.
IX t niet schuldig en ls, en moet het
■biet gelden.
Peitens weigeren ls half geven.
Zotten blijven zotten,
al drinken z"uit gouden potten.
■BaseaRHigaiiBaiBHEiEflaiiB
ijÉT manneke
uit os
BESTE DAMES EN HEEREN -
Ge zult mij wel permittee ren
Hier 'n beetje te filosofeeren
Over zekere toestanden
Die zich voordoen in alle landen!
Maar ik wasch er voor m'n handen
Morst ik U, door m'n zwetsen
In uw eigenliefde kwetsenl
1 Want 't is eene nog al kiesche zaak, die
'k nier aanraak, 't Gaat namelijk over...
*t geld leenen!
Uit 't Hollandsch dagblad De Tele-
fraafknippen we daarover de volgende
filosofische beschouwingen...
Leen 100 fr. aan een vriend, tegen 1
Maart terug te betalen.
Dan zijn er acht mogelijkheden...
3) Ge krijgt het geld te laat terug, zon
der dat ge aangedrongen hebt:
Uw vriend verwacht dat ge hem op en
thousiaste wijze zult bedanken!!! Neem
b. v. de houding aan die ge zoudt aannemen
tegen den man die U uw sinds jaren ver
loren gewaand kind komt terugbrengen!
I 4) Ge krijgt het geld te laat terug met
aandringen. Nu kunt ge in 't vervolg ten-
tninste weten wie van U gezegd heeft dat
ge ln den omgang niet meevalt en dat ze
U éérst eens wat langer zouden moeten
kennen
5) Ge krijgt het geld ln kleine gedeelten
terug, zonder dat ge aangedrongen hebt:
Ge zijt uw vriend kwijt, maar dat ligt aan
tJ zelf, want ge zult 't gevoel hebben dat
ge 't geld nooit hebt teruggekregen!
6) Ge krijgt het geld in kleine gedeelten
te rug met aandringen.
In het gezin van uw vriend zal in het
Vervolg over U gesproken worden zooals
ln de betere kringen van Venetië over
Bhylock gespreken werd (ge weet wel die
monsterfiguur van uitbuiter uit de «Koop
man van Venetië».
7) Ge krijgt het geld niet terug en ge
hebt niet op de teruggave aangedrongen.
Ge zult in 't vervolg minder van uw
Vriend merken, dan indien hij overleden
ware!
8) Ge krijgt het geld niet terug, niette
genstaande uw aandringen.
Ge hebt U een gevaarlijke doodsvijand
gemaakt voor wiens kindskinderen uw
kindskinderen zich nog in acht zullen
moeten nemen!
Ehwel! Wie zegt beter?
'k Wensch U van 't nooit te moeten on
dervinden.
EN HEBT GE T NOG niet ondervonden
De griep die is weer eens op ronde!
Maar allee! 't Is alle Jaren 't zelfde spel
en we zijn daaraan zoo stillekens gewend
geworden, lijk aan de zomers zonder zon,
do winters zonder sneeuw noch ijs... en
aan 't water dat uit den hemel valt.
We zijn tcch zoo gewend
Aan al dien regen
Dat vrouw, zoowel als vent
D'r hun pamplersn nu aan vegen.
't Is maar goed ook, want al dat steen-en
en klagen haalt toch niemendalle uit, en
als g'er tranen om stort... dan regent het
tiog meer!
HEBT GE HET AL gehoord, dat de
vrouw van Dikke Miel in 't water gevallen
ls, bij 't schaatsenrijden, verleden week?
Arme vrouw!
Men heeft echter met sukses kunst
matige ademhaling toegediend, en nu is
z'er gansch boven op.
Arme Miel!
Zijn 't dan altijd de "rouwen die 't moe
ten bezuren?
GOUD, DAT STOM IS
Maakt recht wat krom is.
Maar. wat eerder dom is
■En nog ai erg
In Amerika is er nen b:rg
't Spijt me tot in 't merg,
Die voor dtielft uit goud bestaat
Dat door elkeen wordt versmaad.
Die berg heeft eene waarde van rond de
honderd zestig millioen frank aan goud,
en... niemand wil het hebben.
Die berg staat op 't grondgebied der
Amerikaansche stad Colorado Springs.
Niemand wil 't goud hebben om de simpe
le reden, dat de kosten van het uithalen
wel tweemaal de waarde zouden bedragen.
Het goud zit in het vuil dat door de fa
brieken der stad wordt geloosd: die gooien
per jaar ongeveer 300.000 ton goudhouden-
de stoffen weg; ze bevatten een waarde
van ongeveer een hal ven dollar per ton
aan goud.
De berg is voor 't oogenblik zoowat vier
-flinke blokken huizen lang en twee breed,
bij een gemiddelde hoogte van ruim dertig
meter. Als het hard waait, wordt er be
weerd, kunnen de burgers dier stad, de
(■■asBBaiBHaBssaaaaasBaass»
Mengelwerk van 14 Februari 1937. Nr 1.
door
H-OOFDSTUK I
In de plantsoenen voor de warme bron
nen te Wiesbaden wandelden de kurgasten
bij het ochtendconcert. Het was een
prachtige morgen in Mei, vol lentelucht,
zonneglans en bloemengeur, een voor
jaarsmorgen, zooals dichters dien bezin
gen. Hij tooverde een blij, hoopvol lachje
op al die jeugdige en oude gezichten. De
gezonden voelden zich nog sterker, en
voor de zieken was het als een belofte op
genezing.
Een groepje elegant gekleede heeren
stor.d bij den ingang van de bronhal. Zij
dronken langzaam, met gewichtige gezich
ten het lauwe bronwater uit hun genum
merde glazen. Zij maakten daarbij grap
pen over den flauwen smaak, opmerkingen
over de voorbijgangers en lachten zóó ver
genoegd, dat men hen onmogelijk, als
lijdenden kon beklagen.
Een slanke. Jongeman, aan wien men
dadelijk zag, dat hij een officier in civiel
was. en zich bij de laatste manoeuvers
een lichten aanval van rheumatiek op den
hals had gehaald, maakte de andere hee
ren levendig opmerkzaam op de voorbij
gaande vrouwelijke schoonheden. Met ze
keren blik zocht hij er de elegantste voor
jaarstoiletten uit en onderwierp die door
zijn opmerkingen in zekeren zin aan cen
suur.
In de wandelhal verdrongen de men-
schen elkaar. Daar de grond in het park
nog wat vochtig was, liepen zij, die het
gevoeligst waren, liever op de droge stee-
pen tegels van de hal.
Menig opvallende persoonlijkheid dook
fijne deeltjes goud uit hun kleeren bor
stelen!
Maak er U geen kwaad bloed om, zulle,
beste Lez rs en alderliefste Lezereskens,
dat zoo'n dingen hier niet gebeuren, want
anders wordt... g'oud vóór uwen ouderdom.
SPOORWEGEN zijn toch prachtige
uitvindingen, vindt ge niet?
'k Geloof U gaarne, ik heb er mijn
fortuin aan te danken.
Ingenieur?
Neen, erfgenaam van ne suiker-non
kel. die omkwam bij een spoorwegramp!
'N GEDACHT:
Geld maakt aap en uil en ezel
Burgemeester, man van staat
Wijn maakt d'allerfijnsten kwezel
Tot een wakk'ren kameraad!
Als 't niet te veel 'n is!
DE LIEFDE, DA'K HIER BEZING
Is soms een aardig ding
En hangt, 't is wat straf!
Van allerlei omstandigheden af.
'k Haal hier, aangedaan,
U thans het voorbeeld aan
Van ne verliefde snul
Uit 't land van John Buil
Dit weigerde voort te verkeeren
Omdat zijn lief, zich niet liet tatoueeren!
't Land van John Buil ofte Jan Stier
da's Engeland en tatoueeren beteekent fi
guren of letters op de huid inprikken of
insnijden.
Onzen held dus Lewis Iron is de meest
getatoueerde man van de wereld. G'hebt
nen titel of g'hebt er geenen!
Overlest zette hij zich aan 't vrijen en
eischte van zijn toekomstige vrouw, dat ze
zich ook liet tatoueeren. De liefde doet mi
rakels en d'ongelukkige aanvaardde het
voorstel... in 't begin, maar als ze zoo een
goed dozijn zittingen doorgemaakt had. en
dat haar lijf met enkele schóone... ver-
sielsels bezet was, verklaarde ze dat z'er
genoeg van had, en dat d'experiëntie daar
mocht ophouden...
En de ontgoochelde minnaar verzaakte
aan het huwelijk. En nu vraagt hij in de
gazetten... een nieuwe vrijwilligster...
We wenschen hem van harte... geen
nieuw slachtoffer te vinden, d'r zijn alzoo
al sukkeleers genoeg op de wereld!
VASTBERADEN
Laat 'k U raden
Beste Lezers mijn
Naar wat de clouzal zijn
Van d'Expositie van Parijs
Ge raakt er niet uit wijs!
Ei! Ei! Ei!
't Is een... ei.
De «-clou» da's anders zooveel als de
grootste aantrekking. Te Ambovam-be, op
het Madagascar ei...land hebben ze ttus
een ei gevonden, een enorm ei, dat moet
gelegd zijn door ne rare vogel, die door de
geleerde bollen gekend is onder den naam
van Acpyromus en waarvan het ras sedert
meer dan duizend jaar uitgedoofd is. De
inhoud van dat ei is gelijk aan dezen van
honderd vijftig kiekeneieren.
t Museum van New-York heeft er 3.000
dollar voor geboden, naar de overheden
van Madagascar hebben besiotsn het te
Parijs ten tcon ta stellen op d'Expositie,
die ginder eerstdaags gaat geopend wor
den.
't Zal daar wel 'n beetje meer opbren
gen, en dat el zal dan in zekeren zin... 'n
kiek zijn die gouden eieren legt!
Wat ne koekenbak!
Zedeles... 't eiland Madagascar heeft
zijn naam niet gestolen... want 't is voor
waar 'n echt ei...land!
T WAS DE FEESTDAG van Pier Pan
toffel en zijn Triene gaf hem te dier ge
legenheid nen nisven zakdoek.
Wat is me dat nu wijf? vroeg Pier,
nen nieven neusdosk voor mijnen feestdag.
Is me dat nu ook al ne kado? 't Is maar
flauw zulle!
Belooft U kerel, antwoordde Triene,
dat ls juist wat ge noodig hebt, want 't is
't eenige ding waar ge nog uwen nsuze in
te steken hebt in mijn kot!
VAN DEN NEUS GESPROKEN.
Ge weet dat er menschen zijn die langs
hunnen neus snuif snuiven, da's nog niks,
want dat doodt de microben, maar d'r
zijn er anderen, die langs dezelfde gaat
jes coco ofte cocaïne opsnuiven, en da's 'n
andere affaire! Bijzonder in China is dat
'n plaag geworden, en bij ons beginnen
ze ook al die verderfelijke gewoonten in
gang te vinden. Te Brussel is er al zcó
meer dan een schandaal aan den dag ge
komen.
Maar hoe is 't in Gods naam mogelijk
dat er menschen zijn die daar pizelier in
vinden hun eigen zeiven zoo te vergifti
gen? Daar kan ik, met al mijn verstand,
geen kop aan krijgen, zegt Marenta.
Ja, schaap, wat wilt g'er aan doen...
Zijt g'uw gezondheid kwijt
Dan merkt ge tot uw spijt
Spoedig en ras
Hoe kostbaar dat ze was
Niet enkel de menschen moeten gezond
zijn, maar ook het land waarin de men
schen wonen... En eindelijk he:ft men in
ons land gezien dat Belgiü niet gezond
kon zijn, zoolang het Vlaamsche volk zijn
rechten niet 'n had. en niet op denzelfden
voet geplaatst werd, als de anderen, die
geen Vlamingen zijn!
Maar allee! 't Is nooit te laat om wel te
doen, en 't verleden is zoo rap... verge
ven!... maar daarom nog niet vergeten!
SLIMMEKENS werd ne keer op ne la
ten avond, dat hij van 'n psnsskermis
naar huls toe zwadderde, door een baan-
strooper, op 'n eenzame plek, aangevallen.
Uw geld of uw leven, zei de sloeber
met wapen in de hand.
Neem mijn leven maar, zei Slimme-
kens, want mijn geld bewaar ik voor mijn
ouden dag!
Geluk er meê
PAKKEN WAT GE KRIJGEN KUNT
Dat is ne slechte stiel
Daar vindt men weinig welvaart bij
Zoomin naar lijf als ziel
Lukt soms ne keer ne kwade slag
't En zal niet lang verblijen
't Is korte vreugd en lang beklag
't Bedrog zal nooit gedijen.
iSflSBEBaaaBZEBBSBBBBaafiflBaaa
uit de menigte op. De jonge ofiicier scheen
hen allen te kennen en gaf inlichtingen.
Daar de menschenstroom zich in gere
gelde rijen, naar rechts uitwijkend bewoog,
was het gemakkelijk iedereen op te mer
ken, en door ieder opgemerkt te worden.
Nu weerlfionk de wals uit de Flsder-
maus.De heeren, die bij de bron ston
den, neurieden de melodie m-de, en de
jonge officier gooide heimelijk zijn glas
achter de struiken leeg.
Deze wals en een kuur aan een war
me bron brr dat gaat niet samen, zei
hij, terwijl hij rilde.
De anderen lachten.
Ik zou ook liever champagne drinken,
antwoordde een ander. Champagne en de
wals uit de Fledermaus daar is har
monie in!
Maar zij haalden toch allen een nieuw
glas uit de warme bron.
Daarna namen ze hun plaats weer ln,
die hun bijna dagelijks tot een observatie
post diende.
Zij stonden er nog niet lang, of twee
dames wandelden voorbij.
De Zon, fluisterde de luitenant.
Aller blik werd op de jonge dame ge
richt, op wier arm een zeer lijdend uit
ziende vrouw van boven de vijftig Jaar
steunde. In de oogen der heeren was de
grootste bewondering te lezen.
Deze twee dames waren elke morgen aan
d* warme bren. Maar zij spraken nooit
met iemand, schenen niemand te kennen,
en niemand kende blijkbaar haar. Het
jonge meisje, dat door den luitenant De
Zonwerd genoemd, rechtvaardigde deze
vleiende benaming door haar schoonheid
en de zonnige uitdrukking op haar gezicht.
Zij was een slanke, bevallige verschij
ning van ongeveer twintig Jaar. Vol liefde
boog zij zich naar de oude, geheel in het
zwart gekleede dame, en reikte haar nu en
dan het nog half volle glas toe. Zij droeg
een eenvoudig, maar zeer elegant donker
blauw wandelpak en een breiden stroo-
hoed, met groote strikken opgemaakt, die
haar zeer goed stond.
Na een kort* wandeling was het glas
Dat heeft meneer Drohin van Parijs
ook ondervonden. Die vent was boekhou
der in een groote fabriek. En op ne mor-
gend vonden z"hem gebonden liggen aan
handen en vo:ten op zijn bureel. De kof-
ferfor stond open en d'r mankeerden zoo
entwat van honderd vijftig duizend balie-
kens. Meneer Drohin verklaarde dat er
daar twe; bandieten binnengekomen wa
ren, ze wilden hem scheermesjes verkoo-
pen, zei hij, maar hij had hen wijs ge
maakt dat hij geen geld bij zich had. Ze
wilden maar niet virtrekken. Toen deed
hij de brandkast open en sprak: Hier heb
ik een biljet van 1000 fr.. ik zal U een do
zijn me-jes koopen, als ge mi! kunt weer
geven. Op 't zilfde oogenblik pakten ze
meneer Drohin vast, zoo zei hij, bonden
hem bij handen en voeten, staken hem
een prop in d:n mond, en sloegen op de
vlucht, na uit de kast de 150.000 baarden
te hebben meêgenomen...
Maar nu hebben ze Drohin zoodanig on
dervraagd, dat hll moeten bekennen heeft,
dat hij zelf de 150.CO0 pataten weggemof
feld had... en de gansche komedie verzind
had cm achterdocht te vermijden.
'n Toekomenden keer zal hij nog wat
slimmer moeten te werk gaan of... ieder
't zijne laten.
EEN GAUWDIEF zag ne grooten heer
zitten met gouden kr.oopen aan zijn jas.
Hij sloop er naartoe en sneed den, heer ne
knoop van zijn jas.
Maar de heer had het bemerkt, en even
gauw had hij zijn pennemes gegrepen en
sneed den gauwdief gauw 'n oor af.
Aimijhier is uw knoop, zei de dief.
En hier is uw oor, zei de heer... ieder
het zijne
IETS DAT TEGENWOORDIG van de
mode niet mee', in. dat zijn de grafschrif
ten. Overlest ben 'k ne keer op 'n heel cud
kerkhof 'n wandellngsken gaan maken, en
daar las ik onder andere op het graf van
nen overleden schoenmaker:
Hola! reizer, trappel niet
Op hef graf, dat gij hier ziet
G'hebt mijn werk genoeg betrede®
Help mij liever met- gebeden!
En op het graf van mltnen gewezen
vriend Kwisnel die nooit stil 'n stond, las
ik 't volgend::
Kwispel, die ten allen stond
Niet als zwieren deed en draven
Springen, huppelen in het rond
Ligt in dezen kuil begraven
En bij het kruis dat gij hier ziet
En rust hij nu... misschien ook niet.
Ge zult mij permetteeren d'r aar te
twijfelen, want zoo slecht was de man ook
niet!
DE AMERIKANEN, 'k geloove da'k het
U reeds vertild heb, en meer dan eenen
keer, zijn fameuze stoefers. Maar met hun
grootdoenerij worden ze nogal dikwijls ge
fopt.
Zoo was er overlest ne man van t dol-
larland in 't pond stervri'ngenland ofte
Engeland aangeland. Spoedig had hij ne
gids gevonden, die als opdracht kreeg hem
de groote gebouwen van Nottingham te
laten bewonderen!
Als ze zoo voor een fameus groot ge
bouw gekomen waren, zei de gids:
Reusachtig groot, vindt ge niet.
Hm! zei de Amerikaan, zoo zijn er
bij ons in Amerika honderden.
'k Kan 't best gelooven, zei onzen
Engdschman... 't is een zettenhuis.
't Manneken uit de Maan.
B3j!B!95BBB5SSBSI&13BS»ilfli35BES32
KOSTELOOZE RAADPLEGINGEN
OVER TUINBOUW
Onze Lezers worden er aan herinnerd
dat de Rijkstuinbouwconsulenten aan alle
belanghebbenden kosteloos alle gewensch-
te inlichtingen over Tuinbouw verschaf
fen.
De Rijkstuinbouwconsulent voor de Pro
vincie West-Vlaanderen is de Heer J.
CUMPS, 24, Hoogweg, St Andries-Brug-
ge. Telefoon 324,50.
Men kan hem raadplegen: den 1° en 3n
Maandag van den maand, van 3.30 u. tot
4.30 u., in het «Café de la Poste», Graan
markt te Kortrijk; - den 2" en 4° Woens
dag van de maand, van 9.30 u. tot 10.30
uur, in De ZwaanOostendestraat <e
Torhout; - den Zaterdag van 9 tot 12 u.,
Hoogweg, Sint Andries-Brugge.
Men kan hem ook schriftelijk raadple
gen aan bovenstaand adres.
F. BLANCKAERT-VERLEENE
(Meesterkleermaker)
Gasthuisstraat, 41, Poperinge.
Tl» Besparing. - Dank sij haar lagen
prijs, stelt het gebruik van de Ge
mengde Stroop U In staat hederen
dag aanzienlijke besparingen te doen.
2. Voedend vermogen. De 60% suiker,
die ze bevat, maken van de Gemengde
Stroop het gezonde en bij uitnemend*
heid krachtopbouwende voedsel.
Eerste keus Kostumen, Overjassen,
Fantazijbroeken. Speciale zwarte
stoffen voor ceremonie. Eenige
verkooper der «BELGICA»-Regen-
mantels. Lederartikelen en spe
cialiteit van Lodens, gewaarborgde
herkomst van Alsace en TyroL
UNIFORMEN.
DE LOONEN
IN DE BOUWNIJVERHEID
VOOR WEST-VLAANDEREN
De paritaire commissie der bouwnijver
heid en openbare werken van West-Vlaan
deren, heeft volgende beslissing genomen
in zitting van 2 Februari, onder voorzit
terschap van den Heer inspecteur-gene
raal Mommens:
a) Geschoolde werkliedende loonen
van 4,50 fr. per uur en minder zullen ver
hoogd worden met 0,25 fr. met een mini
mum van 4,75 fr.de loonen boven de
i,50 fr. per uur worden verhoogd met
0,20 frank.
b) Ongeschoolde werklieden: het mini-
1 mum loon van 4,00 fr. per uur, vastge-
i steld door de paritaire commissie en toe-
j passelijk vanaf 1 Januari 1937, wordt ge
bracht op 4,20 fr. De loonen van 4,15 fr.
en min worden verhoogd met 0,15 fr. De
loonen boven de 4,15 fr. worden verhoogd
met 0,10 fr. Deze loonregeling wordt toe
gepast in twee gelijke schijvennochtans
zal de grootste schijf, desgevallend, op
1 Maart 1937 toegepast worden. De twee
de schijf op 4 April 1937.
Deze regeling blijft van toepassing tot
einde Juni 1937.
casaaËügsBEzzaaassaassisaEssa
DE BELGISCHE INVOER VAN
LANDBOUWPRQDUKTEN IN
FRANKRIJK EN DE EEN-
HEIDSTAXE VAN 6 p.c.
Een decreet in het Fransche Staatsblad.
Het Fransche «Journal Officiel» publi
ceert een decreet, waarbij zekere Fran
sche koloniale landbouwprodukten vrijge
steld worden van de eenheidstaxe op de
produktie, welke taxe 6 p.c. bedraagt. Vol
gens de interpretatie van de algemeene
directie voor tolrechten, wordt deze vrij
stelling van taxe automatisch uitgebreid
tot de produkten van de landen met de
welke Frankrijk een overeenkomst inzake
de dubbele belasting heeft gesloten. Belgie
verkeert in dit geval en hijgevolg zullen
de Belgische invoerders van landbouw
produkten in Frankrijk van de vrijstelling
van de taxe in kwestie kunnen genieten.
«HEasiEBBBBDaBBEBSSnaCSSSBflBB
KAMION MET KATOEN GELA
DEN IN BRAND GESCHOTEN
TE STEENVOORDE
Een vrachtauto van een vervoeronder-
nemer van Duinkerke, geladen met ka
toenbalen, schoot in brand op de baan
van Stcenvoorde. In enkele minuten was
de kamion en de lading vernield. Een
herberg moest door de brandweer tegen
de geweldige vlammen beschermd worden.
aSaSSSESSE&BBHSasaBBaBIKtSBE»
ONS WEKELIJKSCH RAADSEL
I IN ALLE KRUIDENIERSWINKELS
I9B2BBXBBE8EBXBSSB3BSBBEB1BI
dat men versche visch het best be
waart door hem met zout tc bestrooien
en in een vochtigen handdoek te wik
kelen?
dat men de mosselen, om vergiftiging
te voorkomen, vooraf moet leggen een
uur in water met azijn vermengd en daar
na nog eenige minuten in zuiver water?
dat men den moddersmaak uit den
visch kan verdrijven door bij het koken
een korst brood in het water te leggen?
(aBSBSssaaEBBsaEBaESBaaaaaiiB
aan de spits van den vooruitgang. Wonder
zig-zag ANKER, naait alles! Geen beter
naaimachien dan ANKER... Wel duurder.
Vr. inlichting bij Vertegenwoordiger uwer
streek: Van Sevenant, Diksmuide; Amery,
Woumen; \V® A. Vervaecke, Waregem;
Lannoo, Koekelare; Verdoene, leper. Of
voor 't groot: M. J. Verhaeghe, Steendam,
Gent. - Overal voortverkoopers gevraagd.
Ï9BBBBBBSBBSBB9BBZEB3B[I9SBBB
leeg. Zij moesten nu vlak langs de troep
heeren, om het voor den tweeden keer aan
de bron te laten vullen. Beleefd deden de
heeren een paar schreden terug, en keken
haar na. Ai hiïn belangstelling scheen zich
op de Zonte concentreeren.
Het jonge meisje vulde het warme bron
water in het glas aan met koud water uit
de steenen kruiken, die bij de bron gereed
stonden, zoodat de oude dame het kon
drinken, als zij wilde. Daarna hervatten
zij haar wandeling, totdat ook het tweede
glas leeg was. Het jonge meisje gaf het
glas aan de cassa in bewaring, en moest
daarom nog eens langs de groep heeren.
Daarna verlieten de dames langzaam het
park.
Jammer, zei een der heeren zuchtend.
De zon is ondergegaan, merkte een
tweede op.
De luitenant beproefde door een spot
tende opmerking de vroolijkheid weer te
rug te roepen,
Er komt nu zeker een schilderij, dat
wij «Na Zonsondergang» zullen noemen,
zeide hij.
Een tamelijk gezet heer klopte hem op
den schouder.
In plaats van flauwe grappen te ver-
koopen, Dewitz, hadt ge moeten trachten
uit te vinden, wie die beide dames zijn,
Dewitz haalde de schouders op.
Het spijt mij zeer, maar geen mensch
weet, wie zij zijn. Men ziet haar nergens.
Nu. laten wij ons dan troosten. De
zon gaat eiken morgen weer op en aldus
zal ons een wederzien beschoren zijn.
Het concert was uit en nu verlieten de
heeren ook het park.
Intusschen waren de twee dames de
Taunusstrasse doorgegaan en de Wilhelm-
strasse ingeslagen en liepen onder de co-
lonnaden het theatre voorbij.
Zij liepen heel langzaam, waarbij de
oude dame stevig steunen moest op den
arm der jongere.
Nu lag het indrukwekkende Kurhaus
voor haar. Zij gingen door een ingang,
rechts van het Kurhaus, het park in.
Zullen wij eerst een poosje op het
Oplossing vorige week:
Mol Lens Teen Molensteen.
Nieuw raadsel:
Met m een slechte daad,
Met w soms ook een kwaad;
Met b is het de kant,
Met k iets dat men spant;
Met n een koude streek
En zonder iets een andere sfreeW.
Waarom lijden ai
HOOFDPIJN
MIGRAINE
TANDPIJN
GRIEP
RHEUMATIEK
ZENUWKOORTS
PIJN DER
MAANDSTONDEN
Sals de Wonderbare Bruine Poeder* van
der Apotheek DE POORTERE
Sint-Niklaa»-Wm:.
U oogonblikkelijk zonder tchadcl^Le «®vol«on
ven deze pijnen zullen bevrijdei
_De doo* v. 8 poider* 4 fr,_
De driedubbele dooe
25 poedert 10.00 fr.
Te verkrijgen in alle!
goede Apotheken ofj
vrachtvrij tegen
postmaudaat.
Gebruikt ze eens, U I
zult nooit geen an-l
dere meer gebruiken]
Nizzapleintje uitrusten, moeder? vroeg het
jonge meisje, met een liefdevolle zorg.
Neen laten wij nog eens een eind
verder loopen, Annie, ik voel mij nog sterk
genoeg. O, wat is het een verrukkelijke
morgen, mijn kind! De warmte van de
zon doet mij zoo goed! antwoordde de
oude dame, terwijl zij haar fijnbesneden,
lijdend gelaat ophief.
Annie Sundheim streelde teeder de
magere hand, die op haar arm lag.
Wat ben ik blij, dat gij u vanmorgen
wat beter voelt! Loopen wij niet te gauw?
De oude dame glimlachte weemoedig.
Ach, mijn Annie, wat moet het Je
moeilijk vallen om je flinken pas te rege
len naar mijn tempo!
Annie schudde lachend haar hoofd.
In, het geheel niet moeilijk. Niets valt
mij moeilijk als ik het voor u doe.
Zij waren voorbij de ramen van de lees
zaal gegaan, waarin de groote Eriersche
muurschilderijen zijn aangebracht. In een
rieten stoel voor een der ramen zat een
oude dame te lezen. Onwillekeurig had zij
opgekeken, toen moeder en dochter lang
zaam buiten voorbijgingen. Nu stond zij
verrast.
Dat was toch Bettina heel zeker
dat moet Bettina geweest zijn, zeide zij
zacht bij zichzelf, alsof zij haar twijfel
wilde onderdrukken. Zij nam dadelijk een
besluit. Zij liep snel door de eetzaal en
de twee conversatiezalen, daarna ging zij
door de met kleeden belegde gang naar de
garderobe, vroeg om haar parasol en
mantel en verliet het Kurhaus door den
achteruitgang.
Snel stak zij het groote plein over, dat
voor den vijver in het park lag en sloeg
den breiden goed verzorgden weg in, die
rechts van den vijver dieper het park in
voert.
Naar haar meening moesten de dames
dezen weg zijn ingeslagen.
Onderzoekend keek zij dien langs en
ontdekte ook weldra haar, die zij zocht;
zij hadden op een bank in den zonneschijn
plaats genomen.
Zonder aarzelen trad zij op de dames
Da ERIOCHEIR SINENSIS of wolhandkrab. Het mannetje, in tegenstelling met
de menschen ls het fierste, en draagt als een soort moffel juist achter de sterke
scharen, terwijl het wijfje zich tevreden stelt met min omslachtig behaarde scha
ren; in vergoeding is de onderzijde van het wijfje sterk behaard. Van beiden zijn
de 2 laatste pooten het meest en het dichtst behaard. De andere pooten van het
wijfje zijn niet behaard. Buiten de beharing gelijkt het wijfje op den rug gezien
wonderwel aan het mannetje; daarom hebben wij ze niet gereproduceerd.
Gedurende de laatste jaren heeft men
waargenomen, dat een krab welke uit Chi
na in Europa ingevoerd was, zich hier ge
heel heeft ingeburgerd zoowel in zee als in
het zoete water.
Deze indringer is ERIOCHEIR SINEN
SIS H. Milne Edwards, meer bekend on-
de? de naam van wolhandkrab (naar
aanleiding van de sterk behaarde scha
ren). Zijn kleur is olijfgroen, en zijn li
chaam (caxapax) -bereikt «en breedte van
ongeveer 7,5 cm.
In zijn vaderland bewoont deze krab
het brakke water (zoutachtig water) maar
hij kan zeer ver de rivieren opgaan; in de
Yang-Tse-Kiang (Blauwe stroom) heeft
men hem gevangen op een afstand van
1300 Km. van de monding.
Daar het dier in staat is gedurende
eenigen tijd buiten het water te leven
kan het zich ook over land verbreiden,
men heeft de wolhandkrab zelfs in hoo
rnen zien klimmen en in Hamburg is hij
zelfs in huizen binnengedrongen.
Deze krab heeft een groot weerstands
vermogen tegen schommelingen in het
zoutgehalte en kan zelfs den overgang van
zeewater naar zoetwater zonder nadeel
verdragen. Maar in de rivieren vindt men
alleen oudere exemplaren en vooral wijf
jes zonder eieren. De wijfjes met eieren
vindt men slechts in alle brakke water
van de riviermondingen. De voortplanting
schijnt zich dus in het ondiep kustwater
te voltrekken en niet in de rivieren. Te
gen dien tijd moeten de dieren de zee dus
opzoeken om er hun eieren te gaan leg
gen en dat tegen de kusten waar na het
uitkomen der eieren de larven hun ge
daanteverwisselingen ondergaan. De nieu
we generatie van jonge krabben zoekt de
riviermteidingen en trekt de rivieren op
tot ver in het binnenland.
In 1912, werd deze Chineesche krab voor
het eerst in Europa, en wel in Dultsch-
land, waargenomen. Op welke wijze het
dier uit China ingevoerd is weet men niet
met zekerheid. Wellicht hebben een aan
tal exemplaren zich vastgehecht tusschen
de wieren, polypen en eendenmossels die
doorgaans in groote hoeveelheden op de
scheepshuid vastgegroeid zitten en zijn
zoo doende met een schip uit Azië naar
Europa overgebracht.
i9E9B99SBE099BB9a99BB9BB3EBB
toe. Dicht naast de bank bleef zij staan.
Nog een onderzoekende blik werd op het
gelaat der oude dame gericht, die zich te
gelijkertijd verrast uit haar rustende
houding oprichtte. Ook in haar oogen was
het duidelijk te lezen, dat zij de andere
herkende.
Bettina, nietwaar jij bent het! riep
de aangekomene met verheugde uitdruk
king en tegelijk stak zij impulsief de hei
de dames haar handen toe.
Elisabeth welk een gelukkig toe
val! Wat verheug ik mij je nog eens te
rug te zien, antwoordde mevrouw Bettina
Sundheim.
Elisabeth von Saszneck boog haar frisch
gelaat en drukte hartelijk een kus op den
mond van mevrouw Sundheim. Ofschoon
zij bijna van den zelfden leeftijd waren
zij waren samen op kostschool geweest
leek mevrouw von Saszneck aanmerke
lijk jonger. Een ernstige ziekte had Bet
tina Sundheim vroeger oud doen worden.
Blijf zitten, Bettina, ik zag aan je
vermoeiden gang, dat je ziek bent. Maar
ik herkende Je dadelijk, toen ik Je in de
leeszaal voorbij zag gaan, ofschoon Je veel
veranderd bent.
Bettina glimlachte weemoedig.
Ja, Elisabeth, ik ben hier voor mijn
gezondheid, maar jij ziet er, goddank niet
uit, alsof Je 't noodig hebt hier een kuur
te doen.
En toch ben ik hier op raad van mijn
dokter, al is het dan ook maar cm ee.i
ziekte te voorkomen. Eerst wilde ik mij
verzetten tegen het bevel van den dokter,
omdat ik mij, Goddank, in het geheel niet
ziek voel. Maar nu ben ik toch blij, dat ik
gehoorzaam ben geweest. Nu zie ik Je na
jaren toch eindelijk terug. Wat is het lang
geleden, dat wij elkaar het laatst zagen!
Zeker vijf jaar!
Ja zoo lang is het wel. Wij hebben
elkaar, helaas slechts met lange tusschen-
poozen teruggezien. Sedert wij als half-
volwassenen onze gemeenschappelijken
kostschooltijd achter ons hadden, hebben
wij elkaar steeds weer door een gelukkig
toeval op reis ontmoet»
Op deze wijze is dit dier overgebracht
naar een ver verwijderde landstreek, waar
het echter gunstige ontwikkelingsvoor-
waarden heeft gevonden.
Sinds 1912 heeft de wolhandkrab zich ln
de rivieren der kustzone verbreid van
Frankrijk tot aan Rusland, terwijl hij ook
in Engeland, Zweden en Finland is bin
nengedrongen. Het is te verwachten dat
deze krab zich steeds meer zal verbreiden
over de binnenwateren van West-Europa,
waarbij hij vooral gebruik zal maken van
de scheepvaartkanalen welke de verschil
lende rivieren met elkaar verbinden.
Het feit dat het dier zich alleen in zee
kan voortplanten zou de veronderstelling
kunnen wekken dat zijn uitbreiding in de
rivieren beperkt ls. Doch de snelheid van
verplaatsing is zoo groot gebleken dat de
verspreiding van de wolhandkrab onrust
barende afmetingen heeft aangenomen.
Aanvankelijk meende men dat deze in
dringer onschadelijk was aangezien hij
geen directe schade aan de visscherij toe
brengt, en men dacht zelfs dat de water
vogels deze krabben zouden gaan eten in
plaats van visschen omdat ze een over
vloedig voedsel zouden opleveren, waar
door de krab zelfs nuttig voor de vissche
rij zou zijn. Maar in plaats daarvan is de
wolhandkrab een ware plaag geworden.
Door de groote aantallen waarin hij voor
komt (een wijfje legt gemiddeld 500.000
eieren) vormt hij een gevaarlijke mede
dinger voor de visch bij het voedsel zoe
ken. En daar naast veroorzaakt hij groote
schade aan de vischnetten waarin hij in
groot getal gevangen raakt. Buitendien
doet hij enorme schade aan de oevers en
dijken doordat hij deze geheel ondermijnt
met de gangen die hij graaft.
Deze holen reiken soms tot 1 m. diepte,
zijn ovaal en naar beneden gericht en ge
legen onder den waterspiegel. Op sommige
plaatsen trof men tot dertig gaten per
vierkante meter dijk aan. Eenmaal die
gaten gemaakt zorgen water en ijs om
het vernietigingswerk voort te zetten.
Van uit die gaten waar zij zich ver
schuilen bespieden de krabben hun prooi
en vluchten er naar toe als er gevaar
dreigt. Zij vallen ook de visch aan en
richten er verwoestingen aan.
Zie vervolg hiernevens.
IBBBSfl99BCB»aB3BBBBBBBBBBBB
Het lot heeft on ver van elkaar ge
bracht. Teen ik je voor vijf jaar te Sche-
veningen ontmoette, was ik ternauwernood
in staat mij over ons weerzien te verheu
gen.
Ja, jij arme, kort te voren had je Je
zoon verloren.
De oogen van mevrouw Saszneck wer
den vochtig.
Sedert zes jaar betreur ik mijn eenig
kind. Bettina. Mijn man stierf drie jaar
geleden; hij kon het verlies van onzen
zoon niet te boven komen.
De oogen van Bettina Sundheim vulden
zich met tranen.
Dus zijn wij belden weduwe, Eli
sabeth?
Hoe zoo, jij ook?
Ja, voor twee jaar heb ik mijn n:an
verloren en nog veel meer. Sedert dien tijd
ben ik niet meer gezond geweest.
Mevrouw von Saszneck greep haar han
den.
Maar jouw heeft het lot tenminste je
lieve dochter gelaten. Wat ben Je nog altijd
rijk! zeide ze op troostende toon.
Nu wendde ze zich tot Annie Sundheim,
die beleefd was opgestaan, om haar plaats
aan mevrouw von Saszneck aan te bieden.
Vergeef mij, dat ik je nu pas begroet,
lief kind. Je staat mij deze vertrouwelijke
woorden wel toe; ik kende je al, toen je
nog een heel klein kind was. Wel is waar,
zul je Je mij nauwelijks herinneren. Het
was ongeveer tien of elf jaar geleden, toen
wij elkaar te Zoppot leerden kennen. Je
noemde me toen heel lief en vertrouwe
lijk: tante Elisabeth.
Annies gelaat weid door een blos over-
togen.
Ik herinner mij dien tijd nog zeer
goed, mevrouw. Vraagt u het maar aan
mama. De goede tante Elisabeth, die mij
mooie poppen cadeau gaf, eu haar zoon
Hans, die prachtige kasteelen van zand
voor mij bouwde, hebben lang mijn kin
derlijke fantasie beziggehouden.
Mevrouw von Saszneck zuchtte.
Ja, lieve Bettina, toen waren wij zeer
gelukkig. Twee jaar later ontmoeten wij
FEBRUARI - SCHRIKKELM.
14 Z 1® Zond. v. d. Vasten. H. Valentinu»
Evangelie: Jezus door deu duivel bekoord.
13 M HH. Faustinus en Jovita
16 D H. Juliana
17 W Quatertemperdag. H. TheoduluS
18 D H. Simeon 3
19 V Quatert. H.Bonifacius v.Brussel
20 Z Quatert. H. Eleutherius
ZONDAG 14 FEBRUARI
1« Zoudag van de Vasten, halfdubbe!
1® klas, «lnvocabit me». Paars.
2® Gebed van den H. Valentinus; 3® ge
bed «A cunctis». Na de Mis Te Deum
voor den Paus.
Gansch het leven van den christen is
een leven van strijd. Doch de Vasten is
bij uitstek, naar het woord van St Ber-
nardus, de tijd van den christen kamp.
In het Epistel zet de Apostel ons aan
goed gebruik té maken van deze gunstige
gelegenheid om onze ziel met genaden
te verrijkenBroeders, wij manen U
aan, opdat gij de genade Gods niet vruch
teloos zoudt ontvangen. Want de Heer
zegt: «Ten gunstigen tijde hev ik u \er-
lioord, en op den dag der venóssing heb
ik u geholpen.Ziet, nu is het de gun
stige tijd, ziet, nu zijn het de dagen der
verlossing.
Deze strijd zal ongetwijfeld niet beval
len aan onze weerspannige natuur en
toch moeten wij hem met veel vertrou
wen aanbinden. Niets verlamt moer ons
streven naar een deugdzaam leven dan de
ontmoediging en de misleidende gewaar
wording dat het nutteloos is geworden
nog iets aan te vangen. Zeker, uit ons
zelf zijn we tot niets goeds in staat. Doch
wat vermogen wij niet met de hulp van
'den almachtigen God? Dan is er geen
bekoring of geen moeilijkheid die wij
.niet kunnen te boven komen. En deze
hulp is ons verzekerd indien wij er Hem
slechts om vragen. De Mis van lieden
vloeit over van verzekeringen van Gods
onfeilbare hulp: «Hij roept tot Mij, en
Ik verhoor hem, verlossen zal Ik hem en
hem verheerlijken. (Intreezang). Om
dat hij op Mij vertrouwd heeft, zal Ik
hem bevrijden, beschermen zal Ik hem,
omdat hij Mijn Naam erkent.» (Trac-
tus).
Het Evangelie verhaalt ons de beko
ring van Jezus in de woestijn. Geen be
tere bladzijde uit de H. Schrift kon uit
gekozen worden voor dit tijdstip van het
Kerkelijk Jaar, hetwelk wij thans binnen
treden. Wij hebben hier dus bet voorbeeld
van onzen Goddelijken Meester in den
strijd van de Vasten en ook in onzen
strijd van het christelijk leven. Het pro
bleem der bekoring treedt heden op den
voorrang. Bekoring vooreerst is geen
zonde, en wij behooren steeds goed on
derscheid te maken tusschen de "edaclite,
de aantrekking en de toestemming van
onzen wil, waardoor wij alleen kunnen
zondigen. Doch de bekoring blijft steeds
eet: onvermijdelijke beproeving, een ge
volg van onze vrijheid. Geduchte beproe
ving voorwaar en tot dewelke wij ons
behooren voor te bereiden. Zaligmakende
beproeving nochtans en hoezeer past hier
niet het vertrouwen waarover wij reeds
spraken.
DE H. KOENRAAD (Vrijdag 19 Febr.)
Niets scheen ridder Koenraad, die een
peisvol leven leidde met zijn vrouw op
het kasteel van Piacensa, voor te be
stemmen tot de heiligheid en de boet
vaardigheid die later zijn leven zouden
kenmerken. Eens dat hij op jacht was,
bespeurde hij een heele bende grof wild
in het struikgewas. Om het eruit te drij
ven, beval hij het struweel in brand t«
steken. Echter was de windrichting zoo*
dat niet alleen het struikgewas werd ver
nield, maar dat het vuur zich ook mee
deelde aan de omliggende velden, waar
de oogst rijp stond. Een dorpeling werd
aangeklaagd als brandstichter, voor den
rechter gesleept en op de pijnbank gelegd
tot hij schuld bekende. Reeds werd de
ongelukkige 'naar de galg gevoerd, toen
ridder Koenraad eindelijk vernam wat er
gebeurd was. Hij deed den onschuldige
in vrijheid stellen en verkocht zijn kas
teel en zijn goederen om de boeren scha
deloos te stellen. Ziin vrouw trad in liet
klooster en hij zelf leefde als pelgrim
en kluizenaar. Hij overleed in 1351.
4BB9BBBB>2BB!3BaBBBK9aaB2EB!EB
GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVRE-
DEN! NA LEZING, SCHUIF HET
IN HANDEN VAN EEN GEBUUR OF
VRIEND, ZOO STEUNT GE ONS.
DOE HET ZONDER UITSTEL.
DANK EROM.
iBBBBi&BBaBBsaESBflSflflaBGaaia
Ds wolhandkrabben verlaten vooral des
avonds het land, men heeft reeds op een
lengte van 150 m. zoo maar 26 van die
lieve diertjes ontmoet die hun avondlucht
je gingen scheppen.
Tot nu toe heeft men geen middel ge
vonden om de wolhandkrab in zijn uit
breiding te stuiten en eventueel uit t«
roeien.
Het Koninklijk natuurhistorisch mu
seum van België, 31, Vautierstraat, Brus
sel verzoekt iedereen, de visschers in zoet.
water, maar vooral de visschers in zee alls
twijfelachtige krabben met opgave van
vindplaats op te sturen. De verzending is
heel eenvoudig; het is voldoende een oud
kistje, een bonbondoos of een oud blik van
conserven en koekjes, op den bodem van
wat versch gras te voorzien en er enkele
luchtgaten in te make;». Het spreekt van
zelfs dat eventueele kosten door het Ko
ninklijk Natuurhistorisch Museum terug
betaald wordsn.
We hopen dat iedereen zal medewerken
om te helpen, die nieuwe plaag die onze
visscherij en onze waterwerken bedreigt,
te bestrijden. In alle geval moeten steeds
alle wolhandkrabben, die men niet op
stuurt, vernietigd werden. Wie vischt doe
bsst de illustratie en het artikel uit te
knippen om desnoods de gevangen krab
te herkennen.
IBBBBBBSaflSSBBaBBflBlEBBBBaSV
elkaar in Nizza. Toen was het leven ons
ook nog goed gezind. Toen wij elkaar later
in Scheveningen ontmoetten, had mij
reeds de eerste zware slag getroffen; mijn
Hans was verdronken met een makker.
Toen kon ik zelfs Jong gezelschap moei
lijk verdragen.
En nu ontmoeten wij elkaar na jaren
weer hier. O, wij hebben elkaar veel te
vertellen. Heb Je een beetje tijd voor me?
Zooveel je wilt, Bettina. Ik ben hier
geheel alleen, en heb niets anders te doen
dan mijn zeer gemakkelijke kuur te vol
gen. Ik praat graag met je, zoolang als je
wilt.
Mevrouw Sundheim richtte zich lachend
en opgewekt tot haar dichter.
Je kunt dien tijd gebruiken, cm eens
flink door te stappen, Annie. Dat mis je
toch erg. Loop gerust tot aan het tennis
veld, ik ben in goed gezelschap, en wacht
hier op Je.
Annie keek haar moeder bezorgd aan.
Zal het niet te koel voor u worden,
mama?
Neen, mijn kind, de zon schijnt im
mers zoo warm.
Annie was echter nog niet gerust.
Zult ge u ook ni-:t te veel opwinden,
mama?
Maak je niet ongerust, het zal mij
integendeel goed doen, mijn hart eens uit
te storten
Annie aarzelde nog. en wendde zich tot
mevrouw von Saszneck.
Het hart van mama is niet goed, ze
heeft juist een kuur in Nauheim gedaan.
Zij moet hier nu nog voor haar rheuma
tiek badsn gebruiken, zij is heel zwak.
Mevrouw von Saszneck keek met welge
vallen naar het mooie gezichtje, waarop
duidelijk de liefdevolle zorg voor haar
moeder lag uitgedrukt.
Ga maar gerust en zonder zorg, lief
kind. Wij zullen eikaar onze ervaringen
vertellen en over oude, blijde tijden spre
ken. Ik zal voor je moedertje zorgen,
('t Vervolgt),