De Stem m tiet Dart DE WOLHANDKRAB ENSDE STROOP Een gevaar voor enze Visscherij en enze Dijken GEDACHTEN I Dat de ooge niet en ziet en bekommert het herte niet. I 1) Ge krijgt het geld op tijd terug, zon der aandringen... Uw vriend zal dan ln het vervolg iets ln zijn toon hebben of hij V een dienst bewezen heeft. k 2) Ge krijgt het geld op tijd terug met fcandringen. Uw vriend zal U terstond het bock dat gij van hem te leen hebt, op hoo- pen toon terugvragen! II. COURTHS-MAHLER MINISTERIE Tan LANDBOUW IN DEN NEGER '14% redenen om de voor ga keur te geven aan de Gemengde Stroop. WEET GÏJ... ANKER -Naaimachienen 'T ROOS KRUIS Een Chineesche ECrcsb in Europa WEKELIJKSCH LITURGISCH RULLETIJN BIJVOEGSEL AAN DE POPERINGEN'AAR EN DE HALLE VAN ZONDAG 14 FEBRUARI 1537. Nr 7. te vele scheurt den zak. IX t niet schuldig en ls, en moet het ■biet gelden. Peitens weigeren ls half geven. Zotten blijven zotten, al drinken z"uit gouden potten. ■BaseaRHigaiiBaiBHEiEflaiiB ijÉT manneke uit os BESTE DAMES EN HEEREN - Ge zult mij wel permittee ren Hier 'n beetje te filosofeeren Over zekere toestanden Die zich voordoen in alle landen! Maar ik wasch er voor m'n handen Morst ik U, door m'n zwetsen In uw eigenliefde kwetsenl 1 Want 't is eene nog al kiesche zaak, die 'k nier aanraak, 't Gaat namelijk over... *t geld leenen! Uit 't Hollandsch dagblad De Tele- fraafknippen we daarover de volgende filosofische beschouwingen... Leen 100 fr. aan een vriend, tegen 1 Maart terug te betalen. Dan zijn er acht mogelijkheden... 3) Ge krijgt het geld te laat terug, zon der dat ge aangedrongen hebt: Uw vriend verwacht dat ge hem op en thousiaste wijze zult bedanken!!! Neem b. v. de houding aan die ge zoudt aannemen tegen den man die U uw sinds jaren ver loren gewaand kind komt terugbrengen! I 4) Ge krijgt het geld te laat terug met aandringen. Nu kunt ge in 't vervolg ten- tninste weten wie van U gezegd heeft dat ge ln den omgang niet meevalt en dat ze U éérst eens wat langer zouden moeten kennen 5) Ge krijgt het geld ln kleine gedeelten terug, zonder dat ge aangedrongen hebt: Ge zijt uw vriend kwijt, maar dat ligt aan tJ zelf, want ge zult 't gevoel hebben dat ge 't geld nooit hebt teruggekregen! 6) Ge krijgt het geld in kleine gedeelten te rug met aandringen. In het gezin van uw vriend zal in het Vervolg over U gesproken worden zooals ln de betere kringen van Venetië over Bhylock gespreken werd (ge weet wel die monsterfiguur van uitbuiter uit de «Koop man van Venetië». 7) Ge krijgt het geld niet terug en ge hebt niet op de teruggave aangedrongen. Ge zult in 't vervolg minder van uw Vriend merken, dan indien hij overleden ware! 8) Ge krijgt het geld niet terug, niette genstaande uw aandringen. Ge hebt U een gevaarlijke doodsvijand gemaakt voor wiens kindskinderen uw kindskinderen zich nog in acht zullen moeten nemen! Ehwel! Wie zegt beter? 'k Wensch U van 't nooit te moeten on dervinden. EN HEBT GE T NOG niet ondervonden De griep die is weer eens op ronde! Maar allee! 't Is alle Jaren 't zelfde spel en we zijn daaraan zoo stillekens gewend geworden, lijk aan de zomers zonder zon, do winters zonder sneeuw noch ijs... en aan 't water dat uit den hemel valt. We zijn tcch zoo gewend Aan al dien regen Dat vrouw, zoowel als vent D'r hun pamplersn nu aan vegen. 't Is maar goed ook, want al dat steen-en en klagen haalt toch niemendalle uit, en als g'er tranen om stort... dan regent het tiog meer! HEBT GE HET AL gehoord, dat de vrouw van Dikke Miel in 't water gevallen ls, bij 't schaatsenrijden, verleden week? Arme vrouw! Men heeft echter met sukses kunst matige ademhaling toegediend, en nu is z'er gansch boven op. Arme Miel! Zijn 't dan altijd de "rouwen die 't moe ten bezuren? GOUD, DAT STOM IS Maakt recht wat krom is. Maar. wat eerder dom is ■En nog ai erg In Amerika is er nen b:rg 't Spijt me tot in 't merg, Die voor dtielft uit goud bestaat Dat door elkeen wordt versmaad. Die berg heeft eene waarde van rond de honderd zestig millioen frank aan goud, en... niemand wil het hebben. Die berg staat op 't grondgebied der Amerikaansche stad Colorado Springs. Niemand wil 't goud hebben om de simpe le reden, dat de kosten van het uithalen wel tweemaal de waarde zouden bedragen. Het goud zit in het vuil dat door de fa brieken der stad wordt geloosd: die gooien per jaar ongeveer 300.000 ton goudhouden- de stoffen weg; ze bevatten een waarde van ongeveer een hal ven dollar per ton aan goud. De berg is voor 't oogenblik zoowat vier -flinke blokken huizen lang en twee breed, bij een gemiddelde hoogte van ruim dertig meter. Als het hard waait, wordt er be weerd, kunnen de burgers dier stad, de (■■asBBaiBHaBssaaaaasBaass» Mengelwerk van 14 Februari 1937. Nr 1. door H-OOFDSTUK I In de plantsoenen voor de warme bron nen te Wiesbaden wandelden de kurgasten bij het ochtendconcert. Het was een prachtige morgen in Mei, vol lentelucht, zonneglans en bloemengeur, een voor jaarsmorgen, zooals dichters dien bezin gen. Hij tooverde een blij, hoopvol lachje op al die jeugdige en oude gezichten. De gezonden voelden zich nog sterker, en voor de zieken was het als een belofte op genezing. Een groepje elegant gekleede heeren stor.d bij den ingang van de bronhal. Zij dronken langzaam, met gewichtige gezich ten het lauwe bronwater uit hun genum merde glazen. Zij maakten daarbij grap pen over den flauwen smaak, opmerkingen over de voorbijgangers en lachten zóó ver genoegd, dat men hen onmogelijk, als lijdenden kon beklagen. Een slanke. Jongeman, aan wien men dadelijk zag, dat hij een officier in civiel was. en zich bij de laatste manoeuvers een lichten aanval van rheumatiek op den hals had gehaald, maakte de andere hee ren levendig opmerkzaam op de voorbij gaande vrouwelijke schoonheden. Met ze keren blik zocht hij er de elegantste voor jaarstoiletten uit en onderwierp die door zijn opmerkingen in zekeren zin aan cen suur. In de wandelhal verdrongen de men- schen elkaar. Daar de grond in het park nog wat vochtig was, liepen zij, die het gevoeligst waren, liever op de droge stee- pen tegels van de hal. Menig opvallende persoonlijkheid dook fijne deeltjes goud uit hun kleeren bor stelen! Maak er U geen kwaad bloed om, zulle, beste Lez rs en alderliefste Lezereskens, dat zoo'n dingen hier niet gebeuren, want anders wordt... g'oud vóór uwen ouderdom. SPOORWEGEN zijn toch prachtige uitvindingen, vindt ge niet? 'k Geloof U gaarne, ik heb er mijn fortuin aan te danken. Ingenieur? Neen, erfgenaam van ne suiker-non kel. die omkwam bij een spoorwegramp! 'N GEDACHT: Geld maakt aap en uil en ezel Burgemeester, man van staat Wijn maakt d'allerfijnsten kwezel Tot een wakk'ren kameraad! Als 't niet te veel 'n is! DE LIEFDE, DA'K HIER BEZING Is soms een aardig ding En hangt, 't is wat straf! Van allerlei omstandigheden af. 'k Haal hier, aangedaan, U thans het voorbeeld aan Van ne verliefde snul Uit 't land van John Buil Dit weigerde voort te verkeeren Omdat zijn lief, zich niet liet tatoueeren! 't Land van John Buil ofte Jan Stier da's Engeland en tatoueeren beteekent fi guren of letters op de huid inprikken of insnijden. Onzen held dus Lewis Iron is de meest getatoueerde man van de wereld. G'hebt nen titel of g'hebt er geenen! Overlest zette hij zich aan 't vrijen en eischte van zijn toekomstige vrouw, dat ze zich ook liet tatoueeren. De liefde doet mi rakels en d'ongelukkige aanvaardde het voorstel... in 't begin, maar als ze zoo een goed dozijn zittingen doorgemaakt had. en dat haar lijf met enkele schóone... ver- sielsels bezet was, verklaarde ze dat z'er genoeg van had, en dat d'experiëntie daar mocht ophouden... En de ontgoochelde minnaar verzaakte aan het huwelijk. En nu vraagt hij in de gazetten... een nieuwe vrijwilligster... We wenschen hem van harte... geen nieuw slachtoffer te vinden, d'r zijn alzoo al sukkeleers genoeg op de wereld! VASTBERADEN Laat 'k U raden Beste Lezers mijn Naar wat de clouzal zijn Van d'Expositie van Parijs Ge raakt er niet uit wijs! Ei! Ei! Ei! 't Is een... ei. De «-clou» da's anders zooveel als de grootste aantrekking. Te Ambovam-be, op het Madagascar ei...land hebben ze ttus een ei gevonden, een enorm ei, dat moet gelegd zijn door ne rare vogel, die door de geleerde bollen gekend is onder den naam van Acpyromus en waarvan het ras sedert meer dan duizend jaar uitgedoofd is. De inhoud van dat ei is gelijk aan dezen van honderd vijftig kiekeneieren. t Museum van New-York heeft er 3.000 dollar voor geboden, naar de overheden van Madagascar hebben besiotsn het te Parijs ten tcon ta stellen op d'Expositie, die ginder eerstdaags gaat geopend wor den. 't Zal daar wel 'n beetje meer opbren gen, en dat el zal dan in zekeren zin... 'n kiek zijn die gouden eieren legt! Wat ne koekenbak! Zedeles... 't eiland Madagascar heeft zijn naam niet gestolen... want 't is voor waar 'n echt ei...land! T WAS DE FEESTDAG van Pier Pan toffel en zijn Triene gaf hem te dier ge legenheid nen nisven zakdoek. Wat is me dat nu wijf? vroeg Pier, nen nieven neusdosk voor mijnen feestdag. Is me dat nu ook al ne kado? 't Is maar flauw zulle! Belooft U kerel, antwoordde Triene, dat ls juist wat ge noodig hebt, want 't is 't eenige ding waar ge nog uwen nsuze in te steken hebt in mijn kot! VAN DEN NEUS GESPROKEN. Ge weet dat er menschen zijn die langs hunnen neus snuif snuiven, da's nog niks, want dat doodt de microben, maar d'r zijn er anderen, die langs dezelfde gaat jes coco ofte cocaïne opsnuiven, en da's 'n andere affaire! Bijzonder in China is dat 'n plaag geworden, en bij ons beginnen ze ook al die verderfelijke gewoonten in gang te vinden. Te Brussel is er al zcó meer dan een schandaal aan den dag ge komen. Maar hoe is 't in Gods naam mogelijk dat er menschen zijn die daar pizelier in vinden hun eigen zeiven zoo te vergifti gen? Daar kan ik, met al mijn verstand, geen kop aan krijgen, zegt Marenta. Ja, schaap, wat wilt g'er aan doen... Zijt g'uw gezondheid kwijt Dan merkt ge tot uw spijt Spoedig en ras Hoe kostbaar dat ze was Niet enkel de menschen moeten gezond zijn, maar ook het land waarin de men schen wonen... En eindelijk he:ft men in ons land gezien dat Belgiü niet gezond kon zijn, zoolang het Vlaamsche volk zijn rechten niet 'n had. en niet op denzelfden voet geplaatst werd, als de anderen, die geen Vlamingen zijn! Maar allee! 't Is nooit te laat om wel te doen, en 't verleden is zoo rap... verge ven!... maar daarom nog niet vergeten! SLIMMEKENS werd ne keer op ne la ten avond, dat hij van 'n psnsskermis naar huls toe zwadderde, door een baan- strooper, op 'n eenzame plek, aangevallen. Uw geld of uw leven, zei de sloeber met wapen in de hand. Neem mijn leven maar, zei Slimme- kens, want mijn geld bewaar ik voor mijn ouden dag! Geluk er meê PAKKEN WAT GE KRIJGEN KUNT Dat is ne slechte stiel Daar vindt men weinig welvaart bij Zoomin naar lijf als ziel Lukt soms ne keer ne kwade slag 't En zal niet lang verblijen 't Is korte vreugd en lang beklag 't Bedrog zal nooit gedijen. iSflSBEBaaaBZEBBSBBBBaafiflBaaa uit de menigte op. De jonge ofiicier scheen hen allen te kennen en gaf inlichtingen. Daar de menschenstroom zich in gere gelde rijen, naar rechts uitwijkend bewoog, was het gemakkelijk iedereen op te mer ken, en door ieder opgemerkt te worden. Nu weerlfionk de wals uit de Flsder- maus.De heeren, die bij de bron ston den, neurieden de melodie m-de, en de jonge officier gooide heimelijk zijn glas achter de struiken leeg. Deze wals en een kuur aan een war me bron brr dat gaat niet samen, zei hij, terwijl hij rilde. De anderen lachten. Ik zou ook liever champagne drinken, antwoordde een ander. Champagne en de wals uit de Fledermaus daar is har monie in! Maar zij haalden toch allen een nieuw glas uit de warme bron. Daarna namen ze hun plaats weer ln, die hun bijna dagelijks tot een observatie post diende. Zij stonden er nog niet lang, of twee dames wandelden voorbij. De Zon, fluisterde de luitenant. Aller blik werd op de jonge dame ge richt, op wier arm een zeer lijdend uit ziende vrouw van boven de vijftig Jaar steunde. In de oogen der heeren was de grootste bewondering te lezen. Deze twee dames waren elke morgen aan d* warme bren. Maar zij spraken nooit met iemand, schenen niemand te kennen, en niemand kende blijkbaar haar. Het jonge meisje, dat door den luitenant De Zonwerd genoemd, rechtvaardigde deze vleiende benaming door haar schoonheid en de zonnige uitdrukking op haar gezicht. Zij was een slanke, bevallige verschij ning van ongeveer twintig Jaar. Vol liefde boog zij zich naar de oude, geheel in het zwart gekleede dame, en reikte haar nu en dan het nog half volle glas toe. Zij droeg een eenvoudig, maar zeer elegant donker blauw wandelpak en een breiden stroo- hoed, met groote strikken opgemaakt, die haar zeer goed stond. Na een kort* wandeling was het glas Dat heeft meneer Drohin van Parijs ook ondervonden. Die vent was boekhou der in een groote fabriek. En op ne mor- gend vonden z"hem gebonden liggen aan handen en vo:ten op zijn bureel. De kof- ferfor stond open en d'r mankeerden zoo entwat van honderd vijftig duizend balie- kens. Meneer Drohin verklaarde dat er daar twe; bandieten binnengekomen wa ren, ze wilden hem scheermesjes verkoo- pen, zei hij, maar hij had hen wijs ge maakt dat hij geen geld bij zich had. Ze wilden maar niet virtrekken. Toen deed hij de brandkast open en sprak: Hier heb ik een biljet van 1000 fr.. ik zal U een do zijn me-jes koopen, als ge mi! kunt weer geven. Op 't zilfde oogenblik pakten ze meneer Drohin vast, zoo zei hij, bonden hem bij handen en voeten, staken hem een prop in d:n mond, en sloegen op de vlucht, na uit de kast de 150.000 baarden te hebben meêgenomen... Maar nu hebben ze Drohin zoodanig on dervraagd, dat hll moeten bekennen heeft, dat hij zelf de 150.CO0 pataten weggemof feld had... en de gansche komedie verzind had cm achterdocht te vermijden. 'n Toekomenden keer zal hij nog wat slimmer moeten te werk gaan of... ieder 't zijne laten. EEN GAUWDIEF zag ne grooten heer zitten met gouden kr.oopen aan zijn jas. Hij sloop er naartoe en sneed den, heer ne knoop van zijn jas. Maar de heer had het bemerkt, en even gauw had hij zijn pennemes gegrepen en sneed den gauwdief gauw 'n oor af. Aimijhier is uw knoop, zei de dief. En hier is uw oor, zei de heer... ieder het zijne IETS DAT TEGENWOORDIG van de mode niet mee', in. dat zijn de grafschrif ten. Overlest ben 'k ne keer op 'n heel cud kerkhof 'n wandellngsken gaan maken, en daar las ik onder andere op het graf van nen overleden schoenmaker: Hola! reizer, trappel niet Op hef graf, dat gij hier ziet G'hebt mijn werk genoeg betrede® Help mij liever met- gebeden! En op het graf van mltnen gewezen vriend Kwisnel die nooit stil 'n stond, las ik 't volgend:: Kwispel, die ten allen stond Niet als zwieren deed en draven Springen, huppelen in het rond Ligt in dezen kuil begraven En bij het kruis dat gij hier ziet En rust hij nu... misschien ook niet. Ge zult mij permetteeren d'r aar te twijfelen, want zoo slecht was de man ook niet! DE AMERIKANEN, 'k geloove da'k het U reeds vertild heb, en meer dan eenen keer, zijn fameuze stoefers. Maar met hun grootdoenerij worden ze nogal dikwijls ge fopt. Zoo was er overlest ne man van t dol- larland in 't pond stervri'ngenland ofte Engeland aangeland. Spoedig had hij ne gids gevonden, die als opdracht kreeg hem de groote gebouwen van Nottingham te laten bewonderen! Als ze zoo voor een fameus groot ge bouw gekomen waren, zei de gids: Reusachtig groot, vindt ge niet. Hm! zei de Amerikaan, zoo zijn er bij ons in Amerika honderden. 'k Kan 't best gelooven, zei onzen Engdschman... 't is een zettenhuis. 't Manneken uit de Maan. B3j!B!95BBB5SSBSI&13BS»ilfli35BES32 KOSTELOOZE RAADPLEGINGEN OVER TUINBOUW Onze Lezers worden er aan herinnerd dat de Rijkstuinbouwconsulenten aan alle belanghebbenden kosteloos alle gewensch- te inlichtingen over Tuinbouw verschaf fen. De Rijkstuinbouwconsulent voor de Pro vincie West-Vlaanderen is de Heer J. CUMPS, 24, Hoogweg, St Andries-Brug- ge. Telefoon 324,50. Men kan hem raadplegen: den 1° en 3n Maandag van den maand, van 3.30 u. tot 4.30 u., in het «Café de la Poste», Graan markt te Kortrijk; - den 2" en 4° Woens dag van de maand, van 9.30 u. tot 10.30 uur, in De ZwaanOostendestraat <e Torhout; - den Zaterdag van 9 tot 12 u., Hoogweg, Sint Andries-Brugge. Men kan hem ook schriftelijk raadple gen aan bovenstaand adres. F. BLANCKAERT-VERLEENE (Meesterkleermaker) Gasthuisstraat, 41, Poperinge. Tl» Besparing. - Dank sij haar lagen prijs, stelt het gebruik van de Ge mengde Stroop U In staat hederen dag aanzienlijke besparingen te doen. 2. Voedend vermogen. De 60% suiker, die ze bevat, maken van de Gemengde Stroop het gezonde en bij uitnemend* heid krachtopbouwende voedsel. Eerste keus Kostumen, Overjassen, Fantazijbroeken. Speciale zwarte stoffen voor ceremonie. Eenige verkooper der «BELGICA»-Regen- mantels. Lederartikelen en spe cialiteit van Lodens, gewaarborgde herkomst van Alsace en TyroL UNIFORMEN. DE LOONEN IN DE BOUWNIJVERHEID VOOR WEST-VLAANDEREN De paritaire commissie der bouwnijver heid en openbare werken van West-Vlaan deren, heeft volgende beslissing genomen in zitting van 2 Februari, onder voorzit terschap van den Heer inspecteur-gene raal Mommens: a) Geschoolde werkliedende loonen van 4,50 fr. per uur en minder zullen ver hoogd worden met 0,25 fr. met een mini mum van 4,75 fr.de loonen boven de i,50 fr. per uur worden verhoogd met 0,20 frank. b) Ongeschoolde werklieden: het mini- 1 mum loon van 4,00 fr. per uur, vastge- i steld door de paritaire commissie en toe- j passelijk vanaf 1 Januari 1937, wordt ge bracht op 4,20 fr. De loonen van 4,15 fr. en min worden verhoogd met 0,15 fr. De loonen boven de 4,15 fr. worden verhoogd met 0,10 fr. Deze loonregeling wordt toe gepast in twee gelijke schijvennochtans zal de grootste schijf, desgevallend, op 1 Maart 1937 toegepast worden. De twee de schijf op 4 April 1937. Deze regeling blijft van toepassing tot einde Juni 1937. casaaËügsBEzzaaassaassisaEssa DE BELGISCHE INVOER VAN LANDBOUWPRQDUKTEN IN FRANKRIJK EN DE EEN- HEIDSTAXE VAN 6 p.c. Een decreet in het Fransche Staatsblad. Het Fransche «Journal Officiel» publi ceert een decreet, waarbij zekere Fran sche koloniale landbouwprodukten vrijge steld worden van de eenheidstaxe op de produktie, welke taxe 6 p.c. bedraagt. Vol gens de interpretatie van de algemeene directie voor tolrechten, wordt deze vrij stelling van taxe automatisch uitgebreid tot de produkten van de landen met de welke Frankrijk een overeenkomst inzake de dubbele belasting heeft gesloten. Belgie verkeert in dit geval en hijgevolg zullen de Belgische invoerders van landbouw produkten in Frankrijk van de vrijstelling van de taxe in kwestie kunnen genieten. «HEasiEBBBBDaBBEBSSnaCSSSBflBB KAMION MET KATOEN GELA DEN IN BRAND GESCHOTEN TE STEENVOORDE Een vrachtauto van een vervoeronder- nemer van Duinkerke, geladen met ka toenbalen, schoot in brand op de baan van Stcenvoorde. In enkele minuten was de kamion en de lading vernield. Een herberg moest door de brandweer tegen de geweldige vlammen beschermd worden. aSaSSSESSE&BBHSasaBBaBIKtSBE» ONS WEKELIJKSCH RAADSEL I IN ALLE KRUIDENIERSWINKELS I9B2BBXBBE8EBXBSSB3BSBBEB1BI dat men versche visch het best be waart door hem met zout tc bestrooien en in een vochtigen handdoek te wik kelen? dat men de mosselen, om vergiftiging te voorkomen, vooraf moet leggen een uur in water met azijn vermengd en daar na nog eenige minuten in zuiver water? dat men den moddersmaak uit den visch kan verdrijven door bij het koken een korst brood in het water te leggen? (aBSBSssaaEBBsaEBaESBaaaaaiiB aan de spits van den vooruitgang. Wonder zig-zag ANKER, naait alles! Geen beter naaimachien dan ANKER... Wel duurder. Vr. inlichting bij Vertegenwoordiger uwer streek: Van Sevenant, Diksmuide; Amery, Woumen; \V® A. Vervaecke, Waregem; Lannoo, Koekelare; Verdoene, leper. Of voor 't groot: M. J. Verhaeghe, Steendam, Gent. - Overal voortverkoopers gevraagd. Ï9BBBBBBSBBSBB9BBZEB3B[I9SBBB leeg. Zij moesten nu vlak langs de troep heeren, om het voor den tweeden keer aan de bron te laten vullen. Beleefd deden de heeren een paar schreden terug, en keken haar na. Ai hiïn belangstelling scheen zich op de Zonte concentreeren. Het jonge meisje vulde het warme bron water in het glas aan met koud water uit de steenen kruiken, die bij de bron gereed stonden, zoodat de oude dame het kon drinken, als zij wilde. Daarna hervatten zij haar wandeling, totdat ook het tweede glas leeg was. Het jonge meisje gaf het glas aan de cassa in bewaring, en moest daarom nog eens langs de groep heeren. Daarna verlieten de dames langzaam het park. Jammer, zei een der heeren zuchtend. De zon is ondergegaan, merkte een tweede op. De luitenant beproefde door een spot tende opmerking de vroolijkheid weer te rug te roepen, Er komt nu zeker een schilderij, dat wij «Na Zonsondergang» zullen noemen, zeide hij. Een tamelijk gezet heer klopte hem op den schouder. In plaats van flauwe grappen te ver- koopen, Dewitz, hadt ge moeten trachten uit te vinden, wie die beide dames zijn, Dewitz haalde de schouders op. Het spijt mij zeer, maar geen mensch weet, wie zij zijn. Men ziet haar nergens. Nu. laten wij ons dan troosten. De zon gaat eiken morgen weer op en aldus zal ons een wederzien beschoren zijn. Het concert was uit en nu verlieten de heeren ook het park. Intusschen waren de twee dames de Taunusstrasse doorgegaan en de Wilhelm- strasse ingeslagen en liepen onder de co- lonnaden het theatre voorbij. Zij liepen heel langzaam, waarbij de oude dame stevig steunen moest op den arm der jongere. Nu lag het indrukwekkende Kurhaus voor haar. Zij gingen door een ingang, rechts van het Kurhaus, het park in. Zullen wij eerst een poosje op het Oplossing vorige week: Mol Lens Teen Molensteen. Nieuw raadsel: Met m een slechte daad, Met w soms ook een kwaad; Met b is het de kant, Met k iets dat men spant; Met n een koude streek En zonder iets een andere sfreeW. Waarom lijden ai HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPIJN GRIEP RHEUMATIEK ZENUWKOORTS PIJN DER MAANDSTONDEN Sals de Wonderbare Bruine Poeder* van der Apotheek DE POORTERE Sint-Niklaa»-Wm:. U oogonblikkelijk zonder tchadcl^Le «®vol«on ven deze pijnen zullen bevrijdei _De doo* v. 8 poider* 4 fr,_ De driedubbele dooe 25 poedert 10.00 fr. Te verkrijgen in alle! goede Apotheken ofj vrachtvrij tegen postmaudaat. Gebruikt ze eens, U I zult nooit geen an-l dere meer gebruiken] Nizzapleintje uitrusten, moeder? vroeg het jonge meisje, met een liefdevolle zorg. Neen laten wij nog eens een eind verder loopen, Annie, ik voel mij nog sterk genoeg. O, wat is het een verrukkelijke morgen, mijn kind! De warmte van de zon doet mij zoo goed! antwoordde de oude dame, terwijl zij haar fijnbesneden, lijdend gelaat ophief. Annie Sundheim streelde teeder de magere hand, die op haar arm lag. Wat ben ik blij, dat gij u vanmorgen wat beter voelt! Loopen wij niet te gauw? De oude dame glimlachte weemoedig. Ach, mijn Annie, wat moet het Je moeilijk vallen om je flinken pas te rege len naar mijn tempo! Annie schudde lachend haar hoofd. In, het geheel niet moeilijk. Niets valt mij moeilijk als ik het voor u doe. Zij waren voorbij de ramen van de lees zaal gegaan, waarin de groote Eriersche muurschilderijen zijn aangebracht. In een rieten stoel voor een der ramen zat een oude dame te lezen. Onwillekeurig had zij opgekeken, toen moeder en dochter lang zaam buiten voorbijgingen. Nu stond zij verrast. Dat was toch Bettina heel zeker dat moet Bettina geweest zijn, zeide zij zacht bij zichzelf, alsof zij haar twijfel wilde onderdrukken. Zij nam dadelijk een besluit. Zij liep snel door de eetzaal en de twee conversatiezalen, daarna ging zij door de met kleeden belegde gang naar de garderobe, vroeg om haar parasol en mantel en verliet het Kurhaus door den achteruitgang. Snel stak zij het groote plein over, dat voor den vijver in het park lag en sloeg den breiden goed verzorgden weg in, die rechts van den vijver dieper het park in voert. Naar haar meening moesten de dames dezen weg zijn ingeslagen. Onderzoekend keek zij dien langs en ontdekte ook weldra haar, die zij zocht; zij hadden op een bank in den zonneschijn plaats genomen. Zonder aarzelen trad zij op de dames Da ERIOCHEIR SINENSIS of wolhandkrab. Het mannetje, in tegenstelling met de menschen ls het fierste, en draagt als een soort moffel juist achter de sterke scharen, terwijl het wijfje zich tevreden stelt met min omslachtig behaarde scha ren; in vergoeding is de onderzijde van het wijfje sterk behaard. Van beiden zijn de 2 laatste pooten het meest en het dichtst behaard. De andere pooten van het wijfje zijn niet behaard. Buiten de beharing gelijkt het wijfje op den rug gezien wonderwel aan het mannetje; daarom hebben wij ze niet gereproduceerd. Gedurende de laatste jaren heeft men waargenomen, dat een krab welke uit Chi na in Europa ingevoerd was, zich hier ge heel heeft ingeburgerd zoowel in zee als in het zoete water. Deze indringer is ERIOCHEIR SINEN SIS H. Milne Edwards, meer bekend on- de? de naam van wolhandkrab (naar aanleiding van de sterk behaarde scha ren). Zijn kleur is olijfgroen, en zijn li chaam (caxapax) -bereikt «en breedte van ongeveer 7,5 cm. In zijn vaderland bewoont deze krab het brakke water (zoutachtig water) maar hij kan zeer ver de rivieren opgaan; in de Yang-Tse-Kiang (Blauwe stroom) heeft men hem gevangen op een afstand van 1300 Km. van de monding. Daar het dier in staat is gedurende eenigen tijd buiten het water te leven kan het zich ook over land verbreiden, men heeft de wolhandkrab zelfs in hoo rnen zien klimmen en in Hamburg is hij zelfs in huizen binnengedrongen. Deze krab heeft een groot weerstands vermogen tegen schommelingen in het zoutgehalte en kan zelfs den overgang van zeewater naar zoetwater zonder nadeel verdragen. Maar in de rivieren vindt men alleen oudere exemplaren en vooral wijf jes zonder eieren. De wijfjes met eieren vindt men slechts in alle brakke water van de riviermondingen. De voortplanting schijnt zich dus in het ondiep kustwater te voltrekken en niet in de rivieren. Te gen dien tijd moeten de dieren de zee dus opzoeken om er hun eieren te gaan leg gen en dat tegen de kusten waar na het uitkomen der eieren de larven hun ge daanteverwisselingen ondergaan. De nieu we generatie van jonge krabben zoekt de riviermteidingen en trekt de rivieren op tot ver in het binnenland. In 1912, werd deze Chineesche krab voor het eerst in Europa, en wel in Dultsch- land, waargenomen. Op welke wijze het dier uit China ingevoerd is weet men niet met zekerheid. Wellicht hebben een aan tal exemplaren zich vastgehecht tusschen de wieren, polypen en eendenmossels die doorgaans in groote hoeveelheden op de scheepshuid vastgegroeid zitten en zijn zoo doende met een schip uit Azië naar Europa overgebracht. i9E9B99SBE099BB9a99BB9BB3EBB toe. Dicht naast de bank bleef zij staan. Nog een onderzoekende blik werd op het gelaat der oude dame gericht, die zich te gelijkertijd verrast uit haar rustende houding oprichtte. Ook in haar oogen was het duidelijk te lezen, dat zij de andere herkende. Bettina, nietwaar jij bent het! riep de aangekomene met verheugde uitdruk king en tegelijk stak zij impulsief de hei de dames haar handen toe. Elisabeth welk een gelukkig toe val! Wat verheug ik mij je nog eens te rug te zien, antwoordde mevrouw Bettina Sundheim. Elisabeth von Saszneck boog haar frisch gelaat en drukte hartelijk een kus op den mond van mevrouw Sundheim. Ofschoon zij bijna van den zelfden leeftijd waren zij waren samen op kostschool geweest leek mevrouw von Saszneck aanmerke lijk jonger. Een ernstige ziekte had Bet tina Sundheim vroeger oud doen worden. Blijf zitten, Bettina, ik zag aan je vermoeiden gang, dat je ziek bent. Maar ik herkende Je dadelijk, toen ik Je in de leeszaal voorbij zag gaan, ofschoon Je veel veranderd bent. Bettina glimlachte weemoedig. Ja, Elisabeth, ik ben hier voor mijn gezondheid, maar jij ziet er, goddank niet uit, alsof Je 't noodig hebt hier een kuur te doen. En toch ben ik hier op raad van mijn dokter, al is het dan ook maar cm ee.i ziekte te voorkomen. Eerst wilde ik mij verzetten tegen het bevel van den dokter, omdat ik mij, Goddank, in het geheel niet ziek voel. Maar nu ben ik toch blij, dat ik gehoorzaam ben geweest. Nu zie ik Je na jaren toch eindelijk terug. Wat is het lang geleden, dat wij elkaar het laatst zagen! Zeker vijf jaar! Ja zoo lang is het wel. Wij hebben elkaar, helaas slechts met lange tusschen- poozen teruggezien. Sedert wij als half- volwassenen onze gemeenschappelijken kostschooltijd achter ons hadden, hebben wij elkaar steeds weer door een gelukkig toeval op reis ontmoet» Op deze wijze is dit dier overgebracht naar een ver verwijderde landstreek, waar het echter gunstige ontwikkelingsvoor- waarden heeft gevonden. Sinds 1912 heeft de wolhandkrab zich ln de rivieren der kustzone verbreid van Frankrijk tot aan Rusland, terwijl hij ook in Engeland, Zweden en Finland is bin nengedrongen. Het is te verwachten dat deze krab zich steeds meer zal verbreiden over de binnenwateren van West-Europa, waarbij hij vooral gebruik zal maken van de scheepvaartkanalen welke de verschil lende rivieren met elkaar verbinden. Het feit dat het dier zich alleen in zee kan voortplanten zou de veronderstelling kunnen wekken dat zijn uitbreiding in de rivieren beperkt ls. Doch de snelheid van verplaatsing is zoo groot gebleken dat de verspreiding van de wolhandkrab onrust barende afmetingen heeft aangenomen. Aanvankelijk meende men dat deze in dringer onschadelijk was aangezien hij geen directe schade aan de visscherij toe brengt, en men dacht zelfs dat de water vogels deze krabben zouden gaan eten in plaats van visschen omdat ze een over vloedig voedsel zouden opleveren, waar door de krab zelfs nuttig voor de vissche rij zou zijn. Maar in plaats daarvan is de wolhandkrab een ware plaag geworden. Door de groote aantallen waarin hij voor komt (een wijfje legt gemiddeld 500.000 eieren) vormt hij een gevaarlijke mede dinger voor de visch bij het voedsel zoe ken. En daar naast veroorzaakt hij groote schade aan de vischnetten waarin hij in groot getal gevangen raakt. Buitendien doet hij enorme schade aan de oevers en dijken doordat hij deze geheel ondermijnt met de gangen die hij graaft. Deze holen reiken soms tot 1 m. diepte, zijn ovaal en naar beneden gericht en ge legen onder den waterspiegel. Op sommige plaatsen trof men tot dertig gaten per vierkante meter dijk aan. Eenmaal die gaten gemaakt zorgen water en ijs om het vernietigingswerk voort te zetten. Van uit die gaten waar zij zich ver schuilen bespieden de krabben hun prooi en vluchten er naar toe als er gevaar dreigt. Zij vallen ook de visch aan en richten er verwoestingen aan. Zie vervolg hiernevens. IBBBSfl99BCB»aB3BBBBBBBBBBBB Het lot heeft on ver van elkaar ge bracht. Teen ik je voor vijf jaar te Sche- veningen ontmoette, was ik ternauwernood in staat mij over ons weerzien te verheu gen. Ja, jij arme, kort te voren had je Je zoon verloren. De oogen van mevrouw Saszneck wer den vochtig. Sedert zes jaar betreur ik mijn eenig kind. Bettina. Mijn man stierf drie jaar geleden; hij kon het verlies van onzen zoon niet te boven komen. De oogen van Bettina Sundheim vulden zich met tranen. Dus zijn wij belden weduwe, Eli sabeth? Hoe zoo, jij ook? Ja, voor twee jaar heb ik mijn n:an verloren en nog veel meer. Sedert dien tijd ben ik niet meer gezond geweest. Mevrouw von Saszneck greep haar han den. Maar jouw heeft het lot tenminste je lieve dochter gelaten. Wat ben Je nog altijd rijk! zeide ze op troostende toon. Nu wendde ze zich tot Annie Sundheim, die beleefd was opgestaan, om haar plaats aan mevrouw von Saszneck aan te bieden. Vergeef mij, dat ik je nu pas begroet, lief kind. Je staat mij deze vertrouwelijke woorden wel toe; ik kende je al, toen je nog een heel klein kind was. Wel is waar, zul je Je mij nauwelijks herinneren. Het was ongeveer tien of elf jaar geleden, toen wij elkaar te Zoppot leerden kennen. Je noemde me toen heel lief en vertrouwe lijk: tante Elisabeth. Annies gelaat weid door een blos over- togen. Ik herinner mij dien tijd nog zeer goed, mevrouw. Vraagt u het maar aan mama. De goede tante Elisabeth, die mij mooie poppen cadeau gaf, eu haar zoon Hans, die prachtige kasteelen van zand voor mij bouwde, hebben lang mijn kin derlijke fantasie beziggehouden. Mevrouw von Saszneck zuchtte. Ja, lieve Bettina, toen waren wij zeer gelukkig. Twee jaar later ontmoeten wij FEBRUARI - SCHRIKKELM. 14 Z 1® Zond. v. d. Vasten. H. Valentinu» Evangelie: Jezus door deu duivel bekoord. 13 M HH. Faustinus en Jovita 16 D H. Juliana 17 W Quatertemperdag. H. TheoduluS 18 D H. Simeon 3 19 V Quatert. H.Bonifacius v.Brussel 20 Z Quatert. H. Eleutherius ZONDAG 14 FEBRUARI 1« Zoudag van de Vasten, halfdubbe! 1® klas, «lnvocabit me». Paars. 2® Gebed van den H. Valentinus; 3® ge bed «A cunctis». Na de Mis Te Deum voor den Paus. Gansch het leven van den christen is een leven van strijd. Doch de Vasten is bij uitstek, naar het woord van St Ber- nardus, de tijd van den christen kamp. In het Epistel zet de Apostel ons aan goed gebruik té maken van deze gunstige gelegenheid om onze ziel met genaden te verrijkenBroeders, wij manen U aan, opdat gij de genade Gods niet vruch teloos zoudt ontvangen. Want de Heer zegt: «Ten gunstigen tijde hev ik u \er- lioord, en op den dag der venóssing heb ik u geholpen.Ziet, nu is het de gun stige tijd, ziet, nu zijn het de dagen der verlossing. Deze strijd zal ongetwijfeld niet beval len aan onze weerspannige natuur en toch moeten wij hem met veel vertrou wen aanbinden. Niets verlamt moer ons streven naar een deugdzaam leven dan de ontmoediging en de misleidende gewaar wording dat het nutteloos is geworden nog iets aan te vangen. Zeker, uit ons zelf zijn we tot niets goeds in staat. Doch wat vermogen wij niet met de hulp van 'den almachtigen God? Dan is er geen bekoring of geen moeilijkheid die wij .niet kunnen te boven komen. En deze hulp is ons verzekerd indien wij er Hem slechts om vragen. De Mis van lieden vloeit over van verzekeringen van Gods onfeilbare hulp: «Hij roept tot Mij, en Ik verhoor hem, verlossen zal Ik hem en hem verheerlijken. (Intreezang). Om dat hij op Mij vertrouwd heeft, zal Ik hem bevrijden, beschermen zal Ik hem, omdat hij Mijn Naam erkent.» (Trac- tus). Het Evangelie verhaalt ons de beko ring van Jezus in de woestijn. Geen be tere bladzijde uit de H. Schrift kon uit gekozen worden voor dit tijdstip van het Kerkelijk Jaar, hetwelk wij thans binnen treden. Wij hebben hier dus bet voorbeeld van onzen Goddelijken Meester in den strijd van de Vasten en ook in onzen strijd van het christelijk leven. Het pro bleem der bekoring treedt heden op den voorrang. Bekoring vooreerst is geen zonde, en wij behooren steeds goed on derscheid te maken tusschen de "edaclite, de aantrekking en de toestemming van onzen wil, waardoor wij alleen kunnen zondigen. Doch de bekoring blijft steeds eet: onvermijdelijke beproeving, een ge volg van onze vrijheid. Geduchte beproe ving voorwaar en tot dewelke wij ons behooren voor te bereiden. Zaligmakende beproeving nochtans en hoezeer past hier niet het vertrouwen waarover wij reeds spraken. DE H. KOENRAAD (Vrijdag 19 Febr.) Niets scheen ridder Koenraad, die een peisvol leven leidde met zijn vrouw op het kasteel van Piacensa, voor te be stemmen tot de heiligheid en de boet vaardigheid die later zijn leven zouden kenmerken. Eens dat hij op jacht was, bespeurde hij een heele bende grof wild in het struikgewas. Om het eruit te drij ven, beval hij het struweel in brand t« steken. Echter was de windrichting zoo* dat niet alleen het struikgewas werd ver nield, maar dat het vuur zich ook mee deelde aan de omliggende velden, waar de oogst rijp stond. Een dorpeling werd aangeklaagd als brandstichter, voor den rechter gesleept en op de pijnbank gelegd tot hij schuld bekende. Reeds werd de ongelukkige 'naar de galg gevoerd, toen ridder Koenraad eindelijk vernam wat er gebeurd was. Hij deed den onschuldige in vrijheid stellen en verkocht zijn kas teel en zijn goederen om de boeren scha deloos te stellen. Ziin vrouw trad in liet klooster en hij zelf leefde als pelgrim en kluizenaar. Hij overleed in 1351. 4BB9BBBB>2BB!3BaBBBK9aaB2EB!EB GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVRE- DEN! NA LEZING, SCHUIF HET IN HANDEN VAN EEN GEBUUR OF VRIEND, ZOO STEUNT GE ONS. DOE HET ZONDER UITSTEL. DANK EROM. iBBBBi&BBaBBsaESBflSflflaBGaaia Ds wolhandkrabben verlaten vooral des avonds het land, men heeft reeds op een lengte van 150 m. zoo maar 26 van die lieve diertjes ontmoet die hun avondlucht je gingen scheppen. Tot nu toe heeft men geen middel ge vonden om de wolhandkrab in zijn uit breiding te stuiten en eventueel uit t« roeien. Het Koninklijk natuurhistorisch mu seum van België, 31, Vautierstraat, Brus sel verzoekt iedereen, de visschers in zoet. water, maar vooral de visschers in zee alls twijfelachtige krabben met opgave van vindplaats op te sturen. De verzending is heel eenvoudig; het is voldoende een oud kistje, een bonbondoos of een oud blik van conserven en koekjes, op den bodem van wat versch gras te voorzien en er enkele luchtgaten in te make;». Het spreekt van zelfs dat eventueele kosten door het Ko ninklijk Natuurhistorisch Museum terug betaald wordsn. We hopen dat iedereen zal medewerken om te helpen, die nieuwe plaag die onze visscherij en onze waterwerken bedreigt, te bestrijden. In alle geval moeten steeds alle wolhandkrabben, die men niet op stuurt, vernietigd werden. Wie vischt doe bsst de illustratie en het artikel uit te knippen om desnoods de gevangen krab te herkennen. IBBBBBBSaflSSBBaBBflBlEBBBBaSV elkaar in Nizza. Toen was het leven ons ook nog goed gezind. Toen wij elkaar later in Scheveningen ontmoetten, had mij reeds de eerste zware slag getroffen; mijn Hans was verdronken met een makker. Toen kon ik zelfs Jong gezelschap moei lijk verdragen. En nu ontmoeten wij elkaar na jaren weer hier. O, wij hebben elkaar veel te vertellen. Heb Je een beetje tijd voor me? Zooveel je wilt, Bettina. Ik ben hier geheel alleen, en heb niets anders te doen dan mijn zeer gemakkelijke kuur te vol gen. Ik praat graag met je, zoolang als je wilt. Mevrouw Sundheim richtte zich lachend en opgewekt tot haar dichter. Je kunt dien tijd gebruiken, cm eens flink door te stappen, Annie. Dat mis je toch erg. Loop gerust tot aan het tennis veld, ik ben in goed gezelschap, en wacht hier op Je. Annie keek haar moeder bezorgd aan. Zal het niet te koel voor u worden, mama? Neen, mijn kind, de zon schijnt im mers zoo warm. Annie was echter nog niet gerust. Zult ge u ook ni-:t te veel opwinden, mama? Maak je niet ongerust, het zal mij integendeel goed doen, mijn hart eens uit te storten Annie aarzelde nog. en wendde zich tot mevrouw von Saszneck. Het hart van mama is niet goed, ze heeft juist een kuur in Nauheim gedaan. Zij moet hier nu nog voor haar rheuma tiek badsn gebruiken, zij is heel zwak. Mevrouw von Saszneck keek met welge vallen naar het mooie gezichtje, waarop duidelijk de liefdevolle zorg voor haar moeder lag uitgedrukt. Ga maar gerust en zonder zorg, lief kind. Wij zullen eikaar onze ervaringen vertellen en over oude, blijde tijden spre ken. Ik zal voor je moedertje zorgen, ('t Vervolgt),

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1937 | | pagina 9