De Stem m het Hart EN€D£ SÏPPOP SNUIF WEKELIJKSCH LITURGISCH BULLETIJN GEDACHTEN OOGEN ONDERZOEKEN HEURSEL ~~U"7T=-- VERVANGT OP VOORDEELIGE WÜZE BOTER... 'TIS DE... WEET GIJ... Ü:SuMME/'i 'T IS KOFFIE VAN 'T PARADIJS 'T ROOS KRUIS APRIL - GRASMAAND IN DEN NEGER HUM0RADI0 Lichte gedaan volgt wel aan. Katten, die jongen hebben, muizen wel. In t vele spreken en zal geen kwaad gebreken. Willen en ls geen landsrecht. Met een sterken dwaas ls het kwaad worstelen. HITMANNIKE UIT OE MAAN VRIENDEN, HIER IS UW GAST Die berokkent U veel last En hij groet U zeer gepast Met woorden en gebaren. Aan zoo'n groet is niet veel vast Dat wil ik U wel verklaren tf Brengt niets binnen, 't draagt niets Wat zeker raar gebeurt [buiten 'k Mag van m'n groetje dus besluiten Niemand is er aan gezeurd. Dat 't ne keer goê weer wilde worden, lie, dan zouden we de lente met volle teugen kunnen smaken. We zijn geen muggenzifters, maar als de zonne niet meè 'n wil is 't toch nog al moeilijk van fcltljd. Wijgezind te zijn. Dat kan wel 5 tijdje duren, maar als 't blijft aan houden... neen zulle! D'eenlge die met dat weer kunnen op gezet zijn, dat zijn de moeders de vrouw, die voor den wasch moeten zorgen... want d'r is zeker regen- en sneeuwwater genoeg. BAH! en klinkt het niet zoo botst het... lijk bij Minnekens die verslingerd was op Mie Tootjes. Hij zat er in de cinema nevens en hij wou langs 'n omwegsken aan zijn akte van liefde beginnen. Mieken, zei Minnekens, ge zijt 'n lief tallig kindje, 'n gezicht lijk een kriekappel en zoo 'n nette kleine handjes. Als ge gaapt moet ge zeker alle twee uw handen voor uwen mond houden? Zijt dan sjantiel... als g'U niet beter ekspslkeeren kunt! Om voort te spreken van 't weêr, t •chijnt dat we dus al volop in de Lente fitten. Lente, schoonste van al de jaargetijden, zooals de dichters ze bezingen, als de menschen nieuw bloed wordt ingespoten #n de planten nieuw sap..,. Als de bloemekens op de vruchtenboo- Oien komen kijken om ons in den zomer tn in 't najaar met de zoetste en sappigste vruchten te bezegenen. Ze zijn nog daar niet, maar... laat ze maar komen. Wie dat ook op dien tijd moet gedacht lebben, dat is Susken van thuis neven. sken, moet ge weten, is 't jongere iroerken van Fonsken (Fons) die ons den tijd op zoo'n schoone gedich- iekens vergastte! Hewel! dat Susken heeft nu in zijnen il gekregen de voetschreden van zijn iroér op te volgen... en ook rijmelaar te worden... en als 't u planzier kan doen, hier hebt ge zijn eerste... pennevruchten... 't Gaat over DE CONFITUUR Ons moeder die maakt veel confituur Zij zet daarvoor de bezen op het vuur En laat ze dan dapper koken Daarvoor neet ze een goed vuurken sto- £>an doet ze de bezen door een doek [ken Of door een versleten onderbroek En bij dat sap doet ze dan suiker bij Ik mag de kom uitlekken. Ik ben dan blij Want ik ben amateur van confituur In de winkels ls dat niet zoo goed en kost [dat duur Confituur is goed tegen den brand En doet door den band De spi'zen goed verteren En doet ook den achterwagen smeeren. Enfin. Susken, voor den eersten keer Bullen w'er over stappen, want 't is verre van briljant... en daarbij ge moet voor taan uw familiegeheimen niet meer ko- Sen verteilen. Want wat moeten mijne ïzers en Lezereskens wel gaan denken van mij... nu ze weten dat ik in relatie ben met menschen die kunnen confituur fabrikeeren... met 'n versleten onder broek! PARDAF, de burgemeester van Hespe gein, was winkelier en tot cp 't gemeente huis zat zijn winkel in zijn gedachte 1. Hij Was bezig met 'n koppel te trouwen. Jan Snul, vroeg hij, verlangt ge Marie Snep tot uwe wettige huisvrouw? Ja meheer, zei de jongen. Ik zal ze laten inpakken en afgeven Of neemde ze zelf mee, zei de burgemees ter, die weer op zijnen winkel dacht. VASTEN. VASTEN IMMER AAN, Niemand die het aan zou staan Maar voor de gezondheid gewis Is er niets dat beter is. Zijt ge liefhebber van een goed glas Wijn? Houdt ge van een druppeltje of borrel tje? zooals de Hollanders zeggen. Kan een tasken koffie u deugd doen, Bloederken? Smult ge gaarne een schotel gekruid Tleesch?... dikzak! Hewel, maakt er een krui ken over. Daar is een Amerikaansche doktoor tomen verklaren dat de kanker voortkomt Van al die dingen... Dus... menschen, wilt ge gezond leven, begint u dan maar op water en breed te Betten... Maar 't is te zien of die geleerde dok toor zijn eigen woorden wel gelooft. Of zou die kerel doen zooals Johannes in de woestijn en zich voeden met sprink hanen. Ze hebben in Amerika reeds veel Mengelwerk van 4 April 1937. Nr 8. door H. COURTHS-MAHLER Nu laat ik het zoo niet langer gaan, juffrouw Annie. U moet een stukj» eten. Slechts een slokje koffie en een broodje. U verliest al uw kracht, als u niet een stukje eet, zeide zij. Annie stond zuchtend op en verliet met haar het vertrek. Werkelijk voelde zij zich heel slap, daar zij sedert gisteren niets gebruikt had. Ik heb 1 kcffie en een broodje voor u in de kuiskamer gezet, juffrouw Annie, zei juffrouw Lehmann buiten in de gang tot het jonge meisje. Annie knikte zwijgend en ging de klei ne, gezellige huiskamer binnen. Eenvoudi ge en goedkcope meubelen stonden er in, maar de handige handen van Annie had den met allerhande kleinigheden, met kussens en kleedjes, dit vertrek een vrien delijk aanzien gegeven. Toen de beide vrouwen, nadat er plotseling een einde was gekomen aan hun vermogend bestaan, zich in dit kleine tehuis hadden terug getrokken, was het hun kaal en armelijk toegeschenen. Maar Annie had het eiken dag gezelliger en bewoonbaarder gemaakt en hun else hen waren steeds bescheide ner geworden. Zoo hadden zij zich ten laatste geheel thuis gevoeld in de kleine woning. In Annie Sundheim was, sedert zij met haar moeder in bescheiden omstandighe den leefde, een practlsche, krachtige geest ontstaan. Zij keek met verstandige, helde re oogen rond, zag zooveel armoede en el lende, dat zij zich in alles had leeren schikken, en dat zij heel goed besefte, dat haar lot nog benijdenswaardig was, ver kwakkels opgelaten... deze kwakkel kan d'r nog wel bij. 'k Denke eerder dat dien doktoor willen bewijzen heeft dat ne mensch niet moet leven om te eten, maar wel eten om te leven, en in alles de mate houden. En daarmeê gaan we allen t'akkoord, hé! beste Lezers en alderllefste lezeres kens? T WAS ROND Pasehen en meneer de onderpastoor gaf catechismusles. Wel Janneken? vroeg hij, wat vieren we met Paschen? De verrijzenis des Heeren, antwoord de Janneken. Goed, zei meneer de onderpastoor, en aan wie heeft Christus zich het eerst getoond na zijn verrijzenis? Aan de heilige vrouwen, antwoordde Janneken weêr. Heel goed, zei meneer de onder pastoor en waarom het eerst aan de vrouwen? Omdat... omdat ons Heer wist... dat die het vlugst zouden rondbabbelenzei Jantje zonder haperen. HEBT GE T NOG NIET BESPEURD D'r is een mirakel gebeurd? 'k Maak U dus kond Da It geen nieuws 'n vond En dat Marenta, om m'n wonde te stelpten! Me 'n beetje is komen helpen! En als dat geen mirakel is! Zet maar in uw gazet, zegt ze zoo, wat 'k hier lees in de gazet van Parapomme- len... en ze leest: Op de veetentoonstelling te Antwerpen werd den eersten prijs voor den vetten os toegekend aan den heer Rcbljns alhier en hij zal Zaterdag worden uitgestukt. Zie, dat is nu dubbelzinnig, wordt de os uitgestukt ofwel mijnheer Robijns? 't Zal de os wel zijn, zegt ons nichtje Rozemarijntje, want menschen stukken ze niet uit! Da's waar, maar menschen levend het vel afdoen dat gebeurt nog genoeg... en die menschen, dat zijn de Vlamingen. Wie durft er zeggen dat de Vlaamsche kwestie opgelost is. Meer dan stekeblind moet hij zijn, hij die dat niet ziet. Ter gelegenheid van de Brusselsche verkie zingen kunnen we nog ne keer vaststel len, hoe de Vlamingen door de vuile franschschrijvende gazetten uitgeschol den worden voor al wat leelijk ls! 't Is nog 't zelfde van over twintig jaar. Burgers van tweeden rang zijn we... en *t is ons eigen schuld... Hoelang nog? EEN BOERTJE was in een automatisch koffiehuis verzeild te Brussel, waar juist niemand aanwezig was, dan een knorrig garcon die bijna van zijnen sus draai de, als hij iemand 'n woordje Vlaamsch hoorde spreken! Wel! Wel! wat is dat nu voor een winkel, mijnheer, zei ons boerken, wat verkoopt men hier toch? Ezelskoppen, was 't bitsige antwoord. Ha! zoo! ge moet er zeker veel ver- koopen, want Tc zie dat ge er maar een meer hebt! Goed gelapt, boerken! EN ALS ER ONDER mijn alderllefste Lezereskens personen zijn die last hebben om 's morgens hunnen man op tijds uit zijnen beddebak te halen, ga ik hun hier een middel geven, om dien uit den weg; te ruimen!... Niet hun man! God beware me daan'an! Maar over dien last Was 't Dat •k Het had! 't Is zoo simpel als 't groet ls. Dat ze zich maar een van die nief wekkers aan schaffen geheeten: niespoedergasverwek- kende wekkers... Nog niet van hooren spreken? Een horlogemaker van Baden heeft ze uitgevonden ter intentie van de langsla pers. Men windt ze op (niet de langsla pers, maar de wekkers) en zet den afloo- per op 't uur dat men wenscht. precies als bij d'andere wekkers; op dat oogenblik dan komen er uit 't apparaat zekere scheikundige ofte chemische bestanddee- len, die U kost wat kost doen niezen en U alzoo dan natuurlijk wakker maken... En ge blijft voort niezen tot als ge recht staat. Dus ge moet er uit, willen of niet. Allee! nog 'n schoon uitvindinge te meer... en 'n nuttige daarbij!... Marenta heeft er mij al een-en beloofd voor mijnen verjaardag! Op voorhand... atchie! ZEG DENE MOEDER, vroeg klein Zanderken, is ons vader nen bisschop? 1Wat zijn me dat nu voor ezelarijen, zei moeder: waarom vraagt ge datte? Hewel, de pastoor heeft maar een heel klein kaal pleksken op zijn hoofd... en ons vader heeft zoo'n groote kale plek! 'N GEDACHT: Vleiers en ljdele vrouwen Zijn niet te betrouwen. DE MODE houdt tegenwoordig de menschen voor den aap. Als ge de meis- kens ziet stappen met hun halssnoeren aan, Dan zegt ge alras 't Is allegaar glas. Ja, 't glas is nu volop mode. Rood glas! wit glas! groen glas! geel glas! Glas aan de ooren, glas aan den hals, glas aan de vingers, glas om de armen. Klatergoud! en darameê Gaan de meiskens zich behangen Om nen ouwe pee Of een manneken te vangen! Ja. ja. zegt Marenta, in onzen tijd Man neken, toen was dat anders. Zeker Marenta, de wereld is hard ver anderd. Klatergoud! Allemaal die plezieren! Dat mondje van parlee fransee Klatergoud! Die modepoppen, met hun geverfde koppen. geleken met dat van duizenden andere menschen. Als zij haar moeder maar had mogen behouden, hoe gelukkig zou zij dan zijn geweest. Zij dwong zich de kleine vervensching te nemen. Juffrouw Lehmann kwam zachtjes binnen en bracht haar nog een broodje met vleeSch, toen zij zag, dat An nie werkelijk at. Zonder eenig geraas te maken, verliet zij de kamer weer. De tranen biggelden langs Annie's wan gen. De zorg van juffrouw Lehmann trof haar. De toekomst lag donker en dreigend voor haar. Zij had zich tegenover haar moeder steeds moedig getoond, als die zich zorgen had gemaakt over haar toekomst. Maar nu werd het haar toch bang te moede. Zij bezat nog slechts een paar honderd mark. De renten, die haar moeder ontving, hiel den op bij haar dood, en de eenvoudige inrichting der woning zou bij een mogelij ken verkoop slechts een kleine som op brengen. Het vertrouwen van haar moeder, dat mevrouw von Saszneck haar bij zich zou nemen, deelde Annie in het diepst van haar ziel niet. Wel wist zij, dat tante Eli- saebth een edele, goedhartige vrouw was, maar zij kon het niet gelooven, dat zij het ernstig gemeend zou hebben, toen zij be loofde, Annie na den dood harer moeder op Saszneck een tehuis aan te bieden. Waar zou de wind haar nu heendrijven, evenals een afgevallen blad? Mevrouw von Saszneck aan haar belofte te herinneren, zou nooit bij Annie zijn op gekomen. Daar was zij te trotsch voor. Zij had er ook nooit in ernst op gerekend, hoe zeer zij zich ook had verheugd op het be zoek te Saszneck met haar moeder. Dade lijk na de begrafenis nam zij zich voor werk te maken van een betrekking, die paste voor de kennis en bekwaamheden, die zij zich had verworven. De woning moest verlaten worden en juffrouw Leh mann den dienst worden opgezegd. Nu moest elke stuiver bespaard worden, opdat zij het zou kunr.en volhouden, totdat Bij DOET GRATIS UWE door Gericht kundige Boterstraat, 41, IEPER. O, meines, meisjes neé Doet (rfaraan niet meê Toont U meisjes van uw stroke Durft uw moedertale spreken We est steeds met uw lot tevreden Toont U Vlaamsch van hart en zeden Daar, daar komt ge verder meê Dan met uw parlee fransee Onthouden... en toepassen, dat is de boodschap. JANNEKEN was met zijn moema meê- gegaan naar sjiek volk, en ze moesten daar dineeren. Janneken, had moema gezeid, aan tafel moogt ge ginder niet klappen, want dat is erg onbeleefd. Ze begonnen te eten, maar 't dinee duurde lang en Janneken wou iets zeg gen. Doch mama deed teeken dat Janne ken zwijgen moest. Eindelijk na lang wachten... en snuiven zei mama... die precies lont geroken had: En wat is er nu ventje, nu moogt ge klappen. Daar is moema, zei Janneken, dat ik achterklap heb gesproken, en dat mijn broeksken vol is! EN VOOR den zovoeelsten keer ga'k U hier trakteeren met 'n lieêken, speciaal voor U geschreven, m'n beste Lezers en alderllefste Lezereskens... en 'k hoop dat ge 't mij niet ten kwade zult duiden. Het gaat over 't llêken van den Blikslager... en 't draagt als pompeuzen titel RIKKETIK. Heel den dag in mijnen winkel Gaat het rikke-tikke-tik Kletterend klinkt het klaar gerinkel Van mijn hamertje op het blik 'k Ken mijn vak, 'k houd van mijn stieltje Van mijn schootsvel en mijn kieltje Als de duivel van een zieltje Ik heb van 't werken geenen schrik: 'k Zing van: rikke-tikke-tik. Is 't van lappen of vertinnen Ik kan dat alles op een prik Waar hoezee! als 'k mag beginnen. Met mijn: rikke-tikke-tik! 'k Klop en 'k zwaai en 'k sla zoo dapper 't Hamertje valt rap en rapper Op de maat van 't blij geklapper In mijn nopjes, jubel ik Vroolijk: rikke-tikke-tik. Mooi Heleentje op een morgen Bracht me werk en vroeg of ik Voor de pan zou willen zorgen?.,. Zeker... lieve stouteriki... En wijl Leentje even poosde Nam 'k haar handje... Leentje bloosde En terwijl ik minnekoosde In mijn hartje, wonderlik Ging 't van rikke-tikke-tik; Zoetjes fluisterde toen Leentje O! 'k las 't wel in haar blik In mijn hartje, zingt ook eentje 't Lied van rikke-tikke-tik!... Leentje ging en 'k lapte t panneken En ik dacht: gij zwart, zwart Janneken Wordt ge eenmaal Leentjes manneken? Nimmer zongt ge met meer schik 't Lied van rikke-tikke-tik. k Trouwde Leentje al over 't jaartje En nu, rikke-tikke-tik!... Ben ik al 't gelukkig vaartje Van een kleinen stouterik. 'k Zie van uit m'n winkelboeltje 't Kleine ventje in zijn stoeltje Met zijn guitig lachend smoeltje Als we zingen, Leentje en ik Lustig... rikke-tikke-tik! OM HET NIET TE VERGETEN. Professor Dingemans had alle morgens veel tijd noodig om zijne kleederen bijeen te zoeken, want hij vergat altijd waar hij ze den vorigen «ag had gelaten. Op zeke ren dag kwam hij op het gedacht een lijst te maken voor al zijn kleedingstukken en daarop aan te teekenen, waar hij ieder artikel gelaten had: Jas-derde knop van den kapstok rechts. Broek - stoel WJ het bed. Kol - op den deurknop. Kravat - door het oog van den sleutel. Vest - op den vloer bij het raam. Manchetten - op de nachttafel. Overhemd - aan den kapstok links. Kousen - over den stoel. Schoenen - buiten de deur. Professor - in b:d. Men ziet dat hij voor de zekerheid ook zichzelf had genoteerd. Den volgenden morgen ging alles prach tig: stuk voor stuk vond hij alles op zijn plaats, maar teen hij aan den laatsten post oo de lijst was, liep het mis, want toen hij in het bed keek was het leeg. 't Plan is toch niet zoo praktisch als ik dacht, mompelde de geleerde, want nu moet ik toch nog zoeken. 't Manneken uit de Maan, 4BE3SBSB8ES3B3EB3BaB£3BBBHHB ONS WEKELIJKSCH RAADSEL Oplossing vorige week: TRAP RAP PART. Nieuw raadsel: Het eerste is een noot; Het tweede is een boot, Tot aan den rand gevuld; Het derde vraagt geduld Als men te voet moet gaan. 't Geheel doet dieven staan. weer vasten grond onder de voeten had. Het wreede moeten leidde haar wat van haar droefheid af. Zuchtend stond zij op en bracht haar bordje en kopje zelf naar de keuken. Juffrouw Lehmann zei eenige troostende woorden en keek haar bewonderend na toen zij de keuken weer verliet. Wat een mooi meisje is juffrouw Annie toch. Neen over haar maak ik mij geen zorgen al heeft zij op het oogenblik ook geen geld. Zij wordt met open armen voor het tooneel aangenomen, als zij wil. Dat zal ik haar bij gelegenheid eens zeggen. Maar gemaifckelijk, neen, dat zal het arme wurm het niet hebben. Zoo sprak zij bij zichzelf en blies met volle wangen in de grooten kop koffie, dien zij met beide handen vasthield alsof zij er zich aan wilde warmen. Midden in haar wijsgeerige overpeinzin gen, ging de bel aan de vordeur over. Zij zette haar kopje neer en ging naar de gang om open te doen. Een krans werd afgegeven. Zij bracht dien naar de sterfkamer. Een groet van mevrouw Bornemann van de tweede etage, juffrouw Annie, zij deelt zeer in uw verlies. Het is een heel mooie krans, die zeker twee gulden heeft gekost, al zijn de bloemen op het oogen blik goedkoop, zeide zij met waardeering, terwijl zij den krans aan de voeten der gestorvene neerlegde. Ik dank er hartelijk voor, antwoord de Annie, den eenvoudigen krans met weemoedigen blik aanziende. Het was de eerste, die op de baar harer moeder werd gelegd. Er zullen er nog wel meer komen, juffrouw. Als één maar in het huis is begonnen, dan blijven de anderen die in dit huis wonen, niet achterwege. Dat weet ik maar al te goed. Annie knikte slechts zwijgend. Zij kende niemand van de vele menschen die in het zelfde huis woonden. Zij en haar moeder hadden slechts een vriendelijken groet ge wisseld als zij haar medebewoners op het portaal ontmoetten. ZIJ vonden het heel woToek >n ons ~VVJ' ten "en *oe eene -oo^ iake pe\s verveerdigd *ordl. On«keU' "lUve'b"e"' 4 s/ C D recht o\ coWorrrug, s va\\ nog sleed* eest In den smaak» ?£jel niet dal binnen een :k van A 00 km. hel hui* andevoorde èénig '\s oor z.V\n buitengewoner; jïjsrraad, rechtstreeks le kon» en Leningrad gekochi Door iV\n ongeëvenaarde akiieden waaronder verschei» ene Nehonaai bekroonden 3» Om de bexorgheid waarmede steeds ieder kiem bediend wordt. DE TARWEVOORTBRENGST JEUGDIGE VILLA PLUNDERAARS TE OOSTENDE VIER KNAPEN VAN TIEN TOT ZESTIEN JAAR OUD AANGEHOUDEN Sedert eenigen tijd had men opgemerkt dat jongens van 10 tot 16 jaar steeds rond thans verlaten villa's slenterden op de wijk «California» te Oostende. De policle stelde een onderzoek in. Een bezoek ter plaatse deed aan het licht ko men dat alle kranen, buizen en spiegels in al de bedoelde gebouwen verdwenen waren. Snel werd een scherpe toezichtsdienst ingericht en weldra liepen vier jeugdige rekels in de val. Zij behooren tot een ben de inbrekers van 10 tot 16 jaar. Zij zullen ter beschikking van den kinderrechter ge steld worden. De regie der Domeinen, aan wie deze villawijk toebehoort, zal waar schijnlijk vervolgingen inspannen tegen de ouders der Jeugdige schelmen. Het be drag van den diefstal beloopt 10 tot 20 duizend frank per villa. voor het besme ren van boter hammen. Kost minder, is zeer voedzaam, bevat 60 ker. COMMERCIEELE APPELGELEI in alle Kruidenierswinkels iBBBaaBBBflaasBBBCsaBBaBaBaaa dat aluminium voorwerpen kunnen gereinigd worden in een bad van petro leum of naphte of met een borstel in «carbonate de soudegedoopt? dat men geverniste meubelen grondig reinigt met ze in te wrijven met een doek gedoopt in een mengsel van olijfolie en wit was? Dit mengsel vooraf laten sme ten op het vuur. dat men bij 't verwen de beste uit slagen bekomt door twee lagen te leggen met dunne verfeene in de breedte de andre in de lengte? vriendelijk en het trof haar, dat allen hun deelneming betoonden. Want juf frouw Lehmann had gelijk, de één na de andere zond bloemen als teeken van deel neming. Juffrouw Lehmann ging heel nauw keurig na of iemand achterwege bleef. Weer werd er gebeld. Annie sloeg er geen acht op. De geur der bloemen in de kamer had haar wat vermoeid gemaakt. Met ge ioten oogen zat zij naast haar gestorven moeder toen Juffrouw Lehmann weer binnen kwam. Nu had zij geen bloemen in de hand, maar een visitekaartje, dat zij Annie overreikte. Hemel, juffrouw Annie, daar is een heel voorname mevrouw, die u wil spre ken. Ik heb haar in den salon gelaten. Haar naam staat op het kaartje. Met deze omslachtige mededeeling ging zij, blijkbaar zeer nieuwsgierig, voor Annie staan. Deze had nauwelijks een blik op het kaartje geworpen of zij sprong op en riep verheugd en verrast uit: «Tante Elisa beth Zonder acht te slaan op Juffrouw Leh mann verliet zij haastig de kamer. Me vrouw von Saszneck had intusschen zeer aangedaan het eenvoudige, kleine kamer tje rondgekeken, dat door juffrouw Leh mann de salon werd genoemd. Arme Bettina! zeide zij diep geschokt bij zich zelf, toen zij bedacht hoe droevig het lot was veranderd van de vroeger zoo rijke en geziene vrouw van den senator. De deur werd geopend en Annie Sund- helm stond bleek en aangedaan voor haar. Tante Elisabeth och, mag ik nog tante Elisabeth zeggen, stamelde zij. Zonder een woord te zeggen nam me vrouw von Saszneck haar in de armen. Hoe kan je het vragen, mijn arm, Hef kind. Ik ben nu hier om de nalaten schap van mijn arme Bettina te aanvaar den. Je weet toch, Annie, dat ge nu mij toebehoort, dat nu te Saszneck Je tehuis is? Beste Engelsche PEPERMINT voorkomt Hoofdpijn Neusverstopping Kortademlng Zenuwverzwakking enz. enz. Te verkrijgen enkel in de BESTE WINKELS Vraagt het doosje met het haantje. GEPENSIONNEERD MIJNWER KER WINT EEN HALF MILJOEN ^EOisteSÊ'O Een vijfde van het loterijbriefje, dat het lot van 2.500.000 frank der laatste trekking van de Koloniale Loterij wint, en dat verkocht werd door een wisselagent van Houden-Goeugnies, komt tce aan een gepenslonneerd mijnwerker der streek, die dus een half miljoen wint. 50.000 KINDEREN IN DE HOVEN VAN PRESIDENT ROOSEVELT... OM PAASCHEIEREN TE ZOEKEN Maandag namiddag hebben 50.000 kin deren de hovingen van president Roose velt, te Washington, overrompeld. Het is een oude gewoonte in het Witte Huis met Paaschmaandag al de kinderen van Washington uit te noodigen om harde eieren, in het rood geverfd, die in het gras en in het struikgewas verspreid lagen, op te zoeken. EEN LEKKERE SMAAK! EEN FIJNE GEUR! EN NIET DUUR! Geen twijfel, Vraagt bij uwen winkelier het Jubi leum koffertje, gegarnierd met een keuze van ailerfiijnste pralienen en gegeven op 30 kaarten (1 kaart per halve kgr. koffie). - Voor 't groot: GER. TRUANT-DUCOURANT Veurnestraat, 12-22, Poperinge. Op algemeene aanvraag onzer geachte kliënten en gezien den grooten bijval zullen wij steeds het Jubilé-Kofiertje pralinen voor een onbepaalden tijd over 1937 toestaan. HEBT GE OOIT EEN GOED WOORDJE GEDAAN OM EEN EN ANDER KENNIS AAN TE ZETTEN TOT HET ABONNEE- REN OP DIT BLAD. DANK EROM. Annie keek haar met een onbeschrij felijke uitdrukking aan. Lieve, dierbare tante Elisabeth ik och ik heb het niet gewaagd te ge looven dat u dat werkelijk ernstig meende. Ik dacht, dat u mijn lieve moeder daar mede slechts gerust wilde stellen. Ik ben er u zoo dankbaar voor geweest, dat u haar door deze belofte het sterven hebt verlicht. Mevrouw von Saszneck streek teeder en troostend over het goudglanzende haar. Een belofte ja Annie een belofte heb ik gedaan. En als je Elisabeth von Saszneck beter zult hebben leeren kennen, zal je weten, dat zij gewoon is haar De- lofte te houden. En ik vertrek zonder Jou niet meer naar Saszneck, Dadelijk na ontvangst van ?e brief ben ik op reis ge gaan. Maar kindlief, breng mij nu eerst naar Je moeder, ik wil haar nog eens zien. Zij sloeg haar arm om den schouder van Annie en zoo naderden zij samen het lijk van Bettina Sundheim. Tranen stonden in de oogen van me vrouw van Saszneck. Daar ligt zij nu en rust uit van haar leed! Mijne Bettina vele, vele jaren geleden, ontmoette ik je voor het eerst je had zware zwarte lange vlechten en lachende oogen. En nu! Aangedaan drukte zij haar voorhoofd op de koude handen. Zoo bleef zij een poosje. Daarna richtte zij zich op en legde een mooien ruiker roode rozen op de ge vouwen handen der gestorvene. Deze rozen had zij voor Bettina meegebracht als laatste groet. Annie stond snikkende naast haar. Mevrouw van Saszneck sloeg haar ar men hartelijk om het meisje heen. Ja, kind, de dood ls wreed en vraagt niet of ons hart verscheurd wordt. Ik heb in zorgvolle, wanhopige uren geleerd mij voor hem te buigen. Maar het moet een troost voor je zijn, dat Je je moeder tot haar laatste oogenblik met liefde hebt omringd. Heeft zij een moeilijken dood strijd gehad? ZULLEN WE IN 1938 GEBREK AAN TARWE HEBBEN? Tot heden toe leefden we in de «vette jaren» van de tarwevoortbrengst. De over vloed was inderdaad zoo geweldig, dat men hem in de schuren moest laten rotten. Het schijnt nu evenwel dat deze tijd voorbij is en we voor de magere jarenstaan. De vooruitzichten laten immers vermoe den, dat in 1938 er over de gansche we reld een gebrek aan tarwe zich zal laten voelen. De voorraad van vóór zes jaren is opgebruikt en we moeten thans afwach ten wat de komende oogst ons brengen zal. Het feit dat Duitschland en Italië op alle markten de tarwe willen opkoopen, is natuurlijk niet vreemd aan deze toe stand. De Argentijnsche regeering is zelfs moeten tusschen beide komen om den uit voer van tarwe verder te beletten, om een tekort op de binnenlandsche markt te voorkomen. In Australië heeft de oogst weinig op geleverd. Duitschland en Italië, die voor hun eigen land gingen zorgen, moesten elders gaan opkoopen. Wat de Zwarte Aarde van Ukranië zal opbrengen, blijft een vraagteeken. We kunnen niet anders dan leven op de hoop van goeden oogst, maar... dan zou den de boeren wat minder moeten te kla gen hebben van het slechte weder. Zoo luidt een bericht uit Londen. 9E&XHBBBBBBBBBBKBËI9BBBB3IBSBB ANKF.R'Naaimachienen aan de spits van den vooruitgang. Wonder zig-zag ANKER, naait alles! Geen beter naaimachien dan ANKER... Wel duurder. Vr. inlichting bij Vertegenwoordiger uwer streek: Van Sevenant, Diksmuide; Amery, WoumenWe A. Vervaecke, Waregem Lannoo, KoekelareVerdoene, leper. Of voor 't groot: M. J. Verhaeghe, Steendam. Gent. - Overal voortverkoopers gevraagd. «BBBBBBBBBBBBBBBBIBBBBBBBBBB Waarom lijden aan I HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPIJN GRIEP RHEUMATIEK ZENUWKOORTS PIJN DER I MAANDSTONDEN |a!s de Wonderbare Bruine Poeder» van] der Apotheek DE POORTERE Sint-Niklaas- U oogenblikkelLjk «onder schade lij'.» gevolgen ven deze pijnen zullen herrijzen* _D» doov. 6 potdert 4 /r. De driedubbele doe» 25 poeder10. (fü fr Te verkrijgen in alle I goede Apotheken of| vrachtvrij tegen postmatidaat. Gebruikt ze eens, U 1 zult nooit geen an-| dere meer gebruiken! PAX 4 Z Belok. Paschen. H. Isid. V. Sevilla Evangelie: De ontelooviihtii tan Thomas. 5 M O.L.V. Boodschap. H.Vinc, Ferreriu# 6 D E Ceelestinus 7 W H. Albertus, kluizenaar 8 D H. Walterius 9 V H. Waldetrudis 10 Z H. Macarius ZONDAG 4 APRIL Beloken Paschen, hoogdubbel, 1* klaf. - Wit. - «Quasimodo». - 2« Gebed van den H. Isidorius. De Kerk spreekt ons heden vooral over de deugd van geloof, zoo noodzakelijk voor ons godsdienstig leven. In het Epis tel leert de H. Joannes ons: «Welbemin den, al wat uit God geboren is, overwint de wereld, en dit is de zege die de we reld overwint: ons Geloof. Wie is het die de wereld overwint, tenzij degene die gelooft dat Jezus de Zoon Gods is? Dit geloof wordt versterkt door het Evangelie waarin twee verschijningen van Jezus verhaald worden, een op Zondag avond, toen de apostelen bijeen waren in de zaai van het Laatste Avondmaal, en acht dagen later, aan dezelfde apostelen en aan Thomas. Vooral voor de laatste verschijning heeft de Kerk bijzondere aandacht; want door Thomas' ongeloo- vigheid te overwinnen, gaf Christus aan al de menschen een van de meest door slaande bewijzen van zijn Verrijzenis en dus van zijn zoonschap Gods. Dit geloof zal ons, in het uur van da bekoring en de beproeving, herinneren aan Gods opperste rechten, aan de ge hoorzaamheid van zijn schepselen, aan de onuitsprekelijke smarten waardoor Je zus voor onze zonden heeft geboet, aan de noodzakelijkheid van het gebed, aan de eeuwigheid der pijnen waarmede God den verstoken zondaar straft, aan de ein- delooze vreugden waarmede hij zoo heer lijk een getrouwheid van enkele jaren beloont. Aan al die waarheden herinnert ons het geloof; en hoe geducht 's vijand» pijlen ook wezen, hoe hevig ook zijn in blazingen, hoe aanhoudend de strijd, do vurig geloovende ziel vindt in haar geloof den stevigsten steun van haar weerstand* het grondbeginsel van haar standvastig heid in het goede, het ware geheim dep overwinning. Zalig de ziel deze woorden komctl van God zelf zalig de ziel die alzoo de verzoeking weerstaat zonder er zich aan blootgesteld te hebben... het oog gevestigd op de goddelijke beloften; ze zal reeds hier beneden zegepralen; en later zal ze den prijs van haar edelmoe digheid en van haar getrouwheid ontvan gen. (Jacobus, 1, 12.) Want Christus, zoo verzekert ons dé H. Paulus, verlaat in den strijd zijn vol gelingen niet, daar Hij een barmhartig® hoogepriester is die beproefd is geworden' en derhalve weet wat de beproeving is en ons kan ter hulp komen in den strijd. (Hebr. 2, 18, 5, 2.) Dat doet hij door zijn genade, door zijn smeeking. Alsdan doet Hij opnieuw voor ons de vraag die Hij zijn hemelschen Vader toestuurde toen Hij den laatsten aanval der hel ging on derstaan en zegevierend afslaan: «Va der, ik vraag niet dat Ge hen wegneemï uit de wereld, maar dat Ge hen bewaart voor het kwaad.(Joh. 17, 15.) En omdat wij gelooven in zijn fcooti Jezus, omdat we ons van Hem niet wil len verwijderenomdat we, ons zelf mis trouwend, in Hem alleen, door het gebedy onze hoop stellen, omdat Hij in zijn Zoon ons ziet en bemint, daarom zal de Vader ons voor 't kwaad bewaren. Hij zal zijn! goede engelen zenden die ons onzicht baar zullen naderen om ons te dienen H. VINCENTIUS FERRERIUS, Belijje* (Woensdag 7 April.) De H. Vincentius, in 1373 in Spanje ge boren. trad op achttienjarigen leeftijd fit de orde van den H. Dominicus. Hij reisde door gansch Europa en spoorde de zon daars aan zich voor te bereiden op dert dood, «want de Menschenzoon komt op een onvoorzien uur». (Evangelie). Hij werd de Engel van het Laatste Oordeel genoemd en steeds herhaalde hij de woor den Staat op, dooden. en komt ten oor deel. Hij bevestigde zijn woorden doo? menigvuldige wonderen. (Epistel.) Met duizenden telde men de bekeeringen. Vel# ongeloovigen en Joden namen het christe lijk geloof aan. Zeer dikwijls kwam hef voor. dat ieder der toehoorders zijn eigeni moedertaal vernam, ofschoon de predi kant steeds Spaansch sprak.Hij mocht, tot zijn groote vreugde, het einde beleven ,'an de Scheuring van het Westen (1417) en overleed twee jaar later. Paus Calix- tus III verklaarde hem heilig in 1455. 4flBlBflBBB9EZBBHBSBBflflflBBBBBBflf FEN LTFTKOOI NFFRGESTORT IN EEN ZUID-AcRIKAANSCHE MIJN Een Europeaan en 34 inlanders gedood. Te Durban is een liftkooi in een_ mijn neergestort. Een Europeaan en 34 inlan ders zouden bij het ongeluk zijn gedood. Neen, goddank is zij stil en rustig ingeslapen, 's Avonds heeft zij mij nog van u van uw gemeenschappelijken schooltijd verteld. En zij heeft mij gezegd, dat zij heel blij zou zijn als zij zoover herstelde dat zij naar Saszneck zou kun nen reizen. Sedert wij in Wiesbaden wa ren, sprak zij er altijd over. Daarna wilde zij beproeven te slapen. In den laatsten tijd had zij veel hinder van hartkloppin gen en kortademigheid en kon daardoor weinig slapen. Maar dezen keer sliep zij gauwer in dan gewoonlijk-, Ik zat nog meer dan een uur bij haar en was zoo blij dat hij rustig sliep. Daarna stond ik op en wilde ook gaan rusten. Maar plotselings werd «ij wakker en had weer een be nauwdheid. Ik richtte haar op en gaf haar haar droppels in. Toen werd zij rustiger en glimlachte mij toe. Ik sliep zoo heerljik mijn lieve Annie, nu ga^ik weer slapen, ik hoop erg lang,zeide 'zij en gaf mij een kus. Ik durfde mij niet te verroeren, uit vrees haar te storen. Op eens ging er een schok door haar lichaam en strekte zij zich lang uit. Maar ik ver moedde niet wat toen gebeurd was, ik voelde slechts dat zij heel stijf en zwaar in mijn armen rustte. Ik keek haar in het gelaat en wist, dat ik mijn lieve, trouwe moeder had verloren. Weer stroomden de tranen over het ge laat van Annie. Mevrouw von Saszneck streelde haar hoofdje. Haar strijd is nu voorbij, mijn kindje wij willen haar vrede niet storen. Langzaam verlieten zij het vertrek. An nie bracht mevrouw von Saszneck in de huiskamer. Mag ik u wat geven, tante Elisabeth? vroeg Annie, zich met moeite tot kalmte dwingend. Ook mevrouw von Saszneck gaf zich moeite zich te beheerschen. Neen, dank je, lieve kind, ik heb ln het hotel alles genomen wat ik noodig heb. Als je het goed vindt, zullen wij nu overleggen wat er al zoo moet gebeuren. Is alles reeds geregeld voor de begrafenis? Ja, tante Elisabeth, onze hulp ln de F. BLANCKAERT-VERLEENE (Meesterkleermaker) Gasthuis»traat, 41, Poperinge, Eerste keus Kostumen, Overjassen, Fantazijbroeken. Speciale zwarte stoffen voor ceremonie. Eenige verkooper der «BELGICA»-Regen- mantels. Lederartikelen en spe cialiteit van Lodens, gewaarborgde herkomst van Alsace en Tyrol. UNIFORMEN. huishouding is een flinke, praktische vrouw, Zij heeft mij dadelijk in alles raad gegeven. Zoo, dan zullen wij aan haar ook wel het opbreken van Je kleine huishouden kunnen overlaten. Ik zou liever niet lan ger dan noodig is van Saszneck wegblijven en wil je in elk geval dadelijk meenemen. Wat je wilt meenemen geven wij de vrouw aan, zij kan dan alles nazenden. Dat wat je van kleeren noodig hebt, nemen wij dadelijk mee. Ik heb mijn kamenier mee gebracht, die kan je helpen. En als je nu wat te doen hebt, dat je afleiding geeft in Je smart, dan is dat heel goed. Annie had het gevoel alsof haar wan kelende levensboot weer in een kalme haven was binnengeloopen. Zonder een woord te zeggen drukte zij een-kus op de hand van mevrouw von Saszneck, die haar toelachte. Zoo kindje, roep nu juffrouw Leh mann, ik wil dadelijk zelf met haar spreken. Deze werd dadelijk geroepen en het gesprek tusschen haar en mevrouw von Saszneck was heel eigenaardig. Maar juf frouw Lehmann was werkelijk een bij zonder flinke vrouw. Zij begreep dadelijk wat er van haar werd verlangd. Den volgenden dag kwam zij reeds met het bericht, dat mevrouw Bornemann, die op de tweede étage woonde, het geheele meubilair voor haar dochter wilde koopen, als het niet te duur was. Op die manier werd alles vlugger geregeld dan men had gedacht. Zondag werd Bettina Sundheim begraven en Maandag vroeg gingen me vrouw von Saszneck en Annie reeds op reis. VERBODEN NADRUK, ('t Vervolgt). «o» te verkrijgen bij on» Verkoopere.

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1937 | | pagina 7