EEN JUWEEL
GEDACHTEN
WEKEL1JKSCH
LITURGISCH BULLETIJN
Hebt Ge
schemerende oogen
MAAN
IN DEN NEGER
ONDERHOUDSZORGEN DER
GRAANVELDEN
I 'T ROOS KRUIS
AANBESTEDINGEN
De Gemengde Stroop, do
zoogenaamde "Commer»
ciaale Appelgelei,,
DE KOSTPRIJS
VAN DE SUIKERBEETENTEELT
BESTUDEERD IN DE CENTRA
LE LANDBOUWMAATSCHAPP1J
VAN BELGIE
Die temmert langs den weg
hoort ledereens gezeg.
En maakt geene roede tot uw zelfs eers.
Die niet en heeft
kan eventwel nen zucht geven.
Nood is zulk een bitter kruidt
Men kan geen krieken
plukken zonder stelen.
Een goed gekocht Juweel is een
goed geplaatst kapitaal, vooral wan
neer men het koopt bij een juwelier
die ter trouwe en ondervinding
rijk is.
MEI - BLOEIMAAND
Op 14 April laatstleden, vergaderde de
Centrale Landbouwmaatschappij van Bel-
gie, onder voorzitterschap van den Heer
Joly, bijgestaan door den Heer P. Visart
da Bocarmé, ondervoorzitter en door den
H. C. Segerj, secretaris. In den loop van
dia zitting, deed den Heer L. Decoux,
bestuurder van het Belgisch Instituut voor
Verbetering der Beet, de volgende mede-
deeling: Hoe de kostprijs van de suiker-
beetenteelt verlagen?», waarvan de con
clusies hier volgen
Het verlagen van den kostprijs van de
suikerbeetenteelt hangt af van de bezui
niging op de uitgaven, het verhoogen van
de waarde der bijproducten, de opbrengst-
verhooging en het suikergehalte.
Om dit economisch ideaal te bereiken,
hoeft men rekening te houden met de
volgende elementen
1. De minst kostelijke organische
bemesting is de groenbemesting, volledigd
met een kleine dosis stalmest en een ge
paste minerale stikstofbemesting.
2. De minerale bemesting moet met
veel overleg bepaald worden rekening
houdende van de wisselbouw en van de
kostprijs van de eenheden der verschil
lende vruchtbaarmakende elementen. Op
dat hare werking het meest afdoende zou
zijn en de uitgaven het geringst, moet
men voor de suikerbeet, de bemesting toe
passen welke zij vereischt en niet een al-
gemeene bemesting voor gansch de wis
selbouw.
3. De uitgaven voor het zaad, kan
verminderd worden, door het gebruik van
een uitstrooier met onderbroken distribu
tie. Nooit mag men een besparing zoeken,
door zaad te koopen aan lage prijs, maar
met deficitaire opbrengst.
4. De kosten van het plaatsen kun
nen verminderd worden door het gebruik
van de machine om op afstand te zetten
en van den discobineur.
5. Het transport der beeten kan be
sparingen opleveren, door het invoeren
van op luchtbanden gemonteerde wagens.
6. Plet bewaren van pulp, loof en
koppen zal verbeterd worden door het
invoeren van betonnen silos.
7. De opbrengstverhooging, samen
met een voldoend suikergehalte verzekert
de grootste verlaging van den kostprijs.
Ze zal bevoordeeligd worden door het
vroegtijdig zaaien, de dichte beplanting
en de ziektenbestrijding.
9 Z 6' Zond. na Paschen. H. GregoriuS
Evangelie: De H. Geest tal tan mij leisure*.
10 M H. Antonius
11 D H. Franciscus de Hieronymo
12 W HH. Nereus, Achilleus en DotnUilljC
13 D H. Servatius van Tongeren
14 V H. Pacomius, H. Bonifacius
15 Z Vigilie. H. Dympha van Geel
co»
Zondag 9 Mei. Zondag onder het Octaaf
van Ons-Heer-Hemelvaart.
Het Misoffer van dezen dag geeft ons te
kennen wat er in den geest van Petrus en
der andere Apostelen ontging, sinds het
oogenblik, waarop de Meester hen verla
ten had. Allen waren gezamenlijk verga»
derd, lijk de Meester het hun voorgehou
den had, en zij baden. In die heilige at-*
mosfeer des gebeds, wachtten zij den Hei
ligen Geest af, dien Hij hun beloofd had
hun te zenden en van Wien zij de grootstij
verwachtingen koesterden. Hadden zij na
de droeve lijdensdagen te veel bewijzen
van Jezus' opstanding gezien om nog aan
zijne goddelijke macht te kunnen twijfe
len, toch bleven zij ln de grootste onwe
tendheid gedompeld, aangaande de wijze
waarop het Christusrijk ging gevestigd
worden. Zij hadden eene wereldzending,
een goddelijk gezag ontvangen, doch het
was slechts het geloof dat hun dit alles
voorhield. De Meester had het hun ver
klaard: zij geloofden het, maar was dit
niet alles? Want als zij zich beschouwden
zooals zij op dit oogenblik waren, met do
hulpmiddelen waarover zij konden be
schikken om de Kerk te vestigen, moesten
zij ronduit bekennen dat zij, mannen zon
der aanzien, tegen zulk eene taak niet wa
ren opgewassen. Daarbij hun hoofd was
schandelijk ter dood gebracht, al de op
perpriesters van het joodsche volk had
den zij tegen hen en, wat niet minder was,
allen hadden Petrus vooraan hun
Meester in het bangste uur aan zijn lot
overgelaten, toen een der twaalf zelfs Hem
had verraden.
De H. Geest was nog niet ln hun harti
neergedaald, om er dat geloof te bevesti
gen. waarin zij bijna vier jaar lang en
door veel wisselvalligheden heen, den
Meester gevolgd hadden. De Meester had
hen nu verlaten; zonder te weten wat er
ging gebeuren, verlangden zij hun hart
toegankelijk te maken voor de nakende
genade, en Gods aangezicht te zoeken.
De Intree-Zang doet ons het gebed bid
den dat het hunne zijn moest: «Luister.
Heer, naar mijne stem, waarmede ik toé
U roep. Tot U zeide mijn hart: uw aan
gezicht zal ik zoeken, Heer, keer uw aan
gezicht niet af van mij. De Heer is mijn
licht en rr.ijn heil, wien zal ik vreezen?
Dit is de zegekreet van de geloovende ziel.
Het Misoffer begint en heel natuurlijk
beheerscht de mentaliteit der Apostelen
en der leerlingen, die in het Cenakel den
H. Geest verwachtten, onzen geest en ens
hart. De Intree-Zang heeft ons doen bid
den gelijk zij gebeden hebben. Het Evan
gelie brengt ons in nauwer gemeenschap
met hunne zielen: wanneer de Trooster
komt, dien Ik u zenden zal van wege den
Vader, de Geest der Waarheid die vali
den Vader uitgaat dan zal Hij van Mij
getuigen». Maakt u geen illusies omtrent
den bijval dien uwe goddelijke zending bij
de menschen oogsten zal: Zij zullen
uit de synagogen bannen, Ja het uur komt
dat alwie u het leven beneemt, een dienst
zal meenen te bewijzen aan God.
Alzoo komt in geheel zijn omvang dei
vraag, die de Apostelen zich stellen, tot
grooter klaarheid; maar het is reeds
eigenlijk geene vraag meer, wijl de Apos
telen ze reeds beantwoord hebben; het
komt er nu op aan te zien, hoe alles zichi
verwezenlijken en eindigen zal. Ze geloo-
ven in den Geest der waarheid, die van
den Vader uitgaat en die van Christus ge
tuigen zal, en de belofte die zij ontvingen;
heeft hun afscheid van den Meester min
der hard gemaakt. Maar van welken aard:
zal dit werk van den H. Geest zijn? Zij-
verwachten zich aan vervolgingen? En
hoe zullen hunne moordenaars kunnen
meenen een aangenaam offer te brengen
aan God?
De komst van den H. Geest zal hurt
twijfel doen verdwijnen, hen doen begrij
pen wat hun verstand thans niet vat en
het hun doen beleven. Plotseling zullen zij
door den Geest Gods, die in hen leeft, ge
dreven worden en in nieuwe menschen
herschapen worden. Zij zullen spreken,
maar niet meer uit zichzelven; zij zullen
met een bovennatuurlijk licht bestraald
met een bovennatuurlijke licht bestraald'
worden; niet alleen de Geest, doch ook zij
«zullen van Jezus getuigen». Al wat zij
zagen en ondervonden toen zij met JezuS'
waren, zullen zij zich herinneren en hun
ne ervaring, tot dusverre eene doode let
ter, al hun leven worden. De wereld zal
hen niet meer doen beven, daar zij zullen'
ondervinden dat de wereld aldus handels
omdat hij noch den Vader, noch den
Zoon -heeft gekend
De Mis van heden brengt ons dus terug
tot die wonderbare jaren die op het Sacri
ficie van het Kruis dat in de Mis tel
kens hernieuwd wordt volgen, wanneer
ds zielen der kristenen, nog warm van
Jezus' bloed, zich voor alle sacrificiën, voor
alle apostolaat en zielenijver opofferden.
De boosheid der wereld is niet veran
derd en de kracht van Christus' Bloed 13
niet verminderd. De Heer blijft zich op
dragen als een smetteloos offer, dat onze
zielen zuivertdoor Hem ontvangen wij
de nieuwe kracht des Hemels(Secreta)
waardoor wij, in Jezus geloovende, ini
staat gesteld worden te belijden wat wij
gelooven en te beoefenen wat wij belijden»
tasHBSSBfiBEBSBaasïSöiicsasas»
HEB MEDELIJDEN in naam van H,
Theresia, van K. J.; helpt mij Jeugd in
gevaar redden. Dringend noodig om
patronaat en school te bouwen. Post-
check 139.485. Pastoer Renson te Xhen»
delesse.
3assBBsaiasi5!aiBBHiBiiaasRE3Ba
Je zou graag hebben, dat zij Je huia
verliet?
Ja, ja dat zeg ik alleen aan jou
zonder omwegen, riep hij heftig uit. Ik
verlang ernaar meer rust te krijgen. Nu
moet ik imet haar uitgaan en je kent haar
kwikzilver-natuur. Het is geen gemakke
lijk ambt. En ik geloof ook, dat wij het
beter samen zullen vinden als -wij niet de
zelfde lucht inademen. Het klinkt harte
loos, is het niet zoo, ik beknor er mij zelf
om, maar kan er niets aan veranderen.
Zij greep zijn hand.
Ik beklaag je, Rolf jou en ook
je kind. Wat zoudt gij veel voor elkaar
kunnen zijn en wat zijt ge voor elkaar?
Hij steunde het hoofd in de hand en
keek strak voor zich uit.
Zwijgend keken zij voor zich. Een kort
poosje daarna werd de deur geopend en
Annie Sundheim kwam binnen.
Zij stond op den drempel door het zon
licht omstraald en wat verlegen toen zij
zag dat mevrouw von Saszneck bezoek
had.
Ik vraag verschooning, tante Elisa
beth, als ik u stoor, maar men heeft mij
gevraagd dadelijk bij u te komen.
Eerst toen baron Hochberg Annie hoor
de spreken, had hij plotseling zijn hoofd
omgewend. De mooie, zachte stem scheen
hem zoo buitengewoon bekend en ver
trouwd. En nu keek hij de spreekster aan.
Met een schorre kreet van opwinding
sprong hij op, strekte zijn handen, als
naar een visioen uit, en liep wankelend
eenige schreden op Annie toe.
Maria! Maria riep hij daarbij met
een ontroerde uitdrukking. Annie keek
hem verschrikt aan en mevrouw von Sasz
neck greep hem ontsteld bij den arm.
Wat scheelt Je Rolf? Dit jonge meis
je is Annie Sundheim, mijn gezelschaps
dame van wie ik je heb verteld.
Wie kent niet de fabrikant-juwelier li L U I\ J L L
41, Boterstraat, IEPER.
Een bezoek verbindt U tot niets. Open den Zondag1, zelf op heden
Zondag 9 Mei, dag van leper's Karnavalstoet.
Dan komt ge voor den ZJuzepee
Maar wilt grineens twee liters koopen
Verdraaid! dan laten z'U met yreê,
Refrein:
't Was toch zoo goed
Wat gaan we nu beginnen
't Liep toch zoo zoet
En zacht naar binnen!
Enfin, 't zal nog ne keer af te wachten
zijn!
ALS ER EEN KINDEKEN wordt gebo
ren dan is subiet de vraag: Wat is 't, 'n
jongen of een meisken?
't Is toch wonder, zei Wanne Katrien,
de vaders hebben altijd liever een jongen.
Toen ik geboren werd, ging ze voort, had
mijn vader spijt da'k geen jongen was.
Hewel, antwoordde Kobe, haar man,
daar heb ik dubbel spijt van.
DE MENSCH WIKT
En God beschikt
maar daar zijn dagen dat ge al zoo gaar
ne nen ijsbeer zoudt zijn aan den Noord
of Zuidpool als een fatsoenlijk mensch in
Vlaanderen.
Manneken, ge zijt slecht gezind, zegt
Marenta die gereed staat om dodokens te
gaan doen.
Hewel! Marenta, ja; ik ben slecht gezind
en ge moogt het weten en de lezers van
ons gazet mogen het ook weten. En als ge
me nu vraagt wat er hapert, dan zal ik U
dat in twee woorden zeggen:
We gaan in Vlaanderen vooruit
Zoo zoetjes, ach, zoo zoetjes
Lijk eens bedeesde kleine guit
Die stapt op zijne kleine voetjes.
Hewel! vraagt Marenta. Wat zou 't moe
ten zijn? Zouden we moeten voorthollen
lijk een jong en vurig peerd dat alles om
ver springt, en op slot van rekening... zelf
zijn pooten breekt!
Beter is het stillekens aan...
Daarmeê is 't steeds 't verst gegaan
Want hij die te vlug wil loopen
Moet het dikwijls duur bekoopen.
En zie! daar heeft Marenta weer ne
keer gelijk in. Ja, ja, onze Vlaamsche
vrouwen zeggen niet veel, maar als ze iets
zeggen, slaan ze dikwijls den nagel op den
kop... en de gebeurtenissen zullen ons ge
lijk geven!
NOG 'N KAZERNEBLOEMPJE.
De sergeant gaf les over de geluidsleer!
Nu wil ik U duidelijk maken, sprak
hij tot de rekruten, dat het licht sneller
ls dan het geluid. Wanneer ik bijvoorbeeld
een kanon van ver op een man afvuur, zal
die man eerst vuur zien. Dan wordt zijn
hoofd van zijn romp geslagen, en eerst
daarna, zal hij den knal hooren!
Ge moest het weten!
DE FRATERNELLEN
M'n beste gezellen
Nog 'n oude kennis van ons,
Voor dvijf vijfden franskiljons
Hebben dus, onges.ieneerd
Te Brussel gemanifesteerd!
Die mannekens, die denken alleen d» va
derlandsliefde in pacht te hebben, hebben
dus verleden Zondag een betooging ge
houden tegen de amnestie! een zuivere
vlaamsche kwestie.
Met wat die venten zich tcch allemaal
bemoeien. Hun haat tegen Vlaanderen
kent geen perken... 't zijn allemaal disci
pels van dien f-ermen ezel die, ter gele
genheid van de verkiezingen, in 't krantje
Bruxelles Francaisgetiteld, dierf te
schrijven: die stomme vlaamsche boe
ren die het asfalt van aan de Beurs tot
aan de Noord komen bezoedelen! Dus...
voor de Vlamingen geen plaats in de
hoofdstad!...
't Is 't geen we zullen zien d§n 23 Mei,
wanneer de Vlaamsche Oudstrijders, die
80 van de IJzerjongens vertegenwoor
digen, op hunne beurt, te Brussel, hunne
betooging voor de amnestie zullen beleg
gen.
Dien dag zal Brussel hooren en zien,
wat het echte Vlaanderen eischt!
'T WAS IN DE KAZERNE te doen.
Geeft acht! brulde de korporaal.
Steekt het linker been vooruit en strekt
het lichaam: Eén! Twee!
Bij vergissing stak ne piot naast zijne
maat, die het goed deed, zijn rechterbeen
uit.
De korporaal draaide bijkan van zijn
stekken van ergernis.
Welke stommerik steekt zijn twee
beenen uit? tierde hij.
'k Heb geprobeerd van 't na te doen...
maar 't ging niet!!
EN HIER IS 'T BEWIJS
Dat de dienstwilligheid
Niet immer en altijd
Wordt gesteld op prijs.
Een manneken uit de steê der maan-
blussc'hers, namelijk Mechelen, had ne por-
temonee met veel geld in de Dijle laten
vallen. Een juffer die daar voorbij kwam
en 't manneken daar zag huilen, vroeg
water gebeurd was. Daar stond daar veel
volk te gapen, maar niemand die er aan
dacht het portemeneeken uit 't water te
visschen. 't Was misschien te diep, te koud,
te nat... 't Is niemandalle, ventje, zei de
juffer: ze liep naar huis, trok heur klee-
ren uit en sprong in 't water dat voor haar
WBRBSBBBBBBB9BBBÜ9B9HBBBBSB
Maar deze drie eenzame jaren tusschen ijs
en sneeuw in een streek waar alle leven
verstijfd scheen, en daarbij de buitenge
woon groote vermoeienissen waaraan wij
waren blootgesteld ja dit alles heeft
mij een beetje tot een zonderling gemaakt.
En dat zijn dan mijn grillen. Maar laten
wij er over zwijgen, Elisa het is voor
jou steeds hetzelfde lied.
Zij greep zijn hand.
En toch steeds weer nieuw, beste Rolf.
Ik verbaas mij steeds over Je. zoo'n man
als jij heb ik in mijn leven niet ontmoet.
Maar al mogen anderen je ook nog zoo
vreemd vinden, ik heb je altijd begrepen.
Hij drukte met groote hoffelijkheid een
kus op haar hand.
Dat weet ik, Elisa en daar ben ik je
heel dankbaar voor. Reeds toen ik trots
alles mijn Maria trouwde stond Je reeds
aan mijn zijde. Jij alleen hebt haar lieve,
hartelijke brieven geschreven. Dat zal ik
nooit vergeten. Wat was Maria daar blijde
roede. Och, als Maria ook nog had mogen
beleven, dat ik als erfgenaam van oom
Heribert, heer van Eckartsbergen een rijk
man ben geworden, dat zou een te groot
geluk zijn geweest.
Mevrouw von Saszneck knikte.
Ja, ja er wordt voor gezorgd, dat
men niet al te veel geluk krijgt. Toch zou
ik wel graag, ook nu nog, weten waarom
oom Heribert juist jou tot universeel erf
genaam heeft gemaakt.
Dat kan ik je vertellen. Ik vond al
lerhande aanteekeningen onder zijn na
gelaten papieren, waaruit ik kon opma
ken, dat hij mij tot erfgenaam maakte,
omdat ik er mij niet van had laten af
brengen, ondanks de tegenstand mijner
geheele familie, Maria te trouwen, en om
dat ik mij nooit bij hem indrong, zooals
de anderen die belust waren op de erfenis.
Natuurlijk heeft men mij toch verdacht
op de erfenis te speculleeren. Gij alleen
hebt mij nooit dit verwijt gemaakt.
Mevrouw vou Saszneck glimlachte.
niet te koud, niet te diep en niet te nat
was.
Een paar minuten later kwam ze weer
bcrven en ze had het portemoneeken meê.
Bravo! bravo! riepen de menschen... maar,
daar kwam daar ne politieagent aange
wandeld en die maakte een proces-verbaal
op tegen de juffer omdat ze in zwemmel-
kostuum op straat kwam...
't Is toch niet waar, zegt Marenta. Ja
wel Marenta! Hewel, antwoordt Marenta,
dan heb ik maar van een ding spijt! En
dat is? Dat die politieagent niet hals over
hop in 't water is getuimeld... Dan zou hij
kontent zijn geweest, ais die Juffer er hem
had uitgevlscht. Ondank is 's werelds loon
en wat wilt g'er aan doen.
EEN SCHEIKUNDIGE kwam na een
fuifnummer laat thuis, en hij vond vrouw
lief gansch in tranen.
Houd toch op, riep hij boos uit, want
wat zijn toch tranen? Niets dan een klei
ne hoeveelheid phosphorzouten, een snuif
je chloride en water, veel waterl
Wist g'het?... Ik niet.
ZIE MENSCHEN, ge moogt er van zeg
gen wat ge wilt, maar het leven wordt met
den dag moeilijker. Als ge denkt dat ge
een goei remedie aan de hand hebt, om
gezond te blijven dan komt er al met eer.s
nen dokteur en die zegt:
HETMANNtKE
DE MEI! DE MEI! DE LIEVE MEI.
Is eindelijk g?komen...
De hagen staan met bloemekens
Met bloemekens de boomen.
JAAR 1937
Deze prijskampen zullen plaats hebben
als volgt:
Te GISTEL, op Dinsdag 18 Mei, om 10
uur, op de Groote Markt.
Te TIELT, op Woensdag 19 Mei, om
10 Vi uur, cp de Rameplaats.
Te DIKSMUIDE, op Dinsdag 25 Mei, om
10 uur, op de Groote Markt.
Te IEPER, op Woensdag 26 Mei, om
10 Vk uur, op de Groote Markt.
Te BRUGGE, op Donderdag 27 Mei, om
10 uur, cp de Vrijdagmarkt.
Te Kortrijk, op Donderdag 3 Juni, om
10 u. op den Houtmarkt.
Inschrljvingsbulietljns zijn te verkrijgen
bij den Heer M. SYS, Rijksveeteeltconsu-
lent, 15, Styn Duboislaan, Roeselare.
Telefoon 1007.
Deze inschrijvinRsbulletïjns moeten aan hooger ver
meld adres gestuurd worden, minstens tien dagen
vóór den datum der prijskamp.
Premies voor merrieveulens en kweekmerriën van het
Belgisch trekras, opgenomen in het stamboek van
het Belgisch trekpaard.
Art. 22. De volgende premies mogen toegekend wor
den aan de eigenaars van de beste merrieveulens en
kweekmerriën van het Belgisch trekras voor zoover de
hoedanigheid der dieren zulks rechtvaardigt:
A. Prijspremies.
1) Onder de merrieveulens bij de drie jaar of drie
i'aar oud:
Oen ie premie en 500 fr. met verzilverde medalie;
Een 2® premie en 400 fr. met bronzen medalie:
Een 3* premie en 300 fr. met bronzen medalie.
2) Onder de fokmerriën van 4 jaar en meer:
Een 1® premie en 1000 fr. met verzilverde medalie;
Een 2 premie en 750 fr. met bronzen medalie;
Drie 3® premies en 400 fr. met bronzen medalie.
Wanneer de keuringscommissie oordeelt dat de aan
genomen veulens of merriën de vereischte boedanig
heden niet bezitten om de toekenning van een eerste
premie te rechtvaardigen, mag zij tweede premies
verleenen.
De zelfde merrie mag slechts eenmaal de eerste pre
mie behalen.
B. Twee premies, de i® van 1.500 fr. en de 2* van
1.000 fr. aan de twee beste kweekmerriën, van 6 jaar
of meer, vergezeld van twee afstammelingen geboren
vóór 1 Januari van het jaar waarin de prijskamp plaats
vindt en die, vroeger, een eerste of een tweeae prijs-
kamppremïe in de categorie van 4 jaar en meer be
haald hebben.
Zulke premie mag slechts driemaal voor de zelfde
merrie toegekend worden.
Art. 23. De eigenaar die een geprimeerde merrie
bij een ongekenden hengst ter dekking aanbiedt, ver
liest alle recht od de premie.
INLICHTINGEN VOOR DEN KWEEKER
De merriën mogen slechts mededingen onder voor
behoud dat zij ingeschreven zijn in het Belgisch Stud-
Boek. Een ontvangstbewijs, van de inschrijvingsbul-
let ijns, zal aan de deelnemers gezonden worden. Het
Beheer dringt aan bij de fokkers dat zij hunne paar
den zouden aanbieden op het uur stipt dat op het ont
vangstbewijs aangeteekend is.
Daar de Jury een uitlezingswerk doet, zullen de
paarden, bloot, zonder oversingel en bijzonder zonder
opschikkingen, die de jury nopens de zootechnische
waarde van het paard kan bedriegen, aangeboden wor
den.
In uitzondering van eenige linten, zal er niets toe
gelaten worden, zelfs niet het aanbrengen van klei
of vette oliën om het haar recht te zetten, ook geen
meda'iën. De Rijksveeteeltconsulent,
M. SYS.
aDEBBSBBBBSBBBBBBBBBBBflHBBflB
Hat schettert, kwettert overal
In velden en landouwen
Van vogelkens, die inderhaast
Een fijn, klein nestje bouwen...
De jeugd loopt barrevoets alom
Getooid met bloem en kransen...
En schatert blijde bedjes uit
Bij lustig spel en dansen...
T Is Mei, 't is Mei! de zoete Mei
Is eindelijk gekomen
En lievekens gaan hand in hand
Terwijl ze zoetjes... droomen...
Ze droomen van het vogelijn
Dat 't nestjen is aan bouwen
Ze droomen en herhalen zacht
Dit enkel woordje... «trouwen»..,
't Is Mei, en aan den hemeltrans
Staan sterrekens te blinken...
't Is Mei, en langs den stillen weg
De zoete kusjes klinken...
Ik heb U lief Voor immer? Jal
Zoo lispelen, liefdedronken
De befjes... en het maantje hangt
Al lachende... te lonken...
DE ONDERWIJZER was wanhopig over
fijn leerlingen, die de eenvoudigste dingen
piet konden begrijpen. Steeds weer legde
hij hun de lessen uit zonder dat 't hielp.
Op een dag, toen ze zich al bijzonder dom
gedroegen, nam hij een frank uit zijn zak,
gaf het den jongen, die hij voor den meest
onnoozsle hield en zei:
Henk, ga naar de apotheek en haal
een frank verstand!
Henk ging. Bij de deur keerde hij zich
om:
Moet ik zeggen dat 't voor u is mees
ter?
STILTE!
Ik schrijf... Marenta wascht. Tik-tak,
tik-tak, zegt het klokje.
Buiten zit Wannes te blazen op een
mondharmonica die hij van tante Fie
heeft gekregen, en waaruit hij nu een
Vlaamsche Leeuw tracht te krijgen. (Niet
■uit Tante Fie, maar uit de mondharmo
nica!)
Manneken, zegt Marenta, ge moet altijd
duidelijk spreken...
Zeker Marenta, antwoord ik... en weer
is er stilte... terwijl ik schrijf en terwijl
Marenta 'n bloese wascht van haar, die ze
caclo gekregen heeft van 't Manneken en
waar nu vet.e plekken in zijn (niet ln
't Manneken maar in de bloese)...
Toen werd er geklopt op de voordeur en
kwam Taafksn van den mulder binnen
om wat te klaDpen. Taafken had éen ga
zet meê en hij liet ze zien aan Marenta
en daarop stonden langs de achterzijde, de
nummers van de leste trekking van de
loterij (niet op de achterzijde van Maren
ta, maar van de gazet). Ik moet duidelijk
klappen.
Hewel, beste Lezer en alderliefste Leze
resken. met die vervloekte gazet van Taaf
ken was de stilte en. de gezelligheid van
ons: huis weer ne keer naar de knoppen.
Een nummer maar
Heeft het gescheeld
Of w'hadden saém
't Miljoen gedeeld.
Een cljferken verschil!
Was de twee een drie geweest, dan. had
den we 't gehad.
Maar had matant
Van nen anderen kant
'k 'Jeg het onbevreesd
'^sn broek gedragen
Dan was ze vast
M'n beste gast
Ge moet 't niet vragen
Een menonkeltje geweest.
ALS IEMAND zat is ziet hij alles ln
t dubbel!... Dat weten de Schotten ook.
Mac Doodle ontmoette zijn vriend Mac
Pherson, die stomdronken over de straat
laveerde.
'k Ben blij U te zien. riep Mac Doodle
illt. Weet ge 't nog? 'n Jaar geleden hebt
ge mij twee pond sterveling geleend?
-j- Weet ik wel, brulde Mac Pherson.
Nu, hier hebt ge ze terug, vervolgde
Mac Doodle, en reikte zijn vriend... één
bil iet van één pond toe!
EN NU ZIJN WE ne keer nieuwsgierig
hoe dat het met die fameuze alcoholwet,
waarover •z'in de Kamer gaan stemmen,
gaat uitmeten! Overdaad altijd schaadt,
da's juiste... maar zoo'n druppelken van
tijd tot tijd kan zeker geen kwaad... en
't stelt U direct terug op uw pikkels, als
d'r iets komt te mankeeren!
't Is zooals v.e zingen in 't beken van
Op zwier
Helaas! waarom moest Vandervelde
Zoo tegen den sjenever zijn
De rijke man heeft alle dagen
Aan tafel toch z'n glaasje wijn.
Maar drinkt ge ooit nen druppel
C33SS33BBBEBSBSaSBaaBaSilBBS9B
Mengelwerk van 9 Mei 1937. Nr 13.
Opgepast en niet gelachen
Laat die remedie stilkens staan
Of ge zult na enk'le maanden
Maar 't kerkhofputje gaan.
Ge hebt allen reeds hooren spreken van
■traan of levertraan die men aan zwakke
kinderen laat innemen om reuzesterk te
worden. Ge hebt allen reeds hooren spre
ken van ricijn- of wonderobe, zco won-
dergoed
Om alle dagen
Zonder klagen
Eventjes te duwen
Aan uwen
Achterwagen...
Hewel, opgepast want: voor groot en
klein kan 't doodehjk zijn. Maar vooral
voor kinderen is 't gevaarlijk dat te ge
bruiken. De dektoors die eenige kinderen
hebben geopereerd, hebben gezien dat die
oliën in de longen terecht komen en daar
langzaam een vetvlek vormen en zoo het
werk van de longen belemmeren. Die oliën
hadden in de maag moeten terecht ko
men, maar hadden zich van keelgat ver
gist.
Marenta vraagt of 't nu niet gevaarlijk
is olie hij salaad te doen... Maar neen
schaap, als er ne krop salaad in 't ver
keerd keelgat arriveert, zult ge dat wel ge
waar worden!
En we zitten wij nu juist in de periode
van de sla... die eene gezonde groente
daarstelt. Een goede huisvrouw moet goed
salade kunnen gereed maken.
West ge wat een Spaansch spreekwoord
daarover zegt?
Om een goede salaad gereed te maken
moeten er vier personen zijn, te weten:
Esn verkwister voor olie; een gierigaard
vcor azijn; een spaarzame voor het zout
en... een zot voor alles ondereen te roeren.
Bij ons vertegenwoordigt Marenta de
drie eerste personen... de vierde dat ben ik
en een Hollandsch spreekwoord zegt:
Vriendschap is het zout des levens. Dat
wil zeggen: zooals het zout noodig is om
de spijzen goed te maken, is er vriend
schap noodig om het leven aangenaam te
maken.
Vriendschap moet ge ook gevoelen voor
uw blad...
F. BLANCKAERT-VERLEENE
(Meesterkleermaker)
Gasthuisstraat, 41, Poperinge.
Eerste keus Kostumen, Overjassen,
Fantazijbroeken. Speciale zwarte
stoffen voor ceremonie. Eenige
verkooper der «BELGICA»-Regen-
mantels. Lederartikelen en spe
cialiteit van Lodens, gewaarborgde
herkomst van Alsace en Tyrol.
UNIFORMEN.
MAA^l^^DEN HMW
als de Wonderbare Bruine Poeders van
der Apotheek DE POOftTERE
S int-Niklaas - W«Mt t
U ooganblikkelijk «onder »chad<IljLe gevolgen
▼en deze pijnen sollen be Trijpen*
Da doot o. 8 poedert 4 fr.
IDe driedubbele doet
25 poedert 10.00 fr
Te verkrijgen in alle
goede Apotheken offissSffil
vrachtvrij tegen g5J|jgj||
postmaudaat.
Gebruikt ze eens, U j˧|21py'
zult nooit geen an- BaflfassBS
dere meer gebruiken.^HHB
Om wat 'n ander doet,
Mcogt g'U niet' bekreunen
Maar als Katholieke Vlaming moet
G'ons blad steeds steunen!
HIER IETS UIT 'T FIJN PAK... VOOr
diegenen die humour begrijpen... de an
deren zullen 'i maar flauw vinden... en
't is ook hun recht, en we blijven even
goeie vrienden!
Een man kwam het huis bultenwippen,
deed een sprong, en kwam met een smak
in de straatgoot terecht.
Hewel wat nu? vroeg een voorbij
ganger. Ge zijt toch geen acrobaat?
Neen. antwoordde de man, die naar
't paar builen aan 't tasten was, 'k dacht
dat ik op mijnen velo spreng! Ik ben een
beetje verstrooid, ziet ge...
'n Beetje maar!
PASSAGIER UIT EEN
VLIEGTUIG GEVALLEN
VAN EEN HOOGTE VAN 600 METER
Een apotheker uit Dalston, ip liet graaf
schap Esex, is uit een vliegtuig gevallen
van op een hoogte van 600 meter. De
piloot bemerkte de verdwijning enkel na
dat hij geland was.
De ongelukkige viel dan nog juist op
het spoor, voor een aanbollenden trein en
werd gansch verhakkeld.
ISlBEOBBSaESE!£EBaaaZE3XasaS3
EEN ZEVENDE ZOON
TE BRUGGE
Te Brugge is bij het gezin Hinderyckx-
Lucas een zevende zoon geboren. De
doopplechtigheden gaf de gelegenheid tot
versieringen en feestelijkheden in de straat
waar het gezin woont. Z. M. Koning Leo
pold III had het peterschap aanvaard, en
liet zich vertegenwoordigen door den Heer
Van Hoestenberghe, Burgemeester te
Brugge. Het kind ontving den. naam van
zijn peter: Leopold.
EBaasaEiBBBSGHssaaflaassis&sis
De baron streek langs zijn voorhoofd.
Dat heb ik wel giedacht. Ik heb Nor-
bert reeds verschillende keeren gadege
slagen in zijn omgang met Marianne, en
heb mijn meening reeds gevormd. Voor
zoover ik er over oordeelen kan, zouden
de twee ook in het geheel niet bij elkaar
piassen. In Norbert woelt ondanks zijn
uiterlijk kalmen aard een wild-bruisend
leven en hij bezit veel diepte van gemoed.
En Marianne, nu je kent haar. Bij haar is
alles oppervlakkig zonder eenige diepte.
Maar ik ben je zeer dankbaar voor je
openhartigheid. Norbert zou stellig een
schoonzoon naar mijn hart zijn maar
aan mijzelf onag ik niet denken. Je zult
mij veel genoegen doen je invloed zooveel
mogelijk op Marianne uit te oefenen, op
dat zij geen ijdele verwachtingen koestert.
Het zou wellicht heilzaam voor haar kun
nen zijn, als er eens een wensch niet werd
vervuld. Ik geloof niet dat haar hart er
ernstig bij betrokken is. Diep gaat het bij
haar in geen geval.
Dat geloof ik ook niet. Norbert be
weert zelfs, dat zij voor Fred von Bergen
meer voelt, dan voor hem.
O, dat is die vroolijke luitenant
met wien Marianne den vorigen zomer zoo
heeft gecoquetteerd!
Ja, wat zou je er van zeggen als Ma
rianne dezen tot echtgenoot koos? Norbert
zegt, dat hij heel zeker weet, dat Bergen
Marianne lisfheeft.
Wat ik zou zeggen? Nu Bergen ls
toch een zeer achtenswaardig man?
Maar arm zeer arm.
Als dat zijn eenige fout is, doet dat
er niets tce.
In elk geval past hij beter bij Ma
rianne dan Norbert.
Nu, wij zullen zien. Aan hofmakers
ontbreekt het niet en mij is elke schoon
zoon goed, die een fatsoenlijk man is.
Het zou ln elk geval zeer naar mijn zin
zijn als Marianne eindelijk ernst maakte.
Mevrouw von Saszneck keek hem pein
zend aan.
En daarmeê zeg ik: stop!
En trap 'k het op!
'k Bied U allen, beste menschen
M'n welgemeende wenschen
Aan.
't Manneken uit de Maan.
8E325ES9S3e2923B!3B£!iB£B3£BBISG
ONS WEKELIJKS RAADSEL
u. dia alle kruidenier*
verkooper», I* een iter
voedzaam, zeer gezond
en niet duur voeding*»
middel. SMEER ZE OP
UW BOTERHAMMEN. PöO/5
SUIKER!
Oplossing vorig Raadsel:
PETER ELIE PETERSELIE.
Nieuw Raadsel:
Het eerste speelt met kinders,
Het tweede leeft alleen van aarde,
Met drie vangt ge ook wel vlinders)
Het vierdeeen maat, nu zonder waarde.
In vijf zat eens ons brood,
Voor 't heel is crisis dikwijls: nood.
«■BBEasiaaasBBBBaBaaaBaBBBSBB
Wie weet, Rolf. Misschien zou Ik, als
Ik even arm was geweest als onze andere
neven en nichten, je de groote erfenis ook
misgund hebben. Je moet de anderen er
niet zoo hard om vallen en het je niet
zoo aantrekken.
De baron lachte.
Aantrekken? Neen, zooveei eer geef
ik deze menschen niet eens. Van onzen
tak zijn er nog maar weinig jonge af
stammelingen over gebleven, en die er
zijn, weten mij wel te vinden als zij zich
in geldelijke verlegenheid bevinden en
hulp noodig hebben. Ik geef hen ook graag
van mijn overvloed. En wat het mij aan
trekken betreft er zijn slechts twee
dingen op de wereld, die ik mij aantrek.
Dat is ten eerste de gedachte aan het ver
lies mijner Maria en dan de zeker
heid, dat ik het kind, dat zij mij heeft na
gelaten, dat toch een deel van haar is,
niet zoo kan liefhebben als ik zou willen.
Zij zag hem medelijdend en bezorgd
aan.
Marianne bezit in het geheel Jouw
aard niet, Rolf.
Neen dat weet God dien heeft
zij niet. Mr x nog minder dien harer moe
der. Zij lijkt op haar nog minder dan op
mij. En toch zou ik gelukkig zijn, als het
't geval was. Als zij mij aan mijn vrouw
herinnerde zou ik haar lief moeten heb
ben. Maria was naar lichaam en ziel mooi,
zij was een schepsel zooals God er wellicht
slechts een zoo schoon geschapen heeft.
Zijn oogen werden grooter. Stralend en
bezield keken zij uit het opgewonden ge
laat.
Mevrouw von Saszneck voelde weer met
verbazing en ontroering hoe deze man nog
steeds in de herinnering leefde, met de
eenige vrouw, die hij had liefgehad. Daar
na zei zij kalmeerend:
Daar Marianne nu eenmaal niet op
haar moeder gelijkt, moet Je er Je bij
neerleggen en je zelf niet kwellen. Je
houd ondanks dat waarschijnlijk meer
door
H. COURTHS-MAHLER
Dat klinkt op z'n minst alsof Wij
struikroovers waren, zei mevrouw von
Saszneck schertsend. Ook hij lachte. Het
was een zachte, welluidende lach, maar
die niet vroolijk en opgewekt kloink.
Ja, ja, Elisabeth, wees maar stil, ik
weet hst, je meende het goed. Ik moest
mij weer in het volle leven begeven. Maar
wset je, mijn beste, in den grond ben ik
iemand, die reeds lang gestorven is en zich
niet meer thuis voelt in het leven.
Zij keek hem oprecht bezorgd aan.
Nog stesds die oude grillen, Rolf, zei
zij met zacht verwijt.
Hij glimlachte weemoedig.
Grillen? Ja, zoo vat gij het op, Elisa
beth. Misschien hsb je gelijk. Misschien
h:bben indertijd mijn zenuwen en gemoed
esn kleinen knak gekregen op dien avon
tuurlijken zuidpooltocht, al heeft mijn ge
zondheid er niet door geleden. Wij Hoch-
b:rgs zijn beslist sterk wie weet er de
oorzaak van. Het was toen misschien hbel
dwaas van mij met mijn leed op een zuid
pooltocht weg te kruipen. Daar kon ik zoo
recht naar mijn zin mij aan mijn smart
overgeven. J.e weet niet hoe het er toen
in mij uitzag je hebt mijn Maria im
mers niet gekend, en kunt niet peilen wat
ik in haar verloor. Nu nog wordt het warm
en licht in mij als ik mij haar voorstel.
Maar toen kon ff. geen menschen zien. Als
iemand met mij over mijn verlies wilde
spreken, zou ik hem hebben kunnen neer
slaan. Ieder mensch misgunde ik het le
ven, omdat mijn Maria dood was. Daarom
w-as er voor mij slechts één redding, mij
h.L in de eenzaamheid terug te trekken.
VERBODEN NADRUK, ('t Vervolgt)