EEN JUWEEL GEDACHTEN WEKEL1JKSCH LITURGISCH BULLETIJN Hebt Ge schemerende oogen MAAN IN DEN NEGER ONDERHOUDSZORGEN DER GRAANVELDEN I 'T ROOS KRUIS AANBESTEDINGEN De Gemengde Stroop, do zoogenaamde "Commer» ciaale Appelgelei,, DE KOSTPRIJS VAN DE SUIKERBEETENTEELT BESTUDEERD IN DE CENTRA LE LANDBOUWMAATSCHAPP1J VAN BELGIE Die temmert langs den weg hoort ledereens gezeg. En maakt geene roede tot uw zelfs eers. Die niet en heeft kan eventwel nen zucht geven. Nood is zulk een bitter kruidt Men kan geen krieken plukken zonder stelen. Een goed gekocht Juweel is een goed geplaatst kapitaal, vooral wan neer men het koopt bij een juwelier die ter trouwe en ondervinding rijk is. MEI - BLOEIMAAND Op 14 April laatstleden, vergaderde de Centrale Landbouwmaatschappij van Bel- gie, onder voorzitterschap van den Heer Joly, bijgestaan door den Heer P. Visart da Bocarmé, ondervoorzitter en door den H. C. Segerj, secretaris. In den loop van dia zitting, deed den Heer L. Decoux, bestuurder van het Belgisch Instituut voor Verbetering der Beet, de volgende mede- deeling: Hoe de kostprijs van de suiker- beetenteelt verlagen?», waarvan de con clusies hier volgen Het verlagen van den kostprijs van de suikerbeetenteelt hangt af van de bezui niging op de uitgaven, het verhoogen van de waarde der bijproducten, de opbrengst- verhooging en het suikergehalte. Om dit economisch ideaal te bereiken, hoeft men rekening te houden met de volgende elementen 1. De minst kostelijke organische bemesting is de groenbemesting, volledigd met een kleine dosis stalmest en een ge paste minerale stikstofbemesting. 2. De minerale bemesting moet met veel overleg bepaald worden rekening houdende van de wisselbouw en van de kostprijs van de eenheden der verschil lende vruchtbaarmakende elementen. Op dat hare werking het meest afdoende zou zijn en de uitgaven het geringst, moet men voor de suikerbeet, de bemesting toe passen welke zij vereischt en niet een al- gemeene bemesting voor gansch de wis selbouw. 3. De uitgaven voor het zaad, kan verminderd worden, door het gebruik van een uitstrooier met onderbroken distribu tie. Nooit mag men een besparing zoeken, door zaad te koopen aan lage prijs, maar met deficitaire opbrengst. 4. De kosten van het plaatsen kun nen verminderd worden door het gebruik van de machine om op afstand te zetten en van den discobineur. 5. Het transport der beeten kan be sparingen opleveren, door het invoeren van op luchtbanden gemonteerde wagens. 6. Plet bewaren van pulp, loof en koppen zal verbeterd worden door het invoeren van betonnen silos. 7. De opbrengstverhooging, samen met een voldoend suikergehalte verzekert de grootste verlaging van den kostprijs. Ze zal bevoordeeligd worden door het vroegtijdig zaaien, de dichte beplanting en de ziektenbestrijding. 9 Z 6' Zond. na Paschen. H. GregoriuS Evangelie: De H. Geest tal tan mij leisure*. 10 M H. Antonius 11 D H. Franciscus de Hieronymo 12 W HH. Nereus, Achilleus en DotnUilljC 13 D H. Servatius van Tongeren 14 V H. Pacomius, H. Bonifacius 15 Z Vigilie. H. Dympha van Geel co» Zondag 9 Mei. Zondag onder het Octaaf van Ons-Heer-Hemelvaart. Het Misoffer van dezen dag geeft ons te kennen wat er in den geest van Petrus en der andere Apostelen ontging, sinds het oogenblik, waarop de Meester hen verla ten had. Allen waren gezamenlijk verga» derd, lijk de Meester het hun voorgehou den had, en zij baden. In die heilige at-* mosfeer des gebeds, wachtten zij den Hei ligen Geest af, dien Hij hun beloofd had hun te zenden en van Wien zij de grootstij verwachtingen koesterden. Hadden zij na de droeve lijdensdagen te veel bewijzen van Jezus' opstanding gezien om nog aan zijne goddelijke macht te kunnen twijfe len, toch bleven zij ln de grootste onwe tendheid gedompeld, aangaande de wijze waarop het Christusrijk ging gevestigd worden. Zij hadden eene wereldzending, een goddelijk gezag ontvangen, doch het was slechts het geloof dat hun dit alles voorhield. De Meester had het hun ver klaard: zij geloofden het, maar was dit niet alles? Want als zij zich beschouwden zooals zij op dit oogenblik waren, met do hulpmiddelen waarover zij konden be schikken om de Kerk te vestigen, moesten zij ronduit bekennen dat zij, mannen zon der aanzien, tegen zulk eene taak niet wa ren opgewassen. Daarbij hun hoofd was schandelijk ter dood gebracht, al de op perpriesters van het joodsche volk had den zij tegen hen en, wat niet minder was, allen hadden Petrus vooraan hun Meester in het bangste uur aan zijn lot overgelaten, toen een der twaalf zelfs Hem had verraden. De H. Geest was nog niet ln hun harti neergedaald, om er dat geloof te bevesti gen. waarin zij bijna vier jaar lang en door veel wisselvalligheden heen, den Meester gevolgd hadden. De Meester had hen nu verlaten; zonder te weten wat er ging gebeuren, verlangden zij hun hart toegankelijk te maken voor de nakende genade, en Gods aangezicht te zoeken. De Intree-Zang doet ons het gebed bid den dat het hunne zijn moest: «Luister. Heer, naar mijne stem, waarmede ik toé U roep. Tot U zeide mijn hart: uw aan gezicht zal ik zoeken, Heer, keer uw aan gezicht niet af van mij. De Heer is mijn licht en rr.ijn heil, wien zal ik vreezen? Dit is de zegekreet van de geloovende ziel. Het Misoffer begint en heel natuurlijk beheerscht de mentaliteit der Apostelen en der leerlingen, die in het Cenakel den H. Geest verwachtten, onzen geest en ens hart. De Intree-Zang heeft ons doen bid den gelijk zij gebeden hebben. Het Evan gelie brengt ons in nauwer gemeenschap met hunne zielen: wanneer de Trooster komt, dien Ik u zenden zal van wege den Vader, de Geest der Waarheid die vali den Vader uitgaat dan zal Hij van Mij getuigen». Maakt u geen illusies omtrent den bijval dien uwe goddelijke zending bij de menschen oogsten zal: Zij zullen uit de synagogen bannen, Ja het uur komt dat alwie u het leven beneemt, een dienst zal meenen te bewijzen aan God. Alzoo komt in geheel zijn omvang dei vraag, die de Apostelen zich stellen, tot grooter klaarheid; maar het is reeds eigenlijk geene vraag meer, wijl de Apos telen ze reeds beantwoord hebben; het komt er nu op aan te zien, hoe alles zichi verwezenlijken en eindigen zal. Ze geloo- ven in den Geest der waarheid, die van den Vader uitgaat en die van Christus ge tuigen zal, en de belofte die zij ontvingen; heeft hun afscheid van den Meester min der hard gemaakt. Maar van welken aard: zal dit werk van den H. Geest zijn? Zij- verwachten zich aan vervolgingen? En hoe zullen hunne moordenaars kunnen meenen een aangenaam offer te brengen aan God? De komst van den H. Geest zal hurt twijfel doen verdwijnen, hen doen begrij pen wat hun verstand thans niet vat en het hun doen beleven. Plotseling zullen zij door den Geest Gods, die in hen leeft, ge dreven worden en in nieuwe menschen herschapen worden. Zij zullen spreken, maar niet meer uit zichzelven; zij zullen met een bovennatuurlijk licht bestraald met een bovennatuurlijke licht bestraald' worden; niet alleen de Geest, doch ook zij «zullen van Jezus getuigen». Al wat zij zagen en ondervonden toen zij met JezuS' waren, zullen zij zich herinneren en hun ne ervaring, tot dusverre eene doode let ter, al hun leven worden. De wereld zal hen niet meer doen beven, daar zij zullen' ondervinden dat de wereld aldus handels omdat hij noch den Vader, noch den Zoon -heeft gekend De Mis van heden brengt ons dus terug tot die wonderbare jaren die op het Sacri ficie van het Kruis dat in de Mis tel kens hernieuwd wordt volgen, wanneer ds zielen der kristenen, nog warm van Jezus' bloed, zich voor alle sacrificiën, voor alle apostolaat en zielenijver opofferden. De boosheid der wereld is niet veran derd en de kracht van Christus' Bloed 13 niet verminderd. De Heer blijft zich op dragen als een smetteloos offer, dat onze zielen zuivertdoor Hem ontvangen wij de nieuwe kracht des Hemels(Secreta) waardoor wij, in Jezus geloovende, ini staat gesteld worden te belijden wat wij gelooven en te beoefenen wat wij belijden» tasHBSSBfiBEBSBaasïSöiicsasas» HEB MEDELIJDEN in naam van H, Theresia, van K. J.; helpt mij Jeugd in gevaar redden. Dringend noodig om patronaat en school te bouwen. Post- check 139.485. Pastoer Renson te Xhen» delesse. 3assBBsaiasi5!aiBBHiBiiaasRE3Ba Je zou graag hebben, dat zij Je huia verliet? Ja, ja dat zeg ik alleen aan jou zonder omwegen, riep hij heftig uit. Ik verlang ernaar meer rust te krijgen. Nu moet ik imet haar uitgaan en je kent haar kwikzilver-natuur. Het is geen gemakke lijk ambt. En ik geloof ook, dat wij het beter samen zullen vinden als -wij niet de zelfde lucht inademen. Het klinkt harte loos, is het niet zoo, ik beknor er mij zelf om, maar kan er niets aan veranderen. Zij greep zijn hand. Ik beklaag je, Rolf jou en ook je kind. Wat zoudt gij veel voor elkaar kunnen zijn en wat zijt ge voor elkaar? Hij steunde het hoofd in de hand en keek strak voor zich uit. Zwijgend keken zij voor zich. Een kort poosje daarna werd de deur geopend en Annie Sundheim kwam binnen. Zij stond op den drempel door het zon licht omstraald en wat verlegen toen zij zag dat mevrouw von Saszneck bezoek had. Ik vraag verschooning, tante Elisa beth, als ik u stoor, maar men heeft mij gevraagd dadelijk bij u te komen. Eerst toen baron Hochberg Annie hoor de spreken, had hij plotseling zijn hoofd omgewend. De mooie, zachte stem scheen hem zoo buitengewoon bekend en ver trouwd. En nu keek hij de spreekster aan. Met een schorre kreet van opwinding sprong hij op, strekte zijn handen, als naar een visioen uit, en liep wankelend eenige schreden op Annie toe. Maria! Maria riep hij daarbij met een ontroerde uitdrukking. Annie keek hem verschrikt aan en mevrouw von Sasz neck greep hem ontsteld bij den arm. Wat scheelt Je Rolf? Dit jonge meis je is Annie Sundheim, mijn gezelschaps dame van wie ik je heb verteld. Wie kent niet de fabrikant-juwelier li L U I\ J L L 41, Boterstraat, IEPER. Een bezoek verbindt U tot niets. Open den Zondag1, zelf op heden Zondag 9 Mei, dag van leper's Karnavalstoet. Dan komt ge voor den ZJuzepee Maar wilt grineens twee liters koopen Verdraaid! dan laten z'U met yreê, Refrein: 't Was toch zoo goed Wat gaan we nu beginnen 't Liep toch zoo zoet En zacht naar binnen! Enfin, 't zal nog ne keer af te wachten zijn! ALS ER EEN KINDEKEN wordt gebo ren dan is subiet de vraag: Wat is 't, 'n jongen of een meisken? 't Is toch wonder, zei Wanne Katrien, de vaders hebben altijd liever een jongen. Toen ik geboren werd, ging ze voort, had mijn vader spijt da'k geen jongen was. Hewel, antwoordde Kobe, haar man, daar heb ik dubbel spijt van. DE MENSCH WIKT En God beschikt maar daar zijn dagen dat ge al zoo gaar ne nen ijsbeer zoudt zijn aan den Noord of Zuidpool als een fatsoenlijk mensch in Vlaanderen. Manneken, ge zijt slecht gezind, zegt Marenta die gereed staat om dodokens te gaan doen. Hewel! Marenta, ja; ik ben slecht gezind en ge moogt het weten en de lezers van ons gazet mogen het ook weten. En als ge me nu vraagt wat er hapert, dan zal ik U dat in twee woorden zeggen: We gaan in Vlaanderen vooruit Zoo zoetjes, ach, zoo zoetjes Lijk eens bedeesde kleine guit Die stapt op zijne kleine voetjes. Hewel! vraagt Marenta. Wat zou 't moe ten zijn? Zouden we moeten voorthollen lijk een jong en vurig peerd dat alles om ver springt, en op slot van rekening... zelf zijn pooten breekt! Beter is het stillekens aan... Daarmeê is 't steeds 't verst gegaan Want hij die te vlug wil loopen Moet het dikwijls duur bekoopen. En zie! daar heeft Marenta weer ne keer gelijk in. Ja, ja, onze Vlaamsche vrouwen zeggen niet veel, maar als ze iets zeggen, slaan ze dikwijls den nagel op den kop... en de gebeurtenissen zullen ons ge lijk geven! NOG 'N KAZERNEBLOEMPJE. De sergeant gaf les over de geluidsleer! Nu wil ik U duidelijk maken, sprak hij tot de rekruten, dat het licht sneller ls dan het geluid. Wanneer ik bijvoorbeeld een kanon van ver op een man afvuur, zal die man eerst vuur zien. Dan wordt zijn hoofd van zijn romp geslagen, en eerst daarna, zal hij den knal hooren! Ge moest het weten! DE FRATERNELLEN M'n beste gezellen Nog 'n oude kennis van ons, Voor dvijf vijfden franskiljons Hebben dus, onges.ieneerd Te Brussel gemanifesteerd! Die mannekens, die denken alleen d» va derlandsliefde in pacht te hebben, hebben dus verleden Zondag een betooging ge houden tegen de amnestie! een zuivere vlaamsche kwestie. Met wat die venten zich tcch allemaal bemoeien. Hun haat tegen Vlaanderen kent geen perken... 't zijn allemaal disci pels van dien f-ermen ezel die, ter gele genheid van de verkiezingen, in 't krantje Bruxelles Francaisgetiteld, dierf te schrijven: die stomme vlaamsche boe ren die het asfalt van aan de Beurs tot aan de Noord komen bezoedelen! Dus... voor de Vlamingen geen plaats in de hoofdstad!... 't Is 't geen we zullen zien d§n 23 Mei, wanneer de Vlaamsche Oudstrijders, die 80 van de IJzerjongens vertegenwoor digen, op hunne beurt, te Brussel, hunne betooging voor de amnestie zullen beleg gen. Dien dag zal Brussel hooren en zien, wat het echte Vlaanderen eischt! 'T WAS IN DE KAZERNE te doen. Geeft acht! brulde de korporaal. Steekt het linker been vooruit en strekt het lichaam: Eén! Twee! Bij vergissing stak ne piot naast zijne maat, die het goed deed, zijn rechterbeen uit. De korporaal draaide bijkan van zijn stekken van ergernis. Welke stommerik steekt zijn twee beenen uit? tierde hij. 'k Heb geprobeerd van 't na te doen... maar 't ging niet!! EN HIER IS 'T BEWIJS Dat de dienstwilligheid Niet immer en altijd Wordt gesteld op prijs. Een manneken uit de steê der maan- blussc'hers, namelijk Mechelen, had ne por- temonee met veel geld in de Dijle laten vallen. Een juffer die daar voorbij kwam en 't manneken daar zag huilen, vroeg water gebeurd was. Daar stond daar veel volk te gapen, maar niemand die er aan dacht het portemeneeken uit 't water te visschen. 't Was misschien te diep, te koud, te nat... 't Is niemandalle, ventje, zei de juffer: ze liep naar huis, trok heur klee- ren uit en sprong in 't water dat voor haar WBRBSBBBBBBB9BBBÜ9B9HBBBBSB Maar deze drie eenzame jaren tusschen ijs en sneeuw in een streek waar alle leven verstijfd scheen, en daarbij de buitenge woon groote vermoeienissen waaraan wij waren blootgesteld ja dit alles heeft mij een beetje tot een zonderling gemaakt. En dat zijn dan mijn grillen. Maar laten wij er over zwijgen, Elisa het is voor jou steeds hetzelfde lied. Zij greep zijn hand. En toch steeds weer nieuw, beste Rolf. Ik verbaas mij steeds over Je. zoo'n man als jij heb ik in mijn leven niet ontmoet. Maar al mogen anderen je ook nog zoo vreemd vinden, ik heb je altijd begrepen. Hij drukte met groote hoffelijkheid een kus op haar hand. Dat weet ik, Elisa en daar ben ik je heel dankbaar voor. Reeds toen ik trots alles mijn Maria trouwde stond Je reeds aan mijn zijde. Jij alleen hebt haar lieve, hartelijke brieven geschreven. Dat zal ik nooit vergeten. Wat was Maria daar blijde roede. Och, als Maria ook nog had mogen beleven, dat ik als erfgenaam van oom Heribert, heer van Eckartsbergen een rijk man ben geworden, dat zou een te groot geluk zijn geweest. Mevrouw von Saszneck knikte. Ja, ja er wordt voor gezorgd, dat men niet al te veel geluk krijgt. Toch zou ik wel graag, ook nu nog, weten waarom oom Heribert juist jou tot universeel erf genaam heeft gemaakt. Dat kan ik je vertellen. Ik vond al lerhande aanteekeningen onder zijn na gelaten papieren, waaruit ik kon opma ken, dat hij mij tot erfgenaam maakte, omdat ik er mij niet van had laten af brengen, ondanks de tegenstand mijner geheele familie, Maria te trouwen, en om dat ik mij nooit bij hem indrong, zooals de anderen die belust waren op de erfenis. Natuurlijk heeft men mij toch verdacht op de erfenis te speculleeren. Gij alleen hebt mij nooit dit verwijt gemaakt. Mevrouw vou Saszneck glimlachte. niet te koud, niet te diep en niet te nat was. Een paar minuten later kwam ze weer bcrven en ze had het portemoneeken meê. Bravo! bravo! riepen de menschen... maar, daar kwam daar ne politieagent aange wandeld en die maakte een proces-verbaal op tegen de juffer omdat ze in zwemmel- kostuum op straat kwam... 't Is toch niet waar, zegt Marenta. Ja wel Marenta! Hewel, antwoordt Marenta, dan heb ik maar van een ding spijt! En dat is? Dat die politieagent niet hals over hop in 't water is getuimeld... Dan zou hij kontent zijn geweest, ais die Juffer er hem had uitgevlscht. Ondank is 's werelds loon en wat wilt g'er aan doen. EEN SCHEIKUNDIGE kwam na een fuifnummer laat thuis, en hij vond vrouw lief gansch in tranen. Houd toch op, riep hij boos uit, want wat zijn toch tranen? Niets dan een klei ne hoeveelheid phosphorzouten, een snuif je chloride en water, veel waterl Wist g'het?... Ik niet. ZIE MENSCHEN, ge moogt er van zeg gen wat ge wilt, maar het leven wordt met den dag moeilijker. Als ge denkt dat ge een goei remedie aan de hand hebt, om gezond te blijven dan komt er al met eer.s nen dokteur en die zegt: HETMANNtKE DE MEI! DE MEI! DE LIEVE MEI. Is eindelijk g?komen... De hagen staan met bloemekens Met bloemekens de boomen. JAAR 1937 Deze prijskampen zullen plaats hebben als volgt: Te GISTEL, op Dinsdag 18 Mei, om 10 uur, op de Groote Markt. Te TIELT, op Woensdag 19 Mei, om 10 Vi uur, cp de Rameplaats. Te DIKSMUIDE, op Dinsdag 25 Mei, om 10 uur, op de Groote Markt. Te IEPER, op Woensdag 26 Mei, om 10 Vk uur, op de Groote Markt. Te BRUGGE, op Donderdag 27 Mei, om 10 uur, cp de Vrijdagmarkt. Te Kortrijk, op Donderdag 3 Juni, om 10 u. op den Houtmarkt. Inschrljvingsbulietljns zijn te verkrijgen bij den Heer M. SYS, Rijksveeteeltconsu- lent, 15, Styn Duboislaan, Roeselare. Telefoon 1007. Deze inschrijvinRsbulletïjns moeten aan hooger ver meld adres gestuurd worden, minstens tien dagen vóór den datum der prijskamp. Premies voor merrieveulens en kweekmerriën van het Belgisch trekras, opgenomen in het stamboek van het Belgisch trekpaard. Art. 22. De volgende premies mogen toegekend wor den aan de eigenaars van de beste merrieveulens en kweekmerriën van het Belgisch trekras voor zoover de hoedanigheid der dieren zulks rechtvaardigt: A. Prijspremies. 1) Onder de merrieveulens bij de drie jaar of drie i'aar oud: Oen ie premie en 500 fr. met verzilverde medalie; Een 2® premie en 400 fr. met bronzen medalie: Een 3* premie en 300 fr. met bronzen medalie. 2) Onder de fokmerriën van 4 jaar en meer: Een 1® premie en 1000 fr. met verzilverde medalie; Een 2 premie en 750 fr. met bronzen medalie; Drie 3® premies en 400 fr. met bronzen medalie. Wanneer de keuringscommissie oordeelt dat de aan genomen veulens of merriën de vereischte boedanig heden niet bezitten om de toekenning van een eerste premie te rechtvaardigen, mag zij tweede premies verleenen. De zelfde merrie mag slechts eenmaal de eerste pre mie behalen. B. Twee premies, de i® van 1.500 fr. en de 2* van 1.000 fr. aan de twee beste kweekmerriën, van 6 jaar of meer, vergezeld van twee afstammelingen geboren vóór 1 Januari van het jaar waarin de prijskamp plaats vindt en die, vroeger, een eerste of een tweeae prijs- kamppremïe in de categorie van 4 jaar en meer be haald hebben. Zulke premie mag slechts driemaal voor de zelfde merrie toegekend worden. Art. 23. De eigenaar die een geprimeerde merrie bij een ongekenden hengst ter dekking aanbiedt, ver liest alle recht od de premie. INLICHTINGEN VOOR DEN KWEEKER De merriën mogen slechts mededingen onder voor behoud dat zij ingeschreven zijn in het Belgisch Stud- Boek. Een ontvangstbewijs, van de inschrijvingsbul- let ijns, zal aan de deelnemers gezonden worden. Het Beheer dringt aan bij de fokkers dat zij hunne paar den zouden aanbieden op het uur stipt dat op het ont vangstbewijs aangeteekend is. Daar de Jury een uitlezingswerk doet, zullen de paarden, bloot, zonder oversingel en bijzonder zonder opschikkingen, die de jury nopens de zootechnische waarde van het paard kan bedriegen, aangeboden wor den. In uitzondering van eenige linten, zal er niets toe gelaten worden, zelfs niet het aanbrengen van klei of vette oliën om het haar recht te zetten, ook geen meda'iën. De Rijksveeteeltconsulent, M. SYS. aDEBBSBBBBSBBBBBBBBBBBflHBBflB Hat schettert, kwettert overal In velden en landouwen Van vogelkens, die inderhaast Een fijn, klein nestje bouwen... De jeugd loopt barrevoets alom Getooid met bloem en kransen... En schatert blijde bedjes uit Bij lustig spel en dansen... T Is Mei, 't is Mei! de zoete Mei Is eindelijk gekomen En lievekens gaan hand in hand Terwijl ze zoetjes... droomen... Ze droomen van het vogelijn Dat 't nestjen is aan bouwen Ze droomen en herhalen zacht Dit enkel woordje... «trouwen».., 't Is Mei, en aan den hemeltrans Staan sterrekens te blinken... 't Is Mei, en langs den stillen weg De zoete kusjes klinken... Ik heb U lief Voor immer? Jal Zoo lispelen, liefdedronken De befjes... en het maantje hangt Al lachende... te lonken... DE ONDERWIJZER was wanhopig over fijn leerlingen, die de eenvoudigste dingen piet konden begrijpen. Steeds weer legde hij hun de lessen uit zonder dat 't hielp. Op een dag, toen ze zich al bijzonder dom gedroegen, nam hij een frank uit zijn zak, gaf het den jongen, die hij voor den meest onnoozsle hield en zei: Henk, ga naar de apotheek en haal een frank verstand! Henk ging. Bij de deur keerde hij zich om: Moet ik zeggen dat 't voor u is mees ter? STILTE! Ik schrijf... Marenta wascht. Tik-tak, tik-tak, zegt het klokje. Buiten zit Wannes te blazen op een mondharmonica die hij van tante Fie heeft gekregen, en waaruit hij nu een Vlaamsche Leeuw tracht te krijgen. (Niet ■uit Tante Fie, maar uit de mondharmo nica!) Manneken, zegt Marenta, ge moet altijd duidelijk spreken... Zeker Marenta, antwoord ik... en weer is er stilte... terwijl ik schrijf en terwijl Marenta 'n bloese wascht van haar, die ze caclo gekregen heeft van 't Manneken en waar nu vet.e plekken in zijn (niet ln 't Manneken maar in de bloese)... Toen werd er geklopt op de voordeur en kwam Taafksn van den mulder binnen om wat te klaDpen. Taafken had éen ga zet meê en hij liet ze zien aan Marenta en daarop stonden langs de achterzijde, de nummers van de leste trekking van de loterij (niet op de achterzijde van Maren ta, maar van de gazet). Ik moet duidelijk klappen. Hewel, beste Lezer en alderliefste Leze resken. met die vervloekte gazet van Taaf ken was de stilte en. de gezelligheid van ons: huis weer ne keer naar de knoppen. Een nummer maar Heeft het gescheeld Of w'hadden saém 't Miljoen gedeeld. Een cljferken verschil! Was de twee een drie geweest, dan. had den we 't gehad. Maar had matant Van nen anderen kant 'k 'Jeg het onbevreesd '^sn broek gedragen Dan was ze vast M'n beste gast Ge moet 't niet vragen Een menonkeltje geweest. ALS IEMAND zat is ziet hij alles ln t dubbel!... Dat weten de Schotten ook. Mac Doodle ontmoette zijn vriend Mac Pherson, die stomdronken over de straat laveerde. 'k Ben blij U te zien. riep Mac Doodle illt. Weet ge 't nog? 'n Jaar geleden hebt ge mij twee pond sterveling geleend? -j- Weet ik wel, brulde Mac Pherson. Nu, hier hebt ge ze terug, vervolgde Mac Doodle, en reikte zijn vriend... één bil iet van één pond toe! EN NU ZIJN WE ne keer nieuwsgierig hoe dat het met die fameuze alcoholwet, waarover •z'in de Kamer gaan stemmen, gaat uitmeten! Overdaad altijd schaadt, da's juiste... maar zoo'n druppelken van tijd tot tijd kan zeker geen kwaad... en 't stelt U direct terug op uw pikkels, als d'r iets komt te mankeeren! 't Is zooals v.e zingen in 't beken van Op zwier Helaas! waarom moest Vandervelde Zoo tegen den sjenever zijn De rijke man heeft alle dagen Aan tafel toch z'n glaasje wijn. Maar drinkt ge ooit nen druppel C33SS33BBBEBSBSaSBaaBaSilBBS9B Mengelwerk van 9 Mei 1937. Nr 13. Opgepast en niet gelachen Laat die remedie stilkens staan Of ge zult na enk'le maanden Maar 't kerkhofputje gaan. Ge hebt allen reeds hooren spreken van ■traan of levertraan die men aan zwakke kinderen laat innemen om reuzesterk te worden. Ge hebt allen reeds hooren spre ken van ricijn- of wonderobe, zco won- dergoed Om alle dagen Zonder klagen Eventjes te duwen Aan uwen Achterwagen... Hewel, opgepast want: voor groot en klein kan 't doodehjk zijn. Maar vooral voor kinderen is 't gevaarlijk dat te ge bruiken. De dektoors die eenige kinderen hebben geopereerd, hebben gezien dat die oliën in de longen terecht komen en daar langzaam een vetvlek vormen en zoo het werk van de longen belemmeren. Die oliën hadden in de maag moeten terecht ko men, maar hadden zich van keelgat ver gist. Marenta vraagt of 't nu niet gevaarlijk is olie hij salaad te doen... Maar neen schaap, als er ne krop salaad in 't ver keerd keelgat arriveert, zult ge dat wel ge waar worden! En we zitten wij nu juist in de periode van de sla... die eene gezonde groente daarstelt. Een goede huisvrouw moet goed salade kunnen gereed maken. West ge wat een Spaansch spreekwoord daarover zegt? Om een goede salaad gereed te maken moeten er vier personen zijn, te weten: Esn verkwister voor olie; een gierigaard vcor azijn; een spaarzame voor het zout en... een zot voor alles ondereen te roeren. Bij ons vertegenwoordigt Marenta de drie eerste personen... de vierde dat ben ik en een Hollandsch spreekwoord zegt: Vriendschap is het zout des levens. Dat wil zeggen: zooals het zout noodig is om de spijzen goed te maken, is er vriend schap noodig om het leven aangenaam te maken. Vriendschap moet ge ook gevoelen voor uw blad... F. BLANCKAERT-VERLEENE (Meesterkleermaker) Gasthuisstraat, 41, Poperinge. Eerste keus Kostumen, Overjassen, Fantazijbroeken. Speciale zwarte stoffen voor ceremonie. Eenige verkooper der «BELGICA»-Regen- mantels. Lederartikelen en spe cialiteit van Lodens, gewaarborgde herkomst van Alsace en Tyrol. UNIFORMEN. MAA^l^^DEN HMW als de Wonderbare Bruine Poeders van der Apotheek DE POOftTERE S int-Niklaas - W«Mt t U ooganblikkelijk «onder »chad<IljLe gevolgen ▼en deze pijnen sollen be Trijpen* Da doot o. 8 poedert 4 fr. IDe driedubbele doet 25 poedert 10.00 fr Te verkrijgen in alle goede Apotheken offissSffil vrachtvrij tegen g5J|jgj|| postmaudaat. Gebruikt ze eens, U j˧|21py' zult nooit geen an- BaflfassBS dere meer gebruiken.^HHB Om wat 'n ander doet, Mcogt g'U niet' bekreunen Maar als Katholieke Vlaming moet G'ons blad steeds steunen! HIER IETS UIT 'T FIJN PAK... VOOr diegenen die humour begrijpen... de an deren zullen 'i maar flauw vinden... en 't is ook hun recht, en we blijven even goeie vrienden! Een man kwam het huis bultenwippen, deed een sprong, en kwam met een smak in de straatgoot terecht. Hewel wat nu? vroeg een voorbij ganger. Ge zijt toch geen acrobaat? Neen. antwoordde de man, die naar 't paar builen aan 't tasten was, 'k dacht dat ik op mijnen velo spreng! Ik ben een beetje verstrooid, ziet ge... 'n Beetje maar! PASSAGIER UIT EEN VLIEGTUIG GEVALLEN VAN EEN HOOGTE VAN 600 METER Een apotheker uit Dalston, ip liet graaf schap Esex, is uit een vliegtuig gevallen van op een hoogte van 600 meter. De piloot bemerkte de verdwijning enkel na dat hij geland was. De ongelukkige viel dan nog juist op het spoor, voor een aanbollenden trein en werd gansch verhakkeld. ISlBEOBBSaESE!£EBaaaZE3XasaS3 EEN ZEVENDE ZOON TE BRUGGE Te Brugge is bij het gezin Hinderyckx- Lucas een zevende zoon geboren. De doopplechtigheden gaf de gelegenheid tot versieringen en feestelijkheden in de straat waar het gezin woont. Z. M. Koning Leo pold III had het peterschap aanvaard, en liet zich vertegenwoordigen door den Heer Van Hoestenberghe, Burgemeester te Brugge. Het kind ontving den. naam van zijn peter: Leopold. EBaasaEiBBBSGHssaaflaassis&sis De baron streek langs zijn voorhoofd. Dat heb ik wel giedacht. Ik heb Nor- bert reeds verschillende keeren gadege slagen in zijn omgang met Marianne, en heb mijn meening reeds gevormd. Voor zoover ik er over oordeelen kan, zouden de twee ook in het geheel niet bij elkaar piassen. In Norbert woelt ondanks zijn uiterlijk kalmen aard een wild-bruisend leven en hij bezit veel diepte van gemoed. En Marianne, nu je kent haar. Bij haar is alles oppervlakkig zonder eenige diepte. Maar ik ben je zeer dankbaar voor je openhartigheid. Norbert zou stellig een schoonzoon naar mijn hart zijn maar aan mijzelf onag ik niet denken. Je zult mij veel genoegen doen je invloed zooveel mogelijk op Marianne uit te oefenen, op dat zij geen ijdele verwachtingen koestert. Het zou wellicht heilzaam voor haar kun nen zijn, als er eens een wensch niet werd vervuld. Ik geloof niet dat haar hart er ernstig bij betrokken is. Diep gaat het bij haar in geen geval. Dat geloof ik ook niet. Norbert be weert zelfs, dat zij voor Fred von Bergen meer voelt, dan voor hem. O, dat is die vroolijke luitenant met wien Marianne den vorigen zomer zoo heeft gecoquetteerd! Ja, wat zou je er van zeggen als Ma rianne dezen tot echtgenoot koos? Norbert zegt, dat hij heel zeker weet, dat Bergen Marianne lisfheeft. Wat ik zou zeggen? Nu Bergen ls toch een zeer achtenswaardig man? Maar arm zeer arm. Als dat zijn eenige fout is, doet dat er niets tce. In elk geval past hij beter bij Ma rianne dan Norbert. Nu, wij zullen zien. Aan hofmakers ontbreekt het niet en mij is elke schoon zoon goed, die een fatsoenlijk man is. Het zou ln elk geval zeer naar mijn zin zijn als Marianne eindelijk ernst maakte. Mevrouw von Saszneck keek hem pein zend aan. En daarmeê zeg ik: stop! En trap 'k het op! 'k Bied U allen, beste menschen M'n welgemeende wenschen Aan. 't Manneken uit de Maan. 8E325ES9S3e2923B!3B£!iB£B3£BBISG ONS WEKELIJKS RAADSEL u. dia alle kruidenier* verkooper», I* een iter voedzaam, zeer gezond en niet duur voeding*» middel. SMEER ZE OP UW BOTERHAMMEN. PöO/5 SUIKER! Oplossing vorig Raadsel: PETER ELIE PETERSELIE. Nieuw Raadsel: Het eerste speelt met kinders, Het tweede leeft alleen van aarde, Met drie vangt ge ook wel vlinders) Het vierdeeen maat, nu zonder waarde. In vijf zat eens ons brood, Voor 't heel is crisis dikwijls: nood. «■BBEasiaaasBBBBaBaaaBaBBBSBB Wie weet, Rolf. Misschien zou Ik, als Ik even arm was geweest als onze andere neven en nichten, je de groote erfenis ook misgund hebben. Je moet de anderen er niet zoo hard om vallen en het je niet zoo aantrekken. De baron lachte. Aantrekken? Neen, zooveei eer geef ik deze menschen niet eens. Van onzen tak zijn er nog maar weinig jonge af stammelingen over gebleven, en die er zijn, weten mij wel te vinden als zij zich in geldelijke verlegenheid bevinden en hulp noodig hebben. Ik geef hen ook graag van mijn overvloed. En wat het mij aan trekken betreft er zijn slechts twee dingen op de wereld, die ik mij aantrek. Dat is ten eerste de gedachte aan het ver lies mijner Maria en dan de zeker heid, dat ik het kind, dat zij mij heeft na gelaten, dat toch een deel van haar is, niet zoo kan liefhebben als ik zou willen. Zij zag hem medelijdend en bezorgd aan. Marianne bezit in het geheel Jouw aard niet, Rolf. Neen dat weet God dien heeft zij niet. Mr x nog minder dien harer moe der. Zij lijkt op haar nog minder dan op mij. En toch zou ik gelukkig zijn, als het 't geval was. Als zij mij aan mijn vrouw herinnerde zou ik haar lief moeten heb ben. Maria was naar lichaam en ziel mooi, zij was een schepsel zooals God er wellicht slechts een zoo schoon geschapen heeft. Zijn oogen werden grooter. Stralend en bezield keken zij uit het opgewonden ge laat. Mevrouw von Saszneck voelde weer met verbazing en ontroering hoe deze man nog steeds in de herinnering leefde, met de eenige vrouw, die hij had liefgehad. Daar na zei zij kalmeerend: Daar Marianne nu eenmaal niet op haar moeder gelijkt, moet Je er Je bij neerleggen en je zelf niet kwellen. Je houd ondanks dat waarschijnlijk meer door H. COURTHS-MAHLER Dat klinkt op z'n minst alsof Wij struikroovers waren, zei mevrouw von Saszneck schertsend. Ook hij lachte. Het was een zachte, welluidende lach, maar die niet vroolijk en opgewekt kloink. Ja, ja, Elisabeth, wees maar stil, ik weet hst, je meende het goed. Ik moest mij weer in het volle leven begeven. Maar wset je, mijn beste, in den grond ben ik iemand, die reeds lang gestorven is en zich niet meer thuis voelt in het leven. Zij keek hem oprecht bezorgd aan. Nog stesds die oude grillen, Rolf, zei zij met zacht verwijt. Hij glimlachte weemoedig. Grillen? Ja, zoo vat gij het op, Elisa beth. Misschien hsb je gelijk. Misschien h:bben indertijd mijn zenuwen en gemoed esn kleinen knak gekregen op dien avon tuurlijken zuidpooltocht, al heeft mijn ge zondheid er niet door geleden. Wij Hoch- b:rgs zijn beslist sterk wie weet er de oorzaak van. Het was toen misschien hbel dwaas van mij met mijn leed op een zuid pooltocht weg te kruipen. Daar kon ik zoo recht naar mijn zin mij aan mijn smart overgeven. J.e weet niet hoe het er toen in mij uitzag je hebt mijn Maria im mers niet gekend, en kunt niet peilen wat ik in haar verloor. Nu nog wordt het warm en licht in mij als ik mij haar voorstel. Maar toen kon ff. geen menschen zien. Als iemand met mij over mijn verlies wilde spreken, zou ik hem hebben kunnen neer slaan. Ieder mensch misgunde ik het le ven, omdat mijn Maria dood was. Daarom w-as er voor mij slechts één redding, mij h.L in de eenzaamheid terug te trekken. VERBODEN NADRUK, ('t Vervolgt)

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1937 | | pagina 7