Hulde aan Kerk en Bisschop Het Vraagstuk der Politieke schulden Sociale Wetgeving De Coloradokever bedreigt onze Aardappeloogst Luisterrijke Processie IN ONS LAND KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER ter eere van O. L Vrouw van Sint Jan op KERMIS-ZONDAG 3 JULI 1938, om 10 uur van wege het Vr. Jeugdverbond van Katholieke Actie INTERNATIONAAL OVERZICHT GSZINSVERQOSDIHGEN VOOR MIT-LQGHTREKXENDEN Werklieden Middenstanders ZOEKT UW PROFIJT Se Hervormingen in den Arrondkssemeiiisfamilie- zieksnbond Vooruitzicht leper jiWHuuMiimi'Hiuiuiuiitiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii WE ZENDEN ONS BLAD STAD POPERINGE HET GEVAL GRAMMENS VOOR KAMER EN SENAAT ZONDAG 25 J'JNI 1S3S «DE HALLE Katholiek Weekblad Tan leper Bureel Boterstraat, 58, IFPER. ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) Binnenland 25.fr. Belgisch Kongo 45.fr. Frankrijk 45.fr. Alle andere landen 65.fr. U eden er ker% n tn ve*amtiLfttdeti)k voor kun artikels ,10 BLADZIJDEN: 50 CENTIEM. DE HALLE D rukker- U itge ver SANSEN-VANNESTE, Poperinge. Tel. Poperinge Nr 9. Poitcheckrekening Nr 155.70. 6' JAAR. N 2ft. TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel 1.fr. Kleine berichte, (minimum) 4.fr. - fr. toel. v. ber. m. adr. t. bur Rouwber. en Bedank, (min.) 5.— fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aanvraag. Yigezonden worden. Kleine be Annoncen rijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond richten tegen den Donderdag noen Met geestdrift zullen de leder van het V. J. V. K. A. en der hulpwerken, op HE DEN ZONDAG 26 JUNI uit alle hoekjes van West-Vlaanderen naar Brugge trek ken, om er een openbare hulde te brengen aan de Kerk, aan de Kerkelijke hiërar chie, aan den levenden Christus onder ons: onzen geliefden Bisschop! Aan Christus dan ook, door den Bis schop, hoofd der Kerk in West-Vlaande- ren, zullen ze trouw en volgzaamheid be loven aan Hem haar voornemens aan bieden opdat Hij ze, door de hand van Zijn Plaatsvervanger, aanvaarde en ze- gene. Van daar dus de diepe en blijvende be- teekenis van die hulde die op 26 Juni het puik onzer Vrouwelijke Jeugd naar het hart van het Bisdom brengt met de rijke belofte, voor de Kerk, die er in besloten ligt. Ook de buitenstaanders, ouders of vrienden die meê voelen met de Kerk en hare hiërarchie, en in Z. Exc. Mgr Lami- roy, met dankbaarheid den Bisschop der K. A.begroeten, zullen er aan houden dien dag mee te maken, om aan die Bis- schopshulde, die juister gezegd eene Kerk- huide heeten mag, haar vollen luister en omvangrijke invloed te verzekeren. Te 10 u., op de Burg: Plechtige H. Mis met pontificale assistentie van Z. H. Exc. Mgr. Lamiroy. Sermoen door E. H. Lo- wie, hulpproost V. J. V. K. A. Na de H. Mis zegen met het H. Bloed. Daar na Optocht met honderden vlaggen: Dij- ver, Marlastraat, Steenstraat, Statie, Geldmuntstraat, Academieplaats, Vla mingstraat, Markt, alwaar Mariahulde en beiaardconcert. Z. H. Exc. Mgr. lamiroy neemt de optocht in oogenschouw aan O. L. Vr. Kerk. Bedes-aart naar de Kathedraal. Te 3 u., op de Burg;: Bisschopshulde: Welkomwoord door Juffr. Wauters, dioc. voorzitster. Toespraak door Z. E. H. Kan. Dubois, alg. proost der K. A. Groot Koorspel door 250 opvoersters. Aanbie ding der voornemens en geschenken. Toespraak van Monseigneur. W. V. R. O. (Kortrijk) zendt de mor- genplsohtigheid uit alsook 's namiddags van 3.45 uur. Congresboekjes ter plaatse te verkrij gen (2 fr.). De steeds aangebrachte wijzigingen en nieuwe schikkingen aan de tal rijke sociale wetten maken het Middenstanders en Werklieden soms moei lijk. We openen hier een nieuwe rubriek Sociale Wetgeving die ten gepasten tijde de noodige inlichtingen in deze kwesties zal geven. We raden de belanghebbende aan ze te lezen en wie soms verder inlichtingen begeert mag ons schrijven; op vragen van algemeen belang zullen wij langs ons blad antwoorden. Eigenlijk is het geen nieuwtje meer aan onze lezers zeggen dat er een wet van 10 Juni 1937 bestaat, waardoor gezins vergoedingen verzekerd worden aan: de werkgevers en oud-werkgevers, de am bachtslieden, landbouwers, middenstan ders, zij die een vrij beroep uitoefenen, enz., kortom \oor alle niet-loontrckken- den. Indien onze lezers zich voorstellen dat de zaak op zich zelf een nieuwe vinding is. dan vergissen zij zich deerlijk. Wanneer men destijds de wet op de veralgemeening der gezinsvergoedingen onderzocht, in de Commissie van de Ka mer der Volksvertegenwoordigers, stelden twee leden voor, de wet uit te breiden tot de hoofden van kleine nijverheden, han dels- of landbouwondernemingen. Daardoor werd verstaan de ambachts lieden, handelaars en landbouwers die voor eigen rekening werkten en, slechts werden bijgestaan door hun vrouw cn kinderen. De middcnafdeeling in beginsel voelde veel voor (leze uitbreiding. De Regeering van baar kant stond er niet vijandig te genover. Inderdaad het meerdendeel dier kleine bedrijfshoofden hoort thuis in het zelfde maatschappelijke midden als de loontrekkende arbeiders. Daar in de mees te gevallen hun geldelijken toestand niet schitterender is dan bij deze laatsten, ziet men niet goed de reden, waarom ze ook geen gezinsvergoeding zouden ontvangen, van bet oogenblik dat ze kinderen ten laste hebben. Maar, waar liet principe geen tegen kantingen ontmoet, is de moeilijkheid op geldelijk gebied zooveel te grooter. Verder voegt het verslag der Commissie eraan toe We moeten er dus aan verzaken, ten minste voor het oogenblik, de voordeelen der wet tot dc buitendienst verband staan de arbeiders, hoofden van kleine bedrijven te willen uitbreiden. We zeggen voor het oogenblik, daar iedereen in principe die uitbreiding wenschelijk vindt. Wanneer de nieuwe wet in werking zal zijn, zal aan een verderen stap kunnen worden gedacht. We geloovcn dat de Regeering geneigd is den toestand in dit licht te beschouwen, en twijfelen er niet aan dat een ontwerp in dien zin zal worden neergelegd, wan neer het oogenblik zal gekomen zijn. Daar liet ditmaal niet meer gaat over loontrekkende arbeiders voor wie de werk gevers bijdragen kunnen storten, is het van zelfsprekend dat liet voorstel geheel anders werd opgevat. Wanneer men deze beschouwingen even overweegt en bedenkt dat deze reeds in 1930 werden vooruitgezet, dan kunnen wij ons wel afvragenwaarom heeft men dan zoolang gewacht om de gezinsvergoedin gen uit te breiden tot de niet-loontrek- kenden, of denkt men misschien dat deze categorie menschen geen kindertoeslagen kunnen gebruiken? A WAAROM GEZINSVERGOEDINGEN VOOR NIET-LOONTREKKENDEN Bij het stellen van zulk een vraag die nen er heel wat beschouwingen onder oog genomen te worden. Sommigen zijn er tegen, anderen weer voor. Reeds meer malen hebben wij de opmerking hooren makenwij hebben onze kinderen moeten groot brengen zonder gezinsvergoedingen tn, nu wij uit deu last cn de miserie zijn geraakt, moeten wij helpen betalen om andermans kinderen groot te brengen en dc gezinslasten helpen dragen. Dit is nu eens een argument dat wij niet zouden mogen hooren van geen enkel mensch. zeker niet van een katholiek. Denken de menschen, die zoo spreken, dan niet op hun eigen kinderen, die zij hebben groot gebracht, die in zeer vele gevallen nu ook voor denzelfden last staan, waartegen zij eens te strijden hebben gehad. Kunnen zij dan aan hunne kinderen dat voordeel niet gunnen, waarvan zij steeds verstoken zijn gebleven? In de memorie van toelichting recht vaardigt Minister Delattre deze wet als volgtVoor de niet-loontrckkenden die kinderen hebben, of die. tenminste van ouderdom zijn om er te hebben, biedt de hervorming een klaarblijkelijk belang aan. Voor deze die, wegens hun gevordenden leeftijd of wegens elke andere omstan digheid, zeker of quasi zeker zijn, van hun eigen nooit kinderen te hebben, is de hervorming ongetwijfeld veel minder belangrijk, maar niet hcelemaal zonder belang, want het is mogelijk dat zij op een gegeven oogenblik zich den last op leggen de kinderen van een broeder, van een zuster, van een zoon, van een dochter of van een anderen bloedverwant, zelfs van een vriend groot te brengen. A Er mag' eveneens niet uit het oog wor den verloren dat er thans onder niet- loontrekkenden een zeer sterke beweging ten voordeele van deze hervorming be staat. In dien zin werd er. inderdaad, door de groepeeringen die de Regeering tijdens haar jongste onderzoek omtrent den toe stand der middenklasse heeft geraadpleegt, schier eenparig en uitdrukkelijk een wensch uitgebracht. Is het niet natuurlijk dat de niet loon- trekkenden met gezinslasten, steeds in staat niet zouden zijn even voordeelige voorwaarden aan dc clienteele toe te staan, als hun ongehuwde of gehuwde concur renten zonder kinderen? Is het wensche lijk, is het redelijk dat, alles te zamen ge nomen, zij wegens diensten aan het land bewezen, om zoo te zeggen bij het uit oefenen van hun beroep in hun belangen zouden worden benadeeld ten opzichte van laatstgenoemden. Men zal zich misschien afvragen of de niet-loontrekkenden werkelijk gezinsver goedingen noodig hebben. Daarop meenen wij bevestigend te kunnen antwoorden, tenminste wanneer men het vraagstuk in zijn geheel beschouwd. Alzoo, wat de werkgevers aangaat, op 70.831 werkgevers die tot dc nijverheid behooren, zijn er 22.838 die slechts een arbeider 1 erk stellen 24.826 en die er enkel v. tot vier bezigen. In den handel e.» landbouw is de verhouding van de kic.n- vverkgevers nog heel wat aanzienlijker. Hoeveel zijn er onder deze klein-werkge- gers die over genoegzame inkomsten be schikken om van de gezinsvergoedingen te kunnen afzien, vooral, wanneer het aantal kinderen die zij te hunnen laste hebben nogal groot is? Wat de massa van de buiten dienst verband staande arbei ders betreft, deze bestaat in groote meer derheid uit ambachtslieden, klein-hande- laars, klein-landbouwers, wier inkomsten heel dikwijls niet merkelijk hooger zijn dan deze van een gemiddelden werkman. Men zou, wel is waar, alleen de werk gevers en de buiten dienst verband staan de arbeiders wier inkomsten niet een ze kere grens overschrijden, met de gezins vergoedingen kunnen begunstigen. Na een grondig onderzoek was de Regeering niet van meening zich bij deze oplossing te kunnen neerleggen. De redenen hiervoor zullen wij in een volgend artikel voor onze lezers behan delen. WALTER! HERSTELBETALINGEN EN INTERGEALLIEERDE SCHULDEN. Een bitter debat heeft zich ont sponnen. naar aanleiding van de ver klaring van Dr Funk, Duitsch Reichs- wirtschaftsminister, waarbij Duitsch- land de door Oostenrijk aangegane politieke schulden niet erkent. Dit vraagstuk brengt ons terug tot het netelige vraagstuk der politieke schulden, die sedert de oorlog al zoo veel inkt hebben doen vloeien en in groote mate bijgedragen hebben tot de geweldige depressie die de wereld ooit gekend heeft en die alle landen sedert bijna tien jaar teistert. Om de oorlogsverrichtingen te kun nen financieeren hebben de geallieer den hunne schuldvorderingen in de Vereenigde Staten van Amerika ge bruikt en daarenboven belangrijke nieuwe leeningen met dit land aan gegaan. De terugbetaling, meende men, zou heel gemakkelijk zijn daar Duitsch- land op grond van het Verdrag van Versailles belangrijke herstelbetalin gen zou moeten uitvoeren aan de ge allieerden. Welnu met deze herstel betalingen zou men eenvoudig de in- tergeallieerde schulden afschrijven. Doch weldra bleek dit vraagstuk niet zoo eenvoudig te zijn. Duitsch- land was veel erger uitgeput dan men dit eerst vermoedde en om zijn ver plichtingen te kunnen nakomen moest het kost xoat kost een uitvoeroverschot weten te verkrijgen. Daar nu Duitschland vóór den oor log, als crediteursland en industrie land bestendig een passieve handels balans had, moest, de economische structuur van het land zich aan de nieuwe toestand heraanpassen, om zijn uitvoerv er houding te kunnen ver beteren. Het protectionnisme van de meeste landen belette echter de afzet van de Duitsche producten zoodat het nagestreefde uitvoeroverschot niet bereikt werd. Op die wijze was de be taling van de enorme herstelbetalin gen omzeggens onmogelijk. DE AMERIKAANSCHE LEENINGEN. Een nieuwe omstandigheid kwam echter het vraagstuk uitstellen tot later. We bedoelen hiermee het ver schijnsel waardoor de overvloedige Amerikaansche kapitalen, naar een belegging zochten. Een groot deel er van ging zich vastzetten aan de an dere zijde van de Rijn. Duitschland kon aldus na 1924 geleidelijk zijn in dustrie herinrichten en met behulp van deze leeningen, de herstelbetalin gen geleidelijk afbetalen, wat het an ders onmogelijk kon verwezenlijken. Daar echter de structuur van de Duitsche economie niet veranderde was ook de mogelijkheid uitgesloten dat Duitschland eens deze nieuwe schulden zou kunnen betalen. Nie mand dacht hieraan in de roes van de hoogkonjonctuurperiode. Doch de crisis van 1929-30 zou de hachelijke werkelijkheid weer openbaren. Met de terugtrekking van de Ame rikaansche korte termijn kredieten vloeiden het goud en de deviezen snoe- dig weg uit de kelders van de Reichs- bank. Weldra was er zelf niet meer genoeg om de hoogstnoodzakelijke in voer van voedingsmiddelen en grond stoffen te betalen en de Duitsche re- geeriva zag zich aenood~aakt de De- visenbeioirtschaftun (deviezenreale- menteering) in te voeren. De betaling van de politieke en zelf van Ue han delsschulden werd geschorst: zoo ont stonden te bevroren kredieten. HET DUITSCHE STANDPUNT. Met de overwinning van het natio- naal-socialisme, kreeg de meening in Duitschland burgerrecht, dat alles wat aan het Verdrag van Versailles verbonden was, misdadig was tegen over het Duitsche volk en zoo kon Hitler met algemeene instemming van het binnenland, de bijzonderste arti kelen van het Verdrag ongedaan ma ken. Ook de politieke betalingen werden door zekere kringen veroordeeld en herhaaldelijk werd zelfs door voor aanstaande persoonlijkheden ver klaard dat de politieke schulden nooit zouden betaald worden, dat zelfs de private schulden niet zouden betaald worden, daar zij in de plaats geko men waren van politieke schulden. Toch wisten de schuldeischers een re geling te bedingen met de Duitsche regeering, waardoor deze zich voor nam zijn betalingen volgens een nieuw plan te hervatten. Gunstig bleek voor Duitschland weldra de muntontwaar- ding in verschillende schuldeischers- landen die het nominale bedrag van de schulden merkelijk verminderde. DE OOSTENRIJKSCHE LEENINGEN. Het is alleen met voorweten van het voorgaande, dat men de houding van de Duitsche regeering ten overstaan van de Oostenrijksche schulden kan begrijpen. Oostenrijk was door het Verdrag van Saint-Germain economisch on leefbaar geworden; de redenen hier voor hebben we reeds dikwijls uiteen gezet. Om te beletten dat Oostenrijk zou aansluiten bij Duitschland, moest aan Oostenrijk een schijnbare leef baarheid gegeven worden. En dit werd door de bondgenooten bereikt door het verstrekken van leeningen. Al- Hbewel die leeningen door particulie ren werden onderschreven, beweert Duitschland thans bij monde van Minister Funic, dat het politieke schul den zijn, vermits daarmee politieke doeleinden en geen economische doel einden werden nagestreefd. Immers die leeningen hebben Oostenrijk niet de minste economische waarde bij gebracht, zoo heet het. Duitschland wil daarom die schul den niet erkennen en het beroept zich hiervoor op precedenten door Enge land en Frankrijk geschapen, bij de verovering van Zuid-Afrika en Ma dagascar en op het feit dat de schul den door Duitschland aangegaan om zijn koloniën in te richten en om Elzas-Lotharingen te industrialisee- ren evenmin erkend werden. Deze verklaringen van Minister Funk hebben heel wat herrie verwekt in de schuldeischerslanden en vooral in Engeland en Amerika. Allerlei bedrei gingen werden uitgesproken, maar het ziet er wel naar uit dat Duitsch land er niet zal naar luisteren, hoe pijnlijk zekere maatregelen ook wel zouden kunnen zijn. Verboden nadruk.) ROSKAM. IIIIIIHIIIIIIIIIIIIISIISBIHII Coloradokevers worden zoo wat overal in Vlaanderen gevonden. We raden de Landbouwers ten drin gendste aan ondergaande mededeelingen over dezen vijand van hun land- en tuinbouw te lezen. Het ge vaar is groot en mag niet onderschat worden. Wie Coloradokevers op zijn beplantingen ontdekt, moet de Overheid hierover verwittigen. Een hevige strïfd moet er tegen gevoerd of, niet te Voorziene schade kan er uit volgen, waarvan de landbouwer het eerste slachtoffer zou zijn. -«o»- IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBaaNBIBBBBBBBBBBBBBBBBBI HET KONINGSJUBILEUM TE STOCKHOLM Op de 80' verjaring van Koning Gustaf van Zweden werden over het gansche land en in de hoofdstad bijzonder grootsche feesten op touw gezet. Te dier ge legenheid heeft de Koninklijke Familie door de straten der hoofdstad een wan deling in open koetsen gehouden. Hier zien we Koning Gustaf met nevens hem den Kroonprins en tusschen heiden het Princesje Margaretha in de koets gezeten. Eenieder die de aanwezigheid van den Coloradokever vaststelt in zijne teelten of in zijn bewaarplaatsen, is verplicht er on middellijk aangifte van te doen bij den Burgemeester der gemeente. Deze zal te- legraphisch den Minister van Landbouw ervan verwittigen. (Artikel één van het Ministerieel Besluit van 10 April 1933.) De Coloradokever is de grootste vijand der aardappelteelt. Dit geducht insect vreet het loof der planten af en verhin dert aldus de knolvorming, maar tast toch nooit rechtstreeks de knollen aan. Uit de Vereenigde-Staten van Amerika ingevoerd in Frankrijk op het einde van den oorlog, heeft dit insect in dit laatste land een groote uitbreiding genomen. Het veroorzaakt er jaarlijks voor verschillende millioen frank schade aan den landbouw. Elk jaar breidt het zijn gebied uit. In 193S heeft de Coloradokever onze grenzen overschreden en is in Belgie ver schenen. Elk aardappelveld, aangetast door den Coloradokever en niet behandeld, is een verioren teelt. Elke haard, onmiddellijk ontdekt en be handeld, is een overwonnen haard. Het is dus noodig den Coloradokever te kunnen erkennen onder zijn verschil lende stadiaeieren, larven, pop en vol wassen insect (kever), om de besmettings haarden bij hun eerste verschijnen te ont dekken en te kunnen uitroeien. Te allen prijze moet de besmetting on zer teelten voorkomen worden, want zijn definitief optreden in het land zou de landbouwers verplichten hunne teelten te beschermen door middel van insectendoo- dende behandelingen, die elk jaar moeten herhaald worden en de aardappelvoort- brengst met aanzienlijke kosten zouden bezwaren, BESCHRIJVING VAN DEN COLORADOKEVER De Coloradokever is een schildvleugelig insect van de familie der goudhaantjes (van dezelfde orde als de Meikever en het Lie venheersbeestje b.v.). In volwassen toe stand is hij ongeveer 1 centimeter lang. Hij gelijkt eenigszins op het St-Janske- vertje, maar is ronder van vorm, ongeveer zooals het groote roode goudhaantje van den wilg. Hij is levendig en schitterend gekleurd. De dekschilden (hoornachtige bovenvleugels) vertoonen in de lengte tien zwarte strepen op gelen grond. De kop, de borst en het onderlijf zijn ros achtig geel met zwarte vlekken, die on regelmatig maar symetrisch voorkomen. De eitjes bevinden zich in groepen aan de ouderzijde der bladeren.- Ze zijn oranje geel gekleurd, langwerpig en loodrecht nevens elkander geplaatst. De larven worden op de bladeren aan getroffen. Ze zijn veranderlijk van grootte j volgens hun leeftijd en meten 2 tot 15 millimeter. Ze zijn donkerrood e aan de zijden met twee rijen donkere punten be zet. In tegenstelling met de volwassen in secten, zijn ze mollig en zonder vleugels, dik en vethun gezwollen onderlijf is nochtans puntig langs achter; zij hebben drie paar korte zwarte pootjes en bewe gen zich langzaam. De poppen worden enkel aangetroffen in den grond, waar ze onbeweeglijk lig- CBBBBBBBBBBBIBBBBQBSB3BBBE81 Lees op 7e blad gen op enkele centimeter diepte. Ze zijn mollig en oranjeroodzij vertoonen kleine stompjes, die later de pootjes en de vleu geltjes van het volwassen insect zullen worden. LEVENSWIJZE De poppen veranderen in den grond in volwassen kevers. Deze kruipen alsdan uit den grond en gaan onmiddellijk op zoek naar het aardappelloof, dat zij met een gToote vraatzucht verslinden. Dc kevers zijn zoo vraatzuchtig dat zij soms de aard- appclscheuten in de spleten van deu grond gaan opzoeken. De wijfjes beginnen onmiddellijk hun eitjes te leggen op de onderzijde der bla deren; een enkel wijfje legt in achtereen volgende groepjes 800 tot 2.000 eitjes. Uit de eitjes ontluiken spoedig kleine larven die eerst donkerrood zijn, zeer snel groei en en weldra helderrood worden. Met een nog grootere vraatzucht dan de kevers, vreten zc het aardappelloof af om nog enkel de bladstelen over te laten. Na twee weken tijd zijn ze tot volledige ontwikke ling gekomen en kruipen dan in de bov.en- laag van den grond voor de verpopping. Twee geslachten (ei tot kever) kunnen aldus elkander opvolgen in een jaar. Op het einde van den Zomer vermindert het eileggen en de larven worden zeldzaam. In het begin van deu Herfst kruipen de kevers in den grond voor de overwinte ring, terwijl de jonge larven, die den tijd niet gehad hebben om in poppen of kevers te veranderen, door de koude bezwijken. Kortom, de twee levenscyclussen doen zich voor op de volgende wijzeIn April- Mci kruipen de volwassen kevers, die in den grond overwinterd hebben, naar bo ven en leggen weldra hun eitjes op de onderzijde der aardappelbladeren; de lar ven. die er uit te voorschijn komen, groei- gelijk aan het eerste. Er valt echter op en, verpoppen in den grond en veranderen gelijk aan het eerste. Er valt echter op in kevers, die het tweede geslacht vormen, te merken, dat deze geslachten ineenloo- pen wegens den langen duur van het ei- leggen immers de eerste eitjes zijn reeds in larven veranderd, wanneer het wijfje nog aan 't leggen is. De vermenigvuldiging van den Colora dokever is zoo groot dat een enkel be vrucht wijfje een geheel veld en zelfs een gansche streek kan besmetten. AANGETASTE PLANTEN De Coloradokever tast vele plantensoor ten aan, behooreude tot de familie der* Solanaceeën, maar onder deze zoekt hij meest de aardappel op. De zwarte nacht schade is ook gezocht, liet bitterzoet min der, de tabaksierplanten zijn ook gewild maar de rooktabak weinig of niet. De tomaten trekken hem weinig aan, de eier- planten (auberginen) en de Spaansche peper in het Zuiden gekweekt, worden dikwijls aangetast, maar minder hevig dan de aardappelen. Bij gebrek aan betere planten, kunnen ook eitjes gelegd worden op de Petunia, alhoewel de larven het op die plant niet uithouden. UITBREIDING VAN DEN COLORADOKEVER De kevers kruipen langzaam van het eene blad naar het andere of van een plant naar een naburige plant; wanneer een veld erg aangetast is, gaan ze op die wijze over naar de naburige velden. Zij kunnen zich ook door vliegen verspreiden op langen afstand, wanneer het weder gunstig is, vooral wanneer dit warm cn droog is. Ook door het vlotten op rivie ren en beken kunnen de kevers groote afstanden bereiken. De Coloradokever breidt dus zijn kolo niën uit door het voortkruipen, het vlie gen en het vlotten. Het insect kau ook toevallig overge bracht worden door een voertuig (auto, trein, enz.) en op verre afstanden nieuwe haarden doen ontstaan. BESTRIJDING VAN DEN COLORADOKEVER Het is van groot belang te beletten dat de Coloradokever zich in onze teelten zou vastzetten. Het is de plicht en het belang van el- ken landbouwer hieraan mede te werken. Xe dien einde, moet elkeen 1. - Den Coloradokever ouder al zijn vormen kunnen erkennen: eieren, larve, pop en kever. 2. - Nauwkeurig toezicht houden op zijn aardappelteelten gedurende hun ganschen wasdom. Dit toezicht moet geregeld en methodisch geschieden, vooral in de na bijheid der aangetaste streken. Elke week, b. v., zal men door de velden gaan, en rij per rij, al de aardappelplanten onderzoeken. Daar elk intijds behandelde haard in derdaad een overwonnen haard is, moet men trachten de geduchte insecten bij hun eerste optreden te ontdekken om ze door krachtdadige middelen te verdelgen. In dit geval moet men onmiddellijk bericht geven aan den Burgemeester (Ministerieel Besluit van 10 April 1933), den Rijksland- bouwkundige of -tuinbouwconsulent, die het Ministerie van Landbouw telegra- phisch zal verwittigen. In afwachting van de komst der agenten, aangesteld voor de verdelging van den haard, moet men on middellijk de twee eerste bestrijdings maatregelen uitvoeren (het merken der aangetaste planten en het verzamelen der insecten), zooals in het volgende hoofd stuk aangegeven wordt. De kevers, de larven alsook de eihoop- jes moeten geteld worden. Onder geen enkel voorwendsel mag men levende Coloradokevers meedragen of be waren. Deze moeten steeds ter plaatse verdelgd worden. Indien een verdacht insect ontdekt wordt, moet het zonder uitstel, ter be paling, opgezonden worden aan het Rijks station voor I nsectenleer, te Gembloers, De verzending moet gedaan worden in een fleschje met petroleum, benzol of al cohol. De inrichting van den strijd tegen den Coloradokever wordt geplaatst onder het bestuur van het Comité tot bestrijding van den Coloradokever (Ministerieel Be sluit van 10 April 1933). De bestrijding is des te gemakkelijker en de uitslag des te zekerder naarmate de te verdelgen haarden van jongeren da tum zijn. ALGEMEENE ONDERRICHTINGEN OM DEN COLORADOKEVER UIT TE ROEIEN Zoohaast een door deu Coloradokever aangetaste haard is ontdekt moeten, on middellijk en in de aangeduide volgorde, hierna opgegeven werkzaamheden uitge voerd worden 1. - Ieder aardappelplant door den Colo radokever aangetast (kevers, larven of eitjes) moet met een stok gemerkt wor den. 2. - Zorgvuldig de eihoopjes (aan de onderzijde der bladeren), de larven en de kevers opzoeken en verzamelen. Deze on middellijk in een vat werpen, gevuld met petroleum, alcohol of benzine. De eitjes kunnen verplet worden op de bladeren. Zie vervolg op 2' blad. IBBBBBBBBBBBBBBB9BBBBBBBBBBB in Belgie, Tan nu tot einde jaar, aan wie om zendt in postzegels of stort op post» checkrekening 155.70 van V. Samen-Van* nes te, Drukker, Poperinge, de som van 14,85 FRANK. Voor het Buitenland zende men ons per I nter nationaal Postmandaat: Uit Frankrijk: 24,30 fr. (Belg. geld) Uit Amerika; 35,10 fr. (Belg. geld) Heer Spaak verklaart dat de taal wetten moeten worden toegepast. HEER GRAMMENS STEEDS IN HET GEVANG Heer Fl. Grammens zit neg steeds in het gevang te Gent. Hij heeft een heele reeks processen in het vooruitzicht: op 23 Juni te Gent, op 25 Juni te Leuven, op 30 Juni te Gent, op 5 Juli te Brugge, op 9 Juli te Brurse.-. Het totaal der boeten zal wellicht" tienduizenden frank bedra gen en het totaal gevangenisstraffen ver schillende jaren. Het blijft zelfs mogelijk dat ziin huis en goederen zullen worden verkocht om de opgelegde boeten en ge- eDchte schadeloosstellingen te betalen. Dit alles om de wet te hebben willen doen toepassen. Het wordt dan ook meer dan tijd dat een doortastende actie wordt ingezet, doorheen het gansche Vlaamsche Land, om den Heer Grammens uit het gevang te krijgen, zijn straffen kwijtgescholden te zien, en de taalwetten toegepast te zien. Uit alle hoeken van het Vlaamsche Land stroomen steeds protesten bij den Heer Eerste-Minister. Te Antwerpen wordt op heden Zondag 26 Juni een reuzenpro- testmeeting ingericht. ZWARE STRAFFEN UITGESPROKEN DOOR DE RECHTBANK TE VEURNE Op 17 Juni 11. verscheen voor de Recht bank te Veurne Heer C. Fr. die twee per sonen had vervoerd en zijn materiaal ter hunner beschikking had gesteld om straatnaamborden met Fransche opschrif ten te laten aftrekken te Nieuwpoort. Twee douaniers kwamen erop maar kon den de hoofdplichtigen niet herkennen. Nieuwpoort had geen schadevergoeding gevraagd. Niettegenstaande werd C. Fr. veroor deeld tot 350 fr. boete of 15 dagen gevang, maar niet voorwaardelijk. Zoodus: onze Vlaamsche idealisten die erom bekommerd zijn de bestuurlijke taal wet van 1932, naar letter en geest te hel pen toepassen, zullen dit met een gevan genisstraf bekoopen. Intusschen gaan moedwillig* wettensaboteurs vrijuit. WOELIGE ZITTING IN DEN SENAAT Dinsdag ging de interpellatie van de HH. Orban en Jos. De Clercq door in den Senaat, over de toepassing der taalwetten in verband met de incidenten in het Jus titiepaleis te Gent op 7 Juni 11. Het werd een woelige zitting. Hr Jos. De Clercq, Kath., als eerste spreker, herinnerde eerst aan de raspge- beurtenis in het Justitiepaleis te Gent. De zaak is echter niet opgelost m:t Hr Gram mens in het gevang te stoppen. Hr Gram mens vraagt slechts het normaal toepas sen der wetten. De bestuurlijke taalwet wordt niet toegepast, de Regeering is hierin nalatig geweest. Spreker klaagde dan ten slotte vooral de houding aan van de Franskiljonsche magistratuur die on der den dekmantel der nationale vlag ja renlang de Vlamingen heeft getergd. De Regeering moet ingrijpen. Grammens moet vrij en zijn straffen kwijtgeschol den. Hr Orban, Kath., sprak in zelfden zin. Heel Vlaanderen staat achter Hr Gram mens. De wetten moeten worden toege past en Hr Grammens moet vrij komen. Hr Demarré, Soc., pleitte eveneens ten bate van de toepassing der taalwetten en voor Hr Grammens. Nog enkele sprekers kwamen tusschen tot Hr Spaak, Eerste-Minister, wilde ant woorden op de interpellatie. Door de Vlaamsche Nationalisten werd dan heel wat herrie verwekt. Zij stonden erop dat de voortzetting van de interpellatie zou verdaagd worden totdat de interpellatie die door Vlaamsche Nationalisten moest gehouden worden in de Kamer, aan de beurt zou zijn gekemen. Hierop werd niet ingegaan. Hr Spaak nam toch het woord en legde een verklaring af, waarvan korte inhoud hieronder wordt medegedeeld. Hr Spaak kon het woord nemen dank zij een beroep op de Grondwet. Het debat werd daarna voortgezet en drie moties werden ingediend, (waarover verder). IN DE KAMER Als eerste punt stond op de dagorde van de Kamer voor de zitting van Dinsdag 11., de interpellatie van de HH. Romsés en Elias, Vlaamsche Nationalisten, over de slechte toepassing van de taalwet in be stuurszaken. Gezien Hr Spaak gansch den morgen werd weerhouden in den Senaat kon de interpellatie slechts doorgaan in den na middag. Door de interpellanten werd de strikte toepassing van de taalwetten geëischt, alsmede sancties tegen de ambtenaren en besturen die de wet niet in toepassing brengen. De actie van Hr Grammens werd. eveneens ter bespreking gebracht. De interpellatie over de opsluiting van Hr Grammens werd vastgesteld op Don derdag. Hr Spaak antwoordde dan in bijna zelf de bewoordingen als hij 's morgens had gedaan in den Senaat. DE VERKLARING VAN DEN H. SPAAK. DE TAALWET IN BESTUURSZAKEN MOET WORDEN TOEGEPAST. - GEEN AMNESTIE VOOR HEER GRAMMENS, Hier nu in het kort de inhoud van de verklaring van den Hr Spaak, Dinsdag 11., afgelegd zoowel in Senaat als in de Kamer. Hr Spaak deed eerst uitschijnen dat door de schuld van een greep van den Senaat het debat op een echte klucht was uitgeloopen, de hooge vergadering on waardig. Door allerlei middeltjes werd ge poogd het debat te beletten. Krachtens de Grondwet heeft hij evenwel het recht te spreken wanneer hij wil in Kamer en Senaat. In zake de betrekkingen tusschen Walen en Vlamingen wil hij de regelen van het ruimste begrijpen en van de grootste op rechtheid doen toepassen. Hij hoop: dat zijn verklaringen de kalmte zullen terug brengen om het geval Grammens te kun nen oplossen. Het vraagstuk is komen te staan op het terrein van het gevoelen. De wet van 1932 is verward. Over vele punten zijn de meeningen omtrent de toepassing der wet verdeeld. Het meeste belang gaat hier echter naar de houding welke de Regeering in deze kwestie wü aannemen. Twee beginselen hebben de wet van 1932 beheerscht, namelijk de eentaligheid in de Vlaamsche en Waalsche streek en de volledige gelijkheid tusschen de gewesten. In de gemeenten met een erkende min derheid diende de tweetaligheid toegepast, ook in geval van erkend nut. Dit erkend nut kan geen overlevering zijn van een verleden dat door den wetgever werd ver oordeeld. Aan de Provinciegouverneurs zal een schrijven gestuurd worden waarin de be ginselen der taalwet zullen herinnerd wor den en hen zal gevraagd al hun invloed te gebruiken opdat die beginselen zouden worden toegepast door de gemeentebestu ren. Wordt naar dien oproep niet geluis terd dan zal de Regeering een wetsvoor stel indienen tot definitieve vaststelling van die beginselen. Een schrijven zal eveneens gestuurd worden naar de ambtenaren waarin zal gewezen worden dat zij de wet dienen na te leven c_> straf van sancties. Ik hoop, vervolgde Hr Spaak, dat mijn verklaring en de daden die er op zullen volgen, onmiddellijk rust In het land zul len brengen. En dan zal het geval van den Hr Grammens geregeld zijn. Ik wil u niet vragen een amnestiewet voor Grammens te stemmen. Amnestie is een uitzonderingswet. Welnu, bij den Se naat zijn voor het oogenblik vier wetsont werpen tot amnestieverleening aanhangig. Gij zoudt niet anders handelen zoo gij het ingrijpen der rechtbanken wildet ont zenuwen. Zoo de delinkwent op voorhand moest weten dat hij amnestie krijgt, zou het beter zijn een gedeelte van onze hoven en rechtbanken te sluiten. Het is onmo gelijk dat een regeeringshoofd dien weg opgaat, dat hij instemt met een amnestie ten voordeele van een bepaalden persoon. Ik zou het mijzelf kwalijk duiden moest ik weefden uitspreken die nieuwe inci denten zouden mogelijk maken, de Heer Grammens heeft aangekondigd dat. in dien men hem weer op vrije voeten stel de, hij onmiddellijk het misdrijf dat hij gepleegd heeft, opnieuw zou begaan. Het gelieft mij niet te buigen vóór dergelijke verklaring, maar ik herhaal dat het lot van den Heer Grammens in handen van de minderheid ligt. Als zij het wil zal in het land weer rust heerschen, na de maat regelen tot geruststelling die wij zullen ne men, en, eenmaal de bedaring gekomen, is de regeering bereid genademaatregelen te treffen De meerderheid juichte deze verklarin gen langdurig toe. De Regeering wil het dus weeral klaar krijgen met beroep op goeden wil en be loften. In het verleden werd telkens op zelfde wijze gehandeld en werd nie s of heel weir.ig bekomen. Het wordt dus een eeuwig herbeginnen. Zonder sancties zal de taalwet in be stuurszaken nimmer volledig toegepast worden. Men hoeeft maar eens na te gaan hoeveel hooge ambtenaren in het Vlaam sche Land de Vlaamsche taal niet mach tig zijn. ZIE VERVOLG t. IS1 ENGELAND, BEWAARDER VAN DEN VREDE IN EUROPA Ten einde cW troepen zoo rap mogelijk te kunnen overbrengen waar de omstan* digheden dit vergen heeft Engeland speciaal aangerichte troepentransporlviieg- tuigen laten opbouwen. Hier geven we een foto van zulk een viiegiuig langs binnen gezien en waarvoor een eerste proefvlucht de Goldstream Gardï-Regiment- troepen in de luchthaven van Odiham opgestegen zijn om aan dc xnanoeuver* t* Catterick t« gaan deelnemen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1938 | | pagina 1