Hulde aan Kerk en Bisschop
Het Vraagstuk der Politieke schulden
Sociale Wetgeving
De Coloradokever bedreigt onze Aardappeloogst
Luisterrijke Processie
IN ONS LAND
KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER
ter eere van O. L Vrouw van Sint Jan
op KERMIS-ZONDAG 3 JULI 1938, om 10 uur
van wege het Vr. Jeugdverbond van Katholieke Actie
INTERNATIONAAL OVERZICHT
GSZINSVERQOSDIHGEN VOOR MIT-LQGHTREKXENDEN
Werklieden Middenstanders
ZOEKT UW PROFIJT
Se Hervormingen in den
Arrondkssemeiiisfamilie-
zieksnbond Vooruitzicht
leper jiWHuuMiimi'Hiuiuiuiitiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
WE ZENDEN ONS BLAD
STAD POPERINGE
HET GEVAL GRAMMENS VOOR KAMER EN SENAAT
ZONDAG 25 J'JNI 1S3S
«DE HALLE
Katholiek Weekblad Tan leper
Bureel
Boterstraat, 58, IFPER.
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (per post)
Binnenland 25.fr.
Belgisch Kongo 45.fr.
Frankrijk 45.fr.
Alle andere landen 65.fr.
U eden er ker% n tn ve*amtiLfttdeti)k voor
kun artikels
,10 BLADZIJDEN: 50 CENTIEM.
DE HALLE
D rukker- U itge ver
SANSEN-VANNESTE, Poperinge.
Tel. Poperinge Nr 9.
Poitcheckrekening Nr 155.70.
6' JAAR. N 2ft.
TARIEF VOOR BERICHTEN:
Kleine berichten per regel 1.fr.
Kleine berichte, (minimum) 4.fr.
- fr. toel. v. ber. m. adr. t. bur
Rouwber. en Bedank, (min.) 5.— fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aanvraag.
Yigezonden worden. Kleine be
Annoncen rijn vooraf te betalen en
moeten tegen den Woensdag avond
richten tegen den Donderdag noen
Met geestdrift zullen de leder van het
V. J. V. K. A. en der hulpwerken, op HE
DEN ZONDAG 26 JUNI uit alle hoekjes
van West-Vlaanderen naar Brugge trek
ken, om er een openbare hulde te brengen
aan de Kerk, aan de Kerkelijke hiërar
chie, aan den levenden Christus onder
ons: onzen geliefden Bisschop!
Aan Christus dan ook, door den Bis
schop, hoofd der Kerk in West-Vlaande-
ren, zullen ze trouw en volgzaamheid be
loven aan Hem haar voornemens aan
bieden opdat Hij ze, door de hand van
Zijn Plaatsvervanger, aanvaarde en ze-
gene.
Van daar dus de diepe en blijvende be-
teekenis van die hulde die op 26 Juni het
puik onzer Vrouwelijke Jeugd naar het
hart van het Bisdom brengt met de rijke
belofte, voor de Kerk, die er in besloten
ligt.
Ook de buitenstaanders, ouders of
vrienden die meê voelen met de Kerk en
hare hiërarchie, en in Z. Exc. Mgr Lami-
roy, met dankbaarheid den Bisschop der
K. A.begroeten, zullen er aan houden
dien dag mee te maken, om aan die Bis-
schopshulde, die juister gezegd eene Kerk-
huide heeten mag, haar vollen luister en
omvangrijke invloed te verzekeren.
Te 10 u., op de Burg: Plechtige H. Mis
met pontificale assistentie van Z. H. Exc.
Mgr. Lamiroy. Sermoen door E. H. Lo-
wie, hulpproost V. J. V. K. A. Na de
H. Mis zegen met het H. Bloed. Daar
na Optocht met honderden vlaggen: Dij-
ver, Marlastraat, Steenstraat, Statie,
Geldmuntstraat, Academieplaats, Vla
mingstraat, Markt, alwaar Mariahulde en
beiaardconcert. Z. H. Exc. Mgr. lamiroy
neemt de optocht in oogenschouw aan
O. L. Vr. Kerk. Bedes-aart naar de
Kathedraal.
Te 3 u., op de Burg;: Bisschopshulde:
Welkomwoord door Juffr. Wauters, dioc.
voorzitster. Toespraak door Z. E. H. Kan.
Dubois, alg. proost der K. A. Groot
Koorspel door 250 opvoersters. Aanbie
ding der voornemens en geschenken.
Toespraak van Monseigneur.
W. V. R. O. (Kortrijk) zendt de mor-
genplsohtigheid uit alsook 's namiddags
van 3.45 uur.
Congresboekjes ter plaatse te verkrij
gen (2 fr.).
De steeds aangebrachte wijzigingen en nieuwe schikkingen aan de tal
rijke sociale wetten maken het Middenstanders en Werklieden soms moei
lijk. We openen hier een nieuwe rubriek Sociale Wetgeving die ten
gepasten tijde de noodige inlichtingen in deze kwesties zal geven. We
raden de belanghebbende aan ze te lezen en wie soms verder inlichtingen
begeert mag ons schrijven; op vragen van algemeen belang zullen wij
langs ons blad antwoorden.
Eigenlijk is het geen nieuwtje meer aan
onze lezers zeggen dat er een wet van
10 Juni 1937 bestaat, waardoor gezins
vergoedingen verzekerd worden aan: de
werkgevers en oud-werkgevers, de am
bachtslieden, landbouwers, middenstan
ders, zij die een vrij beroep uitoefenen,
enz., kortom \oor alle niet-loontrckken-
den.
Indien onze lezers zich voorstellen dat
de zaak op zich zelf een nieuwe vinding
is. dan vergissen zij zich deerlijk.
Wanneer men destijds de wet op de
veralgemeening der gezinsvergoedingen
onderzocht, in de Commissie van de Ka
mer der Volksvertegenwoordigers, stelden
twee leden voor, de wet uit te breiden tot
de hoofden van kleine nijverheden, han
dels- of landbouwondernemingen.
Daardoor werd verstaan de ambachts
lieden, handelaars en landbouwers die
voor eigen rekening werkten en, slechts
werden bijgestaan door hun vrouw cn
kinderen.
De middcnafdeeling in beginsel voelde
veel voor (leze uitbreiding. De Regeering
van baar kant stond er niet vijandig te
genover. Inderdaad het meerdendeel dier
kleine bedrijfshoofden hoort thuis in het
zelfde maatschappelijke midden als de
loontrekkende arbeiders. Daar in de mees
te gevallen hun geldelijken toestand niet
schitterender is dan bij deze laatsten, ziet
men niet goed de reden, waarom ze ook
geen gezinsvergoeding zouden ontvangen,
van bet oogenblik dat ze kinderen ten
laste hebben.
Maar, waar liet principe geen tegen
kantingen ontmoet, is de moeilijkheid op
geldelijk gebied zooveel te grooter.
Verder voegt het verslag der Commissie
eraan toe
We moeten er dus aan verzaken, ten
minste voor het oogenblik, de voordeelen
der wet tot dc buitendienst verband staan
de arbeiders, hoofden van kleine bedrijven
te willen uitbreiden. We zeggen voor het
oogenblik, daar iedereen in principe die
uitbreiding wenschelijk vindt. Wanneer de
nieuwe wet in werking zal zijn, zal aan
een verderen stap kunnen worden gedacht.
We geloovcn dat de Regeering geneigd
is den toestand in dit licht te beschouwen,
en twijfelen er niet aan dat een ontwerp
in dien zin zal worden neergelegd, wan
neer het oogenblik zal gekomen zijn.
Daar liet ditmaal niet meer gaat over
loontrekkende arbeiders voor wie de werk
gevers bijdragen kunnen storten, is het
van zelfsprekend dat liet voorstel geheel
anders werd opgevat.
Wanneer men deze beschouwingen even
overweegt en bedenkt dat deze reeds in
1930 werden vooruitgezet, dan kunnen wij
ons wel afvragenwaarom heeft men dan
zoolang gewacht om de gezinsvergoedin
gen uit te breiden tot de niet-loontrek-
kenden, of denkt men misschien dat deze
categorie menschen geen kindertoeslagen
kunnen gebruiken?
A
WAAROM GEZINSVERGOEDINGEN
VOOR NIET-LOONTREKKENDEN
Bij het stellen van zulk een vraag die
nen er heel wat beschouwingen onder
oog genomen te worden. Sommigen zijn
er tegen, anderen weer voor. Reeds meer
malen hebben wij de opmerking hooren
makenwij hebben onze kinderen moeten
groot brengen zonder gezinsvergoedingen
tn, nu wij uit deu last cn de miserie zijn
geraakt, moeten wij helpen betalen om
andermans kinderen groot te brengen en
dc gezinslasten helpen dragen. Dit is nu
eens een argument dat wij niet zouden
mogen hooren van geen enkel mensch.
zeker niet van een katholiek. Denken de
menschen, die zoo spreken, dan niet op
hun eigen kinderen, die zij hebben groot
gebracht, die in zeer vele gevallen nu ook
voor denzelfden last staan, waartegen zij
eens te strijden hebben gehad. Kunnen
zij dan aan hunne kinderen dat voordeel
niet gunnen, waarvan zij steeds verstoken
zijn gebleven?
In de memorie van toelichting recht
vaardigt Minister Delattre deze wet als
volgtVoor de niet-loontrckkenden die
kinderen hebben, of die. tenminste van
ouderdom zijn om er te hebben, biedt de
hervorming een klaarblijkelijk belang aan.
Voor deze die, wegens hun gevordenden
leeftijd of wegens elke andere omstan
digheid, zeker of quasi zeker zijn, van
hun eigen nooit kinderen te hebben, is
de hervorming ongetwijfeld veel minder
belangrijk, maar niet hcelemaal zonder
belang, want het is mogelijk dat zij op
een gegeven oogenblik zich den last op
leggen de kinderen van een broeder, van
een zuster, van een zoon, van een dochter
of van een anderen bloedverwant, zelfs
van een vriend groot te brengen.
A
Er mag' eveneens niet uit het oog wor
den verloren dat er thans onder niet-
loontrekkenden een zeer sterke beweging
ten voordeele van deze hervorming be
staat. In dien zin werd er. inderdaad, door
de groepeeringen die de Regeering tijdens
haar jongste onderzoek omtrent den toe
stand der middenklasse heeft geraadpleegt,
schier eenparig en uitdrukkelijk een wensch
uitgebracht.
Is het niet natuurlijk dat de niet loon-
trekkenden met gezinslasten, steeds in
staat niet zouden zijn even voordeelige
voorwaarden aan dc clienteele toe te staan,
als hun ongehuwde of gehuwde concur
renten zonder kinderen? Is het wensche
lijk, is het redelijk dat, alles te zamen ge
nomen, zij wegens diensten aan het land
bewezen, om zoo te zeggen bij het uit
oefenen van hun beroep in hun belangen
zouden worden benadeeld ten opzichte
van laatstgenoemden.
Men zal zich misschien afvragen of de
niet-loontrekkenden werkelijk gezinsver
goedingen noodig hebben. Daarop meenen
wij bevestigend te kunnen antwoorden,
tenminste wanneer men het vraagstuk in
zijn geheel beschouwd. Alzoo, wat de
werkgevers aangaat, op 70.831 werkgevers
die tot dc nijverheid behooren, zijn er
22.838 die slechts een arbeider 1 erk
stellen 24.826 en die er enkel v.
tot vier bezigen. In den handel e.»
landbouw is de verhouding van de kic.n-
vverkgevers nog heel wat aanzienlijker.
Hoeveel zijn er onder deze klein-werkge-
gers die over genoegzame inkomsten be
schikken om van de gezinsvergoedingen
te kunnen afzien, vooral, wanneer het
aantal kinderen die zij te hunnen laste
hebben nogal groot is? Wat de massa van
de buiten dienst verband staande arbei
ders betreft, deze bestaat in groote meer
derheid uit ambachtslieden, klein-hande-
laars, klein-landbouwers, wier inkomsten
heel dikwijls niet merkelijk hooger zijn
dan deze van een gemiddelden werkman.
Men zou, wel is waar, alleen de werk
gevers en de buiten dienst verband staan
de arbeiders wier inkomsten niet een ze
kere grens overschrijden, met de gezins
vergoedingen kunnen begunstigen. Na een
grondig onderzoek was de Regeering niet
van meening zich bij deze oplossing te
kunnen neerleggen.
De redenen hiervoor zullen wij in een
volgend artikel voor onze lezers behan
delen. WALTER!
HERSTELBETALINGEN EN
INTERGEALLIEERDE SCHULDEN.
Een bitter debat heeft zich ont
sponnen. naar aanleiding van de ver
klaring van Dr Funk, Duitsch Reichs-
wirtschaftsminister, waarbij Duitsch-
land de door Oostenrijk aangegane
politieke schulden niet erkent.
Dit vraagstuk brengt ons terug tot
het netelige vraagstuk der politieke
schulden, die sedert de oorlog al zoo
veel inkt hebben doen vloeien en in
groote mate bijgedragen hebben tot
de geweldige depressie die de wereld
ooit gekend heeft en die alle landen
sedert bijna tien jaar teistert.
Om de oorlogsverrichtingen te kun
nen financieeren hebben de geallieer
den hunne schuldvorderingen in de
Vereenigde Staten van Amerika ge
bruikt en daarenboven belangrijke
nieuwe leeningen met dit land aan
gegaan.
De terugbetaling, meende men, zou
heel gemakkelijk zijn daar Duitsch-
land op grond van het Verdrag van
Versailles belangrijke herstelbetalin
gen zou moeten uitvoeren aan de ge
allieerden. Welnu met deze herstel
betalingen zou men eenvoudig de in-
tergeallieerde schulden afschrijven.
Doch weldra bleek dit vraagstuk
niet zoo eenvoudig te zijn. Duitsch-
land was veel erger uitgeput dan men
dit eerst vermoedde en om zijn ver
plichtingen te kunnen nakomen moest
het kost xoat kost een uitvoeroverschot
weten te verkrijgen.
Daar nu Duitschland vóór den oor
log, als crediteursland en industrie
land bestendig een passieve handels
balans had, moest, de economische
structuur van het land zich aan de
nieuwe toestand heraanpassen, om
zijn uitvoerv er houding te kunnen ver
beteren. Het protectionnisme van de
meeste landen belette echter de afzet
van de Duitsche producten zoodat
het nagestreefde uitvoeroverschot niet
bereikt werd. Op die wijze was de be
taling van de enorme herstelbetalin
gen omzeggens onmogelijk.
DE AMERIKAANSCHE LEENINGEN.
Een nieuwe omstandigheid kwam
echter het vraagstuk uitstellen tot
later. We bedoelen hiermee het ver
schijnsel waardoor de overvloedige
Amerikaansche kapitalen, naar een
belegging zochten. Een groot deel er
van ging zich vastzetten aan de an
dere zijde van de Rijn. Duitschland
kon aldus na 1924 geleidelijk zijn in
dustrie herinrichten en met behulp
van deze leeningen, de herstelbetalin
gen geleidelijk afbetalen, wat het an
ders onmogelijk kon verwezenlijken.
Daar echter de structuur van de
Duitsche economie niet veranderde
was ook de mogelijkheid uitgesloten
dat Duitschland eens deze nieuwe
schulden zou kunnen betalen. Nie
mand dacht hieraan in de roes van
de hoogkonjonctuurperiode. Doch de
crisis van 1929-30 zou de hachelijke
werkelijkheid weer openbaren.
Met de terugtrekking van de Ame
rikaansche korte termijn kredieten
vloeiden het goud en de deviezen snoe-
dig weg uit de kelders van de Reichs-
bank. Weldra was er zelf niet meer
genoeg om de hoogstnoodzakelijke in
voer van voedingsmiddelen en grond
stoffen te betalen en de Duitsche re-
geeriva zag zich aenood~aakt de De-
visenbeioirtschaftun (deviezenreale-
menteering) in te voeren. De betaling
van de politieke en zelf van Ue han
delsschulden werd geschorst: zoo ont
stonden te bevroren kredieten.
HET DUITSCHE STANDPUNT.
Met de overwinning van het natio-
naal-socialisme, kreeg de meening in
Duitschland burgerrecht, dat alles
wat aan het Verdrag van Versailles
verbonden was, misdadig was tegen
over het Duitsche volk en zoo kon
Hitler met algemeene instemming van
het binnenland, de bijzonderste arti
kelen van het Verdrag ongedaan ma
ken.
Ook de politieke betalingen werden
door zekere kringen veroordeeld en
herhaaldelijk werd zelfs door voor
aanstaande persoonlijkheden ver
klaard dat de politieke schulden nooit
zouden betaald worden, dat zelfs de
private schulden niet zouden betaald
worden, daar zij in de plaats geko
men waren van politieke schulden.
Toch wisten de schuldeischers een re
geling te bedingen met de Duitsche
regeering, waardoor deze zich voor
nam zijn betalingen volgens een nieuw
plan te hervatten. Gunstig bleek voor
Duitschland weldra de muntontwaar-
ding in verschillende schuldeischers-
landen die het nominale bedrag van
de schulden merkelijk verminderde.
DE OOSTENRIJKSCHE LEENINGEN.
Het is alleen met voorweten van het
voorgaande, dat men de houding van
de Duitsche regeering ten overstaan
van de Oostenrijksche schulden kan
begrijpen.
Oostenrijk was door het Verdrag
van Saint-Germain economisch on
leefbaar geworden; de redenen hier
voor hebben we reeds dikwijls uiteen
gezet. Om te beletten dat Oostenrijk
zou aansluiten bij Duitschland, moest
aan Oostenrijk een schijnbare leef
baarheid gegeven worden. En dit werd
door de bondgenooten bereikt door
het verstrekken van leeningen. Al-
Hbewel die leeningen door particulie
ren werden onderschreven, beweert
Duitschland thans bij monde van
Minister Funic, dat het politieke schul
den zijn, vermits daarmee politieke
doeleinden en geen economische doel
einden werden nagestreefd. Immers
die leeningen hebben Oostenrijk niet
de minste economische waarde bij
gebracht, zoo heet het.
Duitschland wil daarom die schul
den niet erkennen en het beroept zich
hiervoor op precedenten door Enge
land en Frankrijk geschapen, bij de
verovering van Zuid-Afrika en Ma
dagascar en op het feit dat de schul
den door Duitschland aangegaan om
zijn koloniën in te richten en om
Elzas-Lotharingen te industrialisee-
ren evenmin erkend werden.
Deze verklaringen van Minister Funk
hebben heel wat herrie verwekt in de
schuldeischerslanden en vooral in
Engeland en Amerika. Allerlei bedrei
gingen werden uitgesproken, maar
het ziet er wel naar uit dat Duitsch
land er niet zal naar luisteren, hoe
pijnlijk zekere maatregelen ook wel
zouden kunnen zijn.
Verboden nadruk.) ROSKAM.
IIIIIIHIIIIIIIIIIIIISIISBIHII
Coloradokevers worden zoo wat overal in Vlaanderen gevonden. We raden de Landbouwers ten drin
gendste aan ondergaande mededeelingen over dezen vijand van hun land- en tuinbouw te lezen. Het ge
vaar is groot en mag niet onderschat worden. Wie Coloradokevers op zijn beplantingen ontdekt, moet de
Overheid hierover verwittigen. Een hevige strïfd moet er tegen gevoerd of, niet te Voorziene schade kan
er uit volgen, waarvan de landbouwer het eerste slachtoffer zou zijn.
-«o»-
IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBaaNBIBBBBBBBBBBBBBBBBBI
HET KONINGSJUBILEUM TE STOCKHOLM
Op de 80' verjaring van Koning Gustaf van Zweden werden over het gansche
land en in de hoofdstad bijzonder grootsche feesten op touw gezet. Te dier ge
legenheid heeft de Koninklijke Familie door de straten der hoofdstad een wan
deling in open koetsen gehouden. Hier zien we Koning Gustaf met nevens hem
den Kroonprins en tusschen heiden het Princesje Margaretha in de koets gezeten.
Eenieder die de aanwezigheid van den
Coloradokever vaststelt in zijne teelten of
in zijn bewaarplaatsen, is verplicht er on
middellijk aangifte van te doen bij den
Burgemeester der gemeente. Deze zal te-
legraphisch den Minister van Landbouw
ervan verwittigen. (Artikel één van het
Ministerieel Besluit van 10 April 1933.)
De Coloradokever is de grootste vijand
der aardappelteelt. Dit geducht insect
vreet het loof der planten af en verhin
dert aldus de knolvorming, maar tast toch
nooit rechtstreeks de knollen aan.
Uit de Vereenigde-Staten van Amerika
ingevoerd in Frankrijk op het einde van
den oorlog, heeft dit insect in dit laatste
land een groote uitbreiding genomen. Het
veroorzaakt er jaarlijks voor verschillende
millioen frank schade aan den landbouw.
Elk jaar breidt het zijn gebied uit.
In 193S heeft de Coloradokever onze
grenzen overschreden en is in Belgie ver
schenen.
Elk aardappelveld, aangetast door den
Coloradokever en niet behandeld, is een
verioren teelt.
Elke haard, onmiddellijk ontdekt en be
handeld, is een overwonnen haard.
Het is dus noodig den Coloradokever
te kunnen erkennen onder zijn verschil
lende stadiaeieren, larven, pop en vol
wassen insect (kever), om de besmettings
haarden bij hun eerste verschijnen te ont
dekken en te kunnen uitroeien.
Te allen prijze moet de besmetting on
zer teelten voorkomen worden, want zijn
definitief optreden in het land zou de
landbouwers verplichten hunne teelten te
beschermen door middel van insectendoo-
dende behandelingen, die elk jaar moeten
herhaald worden en de aardappelvoort-
brengst met aanzienlijke kosten zouden
bezwaren,
BESCHRIJVING
VAN DEN COLORADOKEVER
De Coloradokever is een schildvleugelig
insect van de familie der goudhaantjes (van
dezelfde orde als de Meikever en het Lie
venheersbeestje b.v.). In volwassen toe
stand is hij ongeveer 1 centimeter lang.
Hij gelijkt eenigszins op het St-Janske-
vertje, maar is ronder van vorm, ongeveer
zooals het groote roode goudhaantje van
den wilg. Hij is levendig en schitterend
gekleurd. De dekschilden (hoornachtige
bovenvleugels) vertoonen in de lengte
tien zwarte strepen op gelen grond. De
kop, de borst en het onderlijf zijn ros
achtig geel met zwarte vlekken, die on
regelmatig maar symetrisch voorkomen.
De eitjes bevinden zich in groepen aan
de ouderzijde der bladeren.- Ze zijn oranje
geel gekleurd, langwerpig en loodrecht
nevens elkander geplaatst.
De larven worden op de bladeren aan
getroffen. Ze zijn veranderlijk van grootte
j volgens hun leeftijd en meten 2 tot 15
millimeter. Ze zijn donkerrood e aan de
zijden met twee rijen donkere punten be
zet. In tegenstelling met de volwassen in
secten, zijn ze mollig en zonder vleugels,
dik en vethun gezwollen onderlijf is
nochtans puntig langs achter; zij hebben
drie paar korte zwarte pootjes en bewe
gen zich langzaam.
De poppen worden enkel aangetroffen
in den grond, waar ze onbeweeglijk lig-
CBBBBBBBBBBBIBBBBQBSB3BBBE81
Lees op 7e blad
gen op enkele centimeter diepte. Ze zijn
mollig en oranjeroodzij vertoonen kleine
stompjes, die later de pootjes en de vleu
geltjes van het volwassen insect zullen
worden.
LEVENSWIJZE
De poppen veranderen in den grond in
volwassen kevers. Deze kruipen alsdan uit
den grond en gaan onmiddellijk op zoek
naar het aardappelloof, dat zij met een
gToote vraatzucht verslinden. Dc kevers
zijn zoo vraatzuchtig dat zij soms de aard-
appclscheuten in de spleten van deu grond
gaan opzoeken.
De wijfjes beginnen onmiddellijk hun
eitjes te leggen op de onderzijde der bla
deren; een enkel wijfje legt in achtereen
volgende groepjes 800 tot 2.000 eitjes.
Uit de eitjes ontluiken spoedig kleine larven
die eerst donkerrood zijn, zeer snel groei
en en weldra helderrood worden. Met een
nog grootere vraatzucht dan de kevers,
vreten zc het aardappelloof af om nog
enkel de bladstelen over te laten. Na twee
weken tijd zijn ze tot volledige ontwikke
ling gekomen en kruipen dan in de bov.en-
laag van den grond voor de verpopping.
Twee geslachten (ei tot kever) kunnen
aldus elkander opvolgen in een jaar. Op
het einde van den Zomer vermindert het
eileggen en de larven worden zeldzaam.
In het begin van deu Herfst kruipen de
kevers in den grond voor de overwinte
ring, terwijl de jonge larven, die den tijd
niet gehad hebben om in poppen of kevers
te veranderen, door de koude bezwijken.
Kortom, de twee levenscyclussen doen
zich voor op de volgende wijzeIn April-
Mci kruipen de volwassen kevers, die in
den grond overwinterd hebben, naar bo
ven en leggen weldra hun eitjes op de
onderzijde der aardappelbladeren; de lar
ven. die er uit te voorschijn komen, groei-
gelijk aan het eerste. Er valt echter op
en, verpoppen in den grond en veranderen
gelijk aan het eerste. Er valt echter op
in kevers, die het tweede geslacht vormen,
te merken, dat deze geslachten ineenloo-
pen wegens den langen duur van het ei-
leggen immers de eerste eitjes zijn reeds
in larven veranderd, wanneer het wijfje
nog aan 't leggen is.
De vermenigvuldiging van den Colora
dokever is zoo groot dat een enkel be
vrucht wijfje een geheel veld en zelfs een
gansche streek kan besmetten.
AANGETASTE PLANTEN
De Coloradokever tast vele plantensoor
ten aan, behooreude tot de familie der*
Solanaceeën, maar onder deze zoekt hij
meest de aardappel op. De zwarte nacht
schade is ook gezocht, liet bitterzoet min
der, de tabaksierplanten zijn ook gewild
maar de rooktabak weinig of niet. De
tomaten trekken hem weinig aan, de eier-
planten (auberginen) en de Spaansche
peper in het Zuiden gekweekt, worden
dikwijls aangetast, maar minder hevig dan
de aardappelen. Bij gebrek aan betere
planten, kunnen ook eitjes gelegd worden
op de Petunia, alhoewel de larven het op
die plant niet uithouden.
UITBREIDING
VAN DEN COLORADOKEVER
De kevers kruipen langzaam van het
eene blad naar het andere of van een
plant naar een naburige plant; wanneer
een veld erg aangetast is, gaan ze op die
wijze over naar de naburige velden. Zij
kunnen zich ook door vliegen verspreiden
op langen afstand, wanneer het weder
gunstig is, vooral wanneer dit warm cn
droog is. Ook door het vlotten op rivie
ren en beken kunnen de kevers groote
afstanden bereiken.
De Coloradokever breidt dus zijn kolo
niën uit door het voortkruipen, het vlie
gen en het vlotten.
Het insect kau ook toevallig overge
bracht worden door een voertuig (auto,
trein, enz.) en op verre afstanden nieuwe
haarden doen ontstaan.
BESTRIJDING
VAN DEN COLORADOKEVER
Het is van groot belang te beletten dat
de Coloradokever zich in onze teelten
zou vastzetten.
Het is de plicht en het belang van el-
ken landbouwer hieraan mede te werken.
Xe dien einde, moet elkeen
1. - Den Coloradokever ouder al zijn
vormen kunnen erkennen: eieren, larve,
pop en kever.
2. - Nauwkeurig toezicht houden op zijn
aardappelteelten gedurende hun ganschen
wasdom. Dit toezicht moet geregeld en
methodisch geschieden, vooral in de na
bijheid der aangetaste streken.
Elke week, b. v., zal men door de velden
gaan, en rij per rij, al de aardappelplanten
onderzoeken.
Daar elk intijds behandelde haard in
derdaad een overwonnen haard is, moet
men trachten de geduchte insecten bij hun
eerste optreden te ontdekken om ze door
krachtdadige middelen te verdelgen. In
dit geval moet men onmiddellijk bericht
geven aan den Burgemeester (Ministerieel
Besluit van 10 April 1933), den Rijksland-
bouwkundige of -tuinbouwconsulent, die
het Ministerie van Landbouw telegra-
phisch zal verwittigen. In afwachting van
de komst der agenten, aangesteld voor de
verdelging van den haard, moet men on
middellijk de twee eerste bestrijdings
maatregelen uitvoeren (het merken der
aangetaste planten en het verzamelen der
insecten), zooals in het volgende hoofd
stuk aangegeven wordt.
De kevers, de larven alsook de eihoop-
jes moeten geteld worden.
Onder geen enkel voorwendsel mag men
levende Coloradokevers meedragen of be
waren. Deze moeten steeds ter plaatse
verdelgd worden.
Indien een verdacht insect ontdekt
wordt, moet het zonder uitstel, ter be
paling, opgezonden worden aan het Rijks
station voor I nsectenleer, te Gembloers,
De verzending moet gedaan worden in
een fleschje met petroleum, benzol of al
cohol.
De inrichting van den strijd tegen den
Coloradokever wordt geplaatst onder het
bestuur van het Comité tot bestrijding
van den Coloradokever (Ministerieel Be
sluit van 10 April 1933).
De bestrijding is des te gemakkelijker
en de uitslag des te zekerder naarmate
de te verdelgen haarden van jongeren da
tum zijn.
ALGEMEENE ONDERRICHTINGEN
OM DEN COLORADOKEVER
UIT TE ROEIEN
Zoohaast een door deu Coloradokever
aangetaste haard is ontdekt moeten, on
middellijk en in de aangeduide volgorde,
hierna opgegeven werkzaamheden uitge
voerd worden
1. - Ieder aardappelplant door den Colo
radokever aangetast (kevers, larven of
eitjes) moet met een stok gemerkt wor
den.
2. - Zorgvuldig de eihoopjes (aan de
onderzijde der bladeren), de larven en de
kevers opzoeken en verzamelen. Deze on
middellijk in een vat werpen, gevuld met
petroleum, alcohol of benzine. De eitjes
kunnen verplet worden op de bladeren.
Zie vervolg op 2' blad.
IBBBBBBBBBBBBBBB9BBBBBBBBBBB
in Belgie, Tan nu tot einde jaar, aan wie
om zendt in postzegels of stort op post»
checkrekening 155.70 van V. Samen-Van*
nes te, Drukker, Poperinge, de som van
14,85 FRANK.
Voor het Buitenland zende men ons per
I nter nationaal Postmandaat:
Uit Frankrijk: 24,30 fr. (Belg. geld)
Uit Amerika; 35,10 fr. (Belg. geld)
Heer Spaak verklaart dat de taal
wetten moeten worden toegepast.
HEER GRAMMENS STEEDS IN HET
GEVANG
Heer Fl. Grammens zit neg steeds in
het gevang te Gent. Hij heeft een heele
reeks processen in het vooruitzicht: op 23
Juni te Gent, op 25 Juni te Leuven, op
30 Juni te Gent, op 5 Juli te Brugge, op
9 Juli te Brurse.-. Het totaal der boeten
zal wellicht" tienduizenden frank bedra
gen en het totaal gevangenisstraffen ver
schillende jaren. Het blijft zelfs mogelijk
dat ziin huis en goederen zullen worden
verkocht om de opgelegde boeten en ge-
eDchte schadeloosstellingen te betalen.
Dit alles om de wet te hebben willen
doen toepassen.
Het wordt dan ook meer dan tijd dat
een doortastende actie wordt ingezet,
doorheen het gansche Vlaamsche Land,
om den Heer Grammens uit het gevang
te krijgen, zijn straffen kwijtgescholden
te zien, en de taalwetten toegepast te zien.
Uit alle hoeken van het Vlaamsche
Land stroomen steeds protesten bij den
Heer Eerste-Minister. Te Antwerpen wordt
op heden Zondag 26 Juni een reuzenpro-
testmeeting ingericht.
ZWARE STRAFFEN UITGESPROKEN
DOOR DE RECHTBANK TE VEURNE
Op 17 Juni 11. verscheen voor de Recht
bank te Veurne Heer C. Fr. die twee per
sonen had vervoerd en zijn materiaal ter
hunner beschikking had gesteld om
straatnaamborden met Fransche opschrif
ten te laten aftrekken te Nieuwpoort.
Twee douaniers kwamen erop maar kon
den de hoofdplichtigen niet herkennen.
Nieuwpoort had geen schadevergoeding
gevraagd.
Niettegenstaande werd C. Fr. veroor
deeld tot 350 fr. boete of 15 dagen gevang,
maar niet voorwaardelijk.
Zoodus: onze Vlaamsche idealisten die
erom bekommerd zijn de bestuurlijke taal
wet van 1932, naar letter en geest te hel
pen toepassen, zullen dit met een gevan
genisstraf bekoopen. Intusschen gaan
moedwillig* wettensaboteurs vrijuit.
WOELIGE ZITTING IN DEN SENAAT
Dinsdag ging de interpellatie van de
HH. Orban en Jos. De Clercq door in den
Senaat, over de toepassing der taalwetten
in verband met de incidenten in het Jus
titiepaleis te Gent op 7 Juni 11.
Het werd een woelige zitting.
Hr Jos. De Clercq, Kath., als eerste
spreker, herinnerde eerst aan de raspge-
beurtenis in het Justitiepaleis te Gent. De
zaak is echter niet opgelost m:t Hr Gram
mens in het gevang te stoppen. Hr Gram
mens vraagt slechts het normaal toepas
sen der wetten. De bestuurlijke taalwet
wordt niet toegepast, de Regeering is
hierin nalatig geweest. Spreker klaagde
dan ten slotte vooral de houding aan van
de Franskiljonsche magistratuur die on
der den dekmantel der nationale vlag ja
renlang de Vlamingen heeft getergd. De
Regeering moet ingrijpen. Grammens
moet vrij en zijn straffen kwijtgeschol
den.
Hr Orban, Kath., sprak in zelfden zin.
Heel Vlaanderen staat achter Hr Gram
mens. De wetten moeten worden toege
past en Hr Grammens moet vrij komen.
Hr Demarré, Soc., pleitte eveneens ten
bate van de toepassing der taalwetten en
voor Hr Grammens.
Nog enkele sprekers kwamen tusschen
tot Hr Spaak, Eerste-Minister, wilde ant
woorden op de interpellatie. Door de
Vlaamsche Nationalisten werd dan heel
wat herrie verwekt. Zij stonden erop dat
de voortzetting van de interpellatie zou
verdaagd worden totdat de interpellatie
die door Vlaamsche Nationalisten moest
gehouden worden in de Kamer, aan de
beurt zou zijn gekemen. Hierop werd niet
ingegaan. Hr Spaak nam toch het woord
en legde een verklaring af, waarvan korte
inhoud hieronder wordt medegedeeld. Hr
Spaak kon het woord nemen dank zij een
beroep op de Grondwet. Het debat werd
daarna voortgezet en drie moties werden
ingediend, (waarover verder).
IN DE KAMER
Als eerste punt stond op de dagorde van
de Kamer voor de zitting van Dinsdag 11.,
de interpellatie van de HH. Romsés en
Elias, Vlaamsche Nationalisten, over de
slechte toepassing van de taalwet in be
stuurszaken.
Gezien Hr Spaak gansch den morgen
werd weerhouden in den Senaat kon de
interpellatie slechts doorgaan in den na
middag.
Door de interpellanten werd de strikte
toepassing van de taalwetten geëischt,
alsmede sancties tegen de ambtenaren en
besturen die de wet niet in toepassing
brengen. De actie van Hr Grammens werd.
eveneens ter bespreking gebracht.
De interpellatie over de opsluiting van
Hr Grammens werd vastgesteld op Don
derdag.
Hr Spaak antwoordde dan in bijna zelf
de bewoordingen als hij 's morgens had
gedaan in den Senaat.
DE VERKLARING VAN DEN H. SPAAK.
DE TAALWET IN BESTUURSZAKEN
MOET WORDEN TOEGEPAST. - GEEN
AMNESTIE VOOR HEER GRAMMENS,
Hier nu in het kort de inhoud van de
verklaring van den Hr Spaak, Dinsdag 11.,
afgelegd zoowel in Senaat als in de
Kamer.
Hr Spaak deed eerst uitschijnen dat
door de schuld van een greep van den
Senaat het debat op een echte klucht
was uitgeloopen, de hooge vergadering on
waardig. Door allerlei middeltjes werd ge
poogd het debat te beletten. Krachtens de
Grondwet heeft hij evenwel het recht te
spreken wanneer hij wil in Kamer en
Senaat.
In zake de betrekkingen tusschen Walen
en Vlamingen wil hij de regelen van het
ruimste begrijpen en van de grootste op
rechtheid doen toepassen. Hij hoop: dat
zijn verklaringen de kalmte zullen terug
brengen om het geval Grammens te kun
nen oplossen.
Het vraagstuk is komen te staan op het
terrein van het gevoelen.
De wet van 1932 is verward. Over vele
punten zijn de meeningen omtrent de
toepassing der wet verdeeld. Het meeste
belang gaat hier echter naar de houding
welke de Regeering in deze kwestie wü
aannemen.
Twee beginselen hebben de wet van 1932
beheerscht, namelijk de eentaligheid in
de Vlaamsche en Waalsche streek en de
volledige gelijkheid tusschen de gewesten.
In de gemeenten met een erkende min
derheid diende de tweetaligheid toegepast,
ook in geval van erkend nut. Dit erkend
nut kan geen overlevering zijn van een
verleden dat door den wetgever werd ver
oordeeld.
Aan de Provinciegouverneurs zal een
schrijven gestuurd worden waarin de be
ginselen der taalwet zullen herinnerd wor
den en hen zal gevraagd al hun invloed
te gebruiken opdat die beginselen zouden
worden toegepast door de gemeentebestu
ren. Wordt naar dien oproep niet geluis
terd dan zal de Regeering een wetsvoor
stel indienen tot definitieve vaststelling
van die beginselen.
Een schrijven zal eveneens gestuurd
worden naar de ambtenaren waarin zal
gewezen worden dat zij de wet dienen na
te leven c_> straf van sancties.
Ik hoop, vervolgde Hr Spaak, dat mijn
verklaring en de daden die er op zullen
volgen, onmiddellijk rust In het land zul
len brengen. En dan zal het geval van den
Hr Grammens geregeld zijn.
Ik wil u niet vragen een amnestiewet
voor Grammens te stemmen. Amnestie is
een uitzonderingswet. Welnu, bij den Se
naat zijn voor het oogenblik vier wetsont
werpen tot amnestieverleening aanhangig.
Gij zoudt niet anders handelen zoo gij
het ingrijpen der rechtbanken wildet ont
zenuwen. Zoo de delinkwent op voorhand
moest weten dat hij amnestie krijgt, zou
het beter zijn een gedeelte van onze hoven
en rechtbanken te sluiten. Het is onmo
gelijk dat een regeeringshoofd dien weg
opgaat, dat hij instemt met een amnestie
ten voordeele van een bepaalden persoon.
Ik zou het mijzelf kwalijk duiden moest
ik weefden uitspreken die nieuwe inci
denten zouden mogelijk maken, de Heer
Grammens heeft aangekondigd dat. in
dien men hem weer op vrije voeten stel
de, hij onmiddellijk het misdrijf dat hij
gepleegd heeft, opnieuw zou begaan. Het
gelieft mij niet te buigen vóór dergelijke
verklaring, maar ik herhaal dat het lot
van den Heer Grammens in handen van
de minderheid ligt. Als zij het wil zal in
het land weer rust heerschen, na de maat
regelen tot geruststelling die wij zullen ne
men, en, eenmaal de bedaring gekomen,
is de regeering bereid genademaatregelen
te treffen
De meerderheid juichte deze verklarin
gen langdurig toe.
De Regeering wil het dus weeral klaar
krijgen met beroep op goeden wil en be
loften. In het verleden werd telkens op
zelfde wijze gehandeld en werd nie s of
heel weir.ig bekomen. Het wordt dus een
eeuwig herbeginnen.
Zonder sancties zal de taalwet in be
stuurszaken nimmer volledig toegepast
worden. Men hoeeft maar eens na te gaan
hoeveel hooge ambtenaren in het Vlaam
sche Land de Vlaamsche taal niet mach
tig zijn.
ZIE VERVOLG t.
IS1
ENGELAND, BEWAARDER VAN DEN VREDE IN EUROPA
Ten einde cW troepen zoo rap mogelijk te kunnen overbrengen waar de omstan*
digheden dit vergen heeft Engeland speciaal aangerichte troepentransporlviieg-
tuigen laten opbouwen. Hier geven we een foto van zulk een viiegiuig langs
binnen gezien en waarvoor een eerste proefvlucht de Goldstream Gardï-Regiment-
troepen in de luchthaven van Odiham opgestegen zijn om aan dc xnanoeuver* t*
Catterick t« gaan deelnemen.