ien doodstrijd in de golven De Europeesche Oorlog Moedgevende woorden De uitbreiding van de Olievlek I "St Georges for England van Minister Spaak KATHOLIEK WEEKBLAD VAN IEPER m De Krijgsverrichtingen in 't Noorden nemen nieuwe uitbreiding Te Narvik werden de Duitsche vlooteenheden vernietigd INTERNATIONAAL OVERZICHT In Zuid-Noorwegen rukken de Duitschers verder op maar stuiten op Noorsch verzet Britsche expeditietroepen geland in het hooge Noorden 60.000 Duitschers in Noorwegen OM HET BEZIT VAN NARVIK ZOU NOG GEVOCHTEN WORDEN Op verschillende punten van Zuid' en Midden-Noorwegen zouden de Duitschers de Zweedsche grens bereikt hebben Van weerszijden werden verliezen geleden op Zee GEBEURTENISSEN DAG NA DAG VRIJDAG 12 APRIL Ons land is de eeuwen door een invalsweg geweest voor alle veroveraars. Dien invalsweg moest afgesneden worden met middelen die de stoutsten dwingen een anderen weg te kiezen. Daarom is onze Militaire Politiek zoo innig verbonden met onze Buitenlandsche Politiek DE KRIJGSVERRICHTINGEN Nu de Krijg ter zee is losgebroken... yy De meesterlijke zet van Engeland, 22 jaar geleden, den 18 April 1918, te Zeebrugge mm»» WIJ ZENDEN ONS BLAD «DE HALLE Katholiek Weekblad van leper. Bureel: Boterstre t 58, IEPER. EEN POSTABONNEMENT 1940 IN BELGIE KOST: 1 Jaar 25,frank. 6 Maanden 13,50 frank. 3 Maanden 7,frank. AlU Utitverkttt tijtl refmtvafdeSjt roof km artikelt. TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel I,fr. 2 fr. toeL v. ber. m. adr. t bur. Kleine berichten (minimum) 4,fr. 1 Rouwber. en Bedank, (min.) 5,fr. Te herhalen aankondigingen; prijs op aanvraag. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond i-igezonder worden. Kleine be richten tegen den Donderdag noen. Tel. Poperinge N' 9. Po«tcheckrekenin( Nr 155.70. 8" JAAR. N' 16. ZONDAG 21 APRIL 1940. nmm WEEKBLAD: 50 CENTIEMEN Naar PIERRE L'ERMITE. De eerste twee dagen die op onze afvaart volgden schenen allen zeer rustig. De zee was kalm de hemel blauw. We vaarden af en toe een schip voorbij en vonden er tusschenin een echt kin derlijke vreugde de immer hongerende zeemeeuwen die ons volgden hapjes toe te werpen, om dan genietend hun gulzig toeschieten gade te slaan. En dan vaarden we de gevaarlijke zone binnen. Het heele schip kreeg een ander uitzicht. Officieren en bemanning verkeerden ln een toestand van gespannen aandacht en de passagiers werden rusteloos en zenuw achtig in zser hooge mate. Overal en in alles zag men nu de co- vreesde onderzeeërs. Een vrakkig stuk hout, drijvend op den schuimenden kam van een baar, kreeg in onze door angst overprikkelde verbeel ding de bolheid van een mijn... De scha duw van een wolk op de golven scheen een dreigenden romp van een onder zeeër zelf die zich naar de oppervlakte heesch om zijn rampzalige taak te ver vullen. En men ademde weer heel wat opge wekter toen men alras bemerkte dat men zich vergist had! Doch op 't zelfde oogen- blik riepen passagiers ons aan de over zijde van het dek om met de meeste overtuiging eeu nieuw bedenkelijk en verdacht iets aan te wijzen. En toen kwam de fatale Woensdag... Allen sliepen nog toen het schip zich na een ontzettenden schok bijna loodrecht oprichtte... net als een getroffen dier dat nog een laatste maal steigert alvorens dood te vallen. In doodsangst schreeuwden de radelooze passagiers de vreeselijke werkelijkheid: We zijn getorpedeerd! terwijl ze in de meest zonderlinge gewaden naar de brug stormden en over dat 't ging den red' dingsgordel aantrokken. Officieren en leden van de bemanning kanaliseerden de massa die nu zeer leid' zaam geworden was; iederen passagier scheen zijn zclf-beheersching herwonnen te hebben. Men begon reeds in de red- óingsbooten af te dalen toen een tweede torpedo openbarstte aan de achterzijde van het schip. De schok scheen min hevig dan de eer ste. Het vaartuig schommelde als een dronken man en wierp ons in een wilden chaos door elkaar op de brug die reeds gedeeltelijk door de golven in bezit geno men werd. Ver aan den horizont teekende zich de bleeke streep van den dageraad af. Nu zag men zeer duidelijk de omtrekken van dc-.i duikboot. Met een tergende traagheid cirkelde hij om ons heen, als een kwaad beest dat nog slechts even op adem wenscht te komen alvorens zijn weer- looze prooi verslindend te bespringen. O! had ik een kanon raasde de ka pitein, wat zou ik hem in den muil schie ten! Maar ons schip was een vreedzame boot en aan boord haddeu wij geen verdedi gingsmiddelen. Na enkele minuten was onzen toestand tragisch. Het schip helde steeds meer naar bak boord zoodat de reddingsbooten aan stuur boord onbruikbaar werden. Gelukkiglijk had den kapitein onmid dellijk naar alle gewesten S.O.S.-seincn laten uitzenden. We hadden het werkelijk providentieel geluk een Amcrikaansch schip in allerijl te zien opvaren. De Amerikaansche vlag was in enorme afmetingen op den romp geschilderd. Bij dat zicht dook de onder zeeër en verdween. Het is stellig te danken aan het over haaste toeschieten van dat vaartuig dat de sloepen onze redding konden bewerk stelligen. We zaten in ons reddingsbootjes zeer gevaarlijk opgestapeld. Een oogenblik dacht ik ons laatste uur geslagen. Onze sloep stortte zich in verticale lijn tusschen twee bergenzwarc golven. Rechts en links, net als de Israëlieten bij den dooltocht van de Roode Zee, zag ik twee muren van water en onmetelijk ver een strookje hemel dat zich nu rood kleurde. In uat oogenblik heb ik mijn ziel aan God aanbevolen. En dan zijn we toch weer naar de oppervlakte geklommen. Eeuwigdurende minuut 1 En toen: nieuw schouwspel... Ander ein deloos moment... Enkele mannen waren in het water gesprongen om zich zwem mend te redden. Op dat oogenblik nam de olie. die aan de oppervlakte dreef, vuur. Enkelen gelukten er in die hel te ontvluchten. Doch ik zag er meerderen in doods angst worstelen midden dien lielschen vuurpoel die hen verteerde... Met uitnemende voorzorgen kon het Amerniaansch schip ons eindelijk bena deren. Het was hoog tijd! Het ijskoude water dat over ons sloepje heen ea weer sloeg deed ons bibberen van de kou. Maar we zagen slechts één zaak: het reddende schip dat met lange haken ons trachtte naar zich te trekken zonder ons te doen kantelen, want... wat is och arme een reddingssloep, bij hooge zee. in volle oceaau... landelijk werd liet aanleggen mogelijk, daük zij öe vaardigheid en toewijding oer Amerikaansche bemanning. Nooit gaat dit beeld uit mijn geheugen: de ijzeren flank van hun schip... de touw ladder die met een korten ruk hoefde gesnapt en dan dat klauteren... menschen boven je hoofd... menschen onder Je voe ten... een menschelijke tros heen en weer slingerend in liet ijle... den eindeloozen afstand tusschen luent en water, tusschen sloep en werkelijke redding. Zij die vielen waren ver,oren... en bo ven me stortte plots een jonge moeder neer... haar kindje in de armen... Wie zal de herademing van mijn gan se he wezen beschrijven, toen eindelijk, eindelijk dan toch, mijn arme voeten weer de planken vloer van een vrienden- sciup betraden! Ik zag hoe de andere sloepjes werden aangebracht. Nu werd het heelemaal dag. Erbarmelijk schouwspel! Bij tusschen- poozen strompelden na dien krampach- tigen klautertocht steeds nieuwe sukke laars aan boord... hun blauw gelaat druip- te van 't zeewater. Ze leken doodmoe. Eén ramp waren we ontkomen... waag den we hier nl;i een tweede doodstrijd?. En ginder lag ons schip... met alles wat we bezaten, om over korte oogen- blikken ln de diepte te verzwinden... zon der eenig voordeel voor iemand... Nuttelooze... beestachtige vernieling!... De kapitein had den laatsten het schip verlaten. Men had hem van de comman dobrug moeten wegrukken. De Amerikanen waren correct voor ons, en zeer bezorgd om onze kapitein. Hij wilde niets hooren... niets nemen... Leunend op de verschansing met strak gelaat en vertrokken mond, volgde hij door den verrekijker, den doodstrijd van zijn geliefd schip. Maar dat schip wilde niet sterven... Woedend beukte de oceaan tegen zijn i'i. :i en wilde het meesleuren naar de diepten... Maar moedig weerstond het schip, het kapsijde... kwam weer vlot... en toen... als een uitgeputte worstelaar die toch weigert zich over te geven, richtte het zich op, nog éénmaal, fier en majesta- tisch! Waarlijk... schepen hebben een ziel! Ons oogen konden niet afwenden van het vaartuig dat, stilaan een klein vlekje werd op de eindelooze golven... We voel den geen kou meer... Een tweede maal dachten we dat dit het einde was... Toch niet. Traag, nobel... draaide het zich nog één maal om en stortte zich dan rustig in den dood. Met daverend gedruisch borrelde het zog boven de kruin en een krans van wemelend schuim wees ons nog voor en kele stonden de plaats waar ons schip verzonk. Toen keek ik naar den kapitein. Dikke tranen rolden over zijn verweer de zeemanswangen. Zijn schip, zijn groot geliefd kind had geleefd!... De vijand had het in den rug aange vallen en vermoord!... LONDEN meldt"De gansche Duitsche kust werd met mijnen onveilig gemaakt,, "Bluff,, zegt BERLIJN HET HOOFDKWARTIER DER NOREN DOOR DUITSCHE VLIEGTUIGEN BESCHOTEN DE KONING VAN NOORWEGEN OP DE VLUCHT Door Duitsche vliegtuigen werd het Noorsch hoofdkwatier duchtig bestookt met bommen en mitraljeuzen. Koning Haakon, Prins Olaf en de Noorsche Eer- ste-Minister moesten de vlucht nemen in muuiHifiiitiüjiiiiiUiiniiiiiiiHiiiiiiiiiHiiuiiiHRiüuiiiiiiUüimiuiiümuiiiiiiiHttuiuiiiiiiuiiuaimuiuiiuiiiHiiiiiiiuiitti Wie onze werking niet goedkeurt, heeft de beproeving niet ge meten die ons zou te wachten staan indien onze Politiek zou schipbreuk lijden. BELANGRIJKE VERKLARINGEN VAN MINISTER SPAAK In de Senaatszitting van Dinsdag 11. heeft H. Spaak, Minister voor Buiten landsche .Zaken, een belangrijke verkla ring afgelegd over onze neutraliteitspo litiek. De H. Spaak begon met er aan te her inneren dat sedert 8 maanden de oor log woedt aan onze aanpalende grenzen, waar millioenen mannen de wacht op trekken. Sedert een tiental dagen werden twee bevriende» volkeren in den martel gang meegesleurd. De pogingen van Noor wegen, vervolgde spreker, volgen wij met te meer ontroering omdat het volkomen vredelievend en loyaal neutraal was. NOORWEGEN IS VOOR ONS EEN LES De H. Minister deed verder uitschijnen hoe de positie van Noorwegen dichter bij de onze kwam en zijn gevoelens gele ken op deze die ons bezielen. Noorwe gen mocht beschouwd worden als een voorbeeld op het gebied der Europeesche beschaving. Hulde dient aan dit land ge bracht om den krachtdadigen wil dien het aan den dag legt om zijn vadergrond te verdedigen. De neutralen en wij zelf zullen in de houding van Noorwegen een les en een voorbeeld vinden. De oorlog die zich uitbreidt, vervolgde de H. Spaak, noopt ons onze eigen posi tie te preciseeren. Het herlezen van de diplomatieke akten die ons aanbelangen alsmede van de verklaringen die hen ver gezelden hebben eens te meer tot de opbeurende overtuiging geleid, dat onze buitenlandsche politiek volkomen loyaal en duidelijk en volkomen eerlijk is. Weinige landen hebben zoo duidelijk gehandeld als ons land. Bij ons is er geen koerswijziging geweest, noch verras sing. Niemand kan zeggen dat hij door België bedrogen werd. In 1937, vervolgde de H. Spaak, heb ik verklaard dat wij op buitenlandsch ge bied een politiek moesten vinden die uit sluitend Belgisch was en waarover het land volkomen eens zou zijn. België heeft geen belangen buiten zijn grenzen, het wil blijven wat het is. Tot zijn ongeluk en lot zijn grootheid is ons land door de eeuwen heen een invalsweg geweest voor alle veroveraars. Dien invalsweg moest afgesneden worden met middelen die de stoutsten zouden dwingen een anderen weg te kiezen. Daarom is onze militaire politiek zoo in-' nig verbonden met onze buitenlandsche politiek. In 1939 bevestigde de H. Pierlot op zijn beurt dat onze essentieels aspiraties als volgt konden samengevat worden een onafhankeiijkheidspolitiek die, voor zoo ver het van ons afhangt, ons van den oorlogsgeesel moet vrijwaren. België is een bij uitstek vredelievend land. Het is slechts besloten de wapens op te nemen om te strijden tegen een aanranding waarbij zijn vitale belangen worden bedreigd. Dis principes blijven integraal deze van de huidige Regeering. H. Spaak herinnerde vervolgens aan het vervallen van het Verdrag van Lo carno die de laatste illusie van den Vol kenbond verzwond. België stond alsdan voor een dilemna. Een akkoord sluiten met andere mogendheden ofwel onafhan kelijk blijven. Va i een alliantie wilden wij niet meer weten, hoe ook onze sympathie voor de eventueele oorlogvoerende had mogen we zen, want België zou slechts een tweede rang hebben gespeeld en dergelijke al liantie zou tot oorlog hebben geleid. WIJ WILLEN MEESTER BLIJVEN OVER ONS LOT Wij zijn echter ons zelf willen blij ven, meester over ons lot. We hebben den droom gekoesterd het kruispunt te zijn waar de groote stroomingen van de beschaving in vrede samenkomen. Wat we willen zijn, wat we willen doen, heb ben wij in het openbaar verklaard. Frank rijk, Engeland en Duitschland hebben alsdan plechtig verklaard dat deze poli tiek gewettigd is. DE OORLOGVOERENDEN BELOOFDEN ONZE NEUTRALITEITSPOLITIEK TE EERBIEDIGEN Onze buren, bij het begin van het hui dig konflikt, hebben plechtig herhaald dat hun beslissing was. ons grondgebied te eerbiedigen. Zij hebben akte genomen van ons besluitdat we met al onze krachten eike aanranding of inval zullen verdedigen, om aldus te beletten dat ons (Zie vervolg op 2e blad.) iBBflHiaisassaBiEaaaaaBBuaiiïi^BfB. DOOR VLIEGERS IN BRAND GESTOKE" Over enkele dagen werd aan de Engelscke Zuidkust een raid gehouden door Duitsche vliegtuigen die alles est ze op zee tegenkwamen ond-r vuur namen. Zoo werd de Engelsche stoomboot van 5.500 ton. de «Barn Hill», nabij Eastburne door een Duitschen vlieger in brand geschoten. We zien het hier vastgeloopen en brandend nabij de Engelsche Zuidkust- een auto die nog Verder door Duitsche vliegtuigen onder kogelregen gevolgd werd, zoodat de inzittenden de vlucht moesten nemen in de bosschen. Nybergsund, waar het hoofdkwartier gevestigd was, weid totaal vernield. Er zouden verschillende slachtoffers te be treuren zijn onder de burgerbevolking. DUITSCHE TRANSPORTEN AANGEVALLEN. DE BRITTEN LEGGEN NIEUWE MIJNENVELDEN AAN. DE GNEISENAU ZOU WEL DEGELIJK GEZONKEN ZIJN. Te lande stuiten de Duitschers hier en daar op Noorsch verzet. De Duitschers, oprukkende van uit Oslo, hebben Dram men en Eidsvold bezet. Deze laatste plaats bevindt zicb op 70 Km. van de Noorsche hoofdstad. Van Noorsche zijde werd de bezetting van Eidsvold door de Duitschers gelogenstraft. Uit Stockholm wordt gemeld dat de Noren een front hebben gevormd dat loopt van Mjosa naar Eidsvold. Naar het D. N. B. zouden in Denemar ken, bij het verzet van grenswachters tegen de Duitsche invallers, tien Denen gesneuveld zijn. De Duitschers zouden 1 doode en 10 gewonden tellen. Naiy Havas zonden, zich 30.000 Duit schers bevindtetTR' ÏToorwegen. Te Stockholm werd verteld dat Brit sche troepen geland waren bij Narvik en reeds in voeling waren getreden met de Noren. Op zee en in de lucht kwam het tot nieuwe gevechten. De uitslagen die hier over gemeld worden zijn zeer verschil lend naar gelang hun bron. Zoo wordt gemeld uit Britsche bron dat de Engelsche vlootkrachten nieuwe lütgebreide mijnenvelden hebben aange legd langs de Duitsche kust, dit van even buiten de Nederlandsche territoriale wa teren tot in het Skagerrak en in het Kat tegat. In het Skagerrak zou een Duit sche boot in de vlammen zijn opgegaan. In het Kattegat hebben Britsche vlieg tuigen een aanval gedaan op Duitsche schepen. Tien schepen werden aangeval len: een schip van 8.000 ton, dat vermoe delijk munitie aan boord had zou ge sprongen zijn. De Gneisenau (Duitsch slagschip van 26.000 ton) zou wel dege lijk tot zinken zijn gebracht in de Oslo fjord door de Noorsche kustbatterijen. De Duitsche treiler Friesland die door de Engslschen prijs werd gemaakt kwam in een Schotsche haven toe. Honderd ge wonden werden eveneens aan wal ge bracht in een Britsche haven. 70 Duitsche gevangenen zouden eveneens zijn ont scheept. Tot tweemaal toe viel de R. A. F. het vliegveld van Stavanger aan. Britsche vliegtuigen vielen eveneens twee Duitsche booten aan in de fjord van Christian- sand. De juiste schade is niet gekend. Twee Duitsche jachtvliegtuigen werden neergeschoten maar 5 Engelsche vliegtui gen kwamen niet terug. Nu de berichten uit Duitsche bron Elvenes werd ingenomen en het bezette gebied rond Narvik werd uitgebreid. Brit sche vliegtuigen hebben een aanval uitge voerd op Trondheim en Engelsche oor logsbodems poogden de fjord van zelfden naam binnen te varen. Zij werden afge slagen. Te Stavanger werd een Britsch vliegtuig neergeschoten. Voor Narvik werden twee Britsche torpedojagers ver nield. Op zee werden Engelsche schepen aangevallen. Een vliegtuigmoederschip en een kruiser werden beschadigd. Acht Brit sche vliegtuigen zouden neergeschoten zijn. ZWEEDSCHE STEDEN WORDEN ONTRUIMD I>E SCHIJN-KEGEERING QUIS LING DOET EEN OPROEP AAN DE BEVOLKING, LEGER EN VLOOT. De Duitsche bladen brengen kritiek uit op Zweden en verklaren dat zoo de Noor sche Staatsman H. Hambro een radio rede had mogen houden te Stockholm, dit door Duitschland niet zou kunnen ge duld worden. Er blijkt dus wel eenige Duitsche drukking op Zweden te hebben bestaan. Intusschen heeft de Zweedsche Regeering enkele steden doen ontruimen, o.m. Gotcborg; Malmoe en Helsingfors. In alle Zweedsche steden moet de ver duistering worden toegepast. De Zweedsche Eerste-Minister verklaar de voor de radio dat zijn land neutraal blijven wil bij de uitbreiding van het Europeesch konflikt, De Regeering Quisling, die met Duit schen steun te Oslo werd opgericht, maar nog niet door Duitschland werd erkend, richtte een oproep tot de Noorsche be volking. leger en vloot, opdat alle ver zet tegen de Duitsche bezetting zou ge staakt worden. Majoor Hovslef. die Minister van Bui tenlandsche Zaken in de Regeering Quis ling benoemd werd, heeft dit ambt opge geven en wil zich ter beschikking stel len van zijn Koning. De Noorsche Minister te Parijs ver klaarde dat Noorwegen thans samenwerkt met de Verbondenen. Uit Rome wordt gelogenstraft dat re servisten werden opgeroepen. De Osservatore Romano keurde nog maals de Noorsche weerstand goed. In Nederland werd de bevolking van Regeeringswege ernstig aangemaand alle kalmte te behouden en geen gehoor te geven aan allerlei valsche geruchten. Te Parijs en te Londen wil men nog maals doen uitschijnen dat de neutrali teit van België, Nederland en Luxemburg bedreigd is. Te Parijs hebben talrijke vreemdelin gen dienst genomen in het Noorsch leger. OP HET WESTERFRONT Het D. N. B. meldt dat Engelsche vlie gers bommen geworpen hebban op een dorp van Sleeswijk-Holstein en wordt er met tegenmaatregelen gedreigd. De En gelsehen hebben dit gelogenstraft. (Zie vervolg op 7de blad.) DUITSCHLAND KRAAIT VICTORIE. De oorlog in Skandinavië heeft aan de oorlogstoestand in het algemeen een -plotse wending gegeven, die van doorslaggevende beteekenis is voor het verder verloop van de gebeurte nissen. Het is nu reeds voorbarig om be sluiten te trekken uit de krijgsver richtingen in het Noorden. Van Duit sche zijde wordt de bezetiing van Denemarken en van een deel van Noorwegen nog steeds beschouwd als een geweldige overwinning, die voor de toekomst, de strategische positie van Duitschland aanzienlijk versterkt heeft. Von Falkenhorst, de bevelheb ber van het Duitsche leger in Noor wegen, heeft bij zijn oproep tot de Noorsche bevolking, verklaard dat Duitschland slechts tusschenkwam om te beletten dat Noorwegen oorlogs terrein werd en niet zinnens was de Noorsche kust als operatiebasis te gebruiken tegen Engeland. Nu blijkt dat dit laatste wel de bizonderste be doeling van Duitschland geweest is, naast de verzekering van de ertstoe voer. Onze regelmatige lezers zullen zich trouwens wel herinneren hoe we tot twee maal toe, reeds maanden ge leden de bezetting van Noorwegen door Duitschland voor mogelijk ge houden hebben. Duitschland beweert dat het zijn positie versterkt heeft, dat het in die Engelsche blokkade een nieuwe flinke bres geslagen heeft. Is dat wel zoo? DE GEALLIEERDEN JUBELEN. De geallieerden zijn ongetwijfeld verrast geworden door het bliksem snelle optreden van Duitschland, doch de reactie is niet minder geweldig geweest. De vernietiging van de Duit- Ntl we dag op dag nieuws vernemen over den meedooganloozen strijd ter zee, moeten we wel met onze gedachten te ruggaan, naar dien beruchten of beroem- d:n nacht van 22 April 1918... Dus juist 22 jaar geleden. Reeds meer dan drie jaar had de Duit sche onderzeebootenkrijg gewoed. En geland kreag er vreeselijke slagen van, en wilde kost wat kost dien zeer dreigen den geesel met alle middels bestrijden. Hat Duitsche eskader, dat zich schuil hield aan onze kust, bestond in 't begin van 1918 uit 50 onderzeeërs en 22 oorlog schepen, die zich vooral veilig voelden te Zeebrugge, de groote basis, het ge duchte zeerooversnest. Engeland was derhalve bezeten door de vraag hoe zal ik de Vlaamscha kust van dit gure nest zuiveren... te land, of te water? Te lande?... Het reusachtige Britsche offensief begin 1917, mislukta en kostte aan Engeland kolossaal veel geld en bloed. Dus te water geprobeerd! Maar dan stond men vóór het onaanvechtbaar Duitsch verdedigingsstelsel der kust. Er stonden niet minder dan 225 kanonnen opgesteld, van reusachtig kaliber, deze van Knokke schoten projectielen af van 400 kg. tot op meer dan 7 uur ver, en ook Lange Max van Leugenboom, die Duinkerke bombardeerde, maakte er deel van uit... Zijn kogeltjes wogen maar 850 kg. Toen kwam de onder-admiraal Keyes in Engeland voor den dag met een plan om Zeebrugge-haven te blokkeeren, onder volgende voorwaarden Drie oude krui sers vol ciment, zou men doen zinken aan den ingang van het zeekanaal, en dit bij nachte, in een beschuttende wolk, van kunstmatigen nevel, terwijl een verwoede aanval zou gebeuren op den kop van den havendam waar de vuurtoren staat, om de aandacht van het eigenlijke doel af te leiden. En om deze aanval tot een goed einde te brengen zouden twee onder-zeeërs een deel van den havendam in de lucht doen vliegen, wat de Duitschers zou be letten naar den kop ter hulp te snellen. Deze aanval moest natuurlijk voor de Duitschers een echte verrassing zijn. Daarom werd het ten uiterste geheim gehouden. En toen het heele aanvals- eskader gereed lag met een keurbende van jonge roekelooze officieren en ma trozen, uit de heele Britsche vloot uitge lezen, wist nog geen matroos wat er ge beuren zou. Daar werd hun eerst alles uiteen gezet. Maar er zou nog 3 weken moeten ge talmd worden aan de Teemsoevers eer men koers kon zetten. In dien tijd mocht niemand van de schepen. Dit gebeurde i op 22 April 1918, wat vóór vijf uur in den namiddag. Almiraal Keyes gaf als laat ste boodschap mee St Georges for England! St Joris is immers de patroon van Engeland, en op 23 April is het ISBBBB&aBBBBBaiEBBBiaaaBSaBO: St Joris-dag. In den nacht zou men Zee brugge bereiken. Ziehier hoe het plan was opgesteld 11.15 u. Bombardemen ten; 11.40 u. Rookwolken; 12 u. Aanval op den dam; 12.15 Ontplof fing der ondsrzeebooten; 12.25 De blokkeerschepen naar de haven. 'n Lichte regen viel. Aan 't hoofd van deze zonderlinge vloot stoomde het ad miraalschip Warwick met 6 torpedo jagers. Daarop volgde de Vindictive die twee ferry-boats sleepte de Irisen Daffodilmet de stormtroepen, einde lijk de drie blokkeerschepen Thetis Intrepid en IphygeniaDaar om heen een heele troep kruisers, stoomboo- ten, rookmakers, enz. Na een geweldig bombardement zette de Vindictive koers naar den haven dam. Een windruk sloeg op 300 m. van den dam ineens de rookwolk weg, waarin hij verscholen zat. Oogenblikkelijk daar op spogen alle kanonnen van den dam vuur en vlam. Ook de Vindictive zette alle batterijen open. Het was een ware hel. De kapitein en tal van officieren waren reeds gedood of gekwetst. En toch nadert het schip den muur. De Daffodilstoot de Vindic tive er heelemaal tegen. Bruggen wor den gehaakt, het schip aan den muur geankerd. Een troep stormsoldaten ijlde de passerellen over, terwijl de mitrr'I- leuzen ratelden. Wat er op dien smallen havendam gebeurde wil door geen men- schenmond verhaald worden. Enkel dit het was een slachterij. Intuschen was de onderzeeër C 3 ook den muur genaderd, in de zooge naamde Claire-voie De lont werd aan gestoken. Een slag,, en de havenmuui vloog over een lengte van 40 m. in de lucht. De bemanning had zich nog op 't nippertje kunnen redden in een stoom bootje. Het geschut houdt aan. De kust lijkt één vulkaan. En de fusee's met val schermen zakken traag neer, om alles te belichten. Een peleton Duitsche cyclisten komt den havendam opgesneld en stort in de bres. Het uur is intusschen aangebroken voor de blokkeerschepen. De Thetis stoomt het eerst de haven binnen, geraakt ech ter verward en moet blijven steken op 300 m. van zijn doei. Alle batterijen spuwen vuur en vlam op de Thetis doch intusschen rukken de Intrepid en de Iphygenia voor uit. Het eerste schip bereikte den ingang van het kanaal. Het schip werd bliksem- vlug vastgeankferd. Alleman sprong van boord en enkele oogenblikken later ont plofte het om te zinken. De Iphygeniahad het moeilijker. Een obus had haar flank beschadigd, en het moet zijn weg zoeken in een wolk van stoom en mist. De kapitein krijgt met groote moeite zijn schip naast het Zie vervolg hiernevens. sa DE EERSTE DUITSCHERS IN DENEMARKEN tusumesmmv.m i wmmmmmm Het eertte punt dat te Kopenhagen door de Duitscher» bezet word v/as de Cita del. Onze foto toont Duitsche soldaten die, aanstonds nadat die bezet werd, hun materiaal op de binnenplaats ervan opstellen. sche vloot te Narvik, de torpedeering van twee kruisers en van talrijke vracht- en transportschepen, moet wel een gevoelige slag voor de Duit schers geweest zijn. Ook het leggen van mijnen langsheen de Deensche Westkust, in de Skagerrak en geheel de Baltische kust van Duitschland tot aan Memel, beteekent een Brit sche prestatie, die zoo grootsch is als indrukwekkend. De geallieerden jubelen. Ze beweren dat ze Hitler van achter zijn ver schansingen gelokt hebben en hem thans dwingen tot de open strijd op een front van 1000 km. De bezetting van Narvik beteekent dat Duitschland voortaan verstoken zal blijven van zijn onontbeerlijk ijzererts. En de mijnen hebben intusschen de Duit sche troepen van hun basis afgesne den. De geallieerden beweren dat de operaties in het Noorden de grootste overwinning beteekenen voor hen se dert het begin van de oorlog. Ds bui tenlandsche bevoorrading van ijzer erts is voor Duitschland quasi on mogelijk geworden. De blokkade wordt harder toegehaald! DE PSYCHOLOGISCHE WEERSLAG. We zullen ons onthouden van v '- der commentaar over de gebeur. ■>- nissen in het Noorden, omdat we e- looven dat winst- en verliesposten voor de partijen mekaar grootendeels compenseeren, maar vooral omdat de berichten te verwarrend en onbe trouwbaar zijn en de waarde van da Engelsche ontschepingen moeilijk te beoordeelen valt. Wat we echter wel kunnen bespre ken, is de psychologische weerslag van de gebeurtenissen in het Noorden. We hebben het dikwijls geschreven, de uitbreiding van de ooriog tot ver dere neutralen, moet noodzakelijk de psychologische waarde van de neu traliteit verzwakken. De overrompe ling van Noorwegen en Denemarken heeft die waarde een geweldige deuk toegebracht. Men voelt het thans zoo duidelijk aan: als het er op aan ko :it zullen er nog andere kleine neutra len volgen, dat getuigt de verwach ting van nieuwe gebeurtenissen in den Balkan. Ook Belgie en Nederland zijn zich onveiliger gaan voelen. Wel ke waarde moeten wij nog hechten aan de waarborgen van de belligeren- ten in 1937 en '38 geschonken? De uitbreiding van het oorlogster- rein naar het Noorden beteekent, eveneens een verlenging van den oor log. De kansen voor een vergelijk, die betrekkelijk groot waren vóór enkele weken, zijn thans zoo goed als verdwenen. UITBREIDING TOT DEN BALKAN EN VERDER. Er bestaat een zenuwachtige span ning, ook om te weten wat er in den Balkan zal voorvallen. We hebben vroeger aangetoond hoe Italië vooral trachtte de oorlog te vermijden in den Balkan, waar het aanzienlijke belangen heeft. Tijdens de laatste da- r is de houding van Italië blijkbaar veranderd. De pro-Duitsche toon van de dagbladen, en de scherpe anti- geallieerde stellingname zijn te op vallend om er geen aandacht aan te schenken. De geallieerden laten voelen dot Italië iets in het schild voert samen met Duitschland. Er zijn vele Duit sche toeristen aangekomen tijdens de laatste dagen in Yougo-Slavie en Roemenie. Italië roept nieuwe klassen, op, trekt een deel van zijn vloot sa men aan de Dodecanesos, enz. Het is alles weinig bemoedigend. En als Italië of Duitschland een machtsgreep plegen in het Balkanschiereiland, dan springt Turkije in den dans e:i Rus land en het leger van Generaal Wcy- gand. En Amerika, de Vereenigde Staten voornamelijk, en Japan lateri zich ook niet onbetuigd. Over de Atlantische Oceaan gaan meer en meer stemmen op voor een tusschenkomst aan de zijde van de geallieerden en Japon maakt zich bezorgd om het lot van Nederlandsch-lndië, voor hst geval dat ook onze Noorderburen in Cen krijg zouden betrokken worden. Wordt het dan wellicht weer een wereldoorlog? (Nadruk verboden.) ROSKAM. f&BBBSBBBBBBBa2S»33BE3BBBBE3B in België, van nu tot einde jaar, aan wie ons zendt in postzegels of stort op pest- checkrekening 155.70 van V. Sansen-Van- neste, Drukker, Poperinge, de som van 18,50 FRANK. Voor het Buitenland zende men ons per internationaal Postmandaat: 30,60 Fr. (be'g. g.) voor Kongo en Frankr. 45,00 Fr. (belg. g.) voor alle andere landen. lBaSBBBBfaBBaBBBBtOaBBBBBBBBSB eerste en laat het eveneens zinken. De stormtroepen op den kop van den havendam trokken zich terug. De heele vloot eveneens, bestookt door het helle vuur van alles vrat maar schieten kon, bij de verwoede Duitschers. Het resultaat was ten beste bereikt 23 torpedobooten en 13 onderzeebooten zaten in de Brugsche haven geblokkeerd. Maar het had ook de Engelschen veel gekost. Van Engelsche zijde waren er 176 dooden, 412 gekwetsten, 49 gevange nen. Daarbij hadden ze nog 2 schepen verloren en 1 destroyer die eveneens in den grond werd geboord. De heldhaftigheid der marine-soldaten grenst aan het onoogenlijke, als men weet dat geen hunner tot deze moordpartij verplicht was. en dat ze zelfs in opstand kwamen, toen hun oversten van gedacht waren er onderweg eenige terug te stu ren. Op 23 April 1925 werd te Zeebrugge op enkele meters van den ingang tot den havendam een reusachtig monument ont huld met Sint Joris die den draak ver plettert, werk van Dupon en Somers. Dit machtig silhouet staat daar grootsch te gen de eindlooze zee. Mocht het eens waarheid worden dat het menschdom het monster van den oorlogsgruwel verplettert! L. J.

HISTORISCHE KRANTEN

De Halle (1925-1940) | 1940 | | pagina 1