0 E PLAREN KUNST- EN LETTERNIEUWS. CHRONIQÜE LOCALE. Zondag 3 October 1880. 5 centiemen het nummer. lst( jaar N° 37 J.—Jbü JjJx E^SGH yVEEKBLAi n BE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men abonneert zich bij Charles Beweerdt, drukker. Rijselstraai, 59, ïJperen. De prijs van het abonnement is fr. 2-50 voor stad. JV 3-00 >r ge:.fel'liet land.Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres gezonden worden. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamen den regel 15 centiemen. Irisertien (pij akkoord aan geringen prijs. De twee Engelen. Nachtelijke Tweezang, naar M. Constant in. Engel cler duisternis Engel des Lichts. De twee Engelen in koor Engel des Licht Engel der Duisternis De twee Engelen afwisselend Nog afwisselend De Engelen Samen Het Vosken en de Druiven. Fêie militaire II serait difficile d'imaginer quelque chose de plus charmant et de mieux réussi que la fète militaire donnée, Lundi dernier, par MM. les sous-officiers du ler régiment de ligne, a l'occasion du 50e anniversaire de l'indépen- dance nationale. Quoique organisée en quel- ques jours, malgré l'étendue extraordinaire du programme, cette fète a, dans toutes ses. L/x Liefkind, kom: 'k zal rond u mijn vluggen vleugel-spreiden. En u in zoet genot door 't grensloos lustdal leiden. Door liefde en zinsgestreel begooclilen uw gezicht 'k Ben de Engel lijk gij ziet, verbannen uit liet licht Weersta, lief' kind 'k zal u mijn blauwen vleugel geven Gij zult vol licht en glans door 't eindloos luclitruin zweven: 'k Verzelle U in de vluchtwij varen, hand en hand. Naar 't luistervolle strand van 't hemelsch vaderland O 1 Kind wat zoet genot worde U door mij beschoren Zoo gij U zonder lied voor mijne wet verklaart Geef mij alleen uw liartliet moet mij toebehooren X.aat u bekoren, kind aanvaard, liefkind, aanvaard 'k zal U de vreugdezalen toonen Rond 's Heeren troon, Waar nooit een traan viel langs de konen, Want 't is Gods woons Ginds zweeft gij boven lucht en wolken In glans en pracht. Vanwaar gij vrij van 't leed der kolken Zaclit nederlaeht 'k zal U het aardsche lustdal wijzen Dat U verwacht Ginds hoog ziet gij de starre rijzen Welke in den nacht Zal schitteren, docli min kan pralen, Dan deze glans, Die uit het goud zal tegenstralen Van uwen krans De reine deugd, lief kind, maakt steeds het leven zoet 't Vermaak dat men geniet, begoochelt liet gemoed Uw hart zal reiner zijn dan gindsche reine lucht En in uw hart ontwaakt de vuurge liefdezucht O aarzel niet. kom, laat ons vliegen De weg 's gestrooid met rozeblaan O! neen zijn taal zou U bedriegen, En U doen weenen meengen traan Gij komt tot mij gevluchtmijn taal heeft U bewogen Kom smaak met mij, ginds hoog, genot, waarin ge U baadt, lk ben de geest des lieils mijn zorg heeft U omotgen, Vlucht de Eugel van het kwaad 1 Uïtzinnige gij vluchtGe aanziet mijn taal als logen Gij Debt den geest der hel bedekt met hoon en smaad Vaarwelik zoek een ziel, die eerder zij bewogen Door d'Engel van het kwaad F.èn vos kwam langs een huis gegaan, Èn zag daar hoog de druiven staan, Die reeds in volle rijpheid waren. Hij blijft een wijl omhooge staren, En lijk Dij ziet Dat niemand hem bespiet, Begint hij zich te draaien en te wringen, Om naar een druiventros te springen, Maar al zijn springen baatte niet Hij kon geen druiven krijgen. Want kon zoo hoog niet stijegn Het vosken liad 't wellicht verstaan Geen moeite meer gedaan. Zei het, die niet kan batten. Wat zou ik met die druiven doen Zij zijn nog veel te groen Bah 'k zal ze voor mijn maten Laten Mijn vrienden, volgen wij liet vosken na Zoodra Wij eene druiventros zien hangen Die wij verlangen, Maar die zoo hooge staat Dat springen niet en baat. Ja laat ze ons voor onz'maten Laten

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1880 | | pagina 1