IJpersch Weekblad,
geheel het land 3,00. op 500 exemplaren. voor stad 2,50.
Zondag 22" Mei 1881. 5 centiemen het nummer. 2dejaarN° 1T.
KUNST- EN LETTERNIEUWS.
DE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men abonneert zich bij Charles Deweerdt, drukker, Rijselstraat, 59, IJperen
De prijs van het abonnement is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land. Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde
adres gezonden worden. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamen den regel 15 centiemen. Insertien bij akkoord aan geringen prijs.
Aldenardiana
Novellen uit het Zuiden van Oost-Vlaanderen
door 1 eir l inck-S tyns
In een vorig nummer hebben wij reeds van
de Romandichters de HH. Teirlinek en Styns,
die onder de firma T... St, te zamen werken,
gesproken.
Het art. geteekend - Trauttwein von Beller,
was uit een Duitsch Kunstblad overgenomen,
en liet dus oordeelcn boe men in Duitschland
over de gewrochten der twee jeugdige vlaani-
sche schrijvers T... en St. denkt.
De vijf novellen a) Pintje-dek b) De Bloem
van Eyckhem c) Fieskadee d) Twee kermis
dagen Moederken, die onder den gemeen-
zamen titel van A Idenardiana komen te
verschijnen, geven ons de verzekering dat wij
hier voor twee begaafde kunstenaars staan
die het vlaamsche volksleven in zijnen samen
hang en in zijne kleinste bijzonderheden ken
nen en trouw met de pen weten af te schilde
ren.
Wij zijn er overtuigd van, indien er na Cons
cience, nog geliefde schrijvers tot de volksklas
sen kunnen doordringen, het is langs den weg
door de HH. Teirlinek en Styns ingeslagen.
Ilet realism welk zij in hunne dorpsverhalen
huldigen, is het gezonde realismewaar de
détails met smaak en kunst gekozen zijn, en
welk in niets aan het verderfelijk stelsel van
E. Zola doet denken.
Conscience, die in onze Literatuur het vak
der dorpsgeschiedenis gesticht heeft, is alhoe
wel idealist in de opvatting ook realist in de
voorstelling
De betreurde Tony Bergman trad ook met
meesterlijken stap en zwier in deze school
op, schiep zijn Ernest Staas, advokaat en
ontving op zijn sterfbed den lof uit den
vreemde en den grooten staatsprijs.
De Gezusters Hoveling, waarvaan de eene
Rozalie, helaas ook reeds de pen aan de deur
der eeuwigheid heeft neergelegd, wisten ook
de menigte door hunne novellen in het buiten
leven genomen, te boeien.
De namen der HH. Teirlinek en Styns,
zullen nu ook weder in de kunstwereld, en ja
bij het lezend publiek hoog klinken.
Al wie Aldenardiana lezen mag, zal uit
roepen Dat is zoo Dat gebeurt alzoo bij
het volk Die Heeren kennen de gebruiken
en zeden der boerenklas.
Als men de oprechte lezers en lezeressen uit
het volk zóó hoort spreken, dan mag men
over de beoordeeling der geleerden gerust
wezen.
Nu, wat behelst de novelle Pintje-dek
De lezer heeft zeker reeds den titel A Idenar
diana begrepen? De grondwortel is A Idenar-
de (Audenaarde of Audenaarde) waarbij in
fantazia den naam van Diana gevoegd is. Men
begrijpe dus den titel in dezen zin Vertel
lingen uit de omstreken van Oudenaarde
Welnu, in Pentje-dek (herbergskermis waar
iedere pint bier met eenen koek gedekt is.)
wordt eene kermis van eene landsche herberg
in al hare bijzonderheden voorgesteld. Moesten
wij tot lezers spreken die de omstreken van
Roeselare kennen, wij zouden zeggen een
feestje in den zin van Schierveldkermis. Daar
ziet en hoort men de tijpen met hun voorko
men en hunne manieren zooals wij ze wezen
lijk bij zulke gelegenheid ontmoeten (l). Te
midden dier volksmenigte beweegt zich de
boerenknaap Hans Storcke, die op eene der
dochters van boer Wante verliefd is, en die
zich door den broeder zijner geliefde, den
dronkaard schelen Petrus Wante, al de centen
uit den zak laat halen Zoodanig, dat hij in
den avond, bij zijne dikke, vette blozende
Veronica geraakt, in geene herberg meer kan
ingaan om ze te trakteren en gedwongen is met
oenen zak appels op den rug naar de hoeve
zijner beminde te trekken, terwijl twee andere
rijke boerekerels met de lieven ter herberg
gaan.
Men heeft medelijden met den sukkelaar
Hans, die zoo oin den tuin geleid, dan nog met
zijnen zak appels inden gracht stort en er vuil
en nat uitkomt.
Wat bij voorbeeld meesterlijk en juist is op-
geteekend is de intrede bij nicht veva, waar de
twee meisjes, Veronica en Toria met eene oude
gekaart hadden en waar Hans den zak appels
uit liefde voor Veronica op den rug nam.
Om deze aanhaling te begrijpen dient men te
weten dat Hans in eene te korte witte span-
dersbroek gewikkeld zat, en dan eene lange
zwarelakeneyi jas aan had die veel te groot
voor hem was.
Terwijl hij zoo in het kermisfeest bij den
schelen Petrus zat, is een kleine bengel al
spelend tot tusschen zijne beenen gekropen,
en heeft bij middel van een gelen leksuikerstok
(alhier lekkerop de witte broek van Hans
allerlei aardige teekeningèn gemaakt. Dat
is Hans Storcke, niet waar vraagt Veva
Hans, de zoon van boer Storcke, uwen ge-
buur Ze keert zich tot de twee zusters en
preveltDat zal juist van pas komen voor
den zak De beide boerinnetjes knikken be
vestigend nicht Veva verzoekt daarop Hans
dringend binnen te treden hetgeen deze
zeer gewillig doet.
Bij de groote tafel zit eene oude magere
vrouw met gerimpeld aangezicht, ingevallen
mond en gebogen rug, grijze haarvlechten en
eenen bril op den scherpen neus. Zeker heeft
men zoo even het kaartspel gestaaktdit be
wijzen de kaarten, vóór de vrouw op de tafel.
Hans moet zich nederzetten en een glaasje
bier meded rinkei?. Dit laatste doet hij echter
zeer onhandig liij beeft nog meer, terwijl hij
met de vrouwen tiktbij het drinken loopt
een straal bier nevens zijne kin op zijne jas
en eene hevige hoestbui overvalt hem zoo
hevig, dat allen opspringen.
Nicht Veva klopt met de hand op zijne rug
en de oude, die gram is, omdat Hans het spel
onderbroken heeft, beziet hem met toornige
blikken.
Als de hoestbui over is, vraagt de oude
onbeleefd genoeg - Wie is dat
Hans Storcke verklaart Veva.
Storcke Kazak te grootmompelt ze,
want ze kan oprecht den spelbreker niet
lijden.
Hans wil glimlachen, doch het gaat aller
slechtst, wat, niet belet dat de twee zusters
den voorschoot vóór het gelaat slaan en men
iets hoort als van onderdrukt gelach.
«Wacht eens.... Hans Storcke!... 't Lief^
van Trees De Wilde vervolgt de oude.
Hans wordt rooder dan rood en stamelt
onsamenhangende klanken, die, zonder twij
fel, aan eene vreemde taal toebehooren want
niemand verstaat er iets van. Veva mompelt
ook iets en de oude gaat voort
Gij zijt nog te jong, om zoo altijd achter
de meisjes te loopen
En nu bemerkt ze de arabesken op de witte
broek en beziet ze aandachtig.
Er zijn zeker nog kleine kinders bij u
t'huis l r vraagt ze.
Eenig kind... komt het moeilijk uit de
keel van Hans.
Dat schijnt de oude te verwonderen. Ze blijft
op de broek staren en mort
Waar hebt gij er dan mede gespaeld
't Is leksuiker.... verklaart Hans en nu
moeten de twee zusters naar buiten snellen.
Doch Veva wordt nu op hare beurt gram.
Ta ta zwijg, Cieska, valt ze uit. Ge
weet altijd iets... Ge kunt de menschen niet
gerust laten.
De terugreis van Hans is allerongelukkigst.
Gelijk wij reeds weten, hij heeft geen geld
meer, en terwijl twee andere jonkheden de
meisjes ter herberg en dan naar hun huis
geleiden, geraakt de sukkelaar in 't wateren
krijgt nog duchtig van den stok toen hij vuil
en nat te huis komt.
In een volgend artikel zeggen wij eenige
woorden over den inhoud der andere novellen
uit A Idenardiana.
P. P. Denys.
DE KUNSTBODE
(1) Verkrijgbaar bij K. Deweerdt, Boekhandelaar Rijselstraat
Ieperen. Prijs 2 fr. 25.
(1) Zelfs den dorpsonderwijzer, die op de schoolwet zit na te
denken en die zonder iemand te miszeggen eenige vuistslagen
op den hoed krijgt