geheel het land 3,00. voor Zondag 4" September 1881. 5 centiemen het nummer. N° 31. OP 500 EXEMPLAREN KUNST- EN LETTERNIEUWS. Ode jaar sj» liui. t Cir.IL DE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men abonneert zich bij Charles Deweerdt, drukker, Rijselstraat,.59, IJperen De prijs van het abonnement is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land. —Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres gezonden worden. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamen den regel 15 centiemen. Insertien bij akkoord aan geringen prijs. Realisme in de Kunst en Emile Zola. (4de Vervolg.) Gelijk gij ziet, geachte lezers, ligt in dat verhaal niets dat kan het hart veredelen of de ziel voor het goede ontvlammen. Zola zegt de zaken gelijk hij ze weet. Hij schrijft een verslag of beter eene. reeks 'kritische ver slagen, welke logischerwijze aaneengeschakeld zijn. Dat heeft hij gedaan, noch min noch mèer!... Het is in dezen zin veel, zeer veel; maar zulks kan geen roman üitmaken. Indien al degenen die het \ssommoir, om te doen gelijk de anderen doen, een uitmuntend boek, een meesterstuk heeten, rechtzinnig waren, zij zouden be kennen dat biets onaangenamer, niets lastiger, niets moeielijker is dan de lezing van het Assommoir. Ik heb nog niemand ontmoet die het in eens gelezen heeft. Men neemt het bij kleine mate gelijk de quinqui na: het is misschien als geneesmiddel zeer goed; maar onaangenoam om nemen. Ziedaar de waarheid. Men dient moed te hebben om zulks te zeggen. Het belang is de eerste vereischte van een roman; en er is geen belang in liet A ssommoir. Nogtans ik heb beloofd onpartijdig te wezen. Em. Zola heeft in zijne soort een ver uitgestrekt ta lent van ontleedkunde. Hij weet tot in de kleinste bij zonderheden van het stoffelijk en zedelijk leven te drin gen. Hetgeen ik van hem te lezen kreeg was eene zeer nauwkeurige, zeer diepe en wel gevoelde afschildering van de levenswijs der parijzer volksklas. Ik ben verzekerd dat hij veel aanschouwingsoefenin gen des (legons de choses ontvangen heeft. Daarenboven heeft hij eene hoedanigheid voor dewel ke hij te prijzen is: het is een onafhankelijk, onplooibaar geweten, eene rechtzinnigheid, eene openhartigheid bekwaam alles te aanvaarden, zelfs den haat van de politieke gezindheid, aan welke hij toebehoort, eerder dan een stap achteruit te wijken, liever dan de minste concessie te doen of eenenduim breed af te wijken wan neer de strenge logiok der feiten hem oplegt deze of gene gevolgtrekking te maken, die zijne politieke of sociale lievelingsprinciepen schijnt tegen te spreken. Onder dit opzicht neemt Zola voordeel uit zijn eigen gebrek. Ware hij romandichter, 't is te zeggen man van ver beeldingskracht geweest gelijk Al. Dumas en Eug. Sue, hij hadde zich kunnen laten bewegen om de waarheid te versieren, te verbloemen, om ze te doen afwijken in den zin van hetgeen hij liefheeft en wenscht. Als criticus (oordeelkundige), 't is te zeggen altijd onbeweegbaar, altijd meester van zich zeiven, M. Zola is ontoegankelijk voor de verrukking, onvatbaar voor het laten medeslepen. Het dient luid gezegd te worden, zooveel te luiden daar men streng is: Het werk van Em. Zola kan er zal zeer nadeelig voor de Letterkunde zijn en eene on- heilbarende school stichten; maar Zola is een treffelijk man omdat hij nooit getransigeerd en heeft, om zoo te zeggen, hetgeen hij als waarheid gelooft, ware hij zelfs één tegen duizend! Ja, de school van Zola zal onheilbarend wezen. Hij die Zola leest, leeft gestadig in eene verpeste lucht, te midden van een zedeloos en losbandig gepeupel. Hij ziet al de stinkende wonden in hunne onbeschaamde naakt heid der bedorven en vervallen parijzerwereid. Niet eens wordt zijn hart door reine, frissche gedachten of veredelende tooneelen bewogen of ontroerd. Nogtans er ligt eene betrekkelijke zedeleer in de werken van Zola. De schrijver toont, gelijk gezegd werd, de bloote, vuile wonden, maar ook leert hij welke de bedroevende gevolgen dezer wonden zijn. O ver het Realisme of Naturalisme van Zola zal ik eene opmerking herhalen, die mij een vriend over Zolas strekking deed. Hij zegde; Zola is als een mensch die rondreist met een huisgezin, waarvan al de leden met vuile, smette- lijke wonden overdekt zijn, en die deze wonden met overbodige verklaringen aan de pogen van eenieder ten toon stelt, in plaats van deze afzichtige wonden slechts aan den heelmeester bekend te maken En nu, Lezer, mijn besluit. M. Zola heeft eene noodlottige school gesticht. (1) Zijn realism is het vuil, zedeloos realism (2), welk zal voor gevolg hebben den lezer, na de eerste nieuwigheid, walg en afkeer in te boezemen, en zoo zijne eigene werken, met al deze zijner school het lot te doen ondergaan, welk hij voorspeld heeft aan de werken van A. Dumas en Eug. Sue!!... 't is te zeggen dat de muizen en de ratten, vooraleer hunne vreetlust voldaan is, op donkere en vuile zolders, heele karrebakken van zijne boeken zul- en verslinden. P. P. Denys. Aan de Bloemenzoekers. Oogstlied. (Aan mijnen Schoonvader Am. Callewacrt. Zondag laatstleden had de plechtige prijsdeeling plaats aan de leerlirigen der lagere stadsschool voor knechtjes. Eene groote menigte drong zich vóór den ingang der Halle om deze plechtigheid bij te wonen, welke voorgezeten was door den heer Burgemeester Vanheule en vereerd werd met de tegenwoordigheid der bijzonderste ingezetenen onzer stad. Men verstaat het belang dat onze jjpersche bevolking in dat onderwijs gesticht stelt. De verschiliige oefenin gen die ter dezer gelegenheid plaats hadden, verwier ven de algemeene toejuichingen der aanschouwers, die verrukt waren over de juistheid en bevalligheid hunner uitvoering. Gymnastiek, koorzangen, muziek, alles werd meesterlijk uitgeoefend en bewees eens te meer dat in die school niets verwaarloosd is om den kinderen uit de volksklas een onderricht te geven dat hen ver heft en veredelt. Onze gelukwenschingen aan den heer Bestuurder Verduyn, die zoowel zijne taak vedstaat; onze innige dankzeggingen aan het onderwijzend per- sonneel, dat niets verwaarloost, noch werk, noch opof feringen, om onze volkskinderen te ondrwijzen en zoo wel het nuttige bij het aangename weet te voegen. Maandag, 29 Augusti, was het de beurt der lagere Meisjesschool, bestuurd door Mev. d'Haeseleire. Het is wonderlijk hoe de talrijke menigte, die wenscht deze plechtigheid bij te wonen, jaarlijks aan groeit. Onze reusachtige Halle is te klein om de volks massa te be\ jatten die er naartoe komt gestroomd. De prijsdeeling was voorgezeten door M. L. Vanheu le, Burgemeester. Men bemerkte er, benevens de heeren Schepenen en Raadsleden, M. ridder Hynderick, raads- heer bij het Verbrekingshof, M. de arrondissements commissaris Ferd. Merghelynck, M. de kolonel Blom berger, de heeren luitenanten -kolonels Gelteman en de Faudeur en vele heeren officieren onzer bezetting. M. Iledeyne, kontonale schoolopziener, veie heeren profes sors van 't stadskollegie en der middelbare school en de leden van het schoolkomiteit. Ook, hoe lief en bekoorlijk schoon zijn die jonge kinderen die daar komen toonen wat zij van hunne on derwijzeressen hebben geleerd. Hoe bevallig zijn die meisjes welke, in eene zuivere vlaamsche ot' fransche taal, die noch aan uitspraak noch aan juistheid te kort schiet, uitgalmingen, zangen en samenspraken uitvoe ren. Men zou veeleer denken bij de prijsdeeling eener kostschool dan bij deze eener lagere kbstelooze stads school tegenwoordig te zijn. Het handgeklap cn de on ophoudende toejuichingen der ontelbare menigte hebben zulks meermaals bewezen. Eere aan Mev. d'Haseleire, die zich met zooveel iever en moed van hare moeialijke en lastige taak weet te kwijten! Eere aan de juffers on derwijzeressen, die hare Bestuurster zoo moedig bij staan!!... Maar hoe schoon, hoe belangwekkend.de verschiliige oefeningen waren, hoe geestdriftig zij ook werden toe gejuicht, niets kon de menigte zoo zeer behagen als de tentoonstelling der menigvuldige handwerken welke die meisjes gedurende het jaar verricht hadden. Plet zij ons toegelaten hier eene kleine bemerking te maken. Over eenige jaren, wanneer de kautennijverheid in vollen bloei was, beperkte zich het onderwijs onzer volksmeisjes bij het aanleeren van het kantwerken. Weliswaar, men leerde wel een weinig lezen, schrij-' (1) E. Zola wil de stichting zijner eigene school op zich niet nemen. Hij zegt dat zij het werk van Gust. Flaubert is en deze. op zijne beurt weigert deze eer zeggen wij deze oneer te aanvaarden (2) En wen ik zoo van vuil, zedeloos Realisme spreek,"wil ik u doen opmerken dat er een ander realisme bestaat welk het estetisch of het schoonheids- realisme kan geheeten worden. In de Nederlandsche Letterkunde hebben wij uitgelezen ver tegenwoordigers van deze school, zooals Virginie Loveling, Snieders en voornamelijk den betreurden Tony Bergmann, die een meesterstuk van estetisch realisme Ernest Staes heeft voortgebracht. De Engelsche Letterkunde wijst met hoogmoed op Ch. Dic kens. Het realisme, in dezen zin, verdient aller aanmoediging en aller bewondering. p. p. p. Er zijn zoovele bloemen, Die men bij 't eerste zien Bekorelijk moet noemen, En om hun kleuren roemen Maar als m'een tijd nadien Die bloemen wéér mag zien In d'eenzaamheid der dalen, Helaas de zonnestralen Verbrandden hunne kleur, Ontnamen hunnen geur En dan alleen, men ziet Wat er nog overschiet Van 't geen ons kwam betoovren En zin en hart verovren Dus, Bloemenzoekers opgelet, Voor ge eenen steel verplet En u een bloem aan 't harte zet Pedro. Het harte verblijd, Gaan wij naar de velden Als jeugdige helden Vol moed en vol vlijt (nis) Wij gaan naar 't veld, bij de eerste zonnestralen, En maaien er het gouden koren neer Dan galmt ons lied door bergen en door dalen, Den Hooge, die ons zegen zond, ter eer Haast wordt het rijpe graan tot meel gemalen, En dan tot brood tot goddelijk brood gemaakt Wie zou de zoete vreugd in dank herhalen, Die elk gevoelt bij 't brood dat zoo goed smaakt Gedankt zij Hij, die steeds der aarde krachten En vruchtbaarheid met railden zegen geeft Gedankt van ons, die al ons heil verwachten Van 't korengraan, waarmee hier elkeen leeft Komen, 1881. P. P. Denys.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1881 | | pagina 1