w k f J V YERSCHÏLLIGE TIJDINGEN. mi I1 I ri genade, zonder zorgenen nogtans zorgen had hij hij wilde als de onderen, zoohaast hij er zich de kracht toe gevoelde, eenige stuivers winnen voor het huisge zin. Terwijl hij zich verlustigde met het maken van kleine speelwerktuigjes, welke hij bij den loop van het een of ander heekje draaien deed, bewaakte hij de koeien van eene naburige hofstede, of wel, hij opende en sloot de barreelen op de houten spoorwegen bereden door de koolwagens bij het uitkomen der mijn, Doch dit voldeed noch aan zijne werkzaamheid, noch aan zijnen driftHij wilde een regelmatig en bestendig loon winnen, en even als de ouderen, ofschoon hij klein en zwak was, wilde hij nederdalen in de mijn. Hij was tien jaar wanneer aan zijn verlangen voldaan werd. Hij daalde in de mijn om de kolen te zuiveren. Eenige jaren later deed men hem het paard geleiden dat aan een molen gespannen was op den bodem der mijn Nadien'werd hij de medestander zijns vaders, en eindelijk werd hij zelf op zijne beurt geroepen tot het bestuur eener uitputtingspomp. Hij had alsdan zijn 16e of 17e jaar bereikt. De zorgen welke hij besteedde aan het werktuig dat hem was toevertrouwd, de goede uitslag met den wel ken hij zelf de versletene of gebrokene stukken herstel de, trokken de aandacht op hem, en men benoemde hom tot eene der belangrijkste bedieningen der mijnontgin- ning, deze namelijk van toeziener der vang bij het op en aflaten der werklieden en der steenkool. Sinds hij er zich op toegelegd had zelf de werktuigen aan zijne zorgen toevertrouwd te herstellen, en zelfs te verbeteren, werden de werktuigen zijn eenige droom. En dan James Watt, ander beroemd werkman was er in gelukt zijne wonderbare uitvindingen in toepassing te brengen Hij ook wilde zoeken en uitvindingen doen. Maar daartoe was het noodig te lezen en boeken over de werktuigkunde te bestudeeren. Doch, wanneer hij de kool op den bodem der mijn ziftte, wanneer hij aan den molen, aan de uitputtingspomp of aan de vang, ten minste twaalf uren daags werkzaam was, kon hij er niet aan denken school te gaan En wat meer is, te dien tijde waren de scholen niet talrijk. Zoo dat hij op zeventienjarigen leeftijd nog niet lezen kon De werktuigen die hij moest oppassen, bleven echter niet gedurig in werkzaamheid daarbij had hij eenige vrije uren voor zijnen maaltijd. Hij gebruikte die tot het aanleeren der letters, die te vormen, en woorden te spelen. Des avonds bezocht hij den onderwijzer van een naburig dorpdes nachts werkte hij in zijne kamer. Maar, onderwijzer en boeken moesten betaald worden, en zijn dagloon behoorde aan het huisgezin van Bob. Eens dat hij zelf, uit spaarzaamheid, zijne schoenen had vermaakt, dacht hij ook wel die van anderen te kunnen vermaken en hij begon met oude schoenen te lappen Aldus arbeidde hij een deel van den nacht, zonder daarom in het minste zijn dagwerk te veronachtzamen. Zijn werk was daarbij zoo onberispelijk, dat de klanten talrijk hem kwamen toegevloeid. Hij had eindelijk zoo veel spaarpenningskens saamgebracht, dat hij op zeke ren dag de waarde van een goudstuk in zijnen spaarpot bezat Dit eerste geld, stuiverken voor stuiverken bijeen gegaard, dit geld, de vrucht van zijnen arbeid, moest hem geluk bij brengen. Een jongmeisje, Fanny Henderson, bracht hem eens een paar oude schoenen te vermaken. Zij was dienst meid op eene nabij gelegen hoeve, waar Stephenson den maaltijd had genomen, en waar hij haar had leeren kennen. Hij had bij haar een goed hart gevonden, werkzaamheid, een uitmuntend karakter en een goed overleg. Arm was zij doch hij was niet rijk, ofschoou mpu hem in eene andere mijnontginning eene nieuwe en voordeelige verbintenis had aangeboden. Hij had, 't is waar, eenige spaaroordjes vergaard. Hij huwde Fanny Herderson. Alsdan was hij 21 jaar oud. Gedurende een jaar was het leven gelukkig voor het jonge gezin. Georgius werkte in de mijn en, te huis teruggekeerd, maakte hij nieuwe schoenen en sneed kleederen welke Fanny vervaardigde en verkocht. Zekeren dag, gedurende zijne afwezigheid, tastte het vuur de schouw zijner woning aan. De geburen blusch- ten den opkomenden brand met al te veel iever en bra ken zijnen huisraad, waaronder een uurwerk waaraan hij zeer hield. Acht dagen nadien was alle spoor van brand ver dwenen, en Stephenson, door zijn uurwerk te herstel len, was uurwerkmaker geworden en begon met de uurwerken te herstellen welke men hem toevertrouwde. Soms, wanneer het werk in de mijn min dringend was, kon men langs de werven twee jonge werklieden ontwaren die gaarne met elkander in onderhandeling waren, want zij spraken over wetenschappen, werk tuig- en scheikunde. Waar het' noodig was lieten zij zich nooit bidden om de vaartuigen die tot den vervoer dienst der steenkolen behoorden van hunnen ballast te helpen verlossen. En weet gij wie die twee vrome werklieden waren? Georgius Stephenson, die later den grootên ingenieur worden moest; William Fairbern, die zich eenen glorierijken naam in de kunst der Nijver heidsgebouwen moest verwerven. Twee der grootste namen van het tegenwoordige Engeland! Worclt voortgezet.) Plaatsvervanging'. Een koninglijk besluit van 5 dezer bepaalt den prijs van de plaatsvervanging door het departement van oorlog voor het jaar 1882 op eene som van 1000 fr. Gevaren. Men telegrafeert uit Verviers, 9 Sep tember 2 uur 50 m. De Ourthe en de Vesdre stroomen op duizend plaatsen over. De Maas is nog uit hare bedding niet getreden. Er zijn ernstige gevaren te vreezen. Bezweken. Er is op nieuw een belgische navor- scher in Afrika bezweken. De heer ingenieur Nève, die Stanley op den Congo vergezelde, is door eene kwaad aardige koorts weggerukt. Hij was maar 29 jaar oud. Wanneer hij Belgie verliet, was hij kloek en gezond. Stanley loofde zeer zijn vernuften zijne .krachtdadigheid. Die dood is een groot verlies voor de wetenschap en voor het vaderland. De diepste put der aarde is tegenwoordig de put S4 Maria der zilvermijn van Przibran (Bohemen) die 1032 meters diep is. Het zal niet mogelijk zijn dieper te graven daar de hitte er reeds stikkend is. De Adalbert- put derzelfde mijn is 1020 meters diep. Bewaarmiddel. Ziehier een middel welk wei nig landbouwers kennen en nogtans zeer nuttig is om de boter en de melk binst de groote warmte te bewaren. Dit middel bestaat hierin, alle morgenden den kelder met zeer warm water te begieten en daarna hem goed afdroogen. Daarna wordt de kelder goed gesloten en een uur later, wanneer men er ingaat, gevoelt men eene ijs koude luchtgesteldheid. Baron de L. is een der meest gekende landbouw kundigen en behaalt op al de prijskampen der streek de gouden inedalie voor zijne soort van zwijnen. Hij ontving van een pachter den volgenden brief: Mijnheer, ik heb u overal op de jaarmarkt gezocht, zonder u te ontmoeten. Er waren veel beesten, maar ik heb geen een varken aangetroffen van uw slag. Gelief mij te melden of gij er mij een koppel wilt af staan. De Vledermuis. Met ijver worden bijna overal de vledermuizen verjaagd en vervolgd. Schoon zij noch door een fraai uiterlijk, noch door een sierlijke vlucht uitmunten, behooren zij toch tot de nuttigste dieren. De vledermuis- is een vleeschetend dier en leeft enkel van insecten, die des nachts in de weer zijn. Nachtvlinders, welke zoovele schdadelijke rupsen voortbrengen, vlie gen, kevers, vooral meikevers, waarvan eene enkele vledermuis in éénen nacht verscheidene honderden vangt, zijn voor de vledermuis eene geliefkoosde spijs. Neemt men in aanmerking, dat over het geheel het aan tal vijanden van den land- en tuinbouw, van de ooftteelt, enz. zoo groot is, dat vele gewassen door hen vernield worden, waaruit onze voedingsmiddelen en andere le vensbehoeften gewonnen moeten worden en dat hun getal oneindig grooter is, dan dat hunner natuurlijke verdelgers, dat de menscli volkomen machteloos is, om de verwoestingen te keer te gaan, als zij in menigte verschijnen (b. v. rupsen, meikevers enz.), dan springt het nut van onze vrienden onder het dierenrijk in het oog aan de landbouwers; tuiniers en liefhebbers van het plantenrijk zijn daarom de bescherming en de vermeer dering der nuttige vogels aanbevolen, en voor ditmaal in het bijzonder eens die der vledermuizen, welke met de nachthuilen ter wacht gaan, als de andere schildwach ten zijn gaan slapen. De vruchten nog te velde la- De Oogst in Italië. ten veel te wenschen over ten gevolge der overgroote droogte dezer laatstse dagen. De maïs is geheel mislukt; hot voeder is verbrand en de olijven vallen af. Slechts de wijngaarden beloven een goeden oogst. Ook aan de tabac deed de droogte veel schade; kemp is in voldoende voorwaarden; doc^'^uit en groenten laten veel te wen schen. ra» Handel. De Westfriesche Courant meldt omtrent het rundvee dat eenigen tijd geleden met een specialen trein van Alkmaar naar Parma in Italië verzonden werd, dat die beesten zijn aangekocht voor rekening van een vereeniging van landeigenaren en huurboeren, omdat het Hollandsche ras bekend staat als bijzonder melkgevend. Het zijn alle zwartbonte beesten en zij za gen er, alhoewel vermoeid door de extra lange reis, die in een paar dagen afgelegd was, goed uit. Het waren 133 stuks, te weten 8 stieren, 8 koeien, 4 gedekte vaar zen en 109 vaarzen van 1 jaar. De inkoopsprys bedroeg 44,564.84 lire, transportkosten 12,317.32, invoerrecht 409.90, bijkomende onkosten 3648.12; de 133 stuks kos ten dus totaal 63,040,18 gulden of gemiddeld 474 lire of 225 gulden per stuk. Zouden onze veehandelaars in soortgelijke verzendin gen geen voordeel kunnen doen Bericht. Volgens de opgave van een Fransch ge neesheer bestaat er een gemakkelijk middel om vliegen en dazen van de paarden verwijderd te houden. Laat anderhalf lood jeneverbessen trekken op een liter water en bestrijk dan het paard daarmede met behulp van een spons. Het middel is eenvoudiger en zeker onschuldiger dan het bestrijken met petroleom, dat ook wel eens aan geraden wordt. Middel tegen slaaploosheid. Als zoodanig be veelt een duitsch geneesheer aan Bevochtig de helft van een handdoek met water, leg dien zoo in den nek dat de helft er door bedekt wordt, en sla de drooge helft van den handdoek er over heen om de spoedige verdam ping te voorkomen. Dit middel werkt snel en aange naam, verfrischt de hersenen en veroorzaakt een gezon der slaap dan door een slaapmiddel verkregen kan worden. Men kan ook warm water gebruiken, maar de meesten geven de voorkeur aan koud. Voor hen, die lmnne hersens sterk inspannen, hetzij door hoofdwerk of door zorgen en verdriet, is dit middel gebleken eene ware weldaad te zijn. Onderwijs. Het nieuw programa der Normaal school zal met october worden ingevoerd. De studie der nederlandsche taal is veel ernstiger gemaakt en dat mag men vooral danken aan den heer Germain, directeur- generaal van het lager onderwijs. Deze hooge ambte naar. alhoewel in het Walenland geboren, heeft onlangs, bij een bezoek aan de normaalschool voor onderwijzers te Brussel, bewezen, dat hij de nederlandsche taal ten volle machtig is. Gedurende een uur woonde hij den vlaamschen leergang bij en deed door zijne onder vragingen en verklaringen genoegzaam verstaan, dat hij met den rijkdom onzer taal bekend is. Mochten al de Walen dit goed voorbeeld volgen, dan zou onze taal niet meer zoo onmeedoogend verstooten worden. De heer Germain deelt ook het gedacht, dat men het hoogduitsch bij middel van het nederlandsch moet onderwijzen, het geen in de vlaamsche normaalscholen ook zal gedaan worden. Allerlei. Gelijkenis. Een onderwijzer wilde aan zijn zes jarige leerlingen de gelijkenis van den goeden Herder uitleggen en zeiAls gij nu eens allen kleine schaap jes waart, kinderen, wat zou ik dan zijn? Het groote schaap meester.» Een professor die nog al eens aan verstrooing leed, had zich voor zijn avondmaal een pekelharing laten brengen. Nadat hij nog een belangrijk gedeelte uit een beroemd werk ten einde had gelezen, wil hij den haring naar de maag zenden, doch ontdekt plotseling dat hij verdwenen is. Hoe hij ook zoekt, nergens is hij te vin den. Toen hij echter den volgenden morgen zijne lectuur wilde voortzetten, ontdekt hij in het boek plotseling zijn verloren geraakten haring. Als een leesteeken had hij den haring tusschen zijn boek gelegd om te weten waar hij zijne lezing gestaakt had. Tegewoordig wordt veel gebruik gemaakt van mar- garineboter, die door de speculanten als zeer voldoende wordt aanbevolen. Hoe goed die boter is leeren ons de muizen die bij een boterkoopman de margarineboter lieten staan om van de hechte te gaan smullen. Die kleine beestjes weten er verschil genoeg in om de valsche boter aan ons te laten. Door het springen eener petroollamp geraakte te Rotterdam eene barak in brand waar een levend spre kend mensclienhoofd zonder beenen vertoond werd. Bij deze gelegenheid hadden de straatjongens het genoegen gratis het hoofd met zijne anders onzichtbare beenen den brand te zien ontloopen. Iets voor de vrouwen.—De, leelijkheid heeft dit voordeel op de schoonheid, dat de schoonheid ver dwijnt, terwijl de leelijkheid blijft. Bébé repasse sa lecon d'histoire naturelle, avec sa grande soeur. Quel est le mari d'unejument, demande l'institutrice improvisée C'est un cheval, répond Bébé. Et le mari d'une chatte c'est un cliat. Et le mari d'une canne Bébé hésite un moment, puis tout a coup C'est un parapluie En quoi un habit large ressemble-t-il a une jolie femme désolée C'est que tous deux présentent une belle ampleur (belle en pleurs). 4.^ fW. Si-1 H I

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1881 | | pagina 2