geheel het land 3,00. IJpersck Weekblad voor stad 2,50. OP 500 AFDRUKSELS. KUNST- EN LETTERNIEUWS. STADSNIEUWS. SOCIÉTÉ DE GARDES CIYIQUES D'YPRES. Zondag' 29" Januari 1882. 5 centiemen het nummer. 2dfi jaar N° 52. Société Royale des Francs Arbalétriers. DE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag, avond; men schrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De inschrijvingsprijs is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land.Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge zond worden vóór den Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamenden regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs. Op den buiten. Van uit den ouden kerketoren, Die daar met zijnen weerhaan stond, Weerklonken vroeg reeds in den morgen De helste tonen in het rond. 't Was feeste voor Sint-Maria, De patrones van klein en groot, Van de oude meer, van grand-papa Die in een blauwen zakdoek snoot. En 't was processie uit de kerk. Wel God de Heeredat gaf werk! De vaantjes stonden in den hoek Dersacristij bijeen, gereed; De koster keek eens in zijn boek Laat zien of 'k niets vergeet. Hij schoof zijn bril het voorhoofd op. Het was een bril om ver te zien. Die koster had een schoonen kop, Met sluikhaar, Dat 's waar. Daar ziet men in de kerk niet naar. 't Geeft tot verlieven min gevaar. Datonder ons gezegd, niet waar. Nu zou dus alles goed geschiên. Justine had papier vergaard Tot strooien langs de baan, Opdat nu de omgang, wijdvermaard, Wat rechter zoude gaan. De weg was gistren schoon gevaagd En iedereen, het was gevraagd Hielp voor zijn deur een handje meê Men blijft des pastoors vriend daarmeê. De maatschappij had lang geleerd En gistren nog gerepeteerd; De koster was erbij geweest. In stad en zou 't niet beter gaan; Eenieder had van 't stuk den geest En al de kleinigheên verstaan. Slechts eenge van de jongste liên Die moesten thuis wat overzien, Opdat er niemand mis zou zijn Het zij in 't grof, het zij in 't fijn. Dit was des kosters laatste woord; En hij had veel muziek gehoord In zijnen tuin, daar was een vink Wier nestje bij zijn venster hing. En 't was processie, 't gaf wat werk, Heel rond het dorp, van uit de kerk. Een blauwe hemel, 'n lieve zon, Een massa vogels op het land, En zangen, bloemen te allen kant Het schoonste wat m'aanschouwen kon. En niemand om het aan te zien Dan twee, drie menschep uit de stad, Die 't weèr naar 't veld getrokken had. De kerk was vol met buitenlièn. Al zingen komt de stoet nu uit. De vogels schrikken van 't geluid Ze zijn dat schreeuwen niet gewoon. Maria draagt een nieuwe kroon. Men zou nu aan de goede lièn Den schat der kerke laten zien. De groote maagden torschen haar; Ze lossen af liev' Vrouw weegt zwaar Met al 't fluweel en zijde en goud: Geen een die 't tien minuten houdt. Hee, kijk ons Pliene daar eens gaan; 't Is dat die kleeren goed beur staan. Ze kreeg ze van des pastoors meid; Zij zelve heeft het mij gezeid. Ze spelen goed; 't muziek is schoon, Maar ieder speelt zijn eigen toon. Zoo dacht een man, die in de stad Een jaar of drie verbleven had. En ginder komt het baldakijn.... Drie paters zingen in 't latijn Uit grooten boek met perkament. Heel op 't gemak, en heel kontent. 't Ging alles goed de kindren voor, Die 't al herhaalden, flink in koor. De vaantjes beefden in de lucht; Geen mensch was thuis nog in 't 'gehucht. De zang is uit 't wordt alles stil; De boerkens houden in het rond Den knie gebogen op den grond. De koster kijkt door zijnen bril. En niets weêrklinkt er dan de bel.... De groote maagden z wee ten fel. En niemand van den hoop staat recht, Dan hij die op zijn schapen ziet, Zijn kudde, die hij steeds gebiedt Te aanvaarden alles wat hij zegt, Al mocht het soms ook aardig zijn, Al klinkt het dikwijls in 't latijn. Een raaf vliegt krassend naar het woud, Daar zij van geen processie houdt En weder hoort men 't belken gaan Het sein aan elk om op te staan. En ieder kuischtzijn broek nu af En niemand zeiPastoor, menheer, We danken allemaal u zeer De zeegning die m'ons heden gaf, Ze deden hunne klak weêr aan En trokken hunne kielen recht En boeren evenals hun knecht Zijn recht naar d'herberg toegegaan. 't Was ook processie daar, in 't nat. Wat werk men aan de krane had (Vervolg later.) Mijnheer Ongekend. Gent, 1882. Vergiftiging. Het zoontje van bakker Markey, uit de Meenenstraat, speelde met een flesje waarin hij kofij gedaan had en iets dat zeer nadeelig zijn moet (sommigen zeggen geschaafde verf) en gaf er zijne jongere zusters en broe ders van te drinken. De slechte smaak van het vocht belette die kinderen veel in te nemen, maar het jongste dronk al uit wat overbleef, en weldra vertoonden zich de kenteekenen van vergiftiging. De kleinen die slechts van het vocht geproefd hadden hebben het ontstaan met eene onpasselijkheid, maar het wichtje dat het overige had uitgedronken, is ervan gestorven. Levende verbrand. Een ongeluk dat aan de onvoorzichtigheid van het slachtoffer te wijten is, is Dinsdag 11. rond II ure in de Tegelstraat, alhier, voorgevallen. Een meisje van 14 jaar, Marie Jansens, wilde het vuur wat aanstoken om het middigmaal te bereiden. Het nam wat petrole en goot die in de stoof, maar eensklaps hoorde de moeder, die op een der bovenka mers zich bevond, een geschreeuw en een gekerm dat haar deed naar beneden snellen, en daar vond zij lie ongelukkig meisje in vuur van top tot teenen. Hare kleederen afrukken en om hulp roepen was het eenige dat zij doen kon; de geburen kwamen toegeloopen, maar helaas, het arme kind was doodelijk verbrand en gansch zijn lichaam was slechts eene wonde. Men haastte zich het de laatste gerechten toe te dienen, en 's avonds, ten 9 1/2 ure, bezweek het na de grootste pijnen onderstaan te hebben. Het feest, gegeven ten voordeele der weduwe en kin deren van M. Bodar, door eenige burgers en de onder officieren van het garnizoen, is ten volle gelukt. Eenige minuten na het openen der deuren was de zaal proppende vol, bij zoover dat velen hebben moeten buiten blijven bij gebrek aan plaats. De verschillige stukken van het programma, dat wij in ons vorig nummer opgegeven hebben, zijn onder de blijde en welluidende tonen van het muziek allerbest uitgevoerd geworden. De heeren inrichters verdienen allen lof om hunne edelmoedige onderneming ten voordeele der familie van hunnen afgestorven makker. Naar wij vernomen heb ben, heeft de opbrengst der inteekeningslijsten de som van 2,000 fr. overtroffen. concert d' adieu gegevei n de Donderdag laatst heeft het muziek v het 1 regiment zijn corde Een allerfraaiste geschenk, bestaande serviciën, is den bestuurder, M. Ch. Si der maatschappij aangeboden geworden. Het le linie regiment verlaat onze stat 2 Februari. linie Con- i 12 zilveren lar, in naam Donderdag, 10m8 Tir de la période d'hiver. 22 Ja zier 1882. Ligy Albert Dumon Auguste. Santy A. Devos Louis. Lesaffre Auguste. Deweerdt Ch. 20. 25. 20. 20. 25. 110. 25. 20. 10. 25. 25. 105. 15. 20. 25. 20. 25. 105. 20. 20. 15. 20. 25. 100. 20. 20. 15. 25. 20. 100. 25. 20. 15. 20. 20. 100. BAS TOTAL. Mallet Désiré. 5. 10. 10. 5. 10. 40. Swekels Léon. 10. 5. 10. 15. 5. 45. Tyberghein Jean. 5. 5. 10. 25. 5. 50. Thiebault Ferd. 5. 10. 15. 10. 10 50. Joos Alphonse. 5. 5. 10. 15. 15. 50. Gaimant Arth. 15. 20. 5. 10. 20. 70. Tir du Lundi 16 Janvier 1882. Coucours offert par le Boy en de la Société. Desramault René 8. 10. 11. 11. 40. prix^ Santy Hector. 1. 1. 6. 1. 7. prix. AUX OISEAUX. Mahieu Louis 1 oiseau. prix. DE KUNSTBODE HAUT TOTAL. AU CERCLE. HAUT TOTAL. BAS TOTAL.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 1